Inleiding Nieuwe Testament - Deel 22: 2 Petrus

Inleiding Nieuwe Testament

Deel 22: 2 Petrus

In deze artikelenserie worden een aantal inleidende opmerkingen met betrekking tot de zevenentwintig boeken van het Nieuwe Testament gegeven. Om de bijbellezer te helpen meer zicht te krijgen op de bedoeling die de Heilige Geest met de verschillende boeken en brieven van het Nieuwe Testament heeft.

Algemeen

Samen met de brieven van Jakobus, Johannes en Judas behoren de beide Petrusbrieven tot de 'algemene zendbrieven'. In voorgaande artikelen hebben we al aangegeven dat deze benaming door mensen bedacht is en feitelijk ook niet recht doet aan deze brieven. Uit de inhoud blijkt namelijk dat deze brieven niet zomaar aan christenen in het algemeen geschreven zijn, maar juist aan lezers met een Joodse / Israëlitische achtergrond.

Schrijver, ontstaan en bestemming

Het is duidelijk dat deze brief door Petrus geschreven is; dat blijkt meteen al uit het openingsvers van de brief. Wat we echter ook mogen vaststellen, is dat deze brief een soort aanvulling is op de eerste en behalve dezelfde reden tot schrijven ook dezelfde lezers heeft. Zie hiervoor datgene wat Petrus schrijft in hoofdstuk 3:1. Eerst zegt hij: "Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf ...". De apostel richt zich dus tot dezelfde lezers. Daarna schrijft hij: "... in beide tracht ik uw zuiver besef door herinnering wakker te houden", waarmee hij het doel van het schrijven van beide brieven samenvat. Veel van wat in het vorige artikel in AMEN 69 over de eerste Petrusbrief staat onder het kopje 'Schrijver, ontstaan en bestemming' geldt daarom ook in grote lijnen voor deze tweede brief.
Behalve dat de beide Petrusbrieven wat betreft inhoud en doelgroep overeenstemmen, liggen ze ook wat betreft het moment van schrijven dicht bij elkaar. Beide zijn waarschijnlijk rond het jaar 60 na Christus geschreven. Mogelijk dat Petrus de tweede brief net als de eerste vanuit Babylon schreef (zie 1 Pet. 5:13).

Structuur gehele brief

A. hfdst.1:1-4 Inleiding, lofprijs.
     B. hfdst. 1:5-11 Aansporing.
         C. hfdst. 1:12-15 Iets over Petrus zelf.
             D. hfdst. 1:16-21 Apostelen en profeten.
                 E. hfdst. 2:1-22 Kenmerken van valse profeten.
         C. hfdst. 3:1 Iets over Petrus zelf.
             D. hfdst. 3:2 Profeten en apostelen.
                 E. hfdst. 3:3-13 Houding ten opzichte van valse profeten.
     B. hfdst. 3:14-18a Aansporing.
A. hfdst. 3:18b Afsluiting, lofprijs.

Doel en inhoud

De reden voor het schrijven van deze brief, noemt Petrus tweemaal: in hoofdstuk 1:13 en in 3:1. Hij wil zijn lezers "wakker houden" door hen te herinneren aan dat waar het werkelijk om gaat. Daarbij voorziet Petrus dat zijn dood aanstaande is. Zie hoofdstuk 1:14 waar hij het heeft over het afleggen van zijn tent, wat hij daarna omschrijft als zijn "heengaan". In de oorspronkelijke taal staat daar het woord exodus, uittocht. Zo zag hij zijn aanstaande dood dus; als een uittocht. Net als vroeger het volk Israël verlost werd om op weg te gaan naar het beloofde land.
Dit laatste stond er trouwens ook in werkelijkheid echt aan te komen voor het volk. Israël dat in de verstrooiing leefde kon op het moment van schrijven van deze brief uitzien naar de uittocht uit de wereld om deel te krijgen aan het koninkrijk van de Here Jezus Christus zoals dat op aarde gevestigd zou worden (hfdst. 1:11). Deze brief is geschreven vlak vóór de op dat moment verwachte aanstaande openbaring van de Koning Zelf. Men leefde werkelijk in de eindtijd. En net als eerder in Israëls geschiedenis waren er valse profeten opgestaan, waaronder er zelfs waren die "tot erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus" waren gekomen, maar toch weer verstrikt waren geraakt in het verderf (hfdst. 2:19 en 20). Heel hoofdstuk 2 is gewijd aan deze valse profeten en ook de woorden in hoofdstuk 3:3 e.v. liggen in deze lijn, als Petrus schrijft over de spotters en hun ongeloof in Gods Woord. Daar staat tegenover het onwrikbare vertrouwen van Petrus zelf. In hoofdstuk 1:16-21 schrijft hij dat hij geen verzinsels (letterlijk: mythen) is nagevolgd, maar het betrouwbare Woord van God, dat gesproken is door mensen die door de Heilige Geest gedreven werden. De Bijbel is geen verzinsel of sprookje, maar betrouwbaar in elk opzicht, omdat de Bijbel het Woord van God is.
De tijd waarin Petrus dit schreef zal in de nabije toekomst herhaald worden, omdat de komst van de Koning door ongeloof van Israël is uitgesteld. In die tijd - toen en in de toekomst - komt het erop aan, wat er geloofd wordt: het woord van valse profeten of het Woord van God Zelf. Maar in feite is dit iets dat altijd van het grootste belang is; ook in onze tijd, waarin we zoveel ongeloof in Gods Woord zien; vaak ook onder gelovigen zelf!

Kerntekst

"Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken" (hfdst. 1:20 en 21).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'