Geheimenis van de wetteloosheid - Deel 3 - Leugensysteem

Geheimenis van de wetteloosheid

Deel 3 - Leugensysteem

De apostel Paulus schreef bijna 2000 jaar geleden aan de Thessalonicenzen: “… het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam …” (2 Thess. 2:7). Die werkzaamheid er eigenlijk al sinds de satan zijn verleidelijke activiteiten onder de mensen is begonnen en duurt voort tot in de eindtijd.

Betekenis van ‘geheimenis van de wetteloosheid’
Het woord ‘wetteloosheid’ komt van het Griekse ‘anomia’ = zonder wet of regel. In eerste instantie heeft dat betrekking op hen die zich niet (willen) houden aan Gods wetten, aan datgene wat God uitdrukkelijk ge- of verboden heeft. Voor Israël komen die tot uitdrukking in de Wet die via Mozes aan het volk is gegeven. Het volk werd geacht de woorden en inzettingen nauwlettend te onderhouden. De geschiedenis leert dat het daarmee behoorlijk misgegaan is. Israël verachtte Gods wetgeving, zowel de morele kant als de ceremoniële, met ernstige gevolgen.
Maar de uitdrukking ‘wetteloosheid’ omhelst meer dan de overtreding van de Wet. Het slaat ook op de regelgeving die de Heere God heeft ingesteld en de veronachtzaming van zijn instellingen en onderwijs.
Wie de Bijbel leest, leert God daarin kennen en ook Zijn plan met deze wereld. In die zin is de Bijbel ook een onderwijzend boek. We leren bijvoorbeeld iets over het ontstaan van hemelen en aarde, over de schepping van de mens, de roeping en bestemming van Israël, de heerschappij over de wereld, en zo meer. Dit maakt allemaal onderdeel uit van wat je zou kunnen omschrijven als ‘de Waarheid’ en het is identiek aan ‘Gods Woord’, dat wil zeggen: Gods Woord is de waarheid. Niet alleen in de zin van dat het (echt) waar is, maar ook dat het gevormd wordt door uiteenlopende waarheden. Net zoals woorden samen het Woord vormen, zo vormen waarheden samen de Waarheid.
Laat ik dat illustreren met wat Paulus aan het eind van zijn leven zegt, in 2 Timotheüs 4: “Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. (vs. 7).
Paulus heeft ‘het geloof’ behouden. Letterlijk: hij heeft het geloof bewaard, erover gewaakt. Het gaat er hier niet om, dat Paulus nog steeds in Jezus geloofde als Zijn Verlosser en Heer, in en door Wie hij ook de zaligheid heeft ontvangen. Nee, terugkijkend zegt hij: ik heb de goede strijd gestreden, de renbaan gelopen en het geloof bewaard. Hij is tot het einde toe trouw gebleven aan de opdracht die de Heer hem gaf en aan zijn bediening om het Woord te prediken in overeenstemming met Gods plan en bedoelingen. Hij bleef staan in het geloof aan de waarheid (en dus ook aan de afzonderlijke waarheden). Bedenk dat hij voorafgaand aan zijn ‘laatste woorden’ in de verzen 3 en 4 spreekt over hen die in de toekomst zouden afwijken van de gezonde leer en de waarheid: “Zij zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.”
Paulus liet zich niet van de wijs brengen en bleef staan in het geloof, de gehoorzaamheid aan Gods Woord. Hij heeft de waarheden van God leren kennen en hield ze te allen tijde voor ogen. In hoofdstuk 2 roept hij zijn geestelijk kind en opvolger in de dienst van God, Timotheüs, op om in dat spoor verder te gaan: “Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt” (2 Tim. 2:15).
Het is niet alleen zaak om het Woord als geheel te kennen als Gods waarheid (2 Tim. 3:16), maar ook de waarheden in het kader van Gods plan te onderscheiden. Oftewel: het Woord der waarheid recht snijden, of: verdelen. De Bijbel geeft ons namelijk ook een blauwdruk van Gods plan, dat Hij door de eeuwen heen volvoert. Daarom is het belangrijk te weten hoe dat plan elkaar steekt en welke woorden betrekking hebben op welk onderdeel (of: welke fase) van dat plan.
Bijvoorbeeld: Woorden c.q. waarheden die betrekking hebben op Gods plan met Israël en dus met name voor de Israëlieten bestemd zijn, moet je niet betrekken op de Gemeente, het Lichaam van Christus. Dat is niet Gods bedoeling en het vertroebelt (zacht uitgedrukt) het zicht op Zijn plan.

