Psalmen - Deel 8: Zijn volk, de schapen van Zijn weide (Ps. 100)

Psalmen

Deel 8: Zijn volk, de schapen van Zijn weide (Ps. 100)

Hoe veilig is het beeld dat ons werd geschilderd tijdens de zondagsschoollessen om een schaapje te mogen zijn van de Heere Jezus, onze goede Herder. We zongen (en zingen) ‘Jezus is de goede Herder... brengt mij veilig naar de stal!´ Is dit beeld echter wel in overeenstemming met Gods Woord?

Zijn wij als Gemeente inderdaad een ´schaapskudde´ die geleid wordt door de Herder? U vermoedt misschien het antwoord al: nee. Dat beeld wordt namelijk gebruikt voor de verhouding tussen God en Israël. Dat zien we ook terug in Psalm 100.

Ons uitgangspunt is: de hele Schrift is wel voor ons, maar gaat niet altijd over ons. En juist door dit onderscheidend Bijbellezen, kunnen we zorgvuldige toepassingen maken van gedeelten die niet in de eerste plaats over ‘ons’ gaan. Denk daarbij ook aan wat Jezus de twee Emmaüsgangers leerde: “Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem (geschreven) was” (Luk. 24:27). In de Bijbel gaat het niet in de eerste plaats om ons of om Israël, maar om God die Zich bekendgemaakt heeft in de Heere Jezus Christus. Dit uitgangspunt geldt ook bij het lezen van Psalm 100, die is opgebouwd uit twee coupletten. Schematisch ziet dat er zo uit:

   I. Aansporing tot aanbidding (vs. 1)
   Juich voor de HEERE, heel de aarde;
      Binnenkomst met zingen (vs. 2)
      dien de HEERE met blijdschap,
      kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang.
Verklaring: de Messias is (1) God, (2) Schepper en (3) Herder (vs. 3).
Weet dat (1) de HEERE God is;
(2) Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –
(3) Zijn volk en de schapen van Zijn weide. II. Binnenkomst met zingen (vs. 4) Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer, Zijn voorhoven met een lofzang; Aansporing tot aanbidding (vs. 4) loof Hem, prijs Zijn Naam. Verklaring: de Messias is (1) goed, (2) genadig en (3) trouw (vs. 5). Want (1) de HEERE is goed, (2) Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, (3) Zijn trouw van generatie op generatie.

Je zou bij deze Psalm de vraag kunnen stellen: Wat kunnen we leren over God die Zich in Christus heeft bekendgemaakt? Het antwoord vinden we in vers 3, gekoppeld aan vers 5. Als God is Hij goed, als Schepper is Hij genadig en als Herder is Hij trouw. De eigenschappen: goed, genadig en trouw horen ook bij de Messias.
Psalm 100 de laatste van de groep 95-100 in het vierde psalmenboek. Alle psalmen samen vormen vijf boeken die corresponderen met de eerste vijf boeken van de Bijbel, Genesis tot Deuteronomium. Het vierde psalmenboek correspondeert met het boek Numeri, dat in de oorspronkelijke tekst het boek is van de wildernis, de woestijn.

Herder en Koning

In Numeri is Israël op weg naar het beloofde land, zoals in de toekomst het bekeerde Israël het land mag gaan bewonen en de Heere aanbidden in de tempel. De gelovigen worden aangespoord daar naar uit te kijken. Want zij zullen dan opnieuw Gods volk zijn (Hebr.: Ammi: mijn volk, i.t.t. tot Lo-Ammi; niet-mijn volk. Zie o.a. Hos. 2:22 en Rom. 9:25). Dit volk zal één kudde vormen; het volk van Zijn weide, de schapen van Zijn hand (Ps. 95:7). Dat is het vandaag niet. Door het collectieve ongeloof is Israël vandaag ‘Lo-ammi’, niet-mijn volk. Dat zal echter niet zo blijven. Als God zich weer over hen zal ontfermen, omdat ze Hem zullen aanroepen in hun benauwdheid, zal hij Zijn dienaar, de ene Herder, de Messias, de Zoon van David, over hen aanstellen. Die zal hen weiden. Hij zal hun Herder zijn en ook hun Koning. Zoals David eens een herder was en koning werd, zo zal de Messias hun Herder/Koning zijn. Ezechiël 34 wordt dan vervuld. Vers 30 en 31 kunnen we verbinden met Psalm 100: “Dan zullen ze weten dat Ik, de HEERE, hun God, met ze ben, en dat ze Mijn volk zijn, het huis van Israël, spreekt de Heere HEERE. En u, Mijn schapen, schapen van Mijn weide, u bent mens, maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE”.

