Woordstudie - Deel 13: Rijk gemaakt

Woordstudie

Deel 13: Rijk gemaakt

Soms vraag je je wel eens af in hoeverre wij als gelovigen een idee hebben van de rijkdom die God ons gegeven heeft. Natuurlijk is het sterk de vraag of je de aan ons gegeven geestelijke zegeningen wel kúnt begrijpen. In veel gevallen gaat het ons denken te boven. Toch wijst de Here er keer op keer op in Zijn Woord en bovendien komt dit naar voren als iets dat je je eigen mag (lees: moet) maken. U weet dat we in AMEN dit soort vraagstukken graag behandelen vanuit het bijzondere werk dat God in de huidige tijd (vanaf Handelingen 28 tot op heden) doet en de daarbij behorende boodschap. In dit artikel willen we ons dan ook beperken tot de rijkdom van Christus, zoals die in de brieven aan de Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen voorkomt.

Criticasters

Met name de laatste zinnen zullen degenen die onze opstelling ten opzichte van het Woord (namelijk dat de Schrift wel geheel voor ons is, maar niet altijd over ons gaat), meteen al doen denken: 'Kijk daar heb je het weer, ze kunnen nergens anders over schrijven'.
Inderdaad, waar het hart vol van is ... Toch moet een dergelijke gedachte ook meteen weer worden afgezwakt. Zo hebt u in de afgelopen twee AMENS op deze pagina's woordstudies kunnen lezen naar aanleiding van Psalm 80. Wie de bijbelstudies in het land bezoekt zal overigens ook al gauw merken dat de gehele Bijbel daarbij geopend wordt. Eenzijdigheid in die zin is er bepaald niet! Wel is het zo dat je de dingen die je zegt, schrijft en uitlegt vanuit het inzicht dat je hebt.
Onze criticasters willen ook anderen 'behoeden' voor bepaalde inzichten die er zijn in Gods Woord. Van tijd tot tijd verschijnt er dan een artikel of een brochure tegen wat men dan noemt de 'hyper- of ultrabedelingenleer' of tegen het 'ultra-dispensationalisme'. Om de 'stemming' compleet te maken, wordt daarin voorbijgegaan aan de intentie, gezindheid, maar ook de blijdschap en rijkdom die vele gelovigen ontdekken en spreekt men over 'funeste gevolgen voor het geestelijk leven', 'geestelijke ellende en verwoesting' of 'dat dit alles ingaat tegen de algemeen aanvaarde rechtzinnige leer'. De gezindheid die voor de toon in dergelijke schrijfsels zorgt, is er wat dat betreft niet één waar je als christen echt warm van wordt.
Daarom in dit artikel gewoon eens een bemoediging vanuit de Schrift voor hen, die juist zo blij zijn met wat God hen biedt. En wellicht is dit artikel voor anderen een aanleiding om een en ander nog eens serieus te overwegen.

Oprechte vragen

Want is het wel zo 'verkeerd' om in de huidige tijd vooral de dingen die verband houden met het geheimenis van Christus bekend te maken? Moeten we ons schamen, of zo, voor de boodschap van nu? Moeten we die boodschap voor onszelf houden? We vragen ons dus af: zijn we verkeerd bezig? Of liggen de dingen veel genuanceerder dan men wil doen geloven? En wat vooral belangrijk is: Wat leert de Bijbel zelf ons eigenlijk? Want er kan dan wel zoiets als een 'algemeen aanvaarde rechtzinnige leer' zijn, maar dat zegt niets over de vraag of die leer ook ‘Bijbels’ is! Woorden als 'algemeen aanvaard' doen ons teveel denken aan het 'de-meeste-stemmen-gelden'-gevoel. Woorden met een hoog democratisch gehalte dus - en daarom werken ze vertrouwenwekkend - maar tegelijk weten we toch dat democratische principes soms lijnrecht tegen de Bijbel ingaan!

Gods Woord wijst ons de weg

U weet dat de Bijbel ons de openbaring geeft van Gods plan. Daarin heeft de mens een belangrijke plaats. Het gaat immers om de redding van de mens! Daarom komt er zoveel in voor waarin we ons kunnen verblijden. Bovendien weet u dat God Zijn Woord niet zomaar in één keer onder de mensen gebracht heeft, maar dat Hij daar circa vijftienhonderd jaar over gedaan heeft. De openbaring van de Bijbel was dus een proces.
Om iets van Gods werk in de huidige fase van Gods plan te begrijpen, pikken we de draad op bij het boek Handelingen. Dit bijbelboek is een geschiedschrijving, een historisch verslag. Natuurlijk kunnen wij het boek in één keer doorlezen, maar het is ondertussen wel een verslag dat ruim dertig jaren omvat. En zet je de eerste hoofdstukken naast de laatste dan zou je niet direct vermoeden dat het om hetzelfde boek gaat! Het begin heeft Jeruzalem / Israël als decor. Het gaat om de apostelen, met onder hen de belangrijkste rol voor Petrus en Johannes. De gelovigen verwachten zelf de openbaring van Christus en de komst van het Koninkrijk mee te zullen maken.
Lees je de laatste hoofdstukken van dit belangrijke bijbelboek, dan heb je te maken met een andere hoofdpersoon, hoewel Petrus en Johannes op dat moment nog steeds in leven waren. Plaats van handelen is uiteindelijk Rome en wat uit de brieven uit die tijd en daarna duidelijk wordt, is dat de hoop op het zelf aanwezig zijn bij de komst van Christus er niet meer is!

