De kleine profeten - Deel 5 - De boodschap van Jona

De kleine profeten

Deel 5 - De boodschap van Jona

“En de HEERE beschikte een grote vis om Jona op te slokken. Jona was drie dagen en drie nachten in het binnenste van de vis” (Jona 1:17).

Typologie
Typologie houdt zich bezig met de schaduwbeelden in de Bijbel, typen genoemd. We vinden in de Bijbel allerlei geschiedenissen waarin een diepere betekenis ligt. Dat 'diepere' heeft niets te maken met geheimzinnigheid of iets dergelijks, maar wel met verborgenheid. Die geschiedenissen hebben in het verleden echt plaatsgevonden. De Bijbel is niet in de eerste plaats een geschiedkundig boek, maar de geschiedenissen die in de Bijbel zijn opgetekend, zijn wel betrouwbaar. Tegelijkertijd zijn in die oude geschiedenissen ook geweldige schaduwbeelden weggelegd en soms ook profetieën, en dat geldt met name ook voor het boek Jona. Jona is als persoon, als profeet, in alles wat hij meemaakt een type van de Heere Jezus Christus. Daarbij kan Jona ook nog gezien worden als een type van het volk Israël. Dat maakt het boek bijzonder waardevol en leerzaam!

Jona en Hooglied
In onze Bijbel wordt zijn naam als ‘Jona’ geschreven. In de (Hebreeuwse) grondtekst komt daar een 'h' achter: Jonah. Oftewel: de letter 'hee', de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet. Die ‘hee’ erachter geeft het woord een vrouwelijke uitgang. Jonah betekent duif, een ‘vrouwelijke’ duif, zeg maar. Die vrouwelijke duif wordt met name bezongen in het boek Hooglied. Daar ontdek je dat het woord 'jonah' - in de vrouwelijke vorm dus - vooral betrekking heeft op het volk Israël. 
Hooglied is eigenlijk een beurtzang tussen bruid en bruidegom. Je kunt dat natuurlijk in een historische context plaatsen: een herder die zijn bruid bezingt. Maar - en dat is met veel meer Schriftplaatsen het geval - het heeft ook heel duidelijk een profetische of typologische strekking in verband met het volk Israël.

Bruid
De Bijbel spreekt over Israël als over een bruid c.q. een vrouw. Dat heeft alles te maken met het verbond dat de HEERE met Israël gesloten heeft, want dat kun je ook een huwelijksverbond noemen. Over het algemeen wordt dit (oude) verbond, het verbond der wet genoemd. Dat verbond (Exod. 19) heeft eigenlijk twee kanten.
Enerzijds is het een zogenaamd feodaal verbond. Dat wil zeggen, dat er sprake is van een verhouding tussen de Heer en de knecht, waarbij God uiteraard de Heer is en Israël de knecht. Er zijn dan ook profetieën in de Bijbel die spreken over de ‘knecht des HEEREN’ en voor een deel toepasbaar zijn op het volk Israël. Dat is de ene kant van het verbond.
Aan de andere kant kun je het ook met een gerust hart een huwelijksverbond noemen. Daarin komt vooral de liefdesrelatie tot uitdrukking, want de Bruidegom of de Heer van dat verbond is God Zelf, en de bruid of de vrouw is Israël. In Jeremia staat bijvoorbeeld dat de HEERE zegt dat Hij met Israël getrouwd is (Jer. 31:32). 
Israël wordt gezien als de bruid/vrouw van de HEERE in het kader van het verbond en er wordt ook op allerlei plaatsen in de Bijbel gesproken over die man-vrouwverhouding.
Nu heft dat het eerste aspect van Heer en knecht niet op. Want ten diepste is het zo dat de vrouw knecht is van de man. Of, om het met de woorden van Genesis 3 te zeggen, de vrouw is aan de man gegeven als een hulp aan zijn zijde. In het kader van het verbond wordt Israël dus gezien als de vrouw. Als het in het boek Hooglied gaat om een beurtzang tussen bruidegom en bruid, dan heeft dat heel duidelijk te maken met de relatie die er is tussen de HEERE en Israël .
In hoofdstuk 2:8-10 bijvoorbeeld is de bruid aan het woord: "Hoor, mijn Liefste! Zie, daar komt hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels. Mijn Liefste lijkt op een gazelle of het jong van een hert. Zie, hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen. Mijn Liefste antwoordt en zegt tot mij: Sta toch op, mijn vriendin, mijn allermooiste en kom!"