Twaalf stammen

De Messias zal Herder/Koning zijn over heel het volk, twaalf stammen. Deze twaalf stammen had de Heere Jezus op het oog, toen Hij zei: “Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder” (Joh. 10:16). Het woord dat de Heere Jezus hier voor ‘andere’ gebruikt, betekent ‘andere van dezelfde soort’. De andere schapen zijn dan: ‘niet van deze stal’ (de twee stammen) maar wel van dezelfde soort (Gods volk), dus: de tien stammen. De Heere Jezus openbaart Zich als de goede Herder (i.t.t. tot de verkeerde herders van Ezechiël 34:1-10) aan de twee stammen, Juda en Benjamin, het Israël dat uit de Babylonische ballingschap was teruggekeerd. De tien stammen die over de aarde zijn verstrooid door de Assyrische ballingschap zijn nog niet teruggekeerd naar het land. God zal uiteindelijk in de wederkomst (Gr. ‘parousia’ = de toekomstige aanwezigheid van Christus op aarde) de gelovigen uit de twee en de tien stammen samenbrengen en maken tot één kudde, één volk. Zoals Ezechiël 37 profeteert over de toekomstige hereniging van Israël en Juda met het beeld van twee stukken hout, die aan elkaar moeten worden gevoegd tot één geheel (vs. 15-23). Lees maar eens de slotwoorden in Ezechiël 37:23-28. Deze profetie sluit dus nauw aan bij Psalm 100.

Schaapskudde

Steeds als we in de Schrift lezen over ‘de kudde, de goede Herder, de schapen die Hij weidt, etc., dan heeft dat betrekking op de verhouding tussen God en Zijn volk Israël en niet op de relatie tussen Christus en Zijn gemeente. Vaak worden beelden als ´bruid´ of ´schaapskudde´ gebruikt om de Gemeente te omschrijven. Daar zit ook iets achter dat we niet zo snel opmerken, namelijk de gedachte dat Israël niet meer meetelt in Gods plan en dat de Gemeente die plaats heeft ingenomen. De Schrift laat ons echter zien, dat dit niet juist is, hoewel dergelijke beelden het goed doen onder christenen. Het beeld van de Gemeente als bruid sluit aan op onze behoefte aan het ervaren van de grote liefde van Christus die Zich voor ons heeft overgegeven. Het beeld van de Gemeente als kudde schapen sluit aan op onze behoefte aan veiligheid en geborgenheid. Als wij ‘veilig in de stal zijn’, zoals het kinderlied zegt, hoeven wij nergens bang voor te zijn. De Heere Jezus houdt immers de wacht over Zijn kudde. Als wij echter Johannes 10 goed lezen, gaat het daar juist om de schapen die uit de stal moet gaan om leven en overvloed te vinden in de groene weiden (vs. 9). Zo sluipen van jongs af aan beelden binnen, die het later moeilijk maken de Schrift goed te verstaan.

Gods goedheid

Terug naar Psalm 100. We lezen over de poorten van de Heere God en Zijn voorhoven (vs. 4). Zo worden onze gedachten bepaald bij de (toekomstige) tempel van God, het heiligdom waarover Ezechiël 37:26-28 spreekt. Ik las over Psalm 100 het volgende commentaar:

´Lofprijzing is de poort naar Gods aanwezigheid. Het is de weg om zijn poorten binnen te gaan en in zijn voorhoven te komen. Ten eerste omdat de Heer goed is. Ten tweede omdat Zijn genade duurt voor eeuwig. En ten derde omdat Zijn waarheid blijft standhouden in alle generaties. Deze uitleg van Psalm 100 blijft altijd waar, wat er ook gebeurt. Als je binnen de muren wilt komen, ga dan door de poort, want dat is de enige toegang tot de stad van God, die zo prachtig wordt bezongen in Psalm 48. Er is geen andere plaats waar je als kind van God kunt wonen´.

Dit is geen uitleg, maar een toepassing voor de gelovigen vandaag, waarbij we ons ook nog kunnen afvragen of die correct is. Let op de vergeestelijking. De lofprijzing is ‘de poort naar Gods aanwezigheid’. De tempel wordt ‘de stad van God’, waar we mogen komen door lofprijzing, want zo komen we binnen de muren van Gods aanwezigheid.

Paulus leert echter dat we altijd in Gods aanwezigheid mogen zijn, door het werk van Gods Geest: “Door Hem (= Christus) hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader” (Efe. 2:18). Het woord ‘hebben’ betekent dat dit een feit is dat altijd van kracht is. Dit is de bijzondere positie waarin Gods kinderen als leden van de Gemeente, het Lichaam van Christus, mogen zijn.
Deze positie is niet aan te tasten door omstandigheden, door aanvallen van de tegenstander van God en ook niet door onze zonden. Deze positie is uit genade; de trouw en de goedheid van God mogen daarin worden ervaren. Als we dan een toepassing maken van Psalm 100 naar onze tijd, mogen we inzoomen op de prachtige eigenschappen van God die onveranderlijk zijn:
* In Gods genade zijn wij veilig, ondanks ons zondigen, omdat we door die genade verlost zijn1. * In Gods goedheid zijn wij veilig, ondanks onze verdrietige, moeilijke, zware en teleurstellende omstandigheden, omdat Hij beloofd heeft dat alles zal “medewerken ten goede voor wie Hem liefhebben” (Rom. 8:28).
* In Gods trouw zijn wij veilig, omdat die trouw het mogelijk maakt dat wij innig met de Vader verbonden zijn. Als wij dat beseffen, gaan wij ‘jubelen en juichen voor de HEERE’, want ‘Hij is goed, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig’!

Voetnoot:
Letterlijk staat er in Rom 7:24,25: Ik ellendig mens, wat (niet Wie) zal ons verlossen uit dit lichaam des doods; genade van God (niet Gode zij dank) door onze Here Jezus Christus.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'