Boaz en Ruth

Boaz en Ruth

Als Ruth samen met haar schoonmoeder Naomi berooid en totaal verarmd weer terugkomt in Bethlehem, heeft de Heere God voorzien in een losser om haar te redden, vrij te kopen, te onderhouden en de familienaam in stand te houden. God heeft van te voren overal aan gedacht!

Hongersnood in het broodhuis

Wat een dramatiek in het leven van Naomi en haar man Elimelech. Het gebeurde allemaal in de tijd van de richters ongeveer 1300 jaar voor Christus. Naomi is met haar gezin naar het buitenland gevlucht wegens hongersnood in het land Israël. Ze woonde met haar man Elimelech nota bene in Bethlehem wat broodhuis betekent.
Maar er was geen brood meer. Het land, vloeiende van melk en honing, was opgedroogd: geen melk, geen honing, geen brood. God had de regen doen ophouden en de groei van de gewassen was gestopt. Zo had God het toegezegd en zo is het gegaan: “Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u; het leven en de dood heb Ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven opdat u leeft, u en uw nageslacht” (Deut. 30:19). Maar het volk had de verkeerde keuze gemaakt en God stuurde vijandige volken die de oogst vernielden of roofden. Het volk zuchtte en God liet Zich vermurwen en stuurde richters om e.e.a. weer recht te zetten.
Dat ging steeds gepaard met grote wonderen van Gods kant, maar de indruk die het op het volk maakte ebde gauw weer weg en dan begon alle ellende weer opnieuw. Gevolg: Naomi en Elimelech trokken naar Moab, weg uit dat eens zo overvloeiende land.

De betekenis der namen

Het begon allemaal mooi. Naomi betekent: lieflijkheid en Elimelech: God is Koning. Als ze hun twee zonen krijgen, gaat het al niet meer zo goed in Israël. De oudste noemen ze Machlon: ziekte, en de andere Chiljon: wegkwijnen of ruïne.
Ook dat lag in de lijn van Gods beloften. Enerzijds beloofde God volkomen gezondheid (zie Deut. 7:15). Anderzijds lezen we in Deuteronomium 8:19 dat ze zouden omkomen als ze de HEERE zouden vergeten en andere goden zouden dienen: “Zoals de heidenen die de Heere van voor uw ogen uitgeroeid heeft, zo zult u dan ook zelf omkomen, omdat u de stem van de Heere, uw God, niet gehoorzaam bent geweest”.
God is consequent in het één alsook in het ander, maar een straf is bij God altijd tijdelijk. De ballingschap van Juda was tijdelijk en ook de tien stammen, die al eeuwen in de volken verborgen zijn, zal God Zelf weer tevoorschijn roepen (Ezech. 20:34-40 en Hos. 6:1-3).

Vluchten naar Moab

Naomi en Elimelech vluchten naar het land Moab om te overleven met hun beide zonen. Dit land ligt oostelijk van de Dode Zee en de naam Moab betekent: land of water van de Vader. Hun beide zonen vinden in Moab een vrouw. Machlon, de oudste, trouwt met Ruth en die naam betekent: vriendelijk. De tweede zoon trouwt met Orpa: jong hert. Het was de Israëlieten weliswaar volgens Deuteronomium 7:3 verboden met Kanaänitische vrouwen te trouwen, maar dat verbod gold niet voor Moabitische vrouwen. Maar ook in Moab gaat het niet goed, want Naomi verliest in den vreemde binnen tien jaar haar man en haar twee volwassen zonen.

