Waar vinden wij erkenning? - Deel 5 – Gods wapenrusting

Waar vinden wij erkenning?

Deel 5 – Gods wapenrusting

Ieder mens heeft er behoefte aan om gezien en erkend te worden door anderen om hem heen. Niet voor niets lezen wij aan het begin van Genesis dat Eva aan Adam gegeven wordt zodat hij niet meer alleen is. Helaas is het zo dat wij van de ander doorgaans niet de liefde en de aandacht krijgen waar wij zo naar verlangen. Dit kan ons als mens leeg, gekwetst en onzeker maken. Heel vaak ook werkt dit gemis ondermijnend voor de vorming van onze identiteit. Het gevolg hiervan is dat wij gevoelens van minderwaardigheid ontwikkelingen. Als remedie daartegen gaan wij ons gekwetste ego zelf nieuw leven inblazen door zaken na te streven die het dusdanig vergroten dat anderen niet meer om ons heen kunnen. Wij ontwikkelen dan al gauw een meerderwaardigheidscomplex. De vraag is echter of dit ons wel echt de erkenning geeft die wij zoeken en nodig hebben.

Vorige artikelen
In de vorige artikelen zagen wij dat het niet goed is om onze identiteit van het oordeel van anderen of onszelf te laten afhangen. Het menselijk oordeel is namelijk onzorgvuldig en wisselvallig. Bovendien kan menselijke erkenning ons nooit datgene geven wat wij werkelijk nodig hebben. Vanuit de brieven van Paulus leerden wij dat het beter is om ons te laten beoordelen door de Heere. Uit onszelf doorstaan wij echter Gods oordeel niet. Maar als wij in Christus zijn, worden wij door de hemelse Vader aangenomen als Zijn kinderen en werkt de kracht van Gods Geest in ons binnenste. De identiteit van ons als gelovigen rust zo niet in onszelf, maar in Christus. Als wij in die identiteit gaan staan, dan vormen niet meer onze successen en mislukkingen het uitgangspunt van wie wij zijn, maar is het datgene wat wij in Hem hebben ontvangen. Wij komen dan los van het oordeel van anderen als bepalend voor onze identiteit en leren te leven uit de onvoorwaardelijke acceptatie van onze hemels Vader. Hij geeft ons in die situatie bovendien de nodige middelen die ons kunnen helpen om ondanks alle omstandigheden rotsvast te blijven staan in de identiteit van Christus. Over dit laatste willen wij het in dit artikel hebben.

1. De wapenrusting van God aandoen 
Een prachtig beeld van hoe God ons kracht wil geven om in deze wereld overeind te blijven, is in Efeze 6:10-20 te vinden, waar Paulus het heeft over de wapenrusting van God. De eerste verzen van dit gedeelte zouden als volgt weergegeven kunnen worden: “Overigens mijn broeders, u moet krachtig zijn in de Heer en in de sterkte van Zijn macht. U moet al de wapens van God aandoen, zodat u krachtig staat tegenover de methoden van de duivel” (Efe. 6:10-11). Wat opvallend is als wij dit gedeelte lezen, is dat er niet staat dat ons die wapenrusting aangedaan wordt, maar dat wij de opdracht krijgen om dit zelf te doen. Wij hebben dus de keuze om krachtig te zijn in de Heere door in Zijn kracht te gaan staan. Het is vergelijkbaar met de gebiedende wijs waarop Paulus spreekt in Kolossenzen 3 waar hij de gelovigen ertoe oproept om hun slechte eigenschappen te laten en dat wat van God komt daarvoor in de plaats te stellen: “Dood dan uw leden die op aarde zijn…” (Kol. 3:5) en “Bekleed u dan..” (Kol. 3:12). De noodzaak tot het aantrekken van de wapenrusting is dat wij zodoende opgewassen zijn tegen de methoden van de duivel. Want, zo stelt Paulus in het vervolg van Efeze 6, de gelovigen hebben geen strijd te voeren tegen mensen of wereldse overheden, maar tegen de kwade, onzienlijke machten die vanuit de hemelen hun destructieve invloed uitoefenen op het aardse gebeuren en ook de gelovigen proberen aan te vallen op hun geloof.

