Het hoofdschap van Christus - Deel 1

Het hoofdschap van Christus

Deel 1

De Bijbel, het Woord van God, spreekt over twee boodschappen, twee evangeliën, die elk gedurende een bepaalde tijd geldig zijn. Voor beide tijden geldt: er is geen ander evangelie. In de volheid van deze tijden zal alles weer in Christus bijeengebracht worden, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is.

De (eerste) boodschap vanaf Abraham
De eerste boodschap geldt vanaf Abraham, voor hem en zijn nageslacht, één volk, en, volgens de belofte, uiteindelijk voor alle volken, met aardse zegen, één gezegende aarde, na de vloek ten gevolge van de zondeval van Adam en Eva, waarin de gehele mensheid begrepen is. Deze boodschap brengt ons bij de zevende dag van duizend jaar van de aarde, de sabbat van de aarde. Op die dag is de aarde verlost van de zonde. Er zal gerechtigheid en vrede zijn.

In de volheid van tijd (van deze boodschap) is Christus gekomen als mens, slechts tot Zijn volk Israël, met de boodschap: bekeert u want het koninkrijk van de hemelen is nabij gekomen. We lezen daarover in Galaten 4:3 en 4: “Maar toen de volheid van tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw (Maria, type van Israël - AJ), geboren onder de wet, om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen (letterlijk staat hier: “de Zoonplaats”, zie later bij Efeze 1:5 - AJ) zouden krijgen”. Israël heeft Hem, hun toekomstige Koning, verworpen, en Hij is gedood. Echter, Zijn dood betekende de verlossing van de zonden van Israël, en van de gehele wereld.
Na Zijn dood en opstanding heeft Hij Zijn twaalf apostelen opdracht gegeven met dezelfde boodschap, nog steeds slechts tot Israël, verder te gaan. Israël als volk bleef volharden in ongeloof, ook toen na het visioen van Petrus (Hand. 10) de boodschap van Godswege eveneens tot de heidenen gericht moest worden om Israël tot jaloersheid te bewegen. Israël bleef volharden in ongeloof. Aan het einde van de Handelingenperiode bracht Paulus in Rome, waar hij als gevangene op aanklacht van de Joden voor de keizer gebracht zou worden, aan de vooraanstaande Joden voor de laatste maal de boodschap aangaande Jezus uit de wet en de profeten, en trachtte hij hen te bewegen tot het geloof in Jezus. Zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen, nadat Paulus gezegd had dat voor Israël de welaangename tijd voor het aannemen van de boodschap nu voorbij was. Paulus deed dit met de woorden van Jesaja dat zij horende doof en ziende blind zouden zijn (Hand. 28). Daardoor is de vervulling van de eerste boodschap voorlopig onmogelijk geworden. De komst van het koninkrijk van de hemelen is uitgesteld. 

De boodschap van het koninkrijk van de hemelen, het rijk van gerechtigheid en vrede op een gezegende aarde, aardse zegen, is beschreven in de Schriften die er tot op dat moment waren: Dit zijn alle boeken van de Bijbel behalve de zeven late brieven van Paulus. Deze woorden van God, zoals Paulus schreef: toevertrouwd aan Israël, zijn op dat moment in Rome verzegeld geworden wat de boodschap betreft: de vervulling is tot nader order uitgesteld doch is en blijft vast verankerd in Gods plan. De boodschap was in verregaande staat van vervulling: eerst slechts gericht tot Israël, vervolgens vanaf het visioen van Petrus in Handelingen 10 ook aan de overige volken, algemeen vastgesteld in het apostelconvent in Handelingen 15, en vervolgens ook gepredikt aan de overige volken. Het wachten is nog op de bekering van Israël in de tijd van het einde. De woorden van Hosea zijn daar duidelijk over. Aan het einde van “twee dagen” zegt Israël: “Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE, want Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen (als we over genezing spreken, gaat het in eerste instantie over het genezen van Israël, en vervolgens over het genezen van de gehele wereld - AJ); Hij heeft geslagen, maar Hij zal ons verbinden. Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan. Dan zullen wij voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen er naar jagen de HEERE te kennen! Zijn verschijning staat vast als de dageraad. Ja, Hij komt naar ons toe als de regen, als de late regen, die het land natmaakt” (Hos. 6:1-3). In die tijd zal ook de verkondiging van de boodschap van het koninkrijk weer plaats vinden, culminerend in de wederkomst van Christus, de Koning. Tot Daniël is reeds gezegd: “Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim (verborgen) en verzegeld tot de tijd van het einde” (12:9). De laatste woorden tot hem waren: “Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en u zult opstaan in uw bestemming, aan het einde van de dagen”, dat is het begin van de zevende dag van duizend jaar, bij de komst van Christus,12:13). Openbaring 5-10 spreekt over de toekomstige opening van de verzegelde boekrol.