Goed gerucht

Naomi komt ter ore dat de Heere weer heeft omgezien naar Zijn volk en dat er weer te eten is in haar vaderland. Ze hecht geloof aan wat zo hoort en verlaat alles wat ze in Moab heeft en gaat met beide schoondochters op weg, terug naar Bethlehem.
Onderweg komt het tot een gesprek en Naomi adviseert haar schoondochters terug te keren naar Moab. Orpa doet dat ook, maar Ruth gaat met Naomi mee naar Israël.
De basis van haar gedachten zijn zeer goed: “Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God” (Ruth 1:16). Wat een dijk van een meid en wat een wijs besluit om de God van Israël te vertrouwen en te volgen. Dat kan niet anders dan goed gaan. Laten we bij het lezen van deze woorden vooral niet vergeten, dat Gods beloften aan Israël steeds aards van karakter zijn: de vroege en late regen, gezondheid en voorspoed, e.d. Gods zegeningen voor de Gemeente, het Lichaam van Christus, zijn echter hemels van aard volgens Efeziërs 1:3.

Terug naar Bethlehem

Dan komen Naomi en Ruth terug in het stadje Bethlehem. De hele stad raakt in rep en roer. De mensen daar herkennen haar nauwelijks en vragen zich af: ´Is dit Naomi?´ Maar Naomi zegt tegen hen: “Noem mij niet Naomi, noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan”. Zo komt ze weer in haar geboorteland en -stad aan het begin van de gersteoogst. Er is dus weer wat te oogsten. God had weer zon en regen gegeven wat alles deed groeien en bloeien.

De wet op het lossen van eigendom

Leviticus 25:25 zegt: “Wanneer uw broeder in armoede raakt en een deel van zijn bezit moet verkopen, dan moet zijn losser komen die nauw aan hem verwant is, en vrijkopen wat zijn broeder heeft verkocht”. Zo was het door God bij wet geregeld. Er was echter één bijzondere clausule in deze wetgeving en dat is die van het jubeljaar. Eens in de vijftig jaar was er een jubeljaar en dan kwamen alle verkochte landerijen weer -gratis- terug aan de oorspronkelijke eigenaar. Wat een wijs besluit van God om dit zo te regelen. Zo bleef het erfdeel dus uiteindelijk steeds familiebezit en konden niet een paar rijken zich steeds maar verrijken en stukken land blijven opkopen.

De wet op het zwagerhuwelijk

God had voorzien in een wet op het zwagerhuwelijk zoals beschreven in Deuteronomium 25:5-10. Deze wet schrijft voor, dat een zwager de vrouw van de overledene moet huwen om het geslacht en de familienaam in stand te houden.
De eerste zoon uit zo´n huwelijk geboren, zou dan ook de familienaam van de overledene dragen. Kiest deze losser niet voor dit huwelijk of kan hij het niet wegens omstandigheden, dan kan een volgende losser zijn verplichtingen op zich nemen. Er staat nadrukkelijk bij dat de weduwe niet buiten de familie mag trouwen met iemand anders.

Er is dus hoop voor Naomi en Ruth. Gelukkig is er een bloedverwant van haar overleden man die vermogend is en hij kan Naomi helpen door haar familie-eigendom te kopen; het tij lijkt te keren. God had in Zijn wijsheid dus meerdere mogelijkheden geschapen als er armoede was of ziekte met dodelijke afloop in de familie. Het hele sociale systeem zoals God in Zijn Woord heeft laten vastleggen en ook het economische systeem met sabbatsjaren en jubeljaren getuigen van een alles overtreffende wijsheid en liefde voor Zijn volk.
God heeft van te voren overal aan gedacht. Hij geeft grote voorspoed bij gehoorzaamheid, maar bij afgoderij straft Hij en kan er tijdelijk honger en ziekte komen. Maar ook in die omstandigheden voorziet God in Zijn liefde om Zijn mensen bij te staan: “God neemt het leven echter niet weg, maar denkt plannen uit zodat de verstotene niet van Hem verstoten blijft” (2 Sam.14:14b).
Dit soort uitspraken karakteriseren Gods liefde en grootheid. Hij denkt plannen uit om het verstotene te redden.
Zo kennen wij Hem toch ook. De plannen voor ons heeft Hij al gemaakt vóór de grondlegging der wereld. Ook wij waren eens verstoten en de Bijbel noemt dat in Efeziërs 2, vers 1: “Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en zonden…”. God beschouwt dus mensen die niet in gemeenschap met Hem leven als dood.
Maar Efeziërs 2:4 komt met schitterende verlossende woorden: “Maar God die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus”.
Wat heerlijk om deze woorden te mogen koesteren.

