Dit vers vormt de basis van waaruit wij als Gods kinderen mogen leven, het fundament waarop wij staan. Hierin mogen wij onze rust, ons geduld en onze vreugde vinden!
Het is goed te beseffen wat God ons in Zijn Zoon geschonken heeft. Deze alles overtreffende zegen is niet te verdienen, maar slechts op grond van genade te ontvangen ‘door het geloof’.
De zegen - alle geestelijke zegen - in Christus is ons uitgangspunt en daar mogen wij ons op richten. De verleiding is natuurlijk groot om op onszelf te zien in onze vernederde staat, maar dat zal alleen maar teleurstelling en verdriet opleveren. En ook van de wereld om ons heen hebben we weinig tot niets te verwachten. God wil echter dat wij ons verheugen in deze rijke zegen en Hem daarvoor lof en dank brengen.
Het is zeker niet toevallig, dat Paulus na het opnoemen van de onderdelen van die rijke zegen God dankt en voor de gelovigen bidt: “…opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem …” (vs. 17). Eigenlijk staat er: ‘in Zijn rechte kennis’ (Gr. epignosis).
Zijn bede is dat wij niet onszelf, maar God, de ‘Vader der heerlijkheid’, ten volle zouden leren kennen, plus de hoop van Zijn roeping, de heerlijkheid van Zijn erfenis en Zijn overweldigende kracht.
Wij mogen dus, net als Paulus, gefocused zijn op wat God tot stand gebracht heeft in Christus en Hem daarvoor danken. Hoe anders zijn onze gebeden vaak, waarin het vragen dikwijls een grotere plaats inneemt dan het danken.
We zijn vaak vol van onze eigen noden, tekortkomingen, wensen, e.d., en lopen zo de kans de rijkdom van Gods zegen in Christus te missen, althans in onze (geloofs)beleving. O ja, wij mogen onze wensen zeker bij God bekendmaken, zegt de apostel in Filippenzen 4, maar ook dan “met dankzegging”!
Alleen als wij Gods Woord geloven en Hem leren kennen, weten Wie Hij voor ons is en wat Hij ons in Zijn genade heeft gegeven, leren wij de omstandigheden van ‘bovenaf’ te zien. Het geeft ons overzicht, het geeft ons rust en vrede in het hart.
Laten wij ons aansluiten bij het gebed van Paulus en bidden om Geest van wijsheid en openbaring om Hem recht te kennen en alle zegen, die daaruit voortvloeit. God heeft ons in Christus een compleet, nieuw leven gegeven. Daaruit mogen wij leven en God dienen. Alle dingen zijn uit Hem en door Hem en tot Hem.
We mogen weten dat ons leven met Christus verborgen is in God (Kol. 3:3) en de belofte die daaraan gekoppeld is, luidt: “Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Kol. 3:4 N.B.G.-’51 vert.).
Pelgrimsreis
Over onze levensreis hier op aarde gesproken, dat wordt wel vergeleken met een tocht door de woestijn. Net als Israël destijds de reis door de woestijn maakte richting het beloofde land, zijn wij ook op weg. Een weg die veelal gekenmerkt is door ups-and-downs, of, zoals Johann Wolfgang Goethe het ooit verwoordde in ‘het lied van Klärchen’: “Himmelhoch jauchzend, zum tode betrübt, glücklich allein ist die seele die liebt” (ten hemel juichend, tot de dood bedroefd, gelukkig is alleen de ziel die bemint).
Hoe dan ook, het pad waarop wij lopen, gaat niet altijd over rozen; soms is het moeilijk te begaan. Donkere wolken, mist en storm op onze levensweg kunnen het zicht belemmeren, maar … het is nooit een doodlopende weg! We zijn geen doelloze zwervers, maar pelgrims, op weg naar het ons beloofde land, de hemelse heerlijkheid.
Eén van die pelgrims is Jasper Pieterson en hij maakt zijn debuut in ons Bijbelmagazine. Jasper (46) deelt onze visie op Gods Woord en draagt ons werk een zeer warm hart toe. Hij beleeft - met gezin, vrienden en werk - ook zo het een en ander op zijn pelgrimstocht en maakt geregeld notities van wat hem bezighoudt. Daarom een nieuwe rubriek met de titel: ‘Notities van een pelgrim’ (pag. 11). Jasper, bedankt alvast voor je medewerking aan AMEN!
We wensen u allen Gods rijke zegen en nabijheid toe en danken u voor uw blijvende voorbede en ondersteuning in dit belangrijke stukje werk dat we door Gods genade mogen doen!
Mede namens alle medewerkers een vriendelijke groet,
Peter A. Slagter