Nu kun je zeggen dat dit komt, omdat Lucas (de schrijver van Handelingen) een goede vriend en medewerker was van Paulus en dat vooral het leven en de werken van Paulus worden beschreven. Maar wie het bij een dergelijke conclusie laat, gaat volkomen voorbij aan het feit dat God gewild heeft dat het boek Handelingen zo eindigde. Het is de Here Zelf Die ons namelijk op deze manier bepaalt bij Paulus. De Here Zelf beëindigt de geschiedschrijving met betrekking tot het volk Israël (want daar gaat het over tot aan het einde van Handelingen) dus met Paulus. Zo heeft God ons in Zijn weg van openbaring van Zijn Woord ons notabene Zelf bij Paulus gebracht. En deze dienstknecht schrijft dan ook over bijzondere rijkdommen die we in Christus hebben ontvangen!

Een unieke boodschap

Juist in de laatste brieven van Paulus - die aan de Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, Filémon, Titus en de twee aan Timoteüs - lezen we voor het eerst in de ruim vijftienhonderdjarige periode waarin Gods Woord geopenbaard werd, dingen die daarvoor nog nooit geschreven of geopenbaard waren. We noemen er een aantal:

  • Christus is het Hoofd van het Lichaam (Efe. 1:22 en 23, 4:15 en Kol. 1:18) - in het overige van de Schrift wordt deze waarheid nergens gevonden;
  • God bouwt aan de nieuwe mens (Efe. 2:15 en 4:24) - voor het eerst valt deze term in de openbaringsgeschiedenis;
  • de gelovigen - het Lichaam - zijn met Christus in de hemel geplaatst (Efe. 2:5-7; Fil. 3:20 en Kol. 3:3);
  • de hoop en verwachting is niet zozeer gericht op het komen van Christus, maar op het gaan naar Christus. Eerst verwachtte Paulus immers de komst en aanwezigheid van Christus mee te zullen maken, later schrijft hij dat heengaan en met Christus te zijn verreweg het beste is (vgl. 1 Kor. 15:51 e.v.; 1 Tess. 4:15 en 17 en Jac. 5:8 met Fil. 1:23 en 2 Tim. 4:6);
  • gelovigen van nu hebben de 'weder-verzoening' ontvangen, de meest complete vorm van verzoening waar de Bijbel voor het eerst over spreekt in de brieven aan Efeziërs en Kolosse (Efe. 2:16 en Kol. 1:20 en 21);
  • de Gemeente wordt gezien als opgroeiend tot een volkomen Man, namelijk één in en met Christus als Hoofd (Efe. 4:13, Statenvertaling);
  • gelovigen hebben 'alle geestelijke zegen' ontvangen in Christus, wat wil zeggen dat de zegen en positie waarin Christus gesteld is, de zegen en positie van de gelovige van nu is (Efe. 1:3) en
  • het leven dat en de leer die gebaseerd is op de openbaring van het geheimenis wordt 'de gezonde leer' genoemd. Deze uitdrukking komt pas in de drie allerlaatst door Paulus geschreven brieven voor, de brieven aan Timoteüs en aan Titus. En wordt in zijn geheel omschreven in Titus 2 met als kern de verzen 11-14.

Natuurlijk kun je deze dingen (en er zijn er nog meer op te sommen) afzwakken door te zeggen, dat Paulus hier reeds eerder door hem beschreven dingen anders omschrijft. Ook zou je deze rijkdommen in waarde kunnen laten verminderen door ze te vermengen met andere waarheden in de Schrift, die niet direct voor ons bestemd zijn. Je kunt star blijven vasthouden aan allerlei uitdrukkingen, termen en gebruiken die weliswaar algemeen aanvaard zijn, maar bijbels geen grond hebben om ze in de huidige tijd toe te passen. Natuurlijk kan dit allemaal en kun je zo met Gods Woord omgaan. Het heeft zelfs het voordeel dat er dan altijd wel een meerderheid is die het met je eens is ...
Maar is een dergelijke houding eerlijk ten opzichte van Gods Woord?

Wat wil God van ons?

