Schuldgevoel: blokkade in intimiteit
Wanneer ik de intimiteit zoek met God…wanneer ik een diepe vertrouwelijke band met God zoek dan ervaar ik soms een blokkade in intimiteit. Deze blokkade is: schuldgevoel. Wie ben ik als onheilig mens dat ik vertrouwelijk met de Heilige God mag omgaan? Hoe kan ik als onzuiver mens naderen tot God die zo volmaakt zuiver is? Zal mijn onheiligheid en mijn onzuiverheid niet steeds in groot contrast staan tegenover God? Hoe weet ik zeker dat Hij mij niet veroordeelt? Hoe weet ik zeker dat Hij vol liefde naar mij kijkt en mij uitnodigt om in Zijn hart te kijken? Het antwoord dat ik steeds ontdek, ligt in Gods gerechtigheid, dat zich uit in genade en vrede… Dit is ook het onderwerp van Psalm 85.
Gerechtigheid: God geeft wat Hij belooft
Het woord gerechtigheid komt als kernwoord een paar keer voor in Psalm 85:
Vs. 11 Gerechtigheid en vrede kussen elkaar…
Vs. 12 Gerechtigheid ziet uit de hemel neer…
Vs. 14 Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht uit…
Maar als we spreken over gerechtigheid, waarover spreken we dan? Wat is de Bijbelse betekenis van dit woord? In grote lijnen wil ik uitleggen wat dit in de eerste plaats voor Israël betekende. J.J. Pop schrijft in zijn boek: ‘Bijbelse woorden en hun geheim’: “In ’t algemeen kan men zeggen, dat iemand dan rechtvaardig wordt behandeld als hij krijgt wat hem toekomt. Dit is echter te algemeen gezegd. Want voor Israël geldt, dat het rechtvaardig behandeld wordt als het krijgt wat het naar Gods beloften toekomt. Daarom ziet Israël Gods gerechtigheid daarin dat Hij erover waakt, dat het de vervulling van zijn beloften krijgt. Israël kent niet een algemeen, universeel begrip van gerechtigheid; het kent alleen Gods gerechtigheid en verwacht daarom van Hem, dat Hij zijn volk alles zal geven, wat Hij toegezegd heeft.”
En: “Gods gerechtigheid is derhalve een actief begrip en te bepalen als: het geheel van zijn daden uit het verleden, heden en toekomst, die Hij doet om Israël te geven, wat Hij het had toegezegd, toen Hij een verbond met hen sloot. Zijn gerechtigheid is de garantie van het verbond. Israël kan op Hem aan…”
Maar als zijn volk God niet liefheeft en Hem niet dient uit Gods gerechtigheid zich in zijn straffen. Daarover lezen we voortdurend in de geschiedenis van Israël. Het doel van Gods straffen is echter dat een gelovig Israël zich zal gaan onderscheiden van een heidens Israël.
De mensen die het gelovig deel van Israël vormen, werden in het Oude Testament ´rechtvaardigen´ genoemd. God zal hen alles naar Zijn beloften geven wat hen toekomt. Dat is recht. Dit hebben we ook gezien in Psalm 37:17b “…de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen.”
Vs. 25b “…ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien…”
Vs. 29 “de rechtvaardigen zullen de aarde (of: het land) bezitten en voor eeuwig daarop wonen.”
Grote beloften dus voor de rechtvaardigen. Als het dan juist de goddelozen zo voor de wind gaat, groeit daar de twijfel in het hart van de rechtvaardige, zoals bijvoorbeeld door Asaf werd verwoord in Psalm 73. Uiteindelijk gaat het om de toekomst van de rechtvaardigen. Daarin ligt het grote verschil met de goddelozen…
De verlossing van Israëls vijanden, de bestraffing van de zonden van het niet gelovig deel van Israël, zijn uitingen van Gods gerechtigheid. Toch is ook de vergeving van de zonden van de Israëlieten een blijk van gerechtigheid. Gods genade dat de schande wegneemt wanneer Zijn volk schuld erkent en belijdt is echter ook een uiting van gerechtigheid.
Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat in het Oude Testament de Messias wordt gezien als Hij die het gelovige deel van Israël recht zal verschaffen als Hij (weder)komt. Zij zullen uiteindelijk ontvangen wat God hen heeft beloofd. De Messias, de Christus, wordt dan ook gezien als de belichaming van Gods gerechtigheid. De HEERE wordt zelfs genoemd ‘onze gerechtigheid’ (zie Jer, 23:6). De Messias is daarom de Persoon die God geeft aan Zijn volk om het te verlossen. Letterlijk in verleden en toekomst uit de macht van hun vijanden. Geestelijk uit de macht van de dood, veroorzaakt door hun zonden.