2. Tijdgeest
Hoe kunnen wij deze kwade machten herkennen? In ieder geval niet zoals ik onlangs in een gemeente ervaarde waar gelovigen boos waren op de Nederlandse overheid vanwege gevoerd overheidsbeleid. Uiteraard draagt iedere overheid en gezagdrager verantwoordelijkheid voor de beslissingen die zij neemt. Maar wij moeten bedenken dat de macht van het kwaad hen op de achtergrond probeert te beïnvloeden en hier ook vaak in slaagt. Ik denk hierbij aan de zondeval waarbij de slang Adam en Eva verleidt en hij als eerste aangesproken wordt. Wij kunnen de aardse overheden in relatie tot de kwade machten zien als jonge kinderen in relatie tot hun ouders: zij praten hen na door wie zij gevoed worden. Het heeft dus niet veel zin om de strijd aan te binden met de aardse overheden. Wij kunnen ons veel beter schrap zetten tegenover de kwade machten die ons bij de liefde van onze hemelse Vader proberen weg te trekken. Wat betreft de aardse overheden kunnen wij beter doen zoals Paulus ons opdraagt in 1 Timotheüs 2:1-4: Voor hen bidden zodat zij God en Christus mogen leren kennen en naar Zijn wil handelen en leven.

Maar hoe kunnen wij de kwade machten dan wel herkennen? Ik werd hierin zelf getriggerd door de woorden dat zij verantwoordelijk zijn voor de duisternis zoals in het huidige tijdperk (Efe. 6:12). Je zou kunnen zeggen dat zij de tijdgeest beïnvloeden en zelfs bepalen. De manier waarop zij dit doen, is kenmerkend voor de aard van hun aanvoerder, de duivel: zij doen dit door het verdraaien van Gods Woord. Dit werd al in de Hof van Eden door hem gedaan en hij deed dit ook tijdens Jezus’ verzoeking in de woestijn, waarbij hij inspeelt op het ego van de mens. Adam en Eva bezweken hiervoor, de Heere Jezus niet. Dit beïnvloeden van het menselijk ego zouden wij in deze tijd kunnen vertalen in een tijdgeest die stelt: ‘Ik heb mijzelf lief boven alles en mijn naaste als het mij uitkomt’, waarbij nauwelijks meer ruimte voor God is. Wij zouden hier kunnen spreken over zelfafgoderij. Immers, iedereen die zichzelf of iets anders bóven God op zijn prioriteitenlijstje plaatst, pleegt afgoderij. Niet God is dan het belangrijkste in je leven, maar iets anders. Dit kan van alles zijn, maar komt doorgaans neer op vervulling van de eigen behoeften en het strelen van het eigen ego. Op het moment dat ik dit schrijf (wij zitten midden in de coronacrisis) wordt dit heel erg zichtbaar in de wijze waarop sommige mensen lak hebben aan de door de overheid gestelde regels. Of zoals iemand zei: “Ik ben er nu wel klaar mee en wil nu gewoon wel weer uit eten en op vakantie.” Maar ook op andere fronten komen wij het tegen: materialisme en zelfverrijking, niet omkijken naar zwakken en eenzamen, geen rekening houden met anderen (geluidsoverlast en wegmisbruik), etc.
Ook gelovigen worden beïnvloed door de tijdgeest. Er wordt steeds minder verantwoordelijkheid meer genomen in de plaatselijke gemeente en ook steeds minder goed gedaan voor geloofsgenoten en buitenstaanders (Gal. 6:10). Terwijl er zoveel (verborgen) leed en armoede onder de mensen is, waarin wij juist als gelovigen iets kunnen betekenen. Veel gelovigen zijn echter vooral bezig met hun eigen dingetjes en komen als zij het nodig hebben zo nu en dan wat geestelijk voedsel, troost en bemoediging ophalen in kerk of gemeente. Terwijl het toch ook echt onderdeel van de Paulinische boodschap is dat wij in deze tijd onze energie steken in het oog hebben van elkaar en het doen van goede werken: “… opdat zij die in God geloven, ervoor zouden zorgen dat zij anderen voorgaan in het doen van goede werken. Deze dingen zijn goed en nuttig voor de mensen” (Tit. 3:8). Door deze woorden te negeren en vooral bezig te zijn met onze eigen zaken, sust het kwaad ons langzaam in een geestelijke slaap en worden wij tegelijkertijd weggetrokken van de rijkdom die in Christus is. Wij belijden met onze mond dat ons leven met Christus in God in de hemelse gewesten verborgen is, maar zijn ondertussen toch vooral bezig ons eigen ego hier op aarde te bouwen en ons eigen geluk te zoeken. Wij ontlenen ons welzijn en onze status aan baan, titels, bankrekening, huis, auto, vakanties, etentjes, kleding, uiterlijk, sportprestaties, etc. Met al deze dingen waarderen wij onszelf en laten wij ons door anderen waarderen. Maar in feite zijn wij geestelijk compleet failliet en is hetgeen waarin wij leven niet meer dan een door onszelf gecreëerde bubbel die door de minste of geringste tegenslag doorgeprikt wordt. Of zoals ook wij in deze tijd in zekere zin kunnen leren vanuit Jakobus 1:23-24: “Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt, want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag.” Dat is dus wat de tijdgeest ook met ons als gelovigen kan doen.

