Zacharia - Deel 4: 5e nachtgezicht

Zacharia

Deel 4: 5e nachtgezicht

De nachtgezichten van Zacharia hebben vooral betrekking op Gods handelen met Juda en Israël in de tijd voorafgaand aan Christus’ wederkomst. De HERE was toornig geweest op Zijn volk, maar als zij zich zouden bekeren, zou Hij tot hen wederkeren. Er wachtte Juda en Israël dan een heilrijke toekomst.

Het vijfde gezicht: de kandelaar en de twee olijfbomen (4:1-14)

Evenals in het vorige gezicht worden wij bepaald bij zaken die het volk Israël aangaan. Er wordt gesproken over een kandelaar waarachter twee olijfbomen staan en over de tempel. De kandelaar en de tempel zijn onlosmakelijk verbonden met Israëls priesterdienst. De olijfbomen bepalen ons nadrukkelijk bij Israëls relatie met HERE. Eerst wordt Zacharia door de aan hem verschenen engel uitgelegd wat het beeld van de gouden kandelaar inhoudt. Het heeft alles te maken met de wijze waarop de HERE door Zerubbabel met Zijn volk Israël handelt: "...niet door kracht, noch geweld, maar door Mijn Geest..." Hierop vraagt Zacharia de engel wat de betekenis van de twee olijfbomen is. Deze zijn, zo verklaart de engel, de twee gezalfden die voor de Here van de ganse aarde staan.

De gouden kandelaar

Laten wij eerst eens nader stil staan bij de gouden kandelaar. Deze komen wij in Gods Woord niet alleen tegen als tabernakelgerei, