Verstaat gij wat gij leest?

Verstaat gij wat gij leest?

Deze vraag stelde Filippus aan de kamerling uit Candace. Deze bijbelse vraag wordt in wezen gesteld aan iedere lezer van Gods Woord: "Verstaat gij wat gij leest?" De kamerling las de profeet Jesaja terwijl hij op zijn wagen terugreed naar zijn land. Deze kamerling gaf op de vraag het bijbelse antwoord: “En hij zeide: Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten” (Hand. 8:31).

Nadat wij tot geloof in de Here Jezus Christus gekomen zijn, hebben wij nodig, dat iemand ons in de Schrift de weg wijst, want de Bijbel is geen gewoon boek. Het is het Woord van God.
De Jood heeft zo'n eerbied en ontzag voor het Woord van God dat hij de zinnen niet volgt met zijn vinger maar met een aanwijsstokje. Voor hem is het Woord heilig. Zodra wij tot geloof gekomen zijn, moet ons eigenlijk geleerd worden net zo vol eerbied te knielen voor Gods Woord. Want veel van onze eigen gedachten zijn vaak niet in lijn met het Woord van God en het Woord zal ons willen corrigeren. Het Woord Gods is Gods adem. God openbaart Zich in Zijn Woord en het Woord is in Christus vlees geworden. Daarom kunnen wij een voorbeeld nemen aan de vrome Jood, die als het ware in een geknielde houding vol ontzag en eerbied dat Woord nauwkeurig leest en bestudeert. Het is geen gewoon boek. Het is Gods Woord. God spreekt. En de woorden van God laten geen eigenmachtige uitlegging toe: “Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken (2 Petr. 1:20-21).
De Schrift laat ons geen ruimte voor eigen uitleg en eigen ideeën. Geheel de Schrift is van God ingegeven, ingeademd, ingeblazen en geïnspireerd (2 Tim. 3:16). Vaak moeten wij in ons leven onze eigen uitleg opzij zetten om te buigen, om te knielen, voor het gezaghebbende Woord van God. Dat is in de praktijk moeilijk. Want soms gaat het in tegen ingewortelde ideeën, ingesleten vormen, traditionele opvattingen en menselijke overleveringen. Het lukt ons alleen die op te geven, als wij beseffen, wat de Bijbel is, nl. Gods Woord. Er is een kinderlied dat zegt: "Lees je Bijbel, bidt elke dag, als je groeien wilt". Wij moeten leren de Bijbel biddend te lezen, d.w.z. lezen en bespreken met de Here Jezus, dat is het hele geheim. Dan is het Woord Gods voedsel voor je ziel. Dan balsemt het de wonden. Dan verkwikt het je ziel. Dan leidt het je door het leven. Dan is het een lamp voor je voet en een licht op je pad. Dan voedt het je op in het allerheiligst geloof. Dan leidt het je in het recht kennen van de Here Jezus Christus. Niets is zoeter. Niets is kostelijker, dan zo te eten van het Woord Gods.
Dat is niet droog of taai. Maar dat vraagt van ons wel een geknielde houding voor het Woord vol ontzag en vol eerbied. Dat moeten wij leren. Leren om zo te lezen. Leren om zo te luisteren naar Zijn Stem. Want het Geschreven Woord, de Bijbel, en het Levende Woord, de Here Jezus Christus, zijn één. Christus openbaart Zich volledig in het Woord. Zodra wij het Woord openen, dan dienen wij goed te beseffen, dat wij de Here ontmoeten; dat wij onze schoenen van onze voeten moeten doen, omdat wij heilige grond betreden; dat de Here in feite tot ons spreekt; dat op datzelfde moment de bijbelse vraag zich aan ons opdringt: "Verstaat gij, wat gij leest?"

