Twee naturen (2)

Twee naturen (2)

Er is 'geest' zowel als 'vlees'. De Here Jezus zegt: “Wat uit de Geest geboren is, is geest.” (Joh.3:6) De nieuwe natuur heeft, evenals de oude, verschillende namen, die tegengesteld zijn aan elkaar.

De namen en eigenschappen van de nieuwe natuur

1. Geest
Dit is het tegenovergestelde van 'vlees', de naam van de oude natuur; en hij wordt zo genoemd omdat hij geboren of verwekt is door de Heilige Geest (Joh. 3:6). Zoals 'vlees' deel heeft aan de natuur van Adam, daar het van hem afstamt, zo heeft de geest deel aan de natuur van de Heilige Geest, daar hij ‘ek tou pneumatos’ (uit de Geest) geboren is.

2. De Goddelijke natuur
Vandaar dat deze nieuwe natuur, daar hij Goddelijk van oorsprong is, zo heet: ‘theia phusis’ (2 Petr. 1:4). Dat is de reden dat er van gezegd wordt dat hij 'volmaakt' is en niet in staat een zonde te begaan. 1 Johannes 3:9 zegt “Een ieder die uit God (Gr. ek tou Theou) geboren is (Gr. gegennemenos, voltooid deelwoord lijdende vorm), brengt geen zonde voort (als vrucht), want Zijn zaad (de nieuwe natuur) blijft in hem en hij (de nieuwe mens) kan niet zondigen, want hij is uit God geboren (Gr. gegenetai, voltooid tegenwoordige tijd lijdende vorm).” In 1 Johannes 5:18,19 lezen we: “Wij weten dat een ieder die uit God (Gr. ek tou Theou) geboren is (Gr. gegennemenos, voltooid deelwoord lijdende vorm), niet zondigt; want hij (d.w.z. de nieuwe mens) die uit God (Gr. ek tou Theou) geboren werd (Gr. gennetheis, aorist, lijdend deelwoord) bewaart hem en de boze heeft geen vat op hem. Wij weten (als vaststaand feit) dat we uit God (ek tou Theou) zijn en de gehele wereld in (de macht van) de boze ligt.” De nieuwe natuur wordt verpersoonlijkt en er wordt in mannelijke vorm over gesproken. Dit kan niet doelen op de gelovige als geheel, want als we zeggen, dat “...wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en Zijn woord is in ons niet” (1 Joh. 1:10) En voor onze zonden is gezorgd in 1 Johannes 2:1 en 2. Maar de nieuwe natuur is uit God geboren en zondigt niet en ligt niet in (de macht van) de boze. De nieuwe natuur dan, die 'geest' is en in de gelovige verwekt of voortgebracht wordt door de inwerking van de Heilige Geest, is Goddelijk.

3. De nieuwe mens (Efe. 4:24; Kol. 3:10)
Dit is het tegengestelde van 'de oude mens', wat, zoals we gezien hebben, één van de namen van de oude natuur is. Omdat hij geheel nieuw is, heet hij ' een nieuwe schepping' (2 Kor. 5:17; Gal. 6:15). En we lezen dat hij “naar het beeld van Zijn Schepper is” (Kol. 3:10). Niets wat minder is, baat in Gods ogen. Hoewel de mens heel wat kan lijken in het vlees, “doet het geen nut” (Joh. 6:63). In Jezus Christus “...betekent noch de besnijdenis iets, noch de voorhuid, maar een nieuwe schepping' (Gal. 6:15; Kol. 3:10,11).

