De zekerheid van eeuwig leven

De zekerheid van eeuwig leven

We mogen absoluut zeker weten dat een kind van God behouden is. Dit wil zeggen dat de gelovige door het offer van Jezus Christus gered is en daardoor het eeuwige leven bezit.

In de Bijbel staan teksten die het tegendeel schijnen te beweren. Deze teksten beginnen vaak met ‘indien’. Er is onderscheid tussen de wijze waarop de apostel Paulus spreekt over behoud en de apostelen Petrus, Johannes en Jakobus dit doen. Dit heeft te maken met hun bediening. Moeilijke teksten die suggeren dat we het eeuwig leven kunnen verliezen, vinden we voornamelijk in de algemene brieven (van Hebreeën tot Openbaring). In dit artikel bespreken we de ‘indien’-teksten die in de brieven van Paulus voorkomen.

Indien…

Als het woordje indien wordt gebruikt, volgt er altijd een voorwaarde. Teksten in de Bijbel met ‘indien’, die met de zekerheid van het eeuwige leven te maken hebben, kunnen we indelen:

  • met een voorwaarde om tot behoud te komen;
  • die de zekerheid van behoud benadrukken;
  • over het behouden worden van het lichaam;
  • over behoud in relatie tot beloning.

Elk van deze punten zullen we aan de orde stellen.

Heil voor heidenen

Romeinen 11:22 heeft de voorwaarde om tot behoud te komen: "bij de goedertierenheid blijven." Het staat in een Bijbelgedeelte waarover veel verwarring is. De moeilijkheid ontstaat door onnauwkeurig lezen. Er zijn een paar sleutelteksten die het probleem oplossen. De algemene gedachte is dat het Lichaam van Christus, de gemeente, als een wilde tak geënt is op de boom die Israël heet. Met andere woorden, men denkt dat de gemeente een deel is van Israël. Hiervan uitgaande komt de opvatting voort dat Israël de oudere broer is van de gemeente, het Lichaam van Christus. Echter, als Paulus spreekt over dit geënt worden, tot wie spreekt hij dan? Tot gelovigen die behoren tot het lichaam van Christus? Nee. Hij spreekt volgens vers 13 tot de heidenen. Dat zijn in de eerste plaats zij die niet behoren tot het volk van God, Israël! In de tweede plaats duidt ‘heidenen’ ongelovigen uit de volkeren aan. Vers 11 zegt, "door hun val is het heil tot de heidenen gekomen." Israël stond als eerste in de bevoorrechte positie voor het ontvangen van het heil. Uit hen is immers Jezus geboren. Het heil is uit de Joden! De Here Jezus kwam voor de Zijnen (zie Hand. 3:26). De Zijnen hebben Hem niet aanvaard (Joh. 1:11). Daardoor is Israël als natie gevallen! Zij verloor als volk haar bevoorrechte heilspositie. Dan zegt Paulus: "door hun val is het heil tot de heidenen gekomen". Hoe ging dit in zijn werk? Eenvoudig, doordat de apostel Paulus het heil aan de heidenen mocht verkondigen, vers 13. Dit gaf een andere wending aan het heil.

Om dit uit te leggen gebruikt Paulus het beeld van een boom waaraan takken groeiden. Deze takken zijn afgebroken en nieuwe takken, die niet van nature tot de boom behoorden, werden als loot geënt. Het is de boom, die de goedertierenheid van God voorstelt. Een en ander is gebaseerd op de belofte dat het nageslacht van Abraham (de takken) gezegend zou worden. Voorwaarde voor het ontvangen van deze zegen is het aanvaarden van Christus! Op deze wijze ging Israëls bevoorrechte positie naar de heidenen. Nu ligt bij hen de verantwoordelijkheid om Christus te aanvaarden. Doen zij dit niet, dan worden ook zij afgebroken van de belofte en ontvangen zij geen zegen!

Als we nu vers 22 lezen: "Indien gij bij de goedertierenheid Gods blijft, anders zult ook gij weggekapt worden", wordt de tekst duidelijker. Het ‘blijven in de goedertierenheid Gods’ is noodzakelijk om Christus te kunnen aanvaarden. Gaan heidenen zichzelf boven Israël verheffen, dan helpt het niet dat het heil tot hen is gezonden. Ook zij moeten dit heil aanvaarden! Dit gedeelte spreekt dus niet over leden van het lichaam van Christus die hun behoud kunnen verliezen. Ook zegt het niet, dat als ze niet bij de goedertierenheid van God blijven, zij af zouden vallen van God. Nee, het gaat over heidenen, van nature niet-joden, die hun bevoorrechte heilspositie kunnen verliezen als zij niet het heil aanvaarden!