Gods plan der eeuwen

Bij een gewoon boek beginnen wij normaal altijd te lezen op de eerste bladzijde. Natuurlijk kunnen wij dat ook doen met de Bijbel, maar zoals gezegd; de Bijbel is geen gewoon boek. De Bijbel bevat verschillende boodschappen voor verschillende tijden aan verschillende groepen verlosten. In de Bijbel maakt God Zijn voornemen, Zijn verlossingsplan, bekend. Gods plan der eeuwen wordt daarin aan ons ontvouwd (Efe. 3:11).
Gods verlossingsplan voor de wereld, voor de kosmos, is een fasenplan, een stappenplan. Het is een plan waarin God de mensheid en de gehele kosmos stapsgewijs in de verlossing voert en brengt in de gemeenschap met Hemzelf op grond van het volbrachte werk van onze Heiland op Golgotha's kruis. In de Bijbel wordt dit voornemen, dit plan, als een boekrol steeds verder uitgerold, totdat de uitrol compleet is in de laatste boeken die geschreven zijn; nl. de 7 brieven die Paulus na Handelingen 28 schreef: Efeze, Kolossenzen, Filemon, Filippenzen, 1 Timotheüs, Titus en 2 Timotheüs, Deze laatste ontvouwing van Gods voornemen maakte het Woord van God compleet. Dit staat er letterlijk in Kolossenzen. 1:25-26. Paulus schrijft hier: “Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods; [namelijk] de verborgenheid, die verborgen is geweest van [alle] eeuwen en van [alle] geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen” (Statenvertaling).
Als niemand ons de opbouw van Gods Verlossingsplan der eeuwen uitlegt en openbaart, en wij beginnen de Bijbel te lezen op pagina één, dan lopen wij de kans, dat wij dit fasenplan niet verstaan en allerlei zaken uit verschillende fasen op onszelf van toepassing verklaren, terwijl dat in het geheel niet de bedoeling is. Daarnaast zouden wij binnen de kortste keren dreigen vast te lopen in allerlei voor ons schijnbare tegenstellingen (veroorzaakt door de verschillende fasen van Gods plan) en de moed verliezen om nog verder het Woord van God te bestuderen.
Door het verlaten van de apostel Paulus als Gods rentmeester van de huidige fase, de bedeling der verborgenheid (of: geheimenis), heeft het christendom Gods boodschap over en voor de tegenwoordige interval, (die nu al zo'n 2000 jaren duurt, tussen de Handelingenperiode en de toekomstige Openbaringperiode) nooit begrepen. De apostolische Vaders (Barnabas, Clement, Ignatius, Polycarpus, e.a.) hebben de sleutel tot het openen van Gods boodschap voor de gelovigen van de tegenwoordige bedeling zoek gemaakt door de vergeestelijking van Gods Woord en door de ontwikkeling van de dwaalleer dat ´de Kerk´ het ´geestelijke Israël´ zou zijn.
De meeste gelovigen na hen hebben tot op de huidige dag die sleutel tot de opening van Gods Woord nooit meer gevonden. In het algemeen mist men daardoor de sleutel op het Woord van God en begrijpt men niet Gods boodschap voor vandaag. Men heeft nodig dat iemand hen de bediening (letterlijk: bedeling) van het geheimenis (die aan Paulus gegeven is - Efe. 3:9) in het licht stelt en hen de opbouw en de volvoering van Gods plan der eeuwen (´het eeuwig voornemen´ - Efe. 3:11) uitlegt. Dit is wat de kamerling erkende toen hem werd gevraagd "Verstaat gij wat gij leest"? En hij zeide: "Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst?" Leiding in het Woord is nodig om het Woord te kunnen verstaan. Timotheüs krijgt daarom ook van Paulus de opdracht hetgeen hij van Paulus gehoord had toe te vertrouwen aan vertrouwde mensen, die bekwaam zouden zijn om ook anderen te onderrichten: “Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus, en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten” (2 Tim. 2:1-2).

De laatste dagen

Tegenwoordig is er een groot gebrek aan bekwame mensen, die in staat zijn om anderen te onderrichten in het Woord van God. Als Paulus spreekt over de laatste dagen, dan zegt hij:
- “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen… die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen. Zoals Jannes en Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook dezen de waarheid tegen; het zijn mensen, wier denken bedorven is, en wier geloof de toets niet kan doorstaan” (2 Tim. 3:1-8).
- “Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wel bewust van wie gij het hebt geleerd, en dat gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust” (2 Tim. 3:14-17).
- “Want er komt een tijd, dat [de mensen] de gezonde leer niet [meer] zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich [tal van] leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. Blijf gij echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten volle” (2 Tim. 4:3-5).

