Blijdschap

Blijdschap

Verschillende keren roept de apostel Paulus in zijn brieven op tot blijdschap. Zoals bijvoorbeeld in de Fillippenzenbrief: "Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u" (hs. 4:4). Niet: zo nu en dan, maar altijd, dat is nogal wat. Gelukkig staat er iets bij: in de Heere!

Het is geenszins de bedoeling van de apostel de gelovigen een soort van menselijke blijdschap op te leggen, die zij zelf voortdurend in stand moeten houden. Dat gebeurt in de wereld wel! Er zijn mensen die een dik belegde boterham verdienen om in het theater of via televisie en radio anderen aan het lachen te brengen (en te houden). Voor hen is er geen werkloosheid, want mensen moeten (en willen) steeds weer opnieuw aan het lachen gebracht worden. En naarmate er in de wereld om ons heen meer ellende is, hebben mensen meer behoefte aan afleiding, ontspanning, vertier, etc.
Nu is er ook niets op tegen om te lachen en plezier te hebben. Maar de blijdschap waar Paulus over spreekt is van een geheel andere dimensie. Een oud lied (458 Joh. de H.) zegt:

Neem de wereld, geef mij Jezus,
wereldvreugd' gaat ras voorbij;
Maar de liefde van mijn Heiland,
Blijft voor eeuwig rijk en vrij.

Het gaat hier om hemelse vreugde, oftewel: de blijdschap van de Geest. Het gaat om de vreugde die voortvloeit uit de liefde van God en het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus. De blijdschap om te wandelen in gemeenschap met de levende God, als Zijn kinderen.

Blijdschap over het heil
David jubelt in Psalm 103:2-5 over wat de HEERE ook voor hem heeft bereid: "Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als die van een arend."
Als wij op ons laten inwerken wát God ons in Zijn genade geschonken heeft, dan worden wij blij. Het heil is niet met mate gegeven, maar in overvloed. Veel meer dan wij ooit zouden kunnen verlangen, heeft God ons bereid: “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben” (1 Kor. 2:9).
Als gelovigen mogen wij Hem prijzen voor de vergeving van al onze ongerechtigheden. Hij heeft de zonde met wortel en tak uitgeroeid, zodat wij in Christus een volkomen nieuw leven hebben ontvangen. Waren wij eerst zondaren in Adam, nu zijn we verloste kinderen van God in en door de Heere Jezus Christus. Paulus schrijft aan Timotheüs over het plan van God en de "... genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie …" (2 Tim. 1:9b en 10). Als wij het goed begrijpen dan heeft God dus reeds vóór het bestaan der wereld(en) genade gegeven, hetgeen eerst zichtbaar geworden is door de verschijning van Christus. En Paulus voegt er aan toe: "… waarvoor ik aangesteld ben als prediker, apostel en leraar van de heidenen" (vs. 11). Hij spreekt hier tamelijk exclusief over zijn bediening, en terecht, want aan hem is de "bedeling der genade Gods" gegeven (vgl. Efe. 3:2, Kol. 1:25 St. Vert.).

Het bijzondere van de tijd waarin wij leven is, dat God de overvloedige rijkdom van Zijn genade openbaart. Dat wil zeggen, dat ieder die gelooft, met Christus vereenzelvigd wordt en daarom alles ontvangt wat God in Christus heeft gegeven! De Gemeente wordt genoemd "het Lichaam van Christus" om die onlosmakelijke verbondenheid tot uitdrukking te brengen. Hoofd en lichaam zijn immers één, ja zelfs zó, dat de één niet volkomen is zonder de ander. Dat is ook wat Paulus bedoelt in Efeze 1:22-23: “En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” en Kolossenzen 2:9-10: “Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht." Onvoorstelbaar is het heil, dat God ons in Christus heeft geschonken, en dat is reden tot grote vreugde. Met Christus gekruisigd, begraven in Zijn dood, opgestaan en met Hem verhoogd: "Uw leven is met Christus verborgen in God" (Kol. 3:3). Die heerlijkheid bezitten wij (door de Heilige Geest) als een schat in aarden vaten.
Daarom klinkt het herhaaldelijk: Verblijd u in de Heere… Paulus weet, dat hij soms in herhaling valt, hij zegt dat ook aan het begin van hoofdstuk 3: "Verder, mijn broeders, verblijd u in de Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet onaangenaam en het geeft u zekerheid" (vs. 1). God wil, dat wij zeker zijn van Zijn zaak, opdat wij daarin vreugde zouden beleven. Daarom is herhaling belangrijk. Telkens weer bepaald te worden bij en verdiept te worden in dit heil. Petrus schrijft: "Deze tweede brief, geliefden, schrijf ik u nu. In beide wek ik door herinnering uw zuivere gezindheid op..." (2 Petr. 3:1). Inderdaad, wij moeten steeds weer herinnerd worden... om wakker te blijven in een zuivere gezindheid, een zuiver besef. Nehemia bemoedigde in zijn dagen de Israëlieten door het onderricht uit het Woord van God, en wekte hen op om het Loofhuttenfeest te vieren: “Wees niet bedroefd, want de vreugde van de HEERE, dat is uw kracht" (hs. 8:11). Inderdaad: blijdschap geeft kracht!