Boaz

Als Naomi en Ruth berooid en totaal verarmd weer terug komen in Bethlehem, heeft God dus voorzien in wetten om te redden, vrij te kopen; te onderhouden en de familienaam in stand te houden.
Zo is onze God. Er is altijd hoop, er zijn altijd positieve vooruitzichten. God had zelfs in een wet voorzien die het mogelijk maakte om restjes koren te verzamelen voor mensen die niets meer hebben. Ook dit was bij wet vastgelegd (zie Lev. 19:9). Ruth, de vreemdelinge, gaat dus restjes oprapen om in leven te kunnen blijven, samen met haar schoonmoeder. Het was voorjaar en de gersteoogst was gaande, dat kwam dus goed uit.

Ruth 2, vers 3: “Het overkwam haar dat zij op een deel van de akker van Boaz terecht kwam”. Boaz verzamelt informatie bij zijn voorman en neemt zijn plaats als bloedverwant in. Hij is de ‘losser’ en dat is in de Hebreeuwse taal precies hetzelfde woord als ´verlosser´!
Het gaat hier om een speciale manier van verlossen, namelijk door te kopen. Hetgeen moet worden verlost, moet in eigendom worden verkregen. Verlossen door kopen dus. Net zoals gezegd wordt in Galaten 3, vers 13: “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder die aan een hout hangt”.
Maar… er blijkt nóg een bloedverwant van Elimelech te zijn die zelfs nader staat dan Boaz. Zo zijn er dus twee (ver)lossers…?!

Er is nog een andere losser

Deze niet bij name genoemde Losser kan en wil het land van Elimelech wel kopen, maar kan niet ook met Ruth, de Moabitische, trouwen volgens Ruth 4, vers 6: “Ik kan het voor mij niet lossen, anders zou ik mijn erfelijk bezit te gronde richten”. Alles wordt in de stadspoort besproken en beklonken met het stadsbestuur.
Wat een schitterende beelden zitten hierin verwerkt. Ieder mens heeft immers een Verlosser nodig. En hier is er één beschikbaar: Boaz die rijk en vermogend is en vol goede wil. Zijn naam betekent: In Hem is kracht.
Naomi heeft veel vertrouwen in Boaz want ze zegt in Ruth 3, vers 18: “Ga rustig zitten mijn dochter, tot je weet hoe de zaak uit zal vallen, want die man zal niet rusten, voordat hij vandaag nog deze zaak tot een einde heeft gebracht”. Vandaag nog!
Boaz is hierin een prachtig beeld van Christus Jezus, de Gezalfde, door de Vader gezonden in eerste instantie om Zijn volk te verlossen. Maar ook berooiden uit Moab die zeggen: Uw God is mijn God. En waar werd Christus Jezus geboren? Precies, in het broodhuis Bethlehem.

Zijn er dan twee Lossers?

