Keuzes maken

Keuzes maken

Het leven bestaat uit keuzes maken, vooral als gelovige. Welke keuzes namen mensen met betrekking tot de Schepper in voorgaande perioden?

Soms waren er duidelijke opdrachten, zoals bij Adam in Genesis 1, vers 28: “Wees vruchtbaar, wordt talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de klucht en over al de dieren die over de aarde kruipen.”
Vervolgens in Genesis 2, vers 15: “De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden.”
Adam heeft zich daar vast wel mee bezig gehouden, want hij moest ook eten en drinken en huisvesting maken. En toen er kinderen geboren werden, ging hij misschien een wieg timmeren of een hangmat knopen. Maar voor zoiets heb je wel geweven stof nodig en gereedschap. De mensen na dit eerste geslacht hebben natuurlijk die dingen ook meegekregen en die kennis verder ontwikkeld.
Adam had een vrije wil en nam op een gegeven moment op aanwijzing van zijn vrouw een beslissing waardoor hij buiten de hof gezet werd: de deur ging op slot (Gen. 3:24).
Buiten de hof ontwikkelde de mensheid zich verder. Genesis 4: Abel werd schaapherder en Kain bewerker van de aardbodem (vs. 2) en hij bouwde een stad (vs. 17). Jabal werd veehouder en woonde in tenten (vs. 20); Jubal speelde harp en fluit en Tubal-Kain werd smid. Men ontwikkelde dus allerlei technieken. Noach bouwde later de ark in opdracht van de Heere God en dat lukte prima. Dat is wel een enorme klus, maar hij wist kennelijk van houtverbindingen en hoe de boel achteraf waterdicht te maken. Die materialen moet je dan weten te vinden en te bewerken om tot je doel te komen.
De Heere God schiep de mens met de mogelijkheid creatief en vindingrijk te zijn, en met een eigen wil waardoor men zelf keuzes kon maken.
Lamech koos er bijvoorbeeld voor twee vrouwen te nemen, terwijl hij wist dat de Heere God voor Adam één vrouw schiep ‘tegenover hem’ (Gen. 2:18). Adam werd 930 jaar oud en werd rond 4004 geschapen. Dus hij leefde tot 3074 vóór Christus en Lamech werd in 3130 geboren, een overlapping van 56 jaren.

De moeder van Noach
Zij wordt niet genoemd in de Bijbel, maar ze baarde een zoon en die heette Noach; hij was een onvervalste nakomeling van Adam, een Adamiet dus. Zijn moeder had de juiste keuze gemaakt en zich niet laten verleiden door de zonen der goden die zagen dat de dochters van de mensen “mooi waren” (Gen. 6:2).

Noach wandelde met God
Genesis 6, vers 22: “En Noach deed het, overeenkomstig alles wat God hem geboden had, zo deed hij.” Dat was de goede keuze en zo overleefde hij de vloed. Daardoor bleef het Adamitische geslacht biologisch in stand en kon de belofte uit Genesis 3:15 doorgang vinden. Uit hem en zijn gezin is de nieuwe wereldbevolking ontstaan, waaruit de beloofde Verlosser geboren zou worden.
Zijn tijdgenoten namen echter de verkeerde beslissing door relaties aan te gaan met de zonen der goden, zoals beschreven in Genesis 6, vers 12: “… álle vlees had een verdorven levenswandel op de hele aarde.”

Abraham
Hebreeën 11:8 zegt: “Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.” 
Abraham maakte ook wel eens de verkeerde keuze door bijvoorbeeld Ismaël te verwekken. Dat had grote gevolgen en dat merken we nog steeds. Maar: ”En Abraham geloofde God en het is hem tot gerechtigheid gerekend” (Gen. 15:6; Rom. 4:3).
In Hebreeën 11:18 lezen we dat hij de moeilijke opdracht om zijn zoon Izak te offeren in overweging nam, en hij kwam tot de conclusie dat: ”God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken.” Hij besloot gehoorzaam te zijn aan de opdracht van de Heere God.