Sta op
De woorden "Sta toch op ..." komen ons ook bekend voor. We lezen ze in de Evangeliën, uitgesproken door de Heere Jezus. Hij zegt tegen een lamme: "Sta op (...) en wandel" (Joh. 5:8). En elke verlamde die genezen wordt, is een teken van de heerlijkheid van Christus en ook van de situatie van het volk Israël. Dat geldt trouwens voor alle genezingen in de Evangeliën. Als de Heere Jezus zegt: "Sta op", en later Petrus ook: "... in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en ga lopen!" (Hand. 3:6), dan is dat allemaal een beeld, een voorafschaduwing van wat het volk van Israël in de toekomst daadwerkelijk zal overkomen, namelijk dat het zal opstaan. Dat kan Israël niet in eigen kracht; het is iets dat door het Woord van God tot stand komt.

De winter is voorbij
In Hooglied 2:11-16 lezen we: "Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan. De bloemen laten zich zien op het land, de zangtijd is aangebroken, het koeren van de tortelduif wordt in ons land gehoord. De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort, de bloeiende wijnstokken geuren. Sta op, Mijn vriendin, en kom, Mijn allermooiste! Mijn duif in de kloven van de rots, in de schuilplaats van de bergwand, laat Mij uw gedaante zien, laat Mij uw stem horen. Want uw stem is zoet en uw gedaante is bekoorlijk. Vang voor ons de vossen, de kleine vossen die de wijngaarden te gronde richten, nu onze wijngaarden bloeien. Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem, Die de kudde weidt tussen de lelies…”
De ‘winter’ staat voor de dood. In de herfst vallen de bladeren af, de natuur kleurt bloedrood. De winter betekent: kale takken. Er groeit niks, dat is de dood. Hier staat dat de winter voorbij is. Vandaar dat de Heer zegt: "Sta op". Opstanding betekent dat de dood voorbij is. De regen is over, verdwenen. De bloemen vertonen zich op het veld: nieuw leven, met alle heerlijkheid van dien. De zangtijd is aangebroken.

"Let op de vijgenboom en al de bomen"
Dit zegt de Heer in Lukas 21:29. Bomen in de Bijbel zijn veelal een type van het volk Israël. De vijgenboom, de wijnstok, de granaatappelboom, de palmboom, de olijfboom, enz. Het zijn allemaal bomen die op een bepaalde manier een type zijn van een bepaald aspect van Israël. Nu staat hier: "De vijgenboom laat zijn vroege vrucht zwellen ..." (Hoogl. 2:13). Dat is de eerste vrucht die komt nadat de winter geweest is en dat slaat dus op het uitbotten van de vijgenboom. 
En de wijnstokken in bloei geven geur. Als je Jesaja 5 ernaast legt, zul je ontdekken dat Juda de wijngaard genoemd wordt, en de wijnstokken zijn de mannen van Juda. De wijnstok als zodanig, de vijgenboom en andere soorten van bomen typeren dus het volk van Israël.

Een geweldige beschrijving dus aangaande het lot van Israël in de toekomst. Gods plan met Israël staat vast en komt tot vervulling, het komt goed! Dat brengt ons weer bij de geschiedenis van Jona en dus ook bij het boek Jona, want daarin lezen we ook, dat het goed komt met Israël.

