Job - volharding en uitkomst

Job - volharding en uitkomst

Wanneer wij aan Job denken, denken wij aan onverklaarbaar lijden. Zijn persoon en geschiedenis zijn min of meer spreekwoordelijk geworden. We hebben het dan bijvoorbeeld over een jobslijden of een jobstijding. Wat leert zijn geschiedenis ons?

Het woord ‘jobstijding’ verwijst naar de berichten die hij ontving over de dood van zijn zonen en dochters. Als er in onze tijd een slecht bericht gebracht wordt, spreken we over een 'jobstijding'. Overigens: vergeleken met de berichten die Job kreeg, moet er wel sprake zijn van een verschrikkelijk slecht bericht wil je dat een jobstijding noemen.

Wat we in de Bijbel lezen over Job buiten het boek Job
Volgens sommigen heeft Job nooit bestaan, maar is hij een denkbeeldige persoon die centraal staat in het grote vraagstuk met betrekking tot het lijden van de mens. Toch wordt er in de Bijbel naar hem verwezen als naar een gelovige die werkelijk heeft bestaan. Dit is eenmaal het geval in het Oude Testament en eenmaal in het Nieuwe.

In Ezechiël 14 komen we tweemaal zijn naam tegen:

  • "Al zouden te midden ervan deze drie mannen zijn, Noach, Daniël en Job, dan zouden zij alleen door hun gerechtigheid hun eigen leven redden, spreekt de Heere HEERE" (vs. 14) en
  • "... en al zouden Noach, Daniël en Job in het midden ervan zijn, zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, geen zoon, geen dochter zouden zij kunnen redden, zíj zouden door hun gerechtigheid alleen hun eigen leven redden" (vs. 20).

Het gaat in dit hoofdstuk over de trouwbreuk die door Israël gepleegd is en over de gevolgen daarvan. De HEERE verwijst naar Noach, Daniël en Job - de "drie mannen" (zie ook vs. 16 en 18) - als rechtvaardigen die door hun rechtvaardigheid slechts zichzelf zouden kunnen redden als zij geleefd hadden in de situatie die Ezechiël beschrijft. Waar wij over Noach en Daniël niet twijfelen over de vraag of zij al dan niet bestaan hebben, moeten we dat ook niet doen over Job.

In de brief van Jakobus wordt ook naar Job verwezen. Hij wordt daar als voorbeeld gesteld vanwege zijn volharding in het lijden dat hij onderging. De Jakobusbrief is gericht tot de twaalf stammen van Israël en is geschreven in de verwachting van de spoedige wederkomst van de Heere Jezus Christus. Deze verwachting was er gedurende de Handelingentijd (toen werd deze brief geschreven) en zal er opnieuw zijn in de (nabije) toekomst.
In het 5e hoofdstuk maakt Jakobus duidelijk dat hij - en zijn lezers - leefden in de laatste dagen (vs. 3). Hij roept hen op geduldig te zijn tot de komst van de Heere (vs. 7), "want de komst van de Heere is nabij" (vs. 8). In dat verband schrijft Jakobus in vers 11 ook over Job:

  • "Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden. U hebt gehoord van de volharding van Job, en u hebt de uitkomst van de Heere gezien, dat de Heere vol ontferming is en barmhartig".

De omstandigheden waarin het volk zich zal bevinden in de tijd direct voorafgaand aan de wederkomst van Christus zijn zwaar. Zij die volharden worden gelukzalig geprezen door Jakobus. En als voorbeeld van volharding kun je Job nemen. Maar ook van het heil dat daarna komt. Eigenlijk is Jakobus 5:11 - "U hebt gehoord van de volharding van Job, en u hebt de uitkomst van de Heere gezien ..." - een op de toekomst toegespitste omschrijving van wat er in Romeinen 8:18 staat: "Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden".
Van lijden naar heerlijkheid - de volharding en de uitkomst.

Met deze twee begrippen kunnen we het boek Job samenvatten. Hoe houdt Job het vol in zijn grote lijden en waar leidt dit wat de Heere betreft naartoe? Juist omdat je deze woorden, die met name op Jobs geschiedenis van toepassing zijn en op de vervulling daarvan in de (deels toekomstige) geschiedenis van Israël, breder kunt trekken naar lijden en heerlijkheid in het algemeen, kunnen ook wij één en ander leren van Job.

