Wat de Christen het meeste nodig heeft

Wat de Christen het meeste nodig heeft

Er is één ding dat de christen het meeste nodig heeft! Dit is het gebed. Wij weten niet hoe we moeten bidden. Daarom schiet de Heilige Geest ons te hulp (Rom. 8:26). De Geest weet waarvoor wij moeten bidden en wat wij nodig hebben. Hij leert hoe we bidden moeten. In Efeze 1:17 staat wat Hij bidt: “…opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen.” De belangrijkste behoefte van de gelovige is dan ook om Hem steeds meer te leren kennen.

Vertrouwen

Als we God niet kennen is het moeilijk om Hem te vertrouwen. Kennen we Hem wel, dan kunnen wij Hem ook vertrouwen. Dit vertrouwen loopt evenredig op met onze kennis van God. Stel, we zouden één biljoenste deel van Gods oneindige wijsheid kennen. Onmiddellijk zouden we dan Zijn grootheid zien en beseffen dat we niets uit onszelf weten en kunnen. Wij zien alleen het nu en weten niets over morgen. God ziet het eind al vanaf het begin. Wanneer we dit inzien ontstaat er een diep verlangen om ons leven aan Hem toe te vertrouwen. We gaan dan bidden: “Doe Uw wil in mijn leven. Hiernaar verlang ik meer dan naar al het andere.” We mogen dit bidden, omdat Gods geliefde Zoon, onze Redder bad: “U hebt ze liefgehad, zoals U Mij hebt liefgehad.” ( Joh. 17:23 )

Overgave aan God houdt meer in dan bereidwillig zijn. Soms zijn we bereidwillig, omdat we menen dat God alles voor ons regelt. Op deze manier onderwerpen moslims zich doorgaans aan de wil van hun god. Ons probleem is vaak dat we denken het beter weten, hoewel we dit nauwelijks durven te erkennen. Het bewijs ligt in onze moeite om in overgave te leven. Vaak spannen christenen zich in om hulpvaardig te zijn. Zij ‘moeten’ geloofsdaden doen, waarbij hun eigen overgave centraal staat. Eerlijk gezegd, wat zij voortbrengen zijn slechts papieren bloemen. Die zijn mooi, maar zonder geur, vrucht en zaad. Het is een kunstmatige poging om te produceren wat vanzelf zou gebeuren, als zij God ‘recht’ zouden kennen. Zo wordt de kracht van God tegengehouden of gehinderd.

Welk kennen?

Er zijn in de Griekse grondtekst zes werkwoorden voor ‘kennen’. Daarom is het belangrijk om nauwkeurig te onderscheiden wat de Heilige Geest benadrukt. Deze twee zijn de meest gebruikte woorden voor het kennen van God:

1. Oida
betekent kennen of weten, zonder te leren of zich in te spannen; het slaat op wat we intuïtief weten, of op wat een zakelijk of historisch feit is.
2. Ginosko
betekent te weten komen door inspanning, ervaring of studie.

Het verschil wordt duidelijk bij de volgende verzen:

  1. Johannes 13:7: “Wat Ik doe, weet (oida) gij (Petrus) nu niet.”
    Dit vers vertelt dat Petrus geen gegevens had om te weten. Echter, de Heer gaat verder en zegt: “… maar gij zult het later verstaan” (ginosko, te weten komen). Petrus zou door ervaring er achter komen wat de Heer toen deed.
  2. Johannes 8:55: “… gij kent (ginosko, moet het nog leren) Hem niet, maar Ik ken Hem (oida) en indien Ik zeide: Ik ken (oida) Hem niet, dan zou Ik u gelijk zijn, een leugenaar, doch Ik ken (oida) Hem.”
    Hier verklaart de Heer met oida aan zijn omstanders dat Hij vertrouwelijke kennis van de Vader heeft en dat zij dat niet bezaten.
  3. 1 Johannes 5:20: “Doch wij weten (oida, een historisch feit), dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen (ginosko, te weten komen).”
    Hier onderwijst Jezus, dat als iemand de Waarachtige wil kennen, aan hem het inzicht gegeven wordt.

Geestelijk onderscheiden

“Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan.” (1 Kor. 2:14) Waarom niet? Omdat er geestelijk onderscheidingsvermogen nodig is. De ongeestelijke mens bezit dit niet. Het moet hem gegeven worden. Dan kan hij Hem leren kennen, “de enige waarachtige God en Jezus Christus die Hij gezonden heeft. Dit is het eeuwige leven.” (Joh. 17:3)

Deze wetenschap legt de basis van het christenleven. In de praktijk staat de wandel van een christen in directe verhouding tot het kennen van God. We lezen ook Kolossenzen 1:9-10: “Daarom houden ook wij, sedert de dag dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen (wat?), dat gij met de rechte kennis (ginosko, verworven kennis) van Zijn wil vervuld moogt worden in alle wijsheid en geestelijk inzicht.”
Met welk doel? “Om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God.”