Profetie
Jona wordt gerangschikt onder de 'kleine profeten'. Dat is opmerkelijk, want het boek bevat namelijk geen enkele profetie. Je kunt daar eigenlijk maar één conclusie uit trekken: de profetie zit in de geschiedenis van Jona zelf verborgen. De Heere Jezus heeft gesproken over het teken van Jona. Wat Jona overkwam was 'tekenend' in de eerste plaats in verband met Christus zelf en in de tweede plaats ook in verband met Israël.
In de Joodse traditie wordt het boek Jona in z’n geheel voorgelezen op de grote verzoendag, de Yom Kippoer. Bij de aanvang van het middaggebed worden drie personen opgeroepen om iets lezen uit de Tenach (d.i. wat wij het Oude Testament noemen) en de derde persoon leest dan het boek Jona. Voornamelijk om te laten zien dat God waarschuwt voor het oordeel, vervolgens wijst op de genade die er is, en dat bekering leidt tot redding.
Het leven c.q. de geschiedenis van Jona is vooral belangrijk in verband met de diepere betekenis ervan. Dat iemand als profeet niet alleen predikte, maar zelf - wat zijn persoon en levensgeschiedenis betreft - ook een profetische betekenis had, dat komt vaker voor. Denk bijvoorbeeld aan Jesaja, Ezechiël of Hosea. Het huwelijk van Hosea was een type van de verhouding tussen de HEERE en Israël. Er werden kinderen geboren die uitdrukkelijk van Godswege namen moesten ontvangen. En twee van hen heetten Lo-Ruchama en Lo-Ammi. Die kinderen droegen namen die iets zeggen over de toestand van het volk van Israël. Namelijk dat Israël een tijdlang beschouwd zou worden, van God uit gezien, als Lo-Ammi (niet-Mijn-volk) en Lo-Ruchama (niet-geliefde). Dus als het boek Hooglied zegt: "... mijn liefste (...) kom", dan betekent dat in ieder geval dat het gaat over Israël dat in de toekomst (weer) in relatie met God komt.

Mythe
De moderne theologie verklaart plechtig dat Jona een mythe is. Ons wordt dan ook door diverse moderne theologen geadviseerd om het niet allemaal letterlijk te nemen, maar het te zien als een oud verhaal. Echter, niets verhindert ons om dit Bijbelboek te zien en te waarderen als de andere boeken in de Bijbel, namelijk als historisch volkomen juist. Jona heeft echt geleefd. Hij is in zee geworpen en opgeslokt door een vis. Net zomin als ik moeite heb om te geloven dat de Heere Jezus op het water liep en Petrus ook, heb ik moeite om te geloven dat Jona ook inderdaad door een vis is opgeslokt en op de derde dag weer levend aan land kwam. Het is een waargebeurde geschiedenis die tegelijkertijd ook een geweldige boodschap in zich heeft. En dat geldt voor meer geschiedenissen in het Oude Testament.

God beschikt!
Tot vier keer toe lezen we in dit Bijbelboek: "... de HEERE beschikte ..." en dat is het geheim van Jona's belevenissen. De HEERE gaf hem een opdracht en toen hij ongehoorzaam was beschikte Hij een grote vis. Die grote vis was geen toevalstreffer van de natuur of iets dergelijks, het was niet een bepaalde samenloop van omstandigheden. De HEERE beschikte een grote vis!
In het vierde hoofdstuk lezen we dat de HEERE een wonderboom beschikte. En Hij beschikte ook een worm om diezelfde boom weer te doen verdwijnen.
De HEERE beschikte tenslotte ook een oostenwind. De rode draad in de geschiedenis van Jona is dus dat 'de mens wikt en God beschikt'. En als God deze dingen beschikt, dan kun je daar alleen maar verwonderd over zijn.