De volharding
Het boek Job lijkt niet goed te beginnen. In het eerste vers van het boek wordt een man in het land Uz aan ons voorgesteld, "zijn naam was Job". De naam 'Job' betekent: gekwelde, vervolgde, gehate. Hoe je ook over deze naamgeving kunt denken, feit is wel dat dit in ieder geval voor een gedeelte van Jobs leven gold. Hij moet zich gekweld, vervolgd en gehaat hebben gevoeld. 
In de eerste drie hoofdstukken van dit boek wordt ons duidelijk gemaakt dat deze geschiedenis zich op twee niveaus afspeelde. Het ene niveau heeft vooral betrekking op wat Job als mens overkwam; dat wat zichtbaar was voor iedereen. Het andere niveau - het onzichtbare - bepaalt ons bij God en Zijn tegenstander. Er wordt door hen over Job gesproken. De HEERE zegt van hem dat hij Zijn dienaar is, en dat er niemand op de aarde is "zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad" (Job 1:8b). Waarop satan zegt dat het, voor iemand die leeft in de voorspoed die Job had, ook niet zo moeilijk is om godvrezend etc. te zijn. Hierna staat God toe dat Job zwaar geslagen wordt, hem wordt alles ontnomen behalve zijn gezondheid.
Na het tweede gesprek tussen God en satan staat God toe dat ook Jobs gezondheid wordt aangetast. In de situatie die dan ontstaat, moet Job het ook niet hebben van zijn vrouw. Zij zegt tegen hem: "Houd je nog steeds vast aan je vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf" (Job 2:9).


Opbouw van het boek Job

1 en 2 Inleiding
3 Job spreekt
4 en 5 Elifaz'Elifaz 1e toespraak
6 en 7 Jobs antwoord op Elifaz' 1e toespraak
8 Bildads 1e toespraak
9 en 10 Jobs antwoord op Bildads 1e toespraak
11 Zofars 1e toespraak
12-14 Jobs antwoord op Zofars 1e toespraak
15 Elifaz' 2e toespraak
16 en 17 Jobs antwoord op Elifaz' 2e toespraak
18 Bildads 2e toespraak
19 Jobs antwoord op Bildads 2e toespraak
20 Zofars 2e toespraak
21 Jobs antwoord op Zofars 2e toespraak
22 Elifaz' 3e toespraak
23 en 24 Jobs antwoord op Elifaz' 3e toespraak
25 Bildads 3e toespraak
26-27:10 Jobs antwoord op Bildads 3e toespraak
27:11 - 28:28 Zofars 3e toespraak
29-31 Jobs antwoord op Zofars 3e toespraak
32-37 Elihu's toespraak (in 4 delen) - Elihu - de middelaar
38-39:35 De HEERE spreekt tot Job
39:36-38 Job spreekt tot de HEERE
40 en 41 De HEERE spreekt tot Job
42:1-6 Job spreekt tot de HEERE
42:7-9 Job bidt voor zijn vrienden Elifaz, Bildad en Zofar (niet voor Elihu)
42:10-17 Afronding

Deze indeling wijkt rond Zofars 3e toespraak iets af van die in de gangbare vertalingen, waarin Zofars 3e toespraak niet zichtbaar is.

Belangrijk in dit alles is dat we ons goed realiseren dat Job totaal geen weet heeft gehad van wat er zich heeft afgespeeld tussen God en satan. Ofwel: de reden van zijn diepe, diepe lijden is voor hem verborgen. Hij snapt het ook niet. Later blijkt dat hij niet kan bedenken wat hij eigenlijk fout gedaan heeft, waardoor het zo in zijn leven gelopen is.
Willen wij iets van Job leren dan is dit een heel belangrijk gegeven. Laten we er maar niet omheen draaien: ook ons overkomt lijden. Velen gaan dan op zoek naar een oorzaak of een reden, maar - net als Job - weten we dit niet en komen we er maar moeilijk achter. En voor wie meent niet anders te kunnen dan God er de schuld van te geven, schiet daar ook weinig mee op. Immers, al zou je God verlaten, de situatie blijft hetzelfde ...
Van Job leren we iets anders. Hoe zinloos het lijden ook lijkt, we kunnen van de volharding van Job leren. Na alles wat hem overkomen was - en na bovendien de zware kritiek van zijn vrouw - lezen we: "Je spreekt zoals één van de dwaze vrouwen spreekt. Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet" (Job 2:10).

'We moeten ons goed realiseren dat Job totaal geen weet heeft gehad van wat er zich heeft afgespeeld tussen God en satan.'