Leugensysteem
Eén van de namen van satan, de tegenstander, is: duivel, van het Griekse diabolos, door-elkaar-werper. Hij is er op uit om verwarring te zaaien door Gods woorden te verdraaien, waarheden door elkaar te husselen enzovoort, met als doel mensen te manipuleren. In deel 1 (AMEN 162) schreven we onder andere: “De waarheid heeft te maken met God en Zijn Woord. Hijzelf is de Waarheid en alles wat Hij heeft geopenbaard in Zijn Woord is eveneens waarheid. (…) Tegenover de waarheid staat de leugen, die z’n oorsprong vindt in de ‘vader van de leugen’, de duivel. In Johannes 8 heeft de Heere een dispuut met de Joodse elite in Zijn dagen. Zij claimden God als hun Vader, terwijl zij de Zoon afwezen: “Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan en gekomen” (vs. 42). Vervolgens spreekt Jezus harde en pijnlijke woorden aan hun adres (vs. 44): “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen” (einde citaat).
Gemakshalve zou je de Waarheid kunnen zien als het ‘systeem’ van God, waarin Hij Zijn waarheden uitspreekt en gestalte geeft in Zijn daden. Daartegenover staat de leugen als systeem van on-waarheden, waarmee de tegenstander zijn activiteiten gestalte geeft.
In Efeze 6 schrijft Paulus over de geestelijke wapenrusting (zie verderop pag. 29 in deze AMEN) en heeft het o.a. over de ‘listige verleidingen van de duivel’. De uitdrukking 'listige verleidingen' is de vertaling van het Griekse ‘methodeia’, waarin we ons woord methode herkennen. Het woord komt ook voor in Efeze 4:14, waar de apostel waarschuwt om niet heen en weer geslingerd te worden “… door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden.” Hier is methodeia vertaald met: listige wijze. Eigenlijk gaat het om de ‘methode van dwaling’.

  • Planeet
    Grappig: het woord ‘dwaling’ in Efeze 4:14 komt van het Griekse planè: afdwalen, afwijken van de rechte weg, foute gedachten hebben, verkeerde manier van handelen, en wat dies meer zij. Het Griekse asteres planètai wordt gebruikt in Judas 1:13 en daar vertaald met ‘dwaalsterren’, een aanduiding van goddelozen, dromers, lasteraars, etc. 
    Van planè, planètes is ook het ons bekende woord ‘planeet’ afgeleid. In de wetenschap (en in het algemeen spraakgebruik) wordt de aarde een planeet genoemd. Dit komt echter in de Bijbel niet voor. Daarin wordt gesproken over zon, maan, sterren en aarde. De aarde een planeet noemen, is dus uit Bijbels oogpunt een dwaling!