Lot, zijn vrouw en dochters
Over de neef van Abraham lezen we dat hij de keuze gemaakt had om bij Sodom te gaan wonen, waarmee hij zichzelf kwelde (2 Petr. 2:8).
Lot en zijn gezin kregen de opdracht van de Heere God om zich te haasten en te vluchten. Maar de vrouw van Lot koos er voor even achterom te kijken waardoor ze het leven liet. Ze werd veranderd in een zoutpilaar.
Na de toestanden in Sodom en Gomorra waren Lot en zijn dochters hun vrouw en moeder verloren en was hun kans op normaal nageslacht ‘dachten ze’ klein geworden. Daarom namen ze de keuze om door hun eigen vader te worden bevrucht. Daarvoor moesten ze hun vader tot twee keer toe dronken voeren om hun doel te bereiken (Gen. 19). De zonen hieruit geboren, waren Moab en Ben-Ammi, waaruit de Moabieten en de Ammonieten zijn ontstaan. Met deze volken heeft het volk Israël later wel het één en ander te stellen gehad en zouden daarvoor gestraft worden (Ezech. 25).

Tamar
In Genesis 38 lezen we over het dramatische leven van Tamar. Haar echtgenoot Er maakte kennelijk verkeerde keuzes en de Heere God doodde hem. Vervolgens trad het zwagerhuwelijk in werking en werd de broer van de overledene verplicht om bij zijn schoonzus nageslacht te verwekken. Onan nam echter het besluit om zijn zaad op de grond te verspillen en ook hij sterft.
Daarna wordt aan Tamar de jongste zoon beloofd, maar Juda kwam zijn toezegging niet na, ondanks het feit dat Sela ondertussen ‘groot geworden was’ (Gen. 38:14b).
Tamar besloot het recht in eigen hand te nemen, verkleedde zich als hoer en nam een strategische positie in aan de weg waar ‘toevallig’ haar schoonvader Juda voorbij kwam. Hij besloot van deze geboden kans gebruik te maken. Tamar raakte zwanger van haar schoonvader en confronteerde hem hiermee: “En Juda herkende ze en zei: Zij staat in haar recht, meer dan ik, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela heb gegeven” (Gen. 38:26).
Tamar maakte tamelijk onorthodoxe keuzes en bracht nageslacht voort. Het werden twee jongetjes: Perez en Zerah. Ze worden later genoemd in het geslachtsregister van Jezus Christus (Matt. 1:3).

Jozef
Ook deze zeer geliefde zoon van Jakob had een bewogen leven. Zijn broers hadden een hekel aan hem en besloten hem ver van huis te grazen te nemen. Ze belogen hun vader die diep bedroefd verder moest leven. Maar de Heere God greep in en Jozefs leven kwam in onstuimig vaarwater terecht. In de put gegooid en later doorverkocht kwam hij in Egypte terecht als huisknecht en promoveerde al vlot naar opzichter over alles, dankzij de hulp van de Heere God (Gen. 39:4).
Hij nam het besluit niet in te gaan op de verleidingen van de vrouw van zijn baas maar kwam daardoor wel in de gevangenis terecht.
Echter, in de gevangenis was dezelfde Potifar de baas en die stelde Jozef al gauw aan als hoofd van alles. Jozef besloot in zijn hele leven en onder alle omstandigheden op de Heere God te vertrouwen en daardoor kon Die hem ook inzetten op elke plaats waar nodig.
Het verdere verloop en de confrontatie als onderkoning met zijn broers kennen we en het is ontroerend om te lezen in Genesis 41 en verder. Jozef: “God heeft mij vóór jullie uit gezonden, om voor jullie een overblijfsel veilig te stellen op de aarde en jullie door een grote uitredding in het leven te houden” (45:7).
De mens Jozef besloot door dik en dun de Heere God te blijven volgen en jaren later bleek alles ten goede te keren voor alle betrokkenen (50:20). Ontroerend mooi.

De ouders van Mozes
Zij kregen een zoon, Mozes, en hadden de keuze gemaakt om het gebod van Farao te negeren. Ze gooiden de baby niet voor de krokodillen van de Nijl, maar verzorgden hem zo lang mogelijk en vlochten een mandje van biezen, bestreken met asfalt om het waterdicht te maken. Zo werd zijn leven gespaard en kon hij tachtig jaren later het volk Israël onder leiding van de Heere God door de woestijn loodsen.

