Hemelburgers

Hemelburgers

Als Paulus ons in het derde hoofdstuk van de Filippenzenbrief oproept om zijn navolgers te zijn dan wijst hij ook op "hen, die evenzo wandelen, gelijk gij ons tot voorbeeld hebt" (vs.17). Dat is dus Gods bedoeling, dat wij behouden worden door het geloof in de Here Jezus en vervolgens "tot erkentenis der waarheid komen" (vgl. 1 Tim.2:3,4). Daardoor leren wij "om de Here waardig te wandelen" en kunnen zodoende ook een voorbeeld zijn voor anderen.

Dit heeft te maken met geestelijke groei, die niet direct afhankelijk is van onze leeftijd. Ik ken jonge mensen, die zo toegewijd zijn aan de Heer en zodanig opgewassen in de kennis en genade van God, dat zij een voorbeeld zijn voor anderen! Ook Timotheüs werd bemoedigd door zijn geestelijke vader en leermeester: "Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof, en in reinheid" (1 Tim. 4:12).
Het gaat erom, dat de kennis van Gods Woord ook vertaald wordt in de praktijk van het leven, dat het iets uitwerkt in ons leven, dat ons leven ook inderdaad in overeenstemming is met dat wat we geleerd hebben.
Paulus heeft alle reden om hier op te wijzen, zoals we lezen in vers 18 en 19: "Want velen wandelen - ik heb het u dikwijls van hen gezegd, maar nu zeg ik het ook wenende - als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind".
Het is dus geen overbodige luxe van de apostel om de gelovigen met klem op te roepen zijn navolgers te zijn, want "velen"...! Het zijn niet ´enkelen´, die feitelijk als vijanden van het kruis van Christus wandelen, maar velen! Het kruis bepaalt ons bij de dood van Christus. De gelovigen zijn met Christus gestorven... en opgestaan, opdat zij in "nieuwheid des levens zouden wandelen" (Rom. 6:4). Dat wil zeggen: "niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2:20). Niet mijn ik, mijn wil, zit op de troon van mijn leven, maar Christus. In theorie is dat zeker zo, maar is dit ook een dagelijkse realiteit voor ons? Of zijn wij in ons denken ( en dus ook in onze wandel) aardsgezind. Paulus zegt: "Hun einde is het verderf...". Zo'n aardsgezind leven draagt geen enkele vrucht voor de Here God. Alles wat op de akker van het vlees gezaaid wordt, dat verderft (Gal. 6). "Hun God is de buik...": de buik is een type van de oude mens, het stoffelijke, het aardse, e.d. (vgl. Gen. 3:14, Rom. 16:18, Titus 1:12, Openb. 10:9).
Hun oude mens is dus de autoriteit van hun leven, daardoor laten zij zich regeren. En hoe vroom en religieus zo'n leven ook aangekleed kan zijn, het is eigenlijk een schande voor God! Velen laten zich in de praktijk niet leiden door (het denken van) het Woord, maar door hun eigen gedachten en begeerten. Bijbelstudie vinden ze maar niks, of wordt afgedaan als "te moeilijk". De dingen van de Heer staan niet op de eerste plaats, maar vormen de sluitpost van de agende, etc. Het valt niet altijd direct op, omdat het geheel wordt afgedekt door een vroom sausje! Maar na verloop van tijd prik je er wel doorheen, en voor God is het zonder twijfel openbaar.
Het zijn best aardige broeders en zusters - daarom zegt Paulus (en wij ook?) het wenende - maar zij beseffen niet, dat ze feitelijk door zo te leven het kruis van Christus verloochenen. In hun denken zijn zij niet gericht op God, maar op zichzelf, met alle gevolgen van dien. En een Gode welgevallige wandel begint met het denken, de gerichtheid op de Heer.

Wandel

De ´wandel´ begint in de Bijbel niet bij de voeten, maar bij het denken! In Romeinen 12 lezen wij: "En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene" (vs. 2). Het feit, dat wij anders (leren) denken dan de wereld door het onderwijs van Gods Woord, heeft als uitwerking, dat wij ons anders gaan gedragen. Dit is de (bijbelse) volgorde!
In Efeziërs 4 schrijft Paulus: "Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand..." (vs. 17 en 18). Ook hier weer wordt de wandel gekoppeld aan het denken.
Het is zo belangrijk, niet alleen om iets wel of niet te doen, maar ook te weten waarom je iets wel of niet doet. En dat waarom leer je uit Gods Woord. Anders wordt het maar al te gauw een "aangeleerd gebod van mensen".