4. 'De inwendige mens' (Rom. 7:22, 2 Kor. 4:16, Ef. 3:16).
Deze staat in tegenstelling tot 'de uitwendige mens', die van dag tot dag aan verval onderhevig is, terwijl deze 'inwendige mens van dag tot dag vernieuwd wordt'. In 2 Kor. 4:16 gebruikt de NBG 'de innerlijke', maar het Grieks en de betekenis zijn dezelfde. In plaats van aan verval onderhevig te zijn, wordt deze voortdurende vernieuwd en van dag tot dag door de Heilige Geest opnieuw gevuld met genade en kracht. Christus woont op deze wijze door het geloof in het hart (Efe. 3.16) en wij leren iets van Zijn liefde kennen, die het verstand te boven gaat. Ons hart wordt gevuld met al de volheid Gods (vers 19). Dit verklaart Efeziërs 1:23 en toont hoe de gemeente, die het lichaam van Christus is, 'de volheid is van Hem die alles (de noodzakelijke geestelijke genade en sterkte) in allen (alle leden van Zijn lichaam) volmaakt.' De inwendige mens verheugt zich in de wet van God (Rom. 7:22). De andere 'onderwerpt zich niet aan de wet van God'. Vandaar het conflict tussen deze twee, dat door zal gaan tot de dood een einde maakt aan de worsteling. Dit maakte dat de apostel Paulus (en allen die dit kostbaar geloof hebben) uitroept: “Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit dit lichaam des doods?” De genitief 'des doods' is waarschijnlijk de genitief van betrekking, zoals in Romeinen 8:36, waar het Grieks 'schapen van slachting' betekent en vertaald is als 'schapen ter (d.w.z. bestemd voor) slachting'. Zo ook hier is 'het lichaam des doods' 'het lichaam, bestemd voor de dood' (Rom. 5:12; Hebr. 9:27) De roep is: “Wie zal mij hiervan bevrijden?” Het zegevierend antwoord is: “Ik dank God (dat Hij mij bevrijdt) door Jezus Christus, onze Heer!” (Rom. 7:24)

5. Het verstand (Rom. 7:23, 25)
Het woord dat hier voor 'het verstand' gebruikt wordt, is nous1 en geeft de nieuwe natuur aan. Het wordt (zoals 'geest') gebruikt in tegenstelling tot vlees, omdat het aangeeft wat inwendig en onzichtbaar is. Dit 'verstand' dient de wet Gods (7:25) en verheugt zich in die wet Gods (vers 22). Vandaar dat 'de wet van het verstand' in vers 23 gebruikt wordt voor 'de wet Gods'.

6. Geest van Christus
Een andere benaming is pneuma-Christou, geest van Christus of Christusgeest (Rom. 8:9). Er is geen lidwoord in het Grieks. Dit is niet een andere naam voor de Heilige Geest, want de 'geest van Christus', als mens, was psychologisch en werd als zodanig bij Zijn dood aan de Vader bevolen (Luk. 23:46). Er is geen andere geest van Christus2. Maar deze pneuma-Christou is de nieuwe natuur, die ons tot 'zonen van God' maakt, zoals Hij 'de Zoon van God' is. In Galaten vinden we aanvulling op dit onderwijs uit Romeinen. In Galaten 4:6 vinden we de uitleg van Romeinen 8: “En omdat gij zonen zijt, heeft God de pneuma (geest) van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, die roept: Abba, Vader!” Pneuma-Christou is derhalve een andere naam voor de geest van het zoonschap, die we vinden in Rom. 8:15 (pneuma huothesis). De nieuwe schepping in ons binnenste wordt zodoende pneuma Christou genoemd, omdat 'de Heilige Geest Zelf getuigt met onze geest (of nieuwe natuur), dat wij zonen Gods zijn, “...en indien wij zonen zijn, zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.” (Rom. 8:16, 17) Vandaar dat terecht gezegd kan worden: “Indien iemand geen pneuma-Christou (of: de nieuwe natuur) heeft, die behoort Hem niet toe.” (Rom. 8:9) Want Christus is de Zoon Gods en alle zonen Gods bezitten de kostbare gave van de 'geest van zoonschap'. Daarom wordt de nieuwe natuur pneuma-Christou of Christusgeest genoemd. Indien we dan, met Christus, zonen Gods zijn, zijn wij ook erfgenamen; niet alleen erfgenamen Gods, maar ook mede-erfgenamen van Christus. “Want indien wij delen in Zijn lijden, is dat om ook met Hem te delen in Zijn verheerlijking.” (Rom. 8:17) De pneuma Christou, dat is de Christusgeest en dus zoonschapsgeest: “Die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld Zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.” (Rom. 8:29) Welk een gezegend lot is het onze als 'zonen Gods'! Beseffen wij dat pneuma-Christou (of: de nieuwe natuur) ons het recht verschaft op deze verheven benaming? Dat wij niet slechts dienstknechten zijn, maar zonen? Niet slechts volk van God, maar de zonen van God'? En dat we delen in alle zegeningen van Zijn geliefde Zoon? Ja, delen in Zijn zoonschap (Joh. 1:12; 1 Joh. 3:1-3); Zijn volmaakte rechtvaardigheid (Fil. 3:9); Zijn heiligheid (1 Kor. 1:30); Zijn vrede (Fil. 4:7); de verborgen wil van Zijn Vader (1 Joh. 3:1); Zijn heerlijk opstandingslichaam (Fil. 3:21), Zijn komende heerlijkheid (Rom. 8:17; Kol. 3:14; 1 Joh. 3:2); Hemzelf (l Thess. 1:17).