Naar mijn inzicht gaat hier in overdrachtelijke betekenis niet over twee verschillende lossers, maar om één Verlosser die twee keer komt. Er is volgens Handelingen 4:12 onder de mensen maar één Naam gegeven waardoor een mens zalig kan worden en dat is de naam van Christus Jezus, de Verlosser.
Hij kwam om het Koninkrijk op te richten op aarde en Koning te worden, maar Hij eindigde aan het kruis op Golgotha.
Maar Hij komt nogmaals en zal Zijn voeten zetten op de Olijfberg (Zach. 14:3-5). In Micha 5:1 staat: “En u, Bethlehem-Efrata, al bent u klein onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voorkomen Die een Heerser zal zijn in Israël”.
Een prachtige profetie. De Heere Jezus is inderdaad in Bethlehem geboren, maar heerste nog niet zoals Hij dat uiteindelijk wel zal doen als Hij de tweede keer komt met macht en majesteit. Zacharia 12:8 zegt: “Op die dag zal de Heere de inwoners van Jeruzalem beschermen”. En vers 9: “Op die dag zal het gebeuren dat Ik alle heidenvolken die tegen Jeruzalem oprukken, zal willen wegvagen”.
God gaat optreden op grootse wijze; alle profetieën zullen bewaarheid worden en worden uitgevoerd door God Zelf met sterke hand, zoals we Hem ook kennen.
Dan zal er ook weer een Koning op de troon van David zitten zoals we lezen in Jeremia 33, vers 17: “Want zo zegt de Heere: Aan David zal het niet aan een man ontbreken die op de troon van het huis van Israël zit”.
Vandaag de dag zit er al jaren geen koning meer op de troon van David. God heeft de klok van Israël destijds (tijdelijk) stopgezet; het volk werd Lo-Ammi (´Niet-Mijn-volk´ - zie Hosea 1:9) en deze status is tot op heden nog niet herroepen door God.
En we zien dat ook in de praktijk in het Midden-Oosten. Het kleine landje stroomt zeker niet over van melk en honing. Er is een enorm waterprobleem en met veel irrigatie-technologie weet men gedeelten van vroegere woestijngrond vruchtbaar te maken, maar het is nog geen schaduw van een bloeiende woestijn die God belooft: “De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos”, zegt Jesaja 35:1. En vers 6b: “Want in de woestijn zullen wateren zich een weg banen en beken in de wildernis. Het dorre land zal tot een waterpoel worden”.
Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van wat er gaat gebeuren als de Verlosser voor de tweede keer komt voor Zijn volk Israël en de wereld. En zo komt alles goed, ook met Naomi en Ruth, de Moabitische. De Verlosser neemt Zijn verantwoordelijkheid en laat er geen gras over groeien.

Het merkwaardige doet zich voor dat de eerste losser heel nadrukkelijk niet bij name genoemd wordt, hoewel Boaz hem gewoon kent en weet dat hij de eerste bloedverwant is. Om deze losser aan te duiden wordt er in de grondtaal een woord gebruikt dat maar drie keer voor komt in het hele Oude Testament en dat kun je beste vertalen met: ‘die en die’ of ‘zo en zo’: “Kom eens hier en ga hier zitten, u daar, hoe u ook heet” (Ruth 4:1). De oude Statenvertaling zegt: “Gij zulk één”.
Natuurlijk heeft de man wel een naam gehand, maar als die nadrukkelijk niet wordt genoemd, moet er toch bij ons wel een lampje gaan branden.
Overdrachtelijk gesproken is er natuurlijk één Verlosser, maar Die komt wel twee keer.
Destijds was het: “Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend” en: “Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen” (Joh. 1:10 en 11). Hij was de Verlosser waar de Joden niet op zaten te wachten. Zij hadden een Koning in gedachten die het Koninkrijk zou herstellen (Hand. 1:6). Maar Hij voer na Zijn verlossend werk ten hemel en liet de discipelen in het ongewisse. Je zou kunnen zeggen: Hij was een Losser zonder naam …
Eén ding is zeker: Gods verlossingswerk is nog niet af. Dat zal in de toekomst gebeuren.