Om de Here waardig te wandelen moeten we ook weten wat Hem behaagt. Hiervoor is niet veel vereist. Ga er voor zitten om Gods Woord te bestuderen. Hij openbaart Zich in Zijn Woord, met de bedoeling dat wij ontdekken wat Hij liefheeft en haat. Zo leren wij Zijn wijsheid kennen, maar ook Zijn wil. Ook gaan we begrijpen wat Zijn wezen is: vol oneindige liefde, almacht, trouw, heiligheid, rechtschapenheid, waarheid, goedheid, genade, geduld, vriendelijkheid en bezorgdheid. Ja, dit zijn ontelbare kenmerken van onze grote en heerlijke God. De Heilige Geest verklaart door het Woord aan ons hart Wie Hij is en maakt Hij duidelijk wat Eeuwig Leven betekent. De Bijbel is dus niet enkel een boek met algemene informatie of een naslagwerk. Gods Woord is vooral gegeven om de onzichtbare God aan ons bekend te maken.

Laten we het zendingswerk eens bezien. De zendeling wordt aangenomen en opgeleid tot zijn dienst en leert de gewenste taal. Het moment komt dat hij de taal kent en hij gelegenheid krijgt om te preken. Wat moet het eerste over zijn lippen komen? Is dat niet de verklaring wie zijn God is? Moet hij de heidenen niet aantonen hoe ver de levende God boven al hun ideeën staat? Moet hij niet vertellen dat God Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft? De ware kennis van God ligt op de drempel van alle evangelisatie.

Hoe aanbidden?

Waarom lezen we de Bijbel? Omdat iemand een gedeelte voor ons uitkoos of omdat we anderen beloofden dit te doen? Of slaan we het Woord open om Gods bedoelingen te ontdekken? Als we vrijblijvend Gods Woord openen is de kans groot dat we een eigen god creëren. Miljoenen mensen hebben een god van hout of steen. Nog eens miljoenen maken een god in hun eigen hoofd. Ook in de eredienst aanbidden velen de ‘onbekende God’ (Hand. 17:23).
Onbekend met de waarheid van Johannes 4:24: “God is Geest, en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid”, doen zij wat zij zelf prettig vinden. Echter, aanbidding kan alleen in Geest gebeuren. “De Vader zoekt zulken om Hem te aanbidden.” (Joh. 4:23)
We kunnen God Die Geest is, niet aanbidden met onze ogen (beeldendienst) of met onze neus (wierook ruiken). Ook niet door naar muziek te luisteren, hoe goed het ook mag klinken. Met geen van onze zintuigen kunnen wij aanbidden ook niet met het gevoel.

De ware God is de Verheven en Heilige God, Die niet woont in tempels met handen gemaakt. God is eeuwig en in Zijn ogen zijn zelfs de hemelen onrein. Zou een bijeenkomst, waar de Bijbel ‘een boek met woorden’ is geworden, Hem behagen?

Nederigheid

De bedoeling van gebed is dat we nederig en afhankelijk voor de Machtige God verschijnen. Wat zijn we geneigd te doen? Wij veranderen onze nederige plaats in een troon. Vanaf deze plaats dicteren wij God wat Hij moet doen, hoe Hij moet helpen onze plannen en wensen te volvoeren. Dit is het resultaat van onze trotse ‘oude mens’. Wij, niet eens in staat onze eigen zaken te regelen, aarzelen niet de leiding te nemen en ‘de hand die de wereld schiep’ in beweging te brengen.

Ware Godskennis leidt tot bidden dat vol besef is van Gods wijsheid, kracht en goedheid. Ons gebed verandert daardoor van karakter. Wij bidden niet langer alsof wij meer medelijden zouden hebben dan Hij, alsof wij voor Zijn werk meer belangstelling zouden hebben dan Hij. We zouden van harte zeggen: “Heer, Uw wil geschiede! Luister niet naar mijn vragen als U hoort dat ze niet goed zijn.”

Naar de mate waarin we deze kennis van God beheersen, zullen we onze wensen eerbiediger aan Hem voorleggen. Laten we toch niet vergeten dat God ons van voorzag Eén, Die onze Zekerheid is en Die Zich verantwoordelijk houdt voor ons leven en sterven (Joh. 6:39). Als we Hem goed genoeg kennen zullen we bij onze vragen zeggen: “Ik laat het aan U over Heer.” Wij hebben immers de verzekering dat Hij “bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.” (Efe. 3:20) O, kenden we toch de liefde en kracht en wijsheid van onze God! Wat zou dat een ommekeer in onze gebeden brengen.