Zo kan God geven aan Israël wat Hij hen heeft beloofd. Dat is Gods gerechtigheid in het Oude Testament in relatie tot Israël.
Wanneer we met deze kennis Psalm 85 lezen dan zien we waarom de psalmist bijvoorbeeld kan zeggen: wilt U voor eeuwig Uw toorn laten duren, verbolgen zijn van geslacht tot geslacht? Op basis van het feit dat God in het verleden steeds de ongerechtigheden van zijn volk heeft vergeven (zie bijv. het boek Richteren) durft de psalmschrijver te bidden: breng ons weer tot leven… toon ons Uw trouw, HEERE.
Sela
Dit is tegelijk een profetisch gebed en zal in vervulling gaan wanneer Israël ten tijde van de wederkomst van de Heere Jezus tot leven zal komen. Dit tot leven komen zal beginnen buiten het land Israël. Als de Heere Jezus terugkomt, vindt Hij in Jeruzalem een wanhopig overgebleven deel van Israël dat Gods Naam heeft aangeroepen. Voor hen maakt Hij een vluchtweg uit Jeruzalem, door de Olijfberg te laten splijten. De Israëlieten zullen dan vluchten naar een schuilplaats die God voor hen heeft voorbereid. Het is opvallend dat die schuilplaats in deze psalm wordt genoemd: sela… Voor vele uitleggers is dit niet meer dan een (muzikaal) rustteken. De letterlijke betekenis van het woord is echter: rots. Opmerkelijk is ook de Griekse vertaling: Petra… Nu is er buiten Jeruzalem een stad als een schuilplaats, in het huidige Jordanië, die Petra heet.
Zou dit een plek zijn waar God tot het hart van Israël zal spreken en waarin ze zullen ontdekken dat de Messias die voor hen gekomen is, dezelfde is als degene die zij hebben doorstoken, zoals de profeet Zacharia zegt? Zij zullen enorm gaan worstelen met hun schuld tegenover God. Zij zullen echter ook vergeving ontvangen. Precies zoals Psalm 85 dit leert. De Heere Jezus zal dit gelovig, overgebleven deel, weer terugbrengen in het land Israël. Vele profetieën in het Oude Testament gaan hierover.
Wanneer God zo Israël zijn beloften geeft, zodat Israël mag vertrouwen op de goede afloop van alle strijd (indien ze zich wenden tot God), hoe zal God dan willen omgaan met ons? Hoe kunnen wij omgaan met schuld en schuldgevoel wanneer dat ons belemmert in de vertrouwelijke relatie die wij willen ontwikkelen?
Gerechtigheid: Gods antwoord op schuld(gevoel)
Wat doet de gelovige die een vertrouwelijke relatie met God wil ontwikkelen wanneer hij worstelt met schuld en schuldgevoelens? Hij doet wat de psalmist zegt in vers 9: “Ik zal horen, wat God , de HEERE, spreken zal”, om niet meer terug te vallen in de dwaasheid van alles wat hem van God afhoudt. De gelovige wil luisteren. Hij wil woorden horen die vrede geven in zijn hart. Hij wil bevrijd zijn van zijn schuld en schuldgevoel.
En waar wordt de gelovige dan bij bepaald door God? Met andere woorden: waar wordt de gelovige Israëliet, die steunt op God beloften en waar worden zij die God willen eren bij bepaald door God? Uiteindelijk bij de Heere Jezus, Zijn Zoon, de Messias, de Christus. Hij spreekt woorden van vrede. En wij mogen die vrede bezitten, zoals Paulus dat onder andere verwoord in Romeinen 5, vers 1,2: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God.”
Hoe konden wij die vrede ontvangen? Het Bijbelse antwoord : omdat door het lijden en sterven van Jezus aan het kruis Gods straf over al onze schuld en ongerechtigheid op Jezus Christus is gelegd en wij door Zijn opstanding in genade aangenomen zijn als zijn kinderen!
Aan het kruis ontmoeten Gods trouw (Zijn beloften in zijn goedertierenheid) en waarheid elkaar. De waarheid is dat er geen vergeving mogelijk is zonder een offer als straf op de zonde. De goedheid en trouw is dat de Heere Jezus zelf dit offer wilde zijn.
Aan het kruis ontmoeten ook gerechtigheid en vrede elkaar. Gods gerechtigheid is dat ongerechtigheid (niet voldoen aan Gods normen, tegen zijn handelen ingaan) moet worden bestraft.
Gods vrede kan tot ons komen doordat de Heere Jezus die straf heeft gedragen. Zo kunnen we groeien in een vertrouwelijke relatie met God.