Tussentijd

En wij, in deze tussenliggende genadeperiode, kunnen de situatie achteraf overzien. Wij hebben een complete Bijbel. Alles is gezegd en te Boek gesteld. De laatste schitterende openbaring wordt aan Paulus gegund, nadat hij uitputtend gedurende heel Handelingen de Joden had gezocht in de wereld rondom de Middellandse Zee. Toen de weigering der Joden definitief bleek (Hand. 28) , kwam God met een alles overtreffend nieuw onderdeel van Zijn heilsplan, dat Hij al die voorgaande eeuwen voor Zichzelf gehouden had.
Als God geen nieuw programma van genade geopenbaard had toen Zijn plan met Israël werd onderbroken, dan hadden wij vandaag nog gestaan waar de heidenen stonden destijds: “…vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld” (Efe. 2:12).
Als Israël als volk en natie nog zou hebben bestaan, was er nog een lichtpuntje voor heidenen geweest. Dan hadden ze nog geënt kunnen worden in de edele olijfboom en zo deel kunnen krijgen aan de saprijke wortel (Rom. 11:17-24) die een beeld is van de aardse zegeningen voor Israël.
Maar toen de Joden de Messias afwezen en niet erkenden, heeft God het volk terzijde gesteld. De verharding van Israël heeft een einde gemaakt aan het bestaan van die olijfboom. Crisis dus!
Hoe zal nu ooit Gods heil de volkeren kunnen bereiken? Hoe nu verder? Maar dan wordt precies op Zijn tijd het verlossende geheimenis geopenbaard. Iedereen kan nu een zucht van verlichting slaken. Jood en heiden mogen zich nu rechtstreeks wenden tot God, Die in Zijn onpeilbare liefde de grote Verlosser zond. God had al vóór de grondlegging der wereld die plannen uitgedacht “zodat de verstotene niet van Hem verstoten blijft”. Wie had dat ooit kunnen denken?
En dat is dan nog maar het begin! Want voor de gelovige volgt er door Gods alles overtreffende kracht verzegeling met de Heilige Geest en overplaatsing naar de hemel in Christus. Dan mogen al die verlosten zich de zegeningen en beloften van God toeëigenen.
Zij kunnen zich dagelijks vol eten met het voedsel: Zijn Woord, en samen genieten van Zijn liefde. Zij hoeven geen restjes op te rapen, er is overvloed!

Huwelijk

Inderdaad komt het tot een huwelijk tussen Boaz en Ruth, de Moabitische. De vrouwen van Bethlehem zijn er ook blij om en zeggen tegen Naomi: “Gelooft zij de Heere, Die niet heeft nagelaten om u vandaag een losser te geven. Moge zijn naam beroemd worden in Israël”(Ruth 4:14). En zo zal de Naam van de ware Verlosser, de Meerdere van Boaz, beroemd wordt in Israël, zo lezen we bijvoorbeeld in Hosea 6:1-3 (vgl. Zach. 14:9).
En Naomi wordt oma; wie had dat ooit gedacht. De Heere schonk Ruth zwangerschap! Ze ‘namen’ geen kinderen, maar de Heere ‘schonk’ en ook de buurvrouwen zijn enthousiast en geven de kleine de naam Obed en dat betekent: Dienstknecht. Zij zeggen: “Hij zal er voor u zijn om u te verkwikken en u in uw ouderdom te onderhouden” (Ruth 4:15). “En Naomi nam het kind en zette het op haar schoot. En zij werd zijn verzorgster” (vs. 16). Wat een contrast met haar situatie van een jaar daarvoor.

Obed draagt dus de familienaam van Elimelech; zo blijft deze in stand. Prachtig om in het geslachtsregister van de Heere Jezus in Mattheüs 1 ook deze namen tegen te komen. Gewone mensen, geboren onder bijzondere omstandigheden onder nadrukkelijke regie van de Allerhoogste. En deze kleine Obed blijkt later de vader van Isaï, de vader van David, te worden en de Zoon van David is: Jezus de Christus.
En zoals het huwelijk tussen Elimelech en Naomi het verbond van God met het ´oude´ Israël typeert, zo is het huwelijk tussen Boaz en Ruth een beeld van de relatie van de Heere met Israël in het nieuwe verbond. Er komt een bruiloft in de toekomst; de HEERE neemt Israël weer tot vrouw: “Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de Heere kennen” (Hos. 2:18). Zo komt het meer dan goed met Israël. God heeft van te voren overal aan gedacht. Wat een God is Hij!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'