Blijdschap over het Woord
Het kan ons alleen maar grote vreugde schenken als wij bedenken wat God ons heeft bereid in Zijn heerlijke verlossingswerk. En als we Zijn Woord onderzoeken, worden we telkens weer bepaald bij Zijn grote daden. Daarom zegt de psalmist in Psalm 119: "Ik verblijd mij over Uw Woord als iemand die rijke buit vindt" (vs. 162 NBG ´51-vertaling).
Bijbelstudie is eigenlijk niets anders dan schatgraven. Als je gaat zoeken, ontdek je de ene schat na de andere. God heeft ons zijn Woord gegeven om ons te informeren aangaande Zichzelf en Zijn werken. Wij worden eigenlijk door God uitgenodigd om ingewijd te worden in Zijn geheimenissen. Wij bevinden ons daarmee in een bevoorrechte positie. Wat de wereld ons niet kan vertellen, dat zegt God in de Bijbel. Het inzicht dat wij ontvangen, door genade, en geleid door Gods Geest, kan niemand ons geven dan God alleen.
Daar is het God om te doen, dat we inzicht zouden krijgen in Wie Hij is en wat Hij doet. Dan zullen wij ook ontdekken wat Gods doel is in deze tijd, waarin wij leven, en wat Gods plan is met ons persoonlijk leven. We zullen zien wat God in de toekomst nog zal doen. We komen tot ontdekking dat God bezig is door de geschiedenis van deze wereld heen, Zijn heilsplan te volvoeren, totdat het einddoel is bereikt: de komst van de nieuwe hemelen en een nieuwe aarde (2 Petr. 3:13, Openb. 21:1 e.v.). Deze kennis schenkt ons grote vreugde.
God kwam en komt in alles tot Zijn doel en dat doel is in één woord samen te vatten: verheerlijking! Volmaakte vreugde dus. De schepping is tot Gods eer (vgl. Kol. 1:16) en er was vreugde toen zij tot stand kwam, zie Job 38:7. De verlossing is tot Gods eer en geeft vreugde aan engelen en mensen, zie bijvoorbeeld Lukas 15:7, 10 en Handelingen 13:48.
De voleinding van alle dingen zal de heerlijkheid volledig openbaren en dan zal de blijdschap volkomen zijn.

Blijdschap van de Geest
Die voleinding is nog toekomst (voor wat de openbaring ervan betreft). Nu, terwijl wij nog onderweg zijn, ontvangen wij reeds de voorsmaak van de eeuwige vreugde. Naarmate wij vol worden van de Geest, zal blijdschap onze harten vervullen. Paulus zegt: "Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen..." (Kol. 3:16). Door dat Woord worden wij steeds opnieuw bemoedigd: "Verblijd u altijd in de Heere". En die bemoediging hebben wij ook nodig, nietwaar? Immers, het leven op aarde is niet altijd vreugde en blijdschap. Integendeel, hoe vaak wordt onze vreugdezang niet verstoord door allerlei nare gebeurtenissen. Vervelende dingen, die op je af komen: zorgen, ziekte, pijn, verdriet, tegenstand en noem maar op. Nee, als wij afhankelijk zouden zijn van de omstandigheden in deze wereld dan zou het leven voor velen van ons weinig vreugde verschaffen. Daarom is het zo belangrijk te verstaan, dat het gaat om de blijdschap van de Geest. Dat is niet in de eerste plaats een uiterlijke zaak. Sommigen denken altijd maar te moeten lachen, omdat ze kinderen van God zijn: ‘...als Christen moet je blij zijn’. Er zijn echter omstandigheden waarin het lachen ons snel vergaat en we helemaal niet blij kunnen zijn! Mensen, wees nuchter, ook in deze dingen. Paulus schreef aan de Romeinen: “Laat de liefde ongeveinsd zijn” (Rom. 12:9) en vult dat aan met deze woorden, gericht aan Timotheüs: “En het doel van (alle) vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof” (1 Tim. 1:5 NBG-’51 vertaling). Ongeveinsd wil zeggen dat het echt is, authentiek, niet doen alsof. God wil geen toneelspelers, die naar buiten toe altijd maar lachen, ook als ze van binnen verscheurd worden door verdriet. God is de Waarheid en zoekt waarachtige aanbidders (Joh. 4:23).

