Inleiding Nieuwe Testament - Deel 23: 1 Johannes

Inleiding Nieuwe Testament

Deel 23: 1 Johannes

In deze artikelenserie worden een aantal inleidende opmerkingen met betrekking tot de zevenentwintig boeken van het Nieuwe Testament gegeven. Om de bijbellezer te helpen meer zicht te krijgen op de bedoeling die de Heilige Geest met de verschillende boeken en brieven van het Nieuwe Testament heeft.

Algemeen

Samen met de brieven van Jakobus, Petrus en Judas behoren de drie Johannesbrieven tot de 'algemene zendbrieven'. In voorgaande artikelen hebben we al aangegeven dat deze benaming door mensen bedacht is en feitelijk ook niet recht doet aan deze brieven. Uit de inhoud blijkt namelijk dat deze brieven niet zomaar aan christenen in het algemeen geschreven zijn, maar juist aan lezers met een Joodse / Israëlitische achtergrond.

Schrijver, ontstaan en bestemming

Evenals in het Johannesevangelie vinden we ook in deze en de andere Johannesbrieven de naam van de schrijver niet terug. Het enige bijbelboek dat Johannes' naam vermeldt is het boek Openbaring (hfdst. 1:1).
Johannes was overigens één van de "steunpilaren" van de gemeente te Jeruzalem (Gal. 2:9).
Doorgaans wordt (vanuit de traditie) aangenomen dat de Johannesbrieven aan het einde van de eerste eeuw na Christus geschreven zijn en wel vanuit Efeze. Toch is daar in het geheel geen bewijs voor. Inhoudelijk gezien, ligt het meer voor de hand de brieven geschreven zijn gedurende de Handelingentijd. Johannes schrijft namelijk duidelijk vanuit de achtergrond van de aanstaande wederkomst van de Heer; allerlei kenmerken van die aanlooptijd komen in de brief naar voren. Zo schrijft hij over de (geest van de) antichrist (hfdst. 2:18 en 22 en 4:3) en zegt hij dat het "de laatste ure" is (hfdst. 2:18). In hoofdstuk 2:28 en 3:2 gaat het bovendien over de verschijning van Christus en klinkt ook de verwachting daarvan door. Bovendien wordt in hoofdstuk 2:28 gesproken over de (toe)komst van de Heer; letterlijk staat er: in Zijn aanwezigheid (parousia). Deze uitdrukking vinden we letterlijk ook terug in 1 Korintiers 15:23 en 2 Korintiërs 7:7.
Omdat het 'normale' briefhoofd mist, vinden we behalve de naam van de schrijver, ook de geadresseerden niet terug. Vanuit Johannes' apostelschap mogen we in ieder geval aannemen dat we te maken hebben met Joodse / Israëlitische lezers. Hij schrijft ze over het algemeen aan als (zijn) kinderkens (bijv. 1:2, 12, 18, 28 en 3:18) en geliefden (1:7 en 4:1 en 7).

Structuur gehele brief

A. hfdst.1:1-2:17 Christus.
   B. hfdst. 2:18-29 Antichrist.
      C. hfdst. 3:1-24 Liefde.
   B. hfdst. 4:1-6 Antichrist.
      C. hfdst. 4:7-21 Liefde.
A. hfdst. 4:7-21 Christus.

A. hfdst.1:1-2:17 Christus.
B. hfdst. 2:18-29 Antichrist.
C. hfdst. 3:1-24 Liefde.
B. hfdst. 4:1-6 Antichrist.
C. hfdst. 4:7-21 Liefde.
A. hfdst. 4:7-21 Christus.

Doel en inhoud

We schreven onder 'Schrijver, ontstaan en bestemming' al iets over de achtergrond van deze brief. Die achtergrond is grotendeels bepalend voor het doel en de inhoud van de brief. In de aanlooptijd naar de aanwezigheid (parousia) van de Here Jezus Christus, wijst Johannes duidelijk op de noodzaak van het openlijk dragen van het getuigenis in die tijd. Daarbij kunnen de gelovigen niet zomaar 'de kantjes er vanaf lopen', wat het geloof betreft. Dat moet in onze tijd natuurlijk ook niet, maar in die toekomstige tijd komen deze dingen veel meer aan het licht. Waar wij vaak nog dingen wat verborgen kunnen houden, kan dat dan niet. Je bent of vóór of tegen God. Je bent óf uit Hem geboren (en dan zondig je dus niet) óf je bent niet uit Hem (en zondig je dus wel); vergelijk hoofdstuk 3:5 en 9. In vers 8 van dat hoofdstuk schrijft Johannes: "... wie de zonde doet, is uit de duivel ...". Het is de ernstige tijd die door de Here Jezus beschreven werd in de rede over de laatste dingen, waarin Hij sprak over valse christussen (Matt. 24:24). Een tijd van keuzes en een praktische geloofsopenbaring waarin duidelijk zal worden bij wie de gelovigen zullen horen: Christus of de antichrist. Het 'zwart-witte' dat de brieven van Petrus en in meerdere mate die van Jakobus kenmerkt, proeven we ook hier duidelijk terug; dat wil zeggen: de wijze waarop dit geformuleerd wordt. Johannes wijst de gelovigen erop dat slechts het met de daad belijden van het geloof, telt (hfdst. 3:18); dan pas komt de liefde werkelijk tot uiting. De eerste Johannesbrief is al met al een bemoedigende brief die de "kinderkens" en "geliefden" ertoe aanspoort te getuigen vóór de waarheid, een onberispelijke wandel te hebben en Gods onvoorwaardelijke liefde te tonen, als bewijzen van het waarachtige geloof. Geen woorden, maar daden!

Kernteksten

"En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet (...) wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven" (hfdst. 5:11, 12 en 20).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Bagage voor onderweg

De weg door het leven is voor iedere gelovige uniek. Hoe bijzonder is het dat je die weg mag gaan samen met je Verlosser, de Heere Jezus Christus. Hij geeft je daarbij allerlei zekerheden mee vanuit Zijn Woord. Enkele van die zekerheden komen kort en bondig in dit boekje naar voren. De stukjes waarin dat gebeurt, zijn bemoedigend en geven je vastigheid in je geloof in Degene aan Wie je toebehoort. Hij gaat altijd met je mee!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Bagage voor onderweg'

Tweemaal bij name genoemd

Er staan in de Bijbel diverse geschiedenissen waarin mensen door God geroepen worden. In sommige gevallen horen mensen letterlijk de stem van God Die hun naam uitspreekt. Er zijn zeven personen die zelfs tweemaal bij name geroepen worden door God.
Denk aan Abraham die op het moment dat hij bereid is zijn zoon te offeren, tweemaal geroepen wordt: "Abraham, Abraham!". Of denk aan dat moment dat Maria aan de voeten van de Heere Jezus naar Zijn woord zit te luisteren en Martha vindt dat zij veel te veel werk moet doen. De Heere zegt tegen haar: "Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen". Ook is er die indrukwekkende gebeurtenis op de weg naar Damascus als de verheerlijkte Heere zegt: "Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?".
Behalve mensen worden ook de Heere Jezus, God en Jeruzalem tweemaal aangesproken: “Heere, Heere”, “Jeruzalem, Jeruzalem” en “Mijn God, Mijn God”.

Meer info & bestellen 'Tweemaal bij name genoemd''