3. Innerlijke verandering
De vraag is nu hoe wij hier verandering in kunnen brengen, zeker als wij ons al voor een groot deel hebben laten omsingelen door het kwaad van egocentrisme en egoïsme. Hoe kunnen wij bevrijd worden van de gijzeling van ons eigen opgeklopte ego en de tijdgeest die ons beide af willen trekken van alles wat wij in Christus hebben ontvangen? Allereerst zullen wij tot de erkenning moeten komen dat wij ons door deze verkeerde zaken laten beïnvloeden en leiden. Als mens zijn wij er vaak heel erg goed in ons heel erg druk te maken om de splinter van de ander en de balk in ons eigen oog te negeren. Het is natuurlijk heel moeilijk om het slechte in ons onder ogen te zien. Maar met het te negeren zal het zeker niet weg gaan en zal het al rottend in de diepste krochten van onze ziel uiteindelijk heel ons denken en zijn negatief beïnvloeden. Hoe pijnlijk ook, wij zullen onze ‘ik-gerichtheid’ en de wonden die dit bij onszelf, maar zeker ook bij de ander heeft aangericht, onder ogen moeten gaan zien en hier mee aan de slag moeten. En wij hebben niet alleen te maken met invloed van binnenuit, maar ook van buitenaf door wat wij eerder de tijdgeest noemden, waardoor wij ons bewust of onbewust laten beïnvloeden, ook als gelovigen.

Een verdekt voorbeeld trof ik onlangs aan in een artikel over de rol van vrouwen in de gemeente. In het artikel werd gesteld dat sommige vrouwen net als mannen ook een leidinggevende rol in de gemeente zouden willen hebben en dat wij hier vanuit christelijke gelijkheid ruimte voor zouden moeten geven. Weet u, ik ga hier geen uitspraak doen of vrouwen nu wel of niet leidinggevende mogen zijn in een gemeente. Mocht het u gerust stellen: bij ons thuis nemen mijn vrouw en ik belangrijke beslissingen altijd samen en naar de wereld gesproken heeft mijn vrouw het verder geschopt dan ik en ik lig daar geen moment wakker van. Waar het naar mijn mening mis ging in dit artikel, is dat het er in het christelijk geloof niet om gaat dat wij onszelf kunnen profileren door leiding te geven in een gemeente of anderszins hogerop te komen, maar dat wij de gezindheid van Christus hebben door dienstbaar te zijn (Filipp. 2:5 e.v.). Dit geldt voor zowel man als vrouw. Of zoals de Heere Jezus in Markus 9 tegen zijn discipelen zegt als zij zich afvragen wie de belangrijkste is: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen zijn en een dienaar van allen.” Bij de discussie over wie welke rol in de gemeente heeft, hoort niet de tijdgeest lijdend te zijn maar de Geest van het Evangelie.
Het is nodig dat wij ons eigen denken en handelen scherp onder de loep nemen en zo nagaan of wij niet ergens geïnfecteerd zijn door de huidige tijdgeest. Dit kunnen wij doen door de Bijbel als een spiegel voor ons hart en denken te gebruiken en ons af te vragen of hetgeen in ons omgaat overeenkomt met de gezindheid van Christus en dit ook in gebed aan de hemelse Vader voor te leggen. Ook is het van belang om hier met anderen over te praten. Enerzijds om van elkaar te leren, anderzijds om elkaar ook een spiegel voor te houden. Naast de zondagse diensten en Bijbelstudiemomenten zijn in dit opzicht onderlinge gesprekken en gemeentelijke gespreksavonden onontbeerlijk voor onze groei in Christus.