Als het gaat om de werking van het geheimenis van de wetteloosheid is het dus belangrijk te beseffen, dat het om een leugensysteem gaat. Niet dat er af en toe een leugen wordt verkondigd, maar dat er een achterliggende ordening of structuur is, die voortkomt uit de ‘vader van de leugen’, satan. Van hem zei de Heere Jezus: “… hij staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid.” Dus, ook als satan iets zegt dat op zichzelf waar is, staat dat toch ten dienste van zijn leugen(systeem). We vinden daar een voorbeeld van in de geschiedenis van de verzoeking (Matt. 4 en Luk. 4). De duivel gaat daarin zover, dat hij zelfs het Woord van God citeert. Hij neemt de Heere Jezus mee naar het hoogste gedeelte van de tempel en zegt dan: “Als U de Zoon van God bent, werp Uzelf dan naar beneden, want er staat geschreven dat Hij Zijn engelen voor U bevel zal geven, en dat zij U op de handen zullen dragen, opdat U Uw voet niet misschien aan een steen stoot” (Matt. 4:6). Dit is een citaat uit Psalm 91:11 en 12, dus volkomen waar. Toch pareert Jezus deze verzoeking, evenals de andere. Al spreekt de duivel de waarheid, dan nog is de intentie waarmee hij dat doet verkeerd, vals, misleidend.
Daartegenover: gelovigen staan wél in de waarheid en de waarheid is in hen. Zij worden opgeroepen, en dat is -normaal gesproken- ook hun intentie, om in de waarheid te wandelen. De Heere Jezus bad voor de Zijnen tot de Vader: “Heilig hen door (beter: in) Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid” (Joh. 17:17). Paulus schreef aan Timotheüs dat God niet alleen wil dat mensen behouden worden, maar ook tot erkentenis van de waarheid komen (1 Tim. 2:4), en David vroeg in Psalm 86: “Leer mij, HEERE, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen” (vs. 11).
God heeft Zijn Geest gegeven, de Geest der waarheid, om de gelovigen in de (volle) waarheid te leiden (Joh. 16:13). Dat betekent dat zij de volledige waarheid van God (= het complete Woord) leren kennen en daarin onderwezen worden. Op deze manier krijgen we inzicht in wie God is, wat Hij doet en leren we ook wie de tegenstander is en wat hij wil en doet: “Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend” (2 Kor. 2:11).

In Efeze 5:11 worden we opgeroepen om niet deel te nemen aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ze veeleer te ontmaskeren (Efe. 5:11). Hieruit volgt dat je dan wel moet weten wat die werken van de duisternis zijn! Goeie reden dus om gehoorzaam te zijn en ook deze dingen aan de hand van Gods Woord te onderzoeken. Bovendien krijg je door de kennis van de waarheid (Gods waarheid) ook inzicht in het bestaan van ‘de tegenwoordige slechte wereld’ (Gal. 1:4). Het woord ‘wereld’ is hier: aioon. Het gaat om de huidige wereld, die (nog steeds) onder heerschappij van de boze ligt (1 Joh. 5:19). Paulus noemt satan de ‘god van deze eeuw (Gr. aioon)” (2 Kor. 4:4).
Dát is de realiteit van de wereld waarin wij leven. Alle koninkrijken en hun heerlijkheid liggen in de macht van de boze (Luk. 4:6). Hij voert, samen met zijn trawanten, heerschappij over hen vanuit de hemelse gewesten. In Efeze 6:12 heeft Paulus het over de ‘wereldbeheersers (Gr. kosmokrator) van de duisternis van dit tijdperk (Gr. aioon)’.
Zij beheersen de kosmos, d.i. de (geschapen) hemelen en de aarde, gedurende deze aioon. Dat speelt zich hoofdzakelijk af in het verborgene, en geeft invulling aan het ‘geheimenis van de wetteloosheid’. Dat komt tot een hoogtepunt als de ‘wetteloze’ zich in de toekomst openbaart (2 Thess. 2). Er komt een einde aan als de Heere Jezus terugkomt en de hemelse heerschappij op aarde zal vestigen. Dan begint de ‘toekomende wereld (aioon)’. Dan zal de toestand waarin die wereld zich bevindt van geheel andere orde zijn. Een andere ordening, structuur die, in tegenstelling tot het leugensysteem, gebaseerd is op de waarheid en gekenmerkt wordt door gerechtigheid en vrede!