Job volhardde. Het woord dat hiervoor door Jakobus gebruikt wordt, kun je letterlijk weergeven door: eronder blijven. En dat is de grote vraag: hoe blijf je eronder? Hoe houd je stand? Job hield vol door zijn vertrouwen en geloof in God. Hoewel hij het in eerste instantie niet rechtvaardig vindt wat hem overkwam, betekende dit voor hem niet het einde van zijn geloof in God. Wel ging hij uiteindelijk 'te ver' in zijn verdediging. En dat is ook waar de Heere hem op aanspreekt.
Met ingang van Job 2:11 tot en met Job 37 gaat het over de gesprekken tussen Job en zijn drie vrienden en Elihu. Elke vriend houdt driemaal een toespraak en Job antwoordt daar telkens op, waarbij hij duidelijk maakt dat het lijden dat hem overkwam in ieder geval niet aan hém lag. Job 32 begint met: "Toen hielden deze drie mannen op Job te antwoorden, omdat hij in zijn eigen ogen rechtvaardig was" (vs. 1). Daarna neemt Elihu het woord. Hij houdt een toespraak in vier delen. Deze toespraak leidt - zonder dat Job nog de gelegenheid krijgt hem te antwoorden - direct naar het spreken van de HEERE dat enkele keren slechts kort onderbroken wordt door Job.

Wanneer de HEERE hem aanspreekt, kan Job weinig meer zeggen dan: "Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond" (Job 39:27) of "Ik weet dat U alles vermag, en geen plan is onmogelijk voor U. Wie is hij, zegt U, die Mijn raad verbergt zonder kennis? Zo heb ik verkondigd wat ik niet begreep, dingen die te wonderlijk voor mij zijn en die ik niet weet (...) Alleen door het luisteren met het oor had ik U gehoord, maar nu heeft mijn oog U gezien. Daarom veracht ik mijzelf en ik heb berouw, op stof en as" (Job 42:2, 3, 5 en 6).

De uitkomst
Het boek Job eindigt met een omschrijving van hoe de HEERE een omkeer in zijn leven tot stand bracht. In de periode die toen aanbrak, was Job nog meer gezegend dan hij was vóór zijn lijdenstijd.
Over de afloop van de geschiedenis van Job, zegt Jakobus: "... en u hebt de uitkomst van de Heere gezien, dat de Heere vol ontferming is en barmhartig" (Jak. 5:11b). Zowel in het boek Job als in Jakobus wordt hier vooral gedoeld op aardse zegen, die na een tijd van lijden kwam.
Daarbovenuit stijgt de geestelijke zegen, waarin we nu al mogen leven, maar die nog veel concreter voor ons zal worden als we in Zijn heerlijkheid zullen verschijnen. Het originele woord voor ‘uitkomst’ kan beter weergegeven worden met '(doel)einde'. Het doel dat God met ons heeft, ligt boven bij Hem in de hemel. Het doel dat Hij met Zijn volk Israël heeft, ligt met name op aarde.

Als gelovigen worden wij gekenmerkt door ons vertrouwen op onze hemelse Vader ... Tenminste, zo zou het moeten zijn. Er kan zoveel in een mensenleven gebeuren, zoveel lijden en pijn. Dit kan ons toegebracht worden door ziekte of rouw, of van buitenaf. Maar wat een voorrecht dat we op de Heere mogen vertrouwen en weten dat Hij ons elke dag draagt: "Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; Die God is ons heil" (Ps. 68:20; N.B.G.-'51-vertaling).
We zullen telkens weer ontdekken dat de Heere vol ontferming en barmhartigheid is. Niet elke gelovige realiseert zich hoe rijk hij of zij door de genade van God is geworden. Zeker als we letten op de positie van de gemeente - het lichaam van Christus - waar we deel van mogen uitmaken. Het is toch werkelijk ongelooflijk (maar toch te geloven) dat God ons onlosmakelijk aan Christus en Diens positie verbonden heeft. Boven al wat is. En dat is allemaal gebaseerd op de "verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, die Hij ons overvloedig geschonken heeft ..." (Efe. 1:7 en 8a). Als je dit zo leest, lijkt het niet 'op' te kunnen. En dat is ook écht zo. Gods rijke genade overtreft werkelijk ons stoutste verwachtingen.

Tijdens ons leven maakt de Heere ons dit steeds duidelijker. Het is zoals Elihu zei: "Voorwaar, het is de Geest van God in de sterveling, en de adem van de Almachtige, die hen verstandig maakt" (Job 38:2). Zo mogen wij met verlichte ogen van het verstand zicht hebben op onze hoop, op ons erfdeel en op de alles overtreffende grootheid van Zijn kracht (Efe. 1:18 en 19a). Ofwel: we mogen zicht hebben op Gods doel - uitkomst - met ons. En ondertussen bemoedigen we elkaar: 'Nog even volhouden! Het beste komt nog!'

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'