Liefde is een zaak van het hart, het moet niet opgelegd zijn, dan is het geveinsd (vgl. Rom. 12:9, 2 Kor. 6:6). In 1 Timotheüs 1:5 zegt de apostel: “Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof.”
Liefde en kennis
Mensen hebben van het geloof een ingewikkeld systeem gemaakt met allerlei traditionele leerstellingen en gebruiken. Gods Woord is daarin veelal op de achtergrond geraakt. Toch is dat onze enige betrouwbare bron van informatie en inspiratie. Immers, daarin spreekt God Zelf en maakt Hij Zijn wil bekend. Liefde en kennis gaan hand in hand, getuige de bede van Paulus: “En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en alle fijngevoeligheid…” (Fil. 1:9).
De Bijbel zegt twee keer: “God is liefde” (1 Joh. 4:8 en 16). Dat is voor veel mensen onbegrijpelijk, want ‘als er dan een God is, waarom grijpt Hij niet in’ en dergelijke reacties, u kent dat wel. En ja, voor iemand die geen kennis van Gods Woord heeft, is dat ook moeilijk te verstaan. Toch is het zo en al gaat het ons verstand te boven, we mogen het geloven.
Die woorden ‘God is liefde’ zeggen iets over Zijn wezen. Het is meer dan ‘God heeft lief’. Hij is liefde, net zoals de Bijbel zegt: “God is waarheid” (Deut. 32:4) en, zoals Johannes verkondigt “… dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is” (1 Joh. 1:5). Zo is in God geen haat en ook geen leugen. Hij is licht en geeft licht, Hij is waarheid en spreekt waarheid, Hij is liefde en geeft liefde. En hoe dat gestalte krijgt, ontdekken we in Gods Woord, dat ons de nodige kennis geeft!
Liefde en leven
Calvijn heeft ooit gezegd: “Haat is de innerlijke wens, dat de ander er niet zou zijn.” Liefde is het tegenovergestelde: innerlijke vreugde, dat iemand er is en er mag zijn. Maar… praten over liefde is één ding, het ook in praktijk brengen is een tweede. Beide vloeien wat gelovigen betreft voort uit de gemeenschap met God en Zijn heilig Woord. Foto p 02 Boek-hart-liefde
Paulus schrijft in Romeinen 5:5 dat “… de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is …” en in 1 Korintiërs 13 zegt hij dat de liefde boven alles verheven is. Als Johannes zegt dat God liefde is, maakt hij dat praktisch voor de gelovigen: “Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God” (1 Joh. 4:7). Bovendien vermeldt hij hoe Gods liefde zichtbaar geworden is: “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem” (1 Joh. 4:9). Dat is de grootste daad van Gods liefde, “… dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Joh. 3:16). Paulus omschrijft het zo: “God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren” (Rom. 5:8), en: “Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn” (vs. 9).
Liefde en zegen
Ooit sprak de Heere door de profeet Hosea: “Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers!” (6:6). Wandelen in liefde overstijgt offeranden en godsdienstige regels of plichten. We kennen het gezegde: ‘Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn zegen’. Die zegen is niet alleen voor nu: dat je een kind van God bent en mag wandelen in het licht. Dat je gezegend bent “… met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus” (Efe. 1:3). Die zegen strekt zich ook uit naar de toekomst!
Vandaag is dat nieuwe leven verborgen met Christus in God, lezen we in Kolossenzen 3:3 en dan zegt vers 4: “Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (NBG-’51 vert.). Dat is het zegenrijke perspectief waarin we als gelovigen mogen wandelen. Ook dat heeft God in Zijn grote liefde gegeven: een glorierijke toekomst, waarin we zullen delen in Zijn heerlijkheid. Eveneens (nog) niet te bevatten, maar wel te geloven! Daarom gaan we moedig voorwaarts, wandelend in de liefde van God, “terwijl we verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus” (Tit. 2:13). Maranatha!