Als je zo al deze dingen op een rij zet en daarbij denkt aan de manier waarop de openbaring van Gods Woord heeft plaatsgevonden en de bijbelse geschiedschrijving uiteindelijk bij Paulus is terechtgekomen, kun je dus de wezenlijke vraag stellen: is het inderdaad zo uitzonderlijk om de Schrift wat deze dingen betreft serieus te nemen en te zeggen, dat de boodschap uit de laatste brieven van Paulus een bijzondere rijkdom bevat, die ook nog voor ons bestemd is ook? Of moeten we het 'de-meeste-stemmen-gelden'-principe de boventoon laten voeren?
Als het bijvoorbeeld over ziekenzalving gaat, wordt Jacobus 5 erbij gehaald en toegepast als algemeen principe. Eigenlijk eenzelfde handelwijze als het gegeven dat elke zondag de wet wordt voorgelezen in de christelijke kerk. Hierover wordt trouwens binnen de 'algemeen aanvaarde rechtzinnige leer' zeer verschillend gedacht! Maar denk nu eens serieus na over de vraag of het nu werkelijk zo gek is, dat - wanneer je in de Jacobus-brief leest dat de brief aan de twaalf stammen in de verstrooiing (Jac. 1:1) geschreven is - je dit aanvaardt en zegt: 'Dus dan is deze brief niet aan het Lichaam van Christus geschreven en kun je wat er in staat ook niet zomaar één-op-één overnemen'?

De rijkdom Zijner genade

Maar wat boven alles gaat, is de vraag, wat God van ons wil en wat Zijn werk in deze huidige tijd is. Hoe wil Hij dat we omgaan met de rijkdommen die Hij ons geschonken heeft in Christus? Om enige indruk van de rijkdom die God ons gegeven heeft, te krijgen, staan hieronder de teksten waarin het woord 'rijkdom' in de brieven aan de Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen voorkomt. Voor de volledigheid zijn de schriftplaatsen vermeld, waar in de grondtekst 'rijkdom' (Grieks: ploutos) staat:

  • "En in Hem hebben wij de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom Zijner genade ..." (Efe. 1:7);
  • "Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen ..." (Efe. 1:18, Statenvertaling);
  • "... om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (Zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus" (Efe. 2:7);
  • "Mij, verreweg de geringste van alle heiligen, is deze genade te beurt gevallen, aan de heidenen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen ..." (Efe. 3:8);
  • "... opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens ..." (Efe. 3:16);
  • "Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus." (Fil. 4:19);
  • "Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid ..." (Kol. 1:27, Statenvertaling) en
  • "... opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus ..." (Kol. 2:2)

We zien in deze teksten dat hetgeen God ons gegeven heeft, verbonden is aan Zijn genade. Dat begint met de verlossing door het bloed van de geliefde Zoon. Maar wat we vooral zien, is dat op het moment dat de geschiedschrijving over Israël stopte, God Zelf door Zijn dienstknecht Paulus het geheimenis / de verborgenheid en de daarmee samenhangende rijkdommen (zie bijvoorbeeld de opsomming onder 'Een unieke boodschap') bekendmaakt. En de laatste tekst laat zien dat "de rijkdom van een volledig inzicht" niets anders is dan "het geheimenis Gods: Christus", terwijl Efeziërs 3:8 leert dat de "onnaspeurlijke rijkdom van Christus" verbonden is met het in het licht stellen van de "bediening (= bedeling) van het geheimenis dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper ..." (vs. 9)

Tot slot

Verschillende dingen zijn in dit artikel naar voren gekomen, waarvan sommige ons echt even van het hart moesten. Echter niet vanuit de gezindheid om medegelovigen te beschadigen o.i.d., maar vooral vanuit de gedachte hoe het toch mogelijk is, dat - terwijl God ons zoveel gegeven heeft in de verhoogde Christus, Die als hoofd boven al wat is verbonden is aan het Lichaam, de gelovigen van nu - dit door velen niet opgemerkt lijkt te worden. Misschien heeft dit alles te maken met werkelijke onderwerping aan Gods Woord. Gehoorzaamheid aan Zijn openbaring. Liefde voor Wie Hij is. God heeft ons zo rijk gemaakt.
Een broeder - die inmiddels al bij de Heer is - zei na afloop van een samenkomst, vaak: 'Wat heeft de Heer ons rijk gemaakt!' En zo is het toch ook. God wil ons laten komen tot alle rijkdom van een volledig inzicht. Dat is echte rijkdom! Namelijk het kennen van waar God mee bezig is in onze tijd: het geheimenis Gods, Christus (Kol. 2:2 en 3). Een bijbels zicht op deze dingen zal onze kijk op de wereld, de Bijbel, ons leven compleet veranderen.

Voor wie meer over deze dingen leren wil of anderen op deze dingen wil wijzen, bevelen we de volgende lectuur aan:

  • Hoe lezen wij de Bijbel?
  • Paulus, een man met visie
  • Rijkdom!
  • Gods Woord wijst ons de weg
  • Waar gaat het naartoe?

Al deze uitgaven zijn te verkrijgen bij Het Morgenrood, maar ook in de christelijke boekhandel.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'