De (tweede) boodschap vanaf Paulus
Hoe zal het verder gaan? Paulus heeft bij eerder genoemde gelegenheid in Rome aan de Joden aldaar de nieuwe zending van Christus bekend gemaakt, volgens Handelingen 28:28. Daarin wordt gesproken over de zending aan de volken van de zaligheid van God, die de oude Simeon reeds gezien heeft in de pasgeboren Jezus in zijn armen, in mensengedaante. In Handelingen 28:28 is de zaligheid van God echter de opgestane en verhoogde Christus, weer in de macht van God gesteld, en God is Geest. Het zal dan bij de nieuwe boodschap over geestelijke dingen gaan. Alleen Paulus heeft de opdracht ontvangen de hierbij behorende boodschap, tot op dat moment verborgen gebleven in God Zelf, op Schrift te stellen. Dit heeft hij gedaan in zijn zeven brieven geschreven na de Handelingentijd: Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, 1 en 2 Timotheüs, Titus en Filemon, de zogenoemde ‘late brieven’ van Paulus. In deze brieven heeft Paulus naar de hem gegeven opdracht de woorden van God bekendgemaakt die gelden voor deze (tussen)tijd. Het is een totaal nieuwe boodschap, en het gaat over een nieuwe schepping: een nieuw evangelie. Deze nieuwe dingen waren tot op het moment van openbaren verborgen gebleven in God Zelf, en het gaat in deze boodschap ook over verborgen, onzichtbare dingen. Er is niets te zien: geen zichtbare, aardse zegeningen zoals bij de boodschap voor Israël, maar onzichtbare, allesovertreffende, hemelse zegeningen. De boodschap van nu heet dan ook: het evangelie van het geheimenis (of: de verborgenheid), nl. dat wat tot dan toe verborgen was gebleven in God, de Schepper. Het is een boodschap alleen om te horen, zoals is aangegeven in de proclamatie van Paulus in Handelingen 28, vers 28: “Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren.”
Abraham geloofde God voor wat betreft de tot hem gerichte boodschap, en Hij rekende hem dat tot gerechtigheid (Gen. 15:6). Voor ons geldt hetzelfde met betrekking tot ons geloven van de boodschap voor deze tijd, door Paulus verkondigd in zijn zeven late brieven. Er is nu geen ander evangelie. Foto: Paulus-beeld bij St. Ulrichkerk in Gröden.

De nieuwe boodschap en de afloop
Een samenvatting van de nieuwe boodschap is gegeven in Efeze 1:1-14. Deze nieuwe openbaring van God komt van Paulus en is gericht tot de heiligen en gelovigen die er op dat moment waren, en die daarna toegebracht zouden worden: gelovigen uit Israël en de overige volken, met Israël als volk vanaf dat moment niet meer in de voorrangspositie. Deze beide groepen brengt God samen in één nieuwe schepping (Efe. 2:14). Wat God samenvoegt mogen wij derhalve niet scheiden. Het is goed om de woorden van Efeze 1:1-14 nauwkeurig te lezen, onderscheiden van de eerste boodschap vanaf Abraham. In de praktijk is die (eerste) boodschap in feite de norm gebleven voor het ‘christelijk geloof’ nu, terwijl de boodschap van en in de late brieven van Paulus juist de basis had moeten vormen voor het geloof in deze tijd, en daarom nu onze aandacht verdient. Daarop mogen we nu amen zeggen!
De beginwoorden luiden: “Paulus, een apostel van Jezus Christus door de wil van God, aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus die in Efeze zijn: genade zij u en vrede van God, de Vader, en van de Heere Jezus Christus” (Efe. 1:1 en 2).
Dit zijn de beginwoorden van God, van Zijn boodschap voor deze tijd! Laten we onze oren spitsen. God richt Zich nu alleen op ons gehoor, volgens de bekendmaking van Paulus in Handelingen 28:28, en niet ook op onze ogen (= de zichtbare dingen), zoals dat wel het geval was bij de boodschap vanaf Abraham.
Het eerste woord in de Efezebrief is “Paulus”. Alleen hij is door God uitgekozen om Zijn boodschap voor deze tijd te openbaren en bekend te maken. De betekenis van de naam ‘Paulus’ is: kleine. Het gaat niet om hem, maar om God Zelf, zoals blijkt uit de direct daarna volgende woorden: “een apostel van Jezus Christus door de wil van God”. De NBG-‘51 vertaling luidt hier: “… door de wil van God een apostel van Christus Jezus”. Het onbepaalde lidwoord ‘een’ bestaat niet in het Grieks. In de grondtekst vinden we hier slechts het woord ‘apostel’. Door ‘een’ weg te laten valt de nadruk op de Zender: “… apostel van Jezus Christus door de wil van God”. Hij is op dat moment niet één van de vele apostelen, maar de eerst aangewezene met betrekking tot de nieuwe boodschap. Hij is, zoals hij zelf later benadrukt, de door God aangewezen en aangestelde prediker, apostel en ‘leraar van de heidenen’ (1 Tim. 2:7 en 2 Tim.1:11). Zijn boodschap, prediking en onderwijs, neergelegd in de ‘late’ brieven, of ook wel ‘ gevangenschapsbrieven’, is voor ons in deze (tussen)tijd om te aanvaarden, te onderzoeken en na te volgen, tot eer van God!
(wordt vervolgd).

Meer artikelen in de serie "Het hoofdschap van Christus":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'