Inleiding Nieuwe Testament - Deel 14: 2 Thessalonicenzen

Inleiding Nieuwe Testament

Deel 14: 2 Thessalonicenzen

In deze artikelenserie worden een aantal inleidende opmerkingen met betrekking tot de zevenentwintig boeken van het Nieuwe Testament gegeven. Om de bijbellezer te helpen meer zicht te krijgen op de bedoeling die de Heilige Geest met de verschillende boeken en brieven van het Nieuwe Testament heeft.

Algemeen

Evenals dat met de eerste brief aan de Tessalonicenzen het geval is, staat ook deze tweede brief vooral bekend om de dingen die er in geschreven staan met betrekking tot de toekomst. Het grootste deel van hoofdstuk 1 en 2 gaat over dat wat er in de toekomst gaat gebeuren. Een toekomst die in de tijd dat deze brief werd geschreven zeer aanstaande was en verwacht werd! Het gaat over de openbaring van Christus, Zijn aanwezigheid en de dag des Heren, de afval en de wetteloosheid, de wederhouder en de komst van de wetteloze. Allerlei zaken die de Tessalonicenzen zeer bezig hielden.

Schrijver, ontstaan en bestemming

Het zijn Paulus, Silvanus en Timoteüs die als afzenders van deze brief in het openingsvers staan. Over het algemeen wordt aangenomen dat Paulus de brief niet al te lang na de eerste verzonden heeft. Zie wat betreft de zaken die we gewend zijn onder het kopje 'Schrijver, ontstaan en bestemming' te vermelden, het artikel in AMEN 61. Wat daar staat, geldt grotendeels ook voor deze tweede Tessalonicenzenbrief.

Structuur

A. 1:1 en 2 Briefstijl en inleiding. Genade en vrede.

B1. 1:3a Dankzegging.
   B2. 1:3b-5 Reden: hun geloof, liefde en volharding.
     B3. 1:6-10 Het verkrijgen van rust en heerlijkheid.
       B4. 1:11 Gebed voor de Tessalonicenzen.
        B5. 1:12a Dat de Naam des HEREN verheerlijkt worde ...
           B6. 1:12b ... en zij in Hem verheerlijkt worden.
             B7. 2:1-12 Waarschuwing.

B1. 2:13a Dankzegging.
      B2. 2:13b Reden: hun redding.
        B3. 2:14 en 15 Het verkrijgen van heerlijkheid.
          B4. 2:16-3:1a Gebed voor Paulus.
            B5. 3:1b-4 Dat het Woord verheerlijkt worde ...
              B6. 3:5 ... en hun harten op Gods liefde gericht mogen zijn.
                B7. 3:6-15 Waarschuwing.

A. 3:6-15 Briefstijl en afsluiting. Genade en vrede.

Doel en inhoud

Het doel dat Paulus met deze brief heeft, wordt vooral aan het begin van het tweede hoofdstuk beschreven.
Er waren zogenaamde geestesuitingen en predikingen die grote ontrust veroorzaakten onder de Tessalonicenzen. Er circuleerden zelfs brieven rond waar iemand Paulus' naam onder had gezet. We zagen in het artikel over de eerste Tessalonicenzenbrief in AMEN 61 al dat de Tessalonicenzen in de tijd leefden waarin de wederkomst van Christus (dat is: Zijn openbaring!) aanstaande was. Alles stond in het licht van die komst. Dat het allemaal langer zou gaan duren, weten wij nu, maar dat was ten tijde van het schrijven van deze brieven nog niet geopenbaard. Echter alles wat er gebeuren zou, zou (en zal!) wel in een bepaalde volgorde geschieden. De - nog niet zo lang tot geloof gekomen - gelovigen te Tessalonica werden bestookt met uitingen die van God afkomstig leken, maar dat niet waren. Daardoor leefden zij in de veronderstelling dat de dag des HEREN al aanbrak (vs. 2). Paulus noemt in vers 1 en 2 drie dingen die direct met de openbaring van Christus te maken hebben: - de komst (Grieks: parousia; zie vorige artikel) van onze Here Jezus Christus;
- onze vereniging (Grieks: episunagoogee, toevergadering) en
- de dag des HEREN.
Maar met deze drie aspecten maakt Paulus meteen duidelijk dat vóór het zover is, eerst de afval moet komen en de mens der wetteloosheid zich moet openbaren (vs. 3 en 4). Deze beide begrippen ("afval" en "openbaring van de mens der wetteloosheid") zijn twee aspecten van dezelfde zaak. Met de "afval" wordt hier gewezen op (een deel van) het volk Israël dat van haar verbondspositie, als vrouw van de HERE, afvalt. Door de hele Bijbel heen zien we dat daar waar Israël afvalt van de HERE, zij dat doet door andere 'goden' achterna te lopen. Dit laatste heeft met de wetteloze te maken die zich in de tempel zet en zich daar zal laten aanbidden (en wel door een gedeelte van het volk van Israël. Wanneer deze dingen zich voor de laatste keer zullen afspelen, is de tijd aanbeland in de periode die wel de laatste jaarweek van Daniël genoemd wordt en daarvan dan weer de laatste helft: de tijd van grote verdrukking. Die tijd en de gebeurtenissen ín die tijd moeten eerst plaatsvinden en dan zal de komst (= aanwezigheid) van de Here Jezus, de toevergadering tot Hem en de dag des HEREN aanbreken, zo schrijft Paulus. In deze dingen spreekt hij dus niet over de hoop en verwachting van het lichaam van Christus, maar wel over de hoop van de gelovigen in de Handelingentijd en van gelovigen die in de toekomst deze dingen mee zullen maken. Zij zullen reikhalzend uitzien naar de verlossende openbaring van Christus (zie hfdst. 1:5-10).

Kerntekst

"Maar wij verzoeken u, broeders (...) dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert ..." (hfdst. 2:1 en 2).

{Kleine lettergrootte:} De structuren die in deze artikelenserie staan, zijn deels gebaseerd op die van Dr. E.W. Bullinger en C.H. Welch. Voor meer informatie over het ontstaan en de chronologie van de Nieuwtestamentische brieven raden we de Morgenrood-uitgave Gods Woord wijst ons de weg (ISBN 90-6694-199-5) aan.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'