Dit zijn de predikers, de evangelisten, de voorgangers, de leraars van de laatste dagen van Paulus' bedeling, de bedeling van de verborgenheid. Deze tegenstanders van de waarheid werden al in de dagen van Paulus en Timotheüs gevonden. Wat zij prediken, vaak met de Bijbel in de hand, is ongezond. Zij verkondigen niet de waarheid, maar verdichtsels en verzinsels. Zij wenden zich af van de gezonde woorden en leer van de apostel Paulus. De oorzaak wordt gevonden in 2 Timotheüs 2: “Maak er ernst mede u wel beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid” (vers 15). Veel predikers ploegen kriskras door Gods Woord, passen alles lukraak op iedereen toe, net zoals het uitkomt. Men trekt bij het brengen van het Woord der waarheid geen rechte vorens. Deze arbeiders houden geen rekening met Gods plan der eeuwen en de verschillende fasen in Gods voornemen. Zij ploegen scheve vorens door Gods plannen. Zij plukken hier wat en daar wat en gooien alles door elkaar en maken van de Bijbel een chaotisch boek. Hiermee doen zij het Woord der waarheid geweld aan, want zij stellen de bediening van het geheimenis niet in het licht, leggen Gods plan der eeuwen niet uit en daarmee doen zij Christus en de rijkdom in Hem tekort. Het gevolg van hun prediking is dat de Bijbel een uitermate moeilijk boek voor de gelovigen wordt, waar men zich maar niet teveel in verdiept, omdat men er geen lijn in kan ontdekken en Gods Woord schijnbaar vol tegenstrijdigheid zit.
De kern van de zaak is, dat deze predikers er geen ernst mee maken zich wel beproefd ten dienste van God te stellen. In de laatste dagen van de bedeling van Paulus over de geopenbaarde verborgenheid, is men, zoals Paulus ons laat zien in 2 Timotheüs 4:3-4, meer een dienstknecht van mensen. Men wil geliefd zijn. Men streeft naar mooie preken en toespraken, zodat men op handen gedragen wordt. Daar is men zo druk mee bezig, dat men dienovereenkomstig een evangelie brengt naar de mens. Men spreekt wat het publiek graag wil horen, terwijl juist het evangelie van Paulus niet een evangelie is naar de mens. Dan mag het wel heel christelijk klinken wat men verkondigt, dan mag het er heel plechtig aan toegaan, dan mag men zeggen: "Wat een fijne spreker!", "Wat een geweldige dienst!", maar Paulus zegt ons in het volgende vers (2 Tim. 2:16), dat het onheilige, holle klanken zijn. M.a.w. het is vroom, steriel gekweel. Sommige sprekers zijn erg geliefd. Men vindt dat die broeder of die evangelist toch zo geweldig spreekt. De vraag is echter of die spreker rekening houdt met Gods boodschap voor vandaag en of hij daardoor met zijn boodschap daadwerkelijk de gelovigen opvoedt in het allerheiligst geloof.

Veel sprekers hebben naast een evangelieboodschap voor ongelovigen helaas maar een hele beperkte boodschap voor de gelovigen, omdat zij de rijkdom van Gods boodschap van genade (het evangelie der verborgenheid, Efe. 6:19-20) niet verstaan, zoals die door de apostel Paulus in vijf gevangenisbrieven na Handelingen bekend is gemaakt. Helaas kent men vaak deze blijde boodschap, deze waarheid, deze gezonde leer, niet. En daardoor bestudeert men deze gezonde woorden van de apostel Paulus niet, zodat men zich niet "wel beproefd" ten dienste van God stelt.
Hierdoor is de prediking van vandaag de dag vaak arm en loopt men het gevaar, dat men de Heer uiteindelijk tegenwerkt, omdat Gods kinderen hierdoor geen trek meer hebben in vast voedsel. Teveel snoep is ongezond. Het bederft de eetlust, dat weet iedere vader en moeder. Dat is in de geestelijke dingen net zo.
Maar wat erger is. Doordat men het Woord der waarheid niet recht snijdt en men de gezonde leer van de apostel Paulus niet kent en men de kinderen Gods wil verwennen met geestelijke lekkernijen, is er een gerede kans dat men terecht komt bij het doorgeven van verdichtsels en verzinsels; bij inlegkunde in plaats van bij uitlegkunde. En dat men juist in deze laatste dagen van de bediening van de verborgenheid in vervulling brengt, waar de apostel Paulus ons al voor heeft gewaarschuwd: “Want er komt een tijd, dat [de mensen] de gezonde leer niet [meer] zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich [tal van] leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren” (2 Tim. 4:3-4).
Nee, de arbeiders moeten zich niet van de waarheid, de gezonde woorden van de apostel Paulus, afkeren, maar moeten rechte vorens trekken in de verkondiging. Zij dienen het Woord der waarheid recht te snijden, d.w.z. recht te verdelen. Bij dat snijden, dient men rekening te houden met de verschillende bedieningen in Gods verlossingsplan der eeuwen, zodat men niet de verkeerde boodschap in de verkeerde tijd richt tot de verkeerde mensen en men als arbeider zich diep zal moeten schamen straks bij de Heer. Het devies luidt dan ook voor elke verkondiger: “Blijf gij echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten volle” (2 Tim. 4:5).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'