Historie
Dat Jona een historische figuur is, blijkt ook uit 2 Koningen 14:25. Jona profeteerde dat Jerobeam II het gebied van Israël zou heroveren: "Hij bracht ook het gebied van Israël van Lebo-Hamath tot de zee van de Vlakte aan Israël terug, overeenkomstig het woord van de HEERE, de God van Israël, dat Hij gesproken had door de dienst van Zijn dienaar Jona, de zoon van Amitthai, de profeet uit Gath-Hefer."
Gat-Hefer betekent zoiets als pers, bron of put. En dan met name een wijnpers. Men vertaalt het ook wel met 'gegraven wijnpers'. Dat heeft iets te maken met het persen van druiven, waardoor wijn ontstaat. En dan denken we al snel aan de wijngaard met de wijnstokken: beeld van Juda/Israël.

Verder is Jona de zoon van Amittai. Deze naam betekent: waarachtig of trouw, de waarheid. Het kan ook nog impliceren dat de trouw of de waarachtigheid van de HEERE bedoeld wordt. Met die betekenis hoeven we geen enkele moeite te hebben, want Hij is trouw en waarachtig. Maar op zichzelf is het natuurlijk wel mooi dat Jona de zoon van Amittai is. Het begrip 'zoon' (Hebreeuws: ben) betekent eigenlijk: erfgenaam. Dus Jona is de erfgenaam van de trouw van de HEERE. Hij beërft de trouw van de HEERE. Goddank. Stel je voor dat het van ons mensen afhangt. Nee, alle dingen zijn uit Hem, door Hem en tot Hem. Het is de trouw van de Heere God waardoor Israël in de toekomst tot zijn bestemming zal komen. Jona is dus als profeet en ook in zijn levensgeschiedenis een type van Christus en eveneens van het volk van Israël.

De derde dag
Aan het begin van dit artikel is al aangegeven dat Jona een tweevoudig type is. In de eerste plaats van de Heere Jezus Christus en daarbij ook van het volk Israël. In Mattheüs 12:39 zegt Jezus: “Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet.”
De geschiedenis van Jona is dus tekenend voor wat er met de Messias is gebeurd. En dan gaat het vooral om zijn verblijf in de vis: “Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn” (vs. 40).
We hebben in AMEN al eens stilgestaan bij die uitdrukking ‘drie dagen en drie nachten’ (zie AMEN 89, pag. 20).
Daar gaan we dus nu niet verder op in. Duidelijk is wel dat het er op neer komt, dat de Heere Jezus op de derde dag is opgestaan uit de dood (zie Matt. 16:21; 17:23; 20:19; 27:63; Mark. 8:31; Luk. 9:22; 18:33; Hand. 10:40 en 1 Kor. 15:4).
Daarna gaf Hij Zijn discipelen de opdracht om het evangelie te verkondigen op heel de aarde.
Het ligt voor de hand dat Jona ook op die derde dag weer door de vis op het droge gespuwd werd (Jona 2:10) en dat ook Israël als volk op die derde dag (weer) tot leven komt. En dat wordt inderdaad bevestigd, bijvoorbeeld door de profeet Hosea: “Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan. Dan zullen wij voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen! Zijn verschijning staat vast als de dageraad” (Hos. 6:2 en 3).
Die ‘derde dag’ komt regelmatig voor in de Bijbel (zie AMEN 96, pag. 8).
De Heere zal Israël op de derde dag doen opstaan en dan zullen zij leven voor Zijn aangezicht. Er zal een bruiloft plaatsvinden (vgl. de 3e dag in Joh. 2:1) waarbij de Heere en Israël herenigd worden. Israël zal, net als Esther eertijds, deelkrijgen aan het koningschap van Christus (vgl. Esther 5:1) en als koninkrijk van priesters dienstbaar zijn aan God.
Toen Jona uit de vis tevoorschijn kwam, ging hij alsnog naar Ninevé om Gods boodschap te verkondigen. Zo zal ook Israël in de toekomst gehoorzaam de dienst aan God vervullen en Zijn boodschap verkondigen in heel de wereld!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'