4. Weerstand & stand houden
Naast persoonlijke verandering is het ook noodzakelijk om weerstand te bieden tegen onze innerlijke destructieve krachten en datgene wat van buiten op ons af komt. Daarvoor biedt God ons Zijn wapenrusting die wij aan mogen trekken en die ons in staat stelt om de strijd aan te gaan: “Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden” (Efe. 6:13) Het aandoen van Gods wapenrusting is hier gelijk aan het gesterkt worden in de Heere en de sterkte van Zijn macht uit vers 10. Op de dag, op het moment, dat het kwaad zich tegenover ons stelt, kunnen en mogen wij door het aantrekken van Gods wapenrusting in Zijn kracht gaan staan. Dit soort momenten kunnen heel verschillend zijn. Het kan zijn dat wij verleid worden tot trots en roem in onszelf als zich een kans op statusverbetering voordoet op financieel of loopbaangebied of zelfs als wij in kerk of gemeente voor een belangrijke functie gevraagd worden. Maar het kan ook zijn dat wij aan alles gaan twijfelen omdat ons zorgvuldig opgebouwde ego door ontslag, ziekte of afwijzing onderuit gehaald wordt. Wij kunnen ons dan respectievelijk geweldig of juist helemaal niets voelen. Door op zo’n moment een beroep op Gods wapenrusting te doen, kunnen wij in onze positie in Christus blijven staan en uit Zijn kracht en liefde blijven leven. Wij blijven dan, zoals Paulus dat zo mooi in 1 Korinthe 15:58 beschrijft, standvastig, onwankelbaar en altijd overvloedig in het werk van de Heer. Wij zijn als het ware als sumoworstelaars die de onze levenscirkel binnendringende vijand weer naar buiten duwen. Van ons zelf zijn wij iel en klein en niet in staat om deze reusachtige vijand aan te kunnen. Maar met Gods kracht worden wij als David die de reus Goliath neerhaalde. Het is daarbij belangrijk dat wij beseffen dat wij het kwaad niet hoeven op te zoeken om dit aan te vallen, maar dat er slechts van ons verwacht wordt dat wij stand houden. Er wordt dus niet van ons verwacht dat wij de tijdgeest uitroeien en het kwaad verslaan. Dat zal ons ook niet gaan lukken. Eens zal Christus komen om dit te doen en tot dan hoeven wij slechts te zijn als lichtende sterren in deze donkere wereld (Filipp. 2:15). Ik denk hier aan het Ardennenoffensief waar de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie bij Bastenaken omsingeld werd door de Duitsers en in alle opzichten in de minderheid was. Men hoefde maar één ding te doen: ten koste van alles stand houden tot er versterkingen zouden komen. Met veel kunst en vliegwerk lukte hen dit uiteindelijk. Dat standhouden voor ons als gelovigen ook van wezenlijk belang is, blijkt wel uit het feit dat dit in Efeze 6 drie keer genoemd wordt door Paulus:
- “opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel” (vers 11);
- “en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden” (vers 13);
- “Houd dan stand” (vers 14).

Over hoe Gods wapenrusting er uit ziet en wat wij er mee kunnen doen, willen wij het in het volgende artikel hebben. Voor wat betreft de inhoud van dit artikel is datgene wat in Romeinen 6:13 staat een passende afsluiting: “En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God.”

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'