Welke keuze moest het volk Israël maken?
Exodus 19, vers 5: “Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en luistert en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.”
En: “Kies dan het leven opdat u leeft, u en uw nageslacht door de Heere uw God lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden - want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen – om te blijven in het land dat de Heere uw vaderen Abraham, Izaäk en Jakob gezworen heeft hun te geven” (Deut. 30:19). En dat is niet moeilijk voor een mens: “Want dit Woord is heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te doen” (Deut. 30:14).

Jona
Hij kreeg een niet mis te verstane opdracht van de Heere God, maar hij besloot precies de andere kant op te gaan. Dat had grote en nare gevolgen en dan komt de opdracht van de Heere God voor de tweede keer in Jona 3, vers 1: “Sta op, ga naar de grote stad Nineve en predik tegen haar de prediking die Ik tot u spreek.” Jona wekt de indruk met tegenzin te gaan, maar hij gaat naar Nineve met Gods boodschap. Tot zijn verbazing besluiten koning en volk om gehoor te geven aan Gods eis en ze gaan grondig te werk. Jona blijft daarover behoorlijk nukkig en dwars totdat de Heere God tegen hem zegt: “Bent u terecht in woede ontstoken?” Zo kan een mensenleven vreemde kanten opgaan als hij of zij besluit de Heere God niet te gehoorzamen.

Welke keuze moesten de Joden maken?
De allereerste opdracht aan de Joden, nadat Jezus geboren was, lezen we in Mattheüs 3, vers 2: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.” Bekeren is: omkeren en terugkeren naar de wetten en richtlijnen van de Heere God die zo nauwkeurig allemaal zijn genoteerd, o.a. in Leviticus en Deuteronomium. Allemaal praktische richtlijnen en tips, zodat het volk van God een topvolk zou worden (zie Jes. 60:15-22).

Johannes de doper
Hij was naar de Jordaan getrokken om daar mensen te dopen, lezen we in Lukas 3:3. De menigte van de Joden was wel nieuwsgierig, maar Johannes veegt ze stevig de mantel uit, lezen we in vers 7: “Adderengebroed, wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn? Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering …” (vs. 7-8). 
Dan vraagt de menigte aan hem: “Wat moeten we dan doen?” Lees zijn antwoord in vers 11. Ook de tollenaars waren gekomen om zich te laten dopen en zij vragen: “Meester, wat moeten wij doen?” Lees het antwoord in vers 13.
Er waren ‘toevallig’ ook Romeinse soldaten die de gesprekken kennelijk gevolgd hadden, want ze vragen: ”En wij, wat moeten wij doen?” Johannes antwoordt in vers 14: “Val niemand lastig, pers niemand af en wees tevreden met uw soldij.” Zij hoefden zich vanzelfsprekend niet te laten dopen, want zij waren geen Joden en hoorden dus niet bij het volk dat eens zou bestaan uit ‘koningen en priesters’ (Exod. 19:6 en Opb.1:6).

De rijke jongeman
Over hem is geschreven in Mattheüs 19:16. Hij gaat naar Jezus toe met de vraag wat hij voor goeds moet doen om het eeuwig leven te hebben. Goeie vraag, en hij blijkt al te weten dat het ‘iets goeds’ moet zijn. Het antwoord is simpel in vers 17b: ”Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht.” De jongeman blijkt dat eigenlijk ook al wel te weten en hij leeft daar ook naar, volgens eigen zeggen, maar Jezus gaat een stap verder in vers 21: “Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij.” Dat blijkt een stap te ver voor hem, want: “Toen de jongeman dit gehoord had, ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen.”
De rest van het hoofdstuk gaat precies over dit onderwerp (ook tegen Petrus); het is typisch de boodschap voor de tijd van de Evangeliën voor Israël: ‘Doe dit en u zult leven’.