Innerlijke geloofsvreugde
De blijdschap waar wij nu over spreken is vooral innerlijk. Het is de innerlijke zekerheid, hoe verdrietig je misschien ook bent door de omstandigheden, dat je van God bent. Dat Hij bij je is en meelijdt (vgl. ook Hebr. 4:15, 16). Dat Hij alle dingen doet medewerken ten goede. Onbegrijpelijk, maar waar! Dát is het voorrecht dat wij als Gods kinderen bezitten. Hoe ons leven ook verloopt, hoe diep het dal soms ook is, hoe donker het ook lijkt... er is altijd licht aan de horizon. Ons levenspad eindigt op de ´berg der verheerlijking´! De beklimming kan moeilijk zijn, vol gevaren, maar als wij eenmaal de top hebben bereikt, is er vreugde, grote vreugde.
Deze blijdschap rust op het geloof in de beloften van God. Paulus schrijft in Romeinen 8: "Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden" (vs. 18). Het lijden drukt soms zwaar op de weegschaal van ons leven, hoewel het een verdrukking is van een ogenblik (vgl. 2 Kor. 4:17). Straks zal de weegschaal helemaal doorslaan naar de andere kant: heerlijkheid. Wie dat werkelijk gaat verstaan, zal daaruit kracht kunnen putten om te verdragen, ja zelfs te roemen in zwakheden. De genade van God is zo groot, dat Paulus kan zeggen: "Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig" (2 Kor. 12:9, 10). Dit gaat ons verstand te boven en is vanuit menselijk oogpunt niet te begrijpen. Net zo min als wat Petrus schrijft: "Maar verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen" (1 Petr. 4:13). Is dat mogelijk? Kun je je verblijden te midden van het lijden? Ja, dat kan! Voor de mensen misschien onmogelijk, maar bij God kan dat. In het Oude Testament vinden we daarvan een voorbeeld in de profeet Jeremia. Hij worst wel ‘de wenende profeet’ genoemd. Hij moest tot Israël spreken namens God, maar dat werd hem niet in dank afgenomen door zijn volksgenoten. Integendeel, hij had zeer te lijden onder zijn bediening. Zozeer zelfs, dat hij de dag van zijn geboorte vervloekte! En toch… In Jeremia 15:16 lezen we: “Zodra Uw woorden gevonden werden, at ik ze op. Uw woord was mij tot vreugde en tot blijdschap in mijn hart, want Uw Naam is over mij uitgeroepen, HEERE, God van de legermachten.” (Foto: Michelangelo, Jeremiah; fresco, 1508–1512). Dat is dus het geheim, om in moeilijke tijden vooral Gods Woord te lezen (en te geloven!), dat geeft licht en uitzicht. Het lijden is op zichzelf geen pretje. Welnee, het kan soms veel pijn en verdriet teweegbrengen. Maar zelfs als wij met tranen zaaien, mogen wij erop rekenen, dat wij straks met gejuich zullen oogsten! Naarmate wij hier te maken krijgen met lijden (in welke vorm en hoeveelheid dan ook), de Heere zal ons nog veel meer zegenen met de overvloed van Zijn heerlijkheid. Daarom hoeven wij niet bedroefd te zijn, zoals andere mensen die geen hoop hebben. Ons verdriet is niet hopeloos, maar juist hoopvol! God maakt Zijn Woord waar en dat is onze troost. En die troost heeft Hij neergelegd in Zijn onwankelbare Woord en daar zijn we maar wat blij mee!

Tenslotte...
Paulus zegt in het vijfde vers van Filippenzen 4: "De Heere is nabij". Hij woont in ons door Zijn Geest. Hij is bij ons door Zijn Woord. Wij mogen leven in gemeenschap met Hem, in alle vrijheid en vreugde. Alles wat ons bezighoudt, mogen wij aan Hem bekendmaken (vergeet de dankzegging niet!): "… en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus" (vs. 7). Dat is de belofte die de Heer ons geeft: Al de weg leidt mij mijn Heiland, wat verlangt mijn ziel dan meer?

Wat blijft er na al deze dingen nog over? Wel, dit ene woord, zoals Paulus dat uitspreekt in vers 8 en 9: "Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn."
De apostel heeft ons, door Gods genade, in zijn leer en leven een voorbeeld nagelaten om na te volgen: "Wees met elkaar mijn navolgers, broeders, en houd het oog gericht op hen die zó wandelen, zoals u ons tot een voorbeeld hebt" (Fil. 3:17).
God heeft ons gered door het kostbare verlossingswerk. Hij heeft ons gemaakt tot Zijn kinderen, leden van het Lichaam van Christus. Hij heeft Zijn geheimenis bekendgemaakt en Zijn wil voor ons geopenbaard. Hij heeft ons de Bijbel gegeven als Zijn gezaghebbend Woord voor ons tot lering en onderwijzing (2 Tim. 3:16). Hij heeft Zijn bedoelingen voor deze tijd (deze ´bedeling´) neergelegd in de (late) brieven van Paulus. God heeft ons in het juiste spoor gezet... in dat spoor dan ook verder... met blijdschap!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'