Christus

Het is van belang dat we niet alleen God de Vader kennen, maar ook Christus. Dit staat duidelijk in Filippenzen 3:9: “in Hem gevonden worde niet hebbende mijn rechtvaardigheid...” (SV). Dit verklaart dat we geen eigen gerechtigheid bezitten, maar enkel die van het geloof van Christus, de rechtvaardigheid die ons door God geschonken is. Bekleed met deze gerechtigheid ziet God niets van onszelf. Zoals de stenen van de tempel van Salomo. Deze waren bekleed met cederhout en dat was weer overdekt met goud. Vervolgens worden zij beschreven: “geen steen was zichtbaar.” Deze toevoeging was onnodig, want een steen is onzichtbaar als hij dubbel bekleed is. Deze woorden leggen nadruk op het schaduwbeeld dat met de bekleding van de gerechtigheid van Christus, God niets van onszelf ziet. We zijn reeds ‘in de hemel, in Christus’; bekleed met de klederen van Zijn gerechtigheid; volmaakt in Zijn volmaaktheid; aangenomen in Zijn verdienste; gerechtvaardigd omdat Hij rechtvaardig is; geheiligd omdat Hij heilig is en geliefd omdat Hij geliefd is. Dit houdt het “in Hem gevonden worde” in. In Hem bezitten wij de heerlijke hoop, te zijn als Hij is. Dit wordt werkelijkheid in de opstanding en bij de verheerlijking van Zijn komst (vers 20 en 21). Daarom “verwachten wij de Here Jezus Christus als Verlosser, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.”

Deze verzen tonen wat het begin en het eind van onze wandel in Christus is. Wat vult de ruimte daartussen? Wat neemt ons hart in beslag vanaf het moment dat we Christus leerden kennen - Die ons leven is – tot aan het moment dat we zullen zijn als Christus - Die onze Heerlijkheid is? Wat legt beslag op onze gedachten?

Opstandingskracht

Het heeft geen zin via eigen inspanningen onszelf te verbeteren

Filippenzen 3:10 zegt hoe we Christus moeten kennen. Niet naar het vlees, maar als de Opgestane, het Hoofd van de Nieuwe Schepping (2 Kor. 5:16 en 17): “Hem te mogen kennen en de kracht van Zijn opstanding.” Dit houdt in dat we niet bij het historische feit van Zijn opstanding moeten blijven stilstaan, maar mogen leren wat de opstandingskracht voor ons doet. Met deze kracht komen we in aanraking door “de gemeenschap met Zijn lijden” te ervaren; door te beseffen dat toen Hij leed, al de leden van Zijn Lichaam meeleden in mysterieuze en gezegende gemeenschap met Hem. Zo komen we te weten hoe we aan Hem gelijk waren in Zijn dood. Wij leden toen Hij leed, wij stierven toen Hij stierf, we zijn met Christus opgewekt, toen Hij werd opgewekt. Met Christus voor ogen zullen we steeds meer Zijn opstandingskracht in ons leven ontvangen.
Het heeft geen zin via eigen inspanning onszelf te verbeteren. Christus alleen leert ons wie we zijn. Waardoor ligt de wereld in duisternis en zonde? Omdat de mens in zijn wetenschap God niet vasthoudt. Van zichzelf “bewerende wijs te zijn, werden zij dwaas en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens.” (Rom. 22.28) Waardoor werd Israël misleid en overkwam hen al het verdriet en lijden? Jesaja geeft kernachtig in een goddelijke aanklacht de reden aan: “Een rund kent zijn eigenaar en de ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht.” (Jes. 1:3) De Here Jezus bevestigde dit in Lucas 19:42-44 toen Hij weende over Jeruzalem, samengevat met: “Of gij ook verstondt…!”

Herstel

Welke grote heerlijkheid zal Israël ontvangen ten dage van haar herstel? “Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de HERE: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des HEREN.” (Jer. 31:34)

Wat zal de heerlijkheid van de nieuwe schepping worden en de vrede en vreugde van de hele aarde? “…de aarde zal vol zijn van de kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken.” (Jes.11:9)

Zover is het nog niet. Hoe kunnen wij in onze dagen ons in de Here verheugen over Zijn zegeningen? “De wijze roeme niet op zijn wijsheid en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent.” (Jer. 9:23 en 24)

We hebben alles langs gelopen wat samenhangt met die éne belangrijke plicht om de Here ‘recht’ te kennen. Dat zou van nu af aan onze harten en gedachten in beslag moeten nemen. Laten wij ijverig zijn in het bestuderen van Gods Woord, dat ons met het gezaghebbende doel gegeven is: de openbaring van Christus en te leren Hem te kennen.

Vrij naar: Grace and Truth, maart-april 1998, een artikel dat dr. E.W. Bullinger ongeveer een eeuw geleden schreef.

Het getuigenis van de Sterren - door ...Bestel het boek van de hand van Dr. E.W. Bullinger vertaald in het Nederlands

Logo Everread

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'