Schaduwheerschappij
Allereerst verwijs ik de lezer(es) graag naar mijn boek ‘Geestelijke machten’ (zie everread.nl) waarin uitvoerig wordt stilgestaan bij satan, zijn plan, zijn engelvorsten (kosmokraten), zijn werkwijze, zijn helpers en nog veel meer. Goed om daar (meer) kennis van te nemen!  

De ´kosmokraten van deze eeuw´ zijn dus de geestelijke machten die in deze tijd de wereld beheersen, regeren. Met satan als hoofdvorst. En de mensen in de wereld zijn, veelal zonder het te beseffen, onderworpen aan deze machten. In Efeze 2:2 schrijft Paulus over gelovigen, dat zij voorheen -net als de andere mensen- gewandeld hebben “…overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht.”
Letterlijk staat er: de aioon van deze kosmos, de eeuw van deze wereld. Het denken (en daaruit voortvloeiend het handelen) van de mens zonder God is logischerwijze niet gebaseerd op de waarheid van God (en Zijn Woord), maar op dat van zijn eigen hart én de leugen van satan!
Daarnaast heeft satan, zoals al eerder betoogd, ook grote invloed op het wereldgebeuren. Niet voor niets wordt hij, samen met zijn bondgenoten in de hemelen, aangeduid als de ´wereldbeheersers van de duisternis´, oftewel (meer letterlijk) de ´kosmokraten van deze eeuw´.
Het mag dan ook niet verbazen, dat zij in het verborgene mede richting geven aan het reilen en zeilen van deze wereld. De invloed van de geestelijke machten krijgt gestalte in het handelen van mensen. Zij zijn de fysieke uitvoerders van het werk van de tegenstander en zijn handlangers. Bijvoorbeeld in de politiek van regeringen op aarde. De bewering dat politici de gang van zaken in de wereld bepalen is slechts ten dele waar. Hun invloed is beperkt. De feitelijke macht ligt in handen van de magistraten, de magnaten, of zoals Openbaring 18:23 zegt: “…want uw kooplieden waren de machthebbers der aarde.” Om het met de woorden van de beroemde Victoriaanse staatsman Benjamin Disraeli te zeggen: “De wereld wordt door heel andere personen geregeerd, dan degenen die zichtbaar op het wereldtoneel staan.” Of met die van de voormalige Amerikaanse president Theodore Roosevelt: “Achter de zichtbare regering zit een onzichtbare regering op de troon, die aan het volk geen trouw en geen verantwoording schuldig is.”
In het verlengde van Openbaring 18:23 kun je zeggen dat de macht in deze wereld met name in handen is van de bezitters van het geld. Wie de wereld(geschiedenis) onderzoekt, komt er achter dat er een ingewikkeld systeem is van bondgenootschappen, geheime genootschappen, bestuursorganen, ronde tafels en wat dies meer zij. Wereldwijde netwerken met vaak dezelfde invloedrijke figuren die een soort van machtselite vormen en de toestand in de wereld regelmatig met elkaar bespreken en waar mogelijk beïnvloeden. “Wij hebben te maken met een geopolitieke, supernationale kracht op het wereldtoneel. Deze geopolitieke kracht bestaat uit de rijkste families op deze planeet. Zij oefenen de controle uit over alle landen en alle coalities van landen. Het werkelijke doel van deze elite is complete zeggenschap over planeet Aarde”, aldus de Russische generaal Leonid Ivashov.
En het aandeel van de satan in deze schimmige schaduwheerschappij is groot, hoewel moeilijk concreet aan te wijzen. Maar dat hoort natuurlijk bij de verborgen werkwijze van de tegenstander. We hebben het niet voor niets over het geheimenis van de wetteloosheid. Niet alleen invloedrijke figuren maken daar deel van uit, ook ‘gewone’ mensen kunnen door misleiding en manipulatie hun aandeel hebben in het leugensysteem van de onvruchtbare werken der duisternis. We hopen daar DV de volgende keer concreet op in te gaan!

Wordt vervolgd

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'