Het woord "burgers" (SV "wandel") is de vertaling van het Griekse politeuma, waar ons woord politiek van afkomstig is. Het gaat om het burgerleven en het bestuur ervan. Politiek houdt zich bezig met de inrichting van een samenleving, en hanteert daarbij bepaalde uitgangspunten, normen en waarden. Welnu, onze ´politiek´, onze manier van leven is een hemelse, d.i. gebaseerd op hemelse principes tegen de achtergrond van de hemelse positie, die wij in en met Christus hebben ontvangen. Wij laten ons dus niet leiden door het denken en handelen van deze wereld, maar door Gods Woord. Dat laatste geldt uiteraard voor alle gelovigen in alle tijden. Vandaar dat vele woorden van God op ons (als gelovigen) van toepassing zijn, zonder dat ze nu direct over ons handelen.
Paulus zegt in Filippenzen 2: "Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was..." (vs. 5). Dat is de gezindheid van vernedering en toewijding, overgave aan (de wil van) God, waarin de liefde van God tot uitdrukking komt. In 1 Johannes 2:6 lezen wij: "Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zó te wandelen, als Hij gewandeld heeft". De Here Jezus heeft ons in dat opzicht een volmaakt voorbeeld nagelaten tijdens Zijn leven op aarde.
Jakobus schrijft in het 3e hoofdstuk van zijn brief over "de wijsheid".
De wijsheid die niet van boven komt is aards, ongeestelijk, duivels (vs. 15). Vervolgens spreekt hij over de wijsheid van boven (vs. 17) en onderscheidt 7 aspecten:

  1. rein
  2. vreedzaam
  3. vriendelijk
  4. gezeggelijk (of: bescheiden)
  5. vol van ontferming en goede vruchten
  6. onpartijdig
  7. ongeveinsd

Al deze dingen zijn op volmaakte wijze vervuld in de Persoon van Christus, de Wijsheid Gods! Zij vormen lering en onderwijs voor ons als kinderen van God voor de (levens)praktijk van alledag.
Jakobus gebruikt deze kenmerken van de 'wijsheid van boven' om zijn toehoorders in het juiste spoor te zetten: "Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid" (vs. 13). Met andere woorden: in het leven van de wijze en verstandige man (die zijn huis bouwt op de rots) komen deze dingen tot uitdrukking. Zij zijn de uitwerking van een leven, toegewijd aan de Heer.
Uiteraard is deze lijst niet compleet. Waar deze dingen aanwezig zijn daar openbaart zich het Gode welgevallige leven.
Een dergelijke opsomming komen wij ook tegen in de brief van Paulus aan de Galaten, waar hij in het 5e hoofdstuk negen kenmerken van de vrucht (enkelvoud!) van de Geest weergeeft (vers 22).
Ook in de woorden van de Here Jezus, zoals ze in de Evangeliën zijn opgetekend, vinden wij talloze praktische aanwijzingen over de (geloofs)wandel, waarvan er vele op ons van toepassing zijn.

In de hemel

Maar, zoals gezegd, ons hemels burgerschap bepaalt ons in de eerste plaats bij de positie die wij in en door Christus ontvangen hebben. God heeft ons gezegend met "allerlei (beter: alle) geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus" (Efe. 1:3). Hoewel wij het (nog) niet zien of voelen, mogen wij weten, dat we in de hemel zijn, in Christus. God heeft ons die plaats gegeven (Efe. 2:6). En in de toekomst zal God de "overweldigende rijkdom Zijner genade" tonen, d.i. zichtbaar maken. Wat nu in het verborgene een realiteit is, dat wordt in de (nabije) toekomst zichtbaar. Wat een dag zal dat zijn!
Paulus zegt in Kolossenzen 3, vers 3: "Want gij zijt gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God". Wat een heerlijke zekerheid bieden deze woorden ons. Niemand kan aan dat leven komen. Niemand kan het ons afnemen. Het is in God! En dan volgt de belofte: "Wanneer Christus verschijnt, Die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid" (vs. 4). Daar mogen wij op vertrouwen, want God doet Zijn beloften gestand. Dit is het blij vooruitzicht, dat ons streelt. Daarom reden temeer om toch vooral nu reeds te doen wat Paulus zegt: "...zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn" (vs. 1 en 2). Bezig zijn met de dingen, die boven zijn, is eigenlijk bezig zij met ons ware leven. En vanuit die heerlijke levensgemeenschap met God zijn wij op de aarde. Lichamelijk gezien ver van de Here in den vreemde - wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen - geestelijk gezien zijn wij nabij Hem, zelfs in Hem en Hij is in ons. En waarom zijn we dan nog hier in dit lichaam op aarde? Niet om onszelf of de wereld te dienen, maar "om de levende en waarachtige God te dienen" (1 Tess. 1:9), om Hem te verheerlijken, Wiens eigendom wij zijn (vgl. 1 Kor. 6:19). Die hemelse positie heeft dus z'n uitwerking in een hemelse wandel en wekt grote verwachting voor de toekomst!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'