En dit alles omdat God in ons een nieuwe natuur geschapen heeft, die Hij pneuma-Christou noemt. Maar ondertussen is het, hier op aarde, ons voorrecht in Zijn verwerping te delen: “De wereld kent ons niet, omdat zij Hem niet kent.” (1 Joh. 3:1) Laten we niet morren of terneergeslagen zijn. Laten we ons er liever over verheugen dat we een zo verheven lot waardig geacht worden. “Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.” (Rom. 8:18) Deze volgorde van Griekse woorden toont ons waar de nadruk gelegd moet worden.

7. Goddelijke geest (Rom. 8:9, 14)
Het Grieks is letterlijk: pneuma-Theou of 'geest van God'. Niet 'de Geest' (want er is geen lidwoord), maar 'Gods geest', of, zoals we ook mogen vertalen: Goddelijke geest. De twee keer dat deze uitdrukking in dit hoofdstuk voorkomt, tonen ons alles wat we kunnen weten over dit aspect van de nieuwe natuur. Hij wordt zo genoemd omdat de gedachte die er zo aan verbonden wordt is, dat hij van God komt. God is Schepper en Gever van de nieuwe natuur.
Hij is nieuw in tegenstelling tot de oude. Hij is 'geest' omdat hij staat tegenover het 'vlees'. Hij is 'inwendig' in tegenstelling tot 'uitwendig'. Hij is 'verstand' in tegenstelling tot lichaam. Hij is pneuma-Christou of zoonschapsgeest omdat hij staat tegenover geest der slavernij. En hij is pneuma-Theou of Goddelijk geest omdat hij van boven, van God is, verwekt “...niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren.” (Joh. 1:13)
Zij die zo verwekt zijn, hebben het recht genoemd te worden: 'zonen van God'. De twee verzen in Romeinen 8 waarin deze naam voor de nieuwe natuur gebruikt wordt (9 en 14), geeft ons alles wat we over dit aspect kunnen leren.
- vers 9 'gij zijt niet in vlees, maar in pneuma, althans, indien pneuma-Theou in u woont'. - vers 14 'Zovelen als er geleid worden door pneuma-Theou, zijn zonen Gods' (als in Joh. 1:12, 13).
Dit zijn de namen voor de nieuwe natuur en van die namen leren we de kostbare waarheden die er in geopenbaard worden. Iedere naam heeft zijn eigen aspect en toont een of ander bijzonder onderwijs dat er mee verbonden is.

Voetnoten

  1. Het woord 'gedachten', gebruikt voor de oude natuur in Efe. 2:3, is niet nous, maar dianoia. In Rom. 8:6 is het woord 'gezindheid' de vertaling van phronema. Dit wordt in slechte zin gebruikt, tenzij anders bepaald, terwijl nous als enige gebruikt wordt voor de nieuwe natuur, en niet in slechte zin, tenzij anders bepaald. (klik hier om terug te gaan.)Er zijn soortgelijke uitdrukkingen, maar afzonderlijk bezien blijken ze niet identiek. Joh. 3:34 luidt: 'want de Geest geeft (de woorden) niet met mate. In 1 Petrus 1:11 is de constructie niet dezelfde als in Rom. 8:9. Hier wordt het bepalend lidwoord gebruikt bij pneuma (geest) dat de Heilige Geest aanduidt, die vooral getuigenis gaf betreffende Christus, nl. het lijden dat Hij zou ondergaan en de heerlijkheid na dit (lijden). In Fil. 1:19. is het de bijstand van de Geest, verstrekt door Jezus Christus (klik hier om terug te gaan).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'