Wat moest de wetgeleerde doen?
De man was verre van oprecht met zijn vraag (Luk.10:25) en krijgt dan ook lik op stuk van de Heere Jezus: “Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?” In de wetten van de Heere God zijn alle antwoorden op zijn vragen te vinden. De Heere Jezus weet precies wat er speelt in een mensenleven, want Hij weet wat voor maaksel wij zijn, volgens Psalm 103:14.
De wetgeleerde moest leren dat hij eigenlijk het slachtoffer was die afdaalde van Jeruzalem naar Jericho en lag dood te bloeden op de weg. Hij had de keuze: besluiten om de aangeboden hulp van de barmhartige Samaritaan te aanvaarden of niet. Het zag er slecht voor hem uit. Of hij het begrepen heeft?

De misdadigers op Golgotha
Welke keuzes konden zij nog maken? Veel opties waren er niet meer, wat konden ze doen? Alleen maar een pijnlijke dood sterven. Er zat niks anders op en dat wisten ze. Eén van de misdadigers wist wél dat het Jezus was daar in het midden, want hij vroeg: ”Als u de Christus bent, verlos Uzelf en ons” (Luk. 23:39). Als dát zo was, zou er hoop zijn, maar er klinkt geen geloof uit die vraag.
De andere gehangene ging nog een grote stap verder in zijn besluit om iets aan Jezus te vragen: ”Heere, denk aan mij als U in Uw koninkrijk gekomen bent.” Hij demonstreert hiermee zijn geloof. Hij geloofde dat Jezus na het sterven ergens in Zijn Koninkrijk zal zijn en dat Hij dan nog aan hem kan denken en dat dat iets positiefs kan opleveren. Voor de Heere Jezus geen enkel punt, want Hij antwoordde: “Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met mij in het paradijs zijn.” Wie wil dat nou niet?
De andere gehangene krijgt deze toezegging niet, hij had de verkeerde keuze gemaakt. Twee veroordeelde mensen in precies dezelfde miserabele omstandigheden, de één maakt de goede keuze en de andere niet.

Welke keuze moet er gedaan worden na de dood en opstanding van Christus Jezus?
In 2 Korinthe 5:19 lezen we: “God was het namelijk Die in Christus de wereld (Gr. kosmos) met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende: en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt: Namens Christus smeken wij, laat u met God verzoenen.”
De Heere God had dus de deur voor de hele kosmos wijd open gezet door het werk van Christus. Daarna is de keuze aan de mens om hierop in te gaan en zich met God te verzoenen. Van harte aanvaarden en vertrouwen op de Heere en in dit aardse bestaan met Hem verder te gaan. Die keuze moet je zelf maken en dan gaat er en hele nieuwe wereld voor je open.

Heeft Saulus van Tarsen de juiste keuze gemaakt?
Hij had als top wetgeleerde heel wat noten op zijn zang, maar was op de verkeerde weg. Het staat genoteerd in Handelingen 9:1-31. Nadat de Heere Saulus tot staan heeft gebracht en hij een stem hoort, Die zegt: “Saul, Saul waarom vervolgt u Mij?”, vraagt hij: ”Wie bent U, Heere?”
Dat moet wel een kolossale schok geweest zijn voor deze godsdienstige topper. Als de Heere Zich bekendmaakt, is de volgende vraag: “Heere, wat wilt U dat ik doen zal?” Dit blijkt steeds weer de beste vraag te zijn: ‘Heere God, wat wilt U dat ik doe?’
Saulus hoort wat hij moet doen: Hij moet naar de straat gaan “die de Rechte genoemd wordt’, want hij zat compleet verkeerd. Hij doet dat en maakt daarmee de juiste keuze.

De gelovigen te Berea
Er bestaat gelukkig geen schaal van nul tot tien om aan te geven hoe klein of groot het geloof van een mens kan zijn. Maar we lezen in de Bijbel wel de visie van de Heere God op dit fenomeen.
In Handelingen 17 lezen we erover. De gelovigen in Berea maakten de keuze om de boodschap die ze hoorden van de apostel Paulus “met grote bereidwilligheid” te ontvangen. Ze besloten ook om dagelijks in de oude boekrollen te onderzoeken of het daarmee in overeenstemming was. Juist om deze houding worden deze gelovigen “edeler van gezindheid” genoemd dan die in Thessalonica.
De Joden in Thessalonica hadden kennelijk besloten om die boodschap minder spontaan aan te nemen en ze deden ook minder onderzoek. Gemakzucht?