Welke voorwaarde is er om behouden te kunnen worden? We lezen dit in Romeinen 10:9-13, overigens een oproep voor elke individu, Jood en niet-jood: "indien gij met uw mond belijdt dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Immers het schrift woord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamt uitkomen. Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, een en dezelfde is Heer over allen, rijk voor allen, die Hem aanroepen."

Zaligheid en loon

Zekerheid

Als wij de Heer hebben aanvaard, zo benadrukt Paulus, kunnen we zeker zijn van ons behoud. Romeinen 6:8 zegt, "indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven". In Romeinen 8:9b staat: "indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe." De Efezebrief schrijft dat wij verzegeld zijn met de Heilige Geest der belofte toen wij tot geloof kwamen! (Efe.1:14) Dan behoren we Hem toe en hebben wij Gods Geest. We zijn eengemaakt met Christus in Zijn dood en opstanding en zullen daarom leven met Hem. Dit vormt absolute zekerheid! Dit verwoordt ook 2 Timotheûs 2:11: "Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven."

Velen hebben moeite met vers 12: "indien wij hem verloochenen, zal Hij ook ons verloochenen." Hierbij moeten we het volgende in gedachte houden. Paulus verlangt dat de boodschap die hij aan Timoteûs doorgaf, doorgegeven wordt aan vertrouwde mensen (vers 2). Er waren ook die niet ‘trouw’ waren (verzen 16-18). God kent echter de waarachtige gelovigen (vers 19)! In een gemeente kunnen waarachtige gelovigen zijn en naam-christenen, ja zelfs dwarsdrijvers (vers 25). Naam-christenen kennen Hem niet en als zij zich niet bekeren (tot erkentenis van de waarheid komen, zie vers 25 en 26), zullen zij door God niet gekend worden (vers 12). God kan zichzelf niet verloochenen. Waarachtige christenen, zoals Paulus1 zullen volharden en loon ontvangen. Zij zullen als koningen heersen. Uit hun volharding blijkt hun behoud. God blijft trouw aan Zichzelf. God kan naam-christenen niet als koningen laten heersen. Sterker nog, Hij zal hen ook niet kennen.

Loon

Als wij door genade behouden zijn, doet het er dan nog toe hoe wij leven? Wij kunnen ons behoud toch nooit meer verliezen? Paulus maakt duidelijk dat het er alles toe doet hoe wij leven. Het bepaalt de plaats die wij straks zullen innemen in de hemel. Paulus heeft

het dikwijls over lonen en kronen, over de beloning voor de levenswandel. Er zijn teksten met het woord ‘indien’ die in relatie staan tot het behoud en de beloning voor de levenswandel. We lezen bijvoorbeeld: "Indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen." (1 Kor. 3:15) Het behouden leven vergelijkt Paulus met materiaal waarmee de gelovige bouwt. Dit toont de waarde van onze werken in de Heer aan. Het materiaal wordt beproefd door het vuur van Gods beoordeling en bepaalt of de gelovige met volle of lege handen voor Gods troon zal staan. Echter, hoe wij ook na onze overgave aan de Here Jezus hebben gewandeld op aarde, wij zullen gered worden.

We gaan nu naar Kolossenzen1:23. Daar lezen we ondermeer "… indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft". Het behouden leven is leven vanuit de hoop van de boodschap die Paulus verkondigde. Het kan in dit gedeelte niet gaan om het verliezen van het behoud, omdat Paulus eerst vaststelt dat de Kolossenzen door de dood van Christus verzoend zijn met God. Het ‘indien’ slaat niet op de verzoening, maar op het ‘rein, onberispelijk en onbesmet staan voor God’. Dit is een belofte. Je zou het zo kunnen vertalen. "Nu jullie het met God in orde hebben gemaakt, door de dood van Zijn Zoon, zul je onberispelijk, onbesmet en rein leven indien je vasthoudt aan de hoop van het evangelie dat door mij verkondigd is." Deze hoop is gericht op de hemelse positie die wij in Christus bij God innemen. Wanneer we door geloof leven als burgers van een rijk in de hemelen (Fil. 3:20), zullen we de hemelse principes zichtbaar willen maken in onze aardse levenswandel. Dit gedrag wordt in Kolossenzen 3:5-18 uitgebreid verwoord. De tekst om gegrond en standvastig te blijven is dus een aansporing tot een levenswandel waarin God wordt verheerlijkt. "En al wat gij doet met woord of werk, doet het in de naam des Heren Jezus, God, de Vader dankende door Hem!" (Kol. 3:17) Het is ‘waardig de roeping wandelen waarmee wij geroepen zijn’ (Efe. 4:1).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'