Welke keuzes maken wij na Handelingen 28:28?
Ten laatste wordt het prachtige geheimenis geopenbaard aan Paulus en de nieuwe feiten liegen er niet om. Gelovigen uit de heidenen vormen samen met de gelovige Joden één Lichaam, waarvan Christus het hoofd is. Efeze 1, vers 13: “In Hem bent u ook, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het evangelie van uw zaligheid gehoord hebt, in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegelt met de Heilige Geest der belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel , tot lof van Zijn heerlijkheid.”
Prachtig en niet mis te verstaan. Dat het geloof uit het horen was, wisten we al uit de brief aan de Romeinen (10:18). En nu lezen we dan in de brief aan de gelovigen in Efeze dat de Heere God na ons ’horen’ en ‘geloven’ óók nog over de brug komt met de ‘verzegeling met de Heilige Geest als onderpand’ van iets schitterend, dat nog komen gaat.
Ik kan mijn geluk niet op dat zoiets moois door de Schepper van hemelen en aarde aan mij gegeven is, mét garantie!
Dan gaat Hij ook nog met die Geest het willen en het werken in mij/ons inwerken, volgens Filippenzen 2:13 en dat doet Hij naar Zijn welbehagen. Gezegd in gewone taal: Dat doet de Heere God, omdat Hij daar plezier in heeft. En wat doe je hiermee? Maak je de keuze je aan Hem toe te vertrouwen voor de rest van je leven? Zo ja, blijf dan zelf Zijn Woord onderzoeken en bestuderen, want alleen dan leer je de weg van de Heere God en met de Heere God beter kennen.

Zo is het leven van een gelovige vol met het maken van de juiste keuzes. Als hemelburger kunnen we ons niet zomaar alles permitteren, hoewel onze hemelse status vaststaat. De gelovigen in Berea hadden de keuze gemaakt om met grote bereidwilligheid het Woord te ontvangen. Zij onderzochten het Woord nauwkeurig. Dat was een hele klus, maar een wijs besluit en een juiste instelling. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen.
2 Timotheüs 4:3 zegt: “Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.” Persoonlijk heb ik sterk de indsruk dat die tijd al aangebroken is. De ‘gezonde leer’ wordt soms weggemoffeld en nieuwe populistische ideeën worden met veel bravoure verkondigd, waardoor vele gelovigen in grote vertwijfeling komen. Ik zie en hoor het om me heen gebeuren, maar heb de keuze gemaakt niet mee te gaan in deze verzinsels. Gewoon de dingen zoeken en bedenken die boven zijn, niet die op de aarde zijn, “want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid” (Kol. 3:3-4).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Bagage voor onderweg

De weg door het leven is voor iedere gelovige uniek. Hoe bijzonder is het dat je die weg mag gaan samen met je Verlosser, de Heere Jezus Christus. Hij geeft je daarbij allerlei zekerheden mee vanuit Zijn Woord. Enkele van die zekerheden komen kort en bondig in dit boekje naar voren. De stukjes waarin dat gebeurt, zijn bemoedigend en geven je vastigheid in je geloof in Degene aan Wie je toebehoort. Hij gaat altijd met je mee!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Bagage voor onderweg'

Tweemaal bij name genoemd

Er staan in de Bijbel diverse geschiedenissen waarin mensen door God geroepen worden. In sommige gevallen horen mensen letterlijk de stem van God Die hun naam uitspreekt. Er zijn zeven personen die zelfs tweemaal bij name geroepen worden door God.
Denk aan Abraham die op het moment dat hij bereid is zijn zoon te offeren, tweemaal geroepen wordt: "Abraham, Abraham!". Of denk aan dat moment dat Maria aan de voeten van de Heere Jezus naar Zijn woord zit te luisteren en Martha vindt dat zij veel te veel werk moet doen. De Heere zegt tegen haar: "Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen". Ook is er die indrukwekkende gebeurtenis op de weg naar Damascus als de verheerlijkte Heere zegt: "Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?".
Behalve mensen worden ook de Heere Jezus, God en Jeruzalem tweemaal aangesproken: “Heere, Heere”, “Jeruzalem, Jeruzalem” en “Mijn God, Mijn God”.

Meer info & bestellen 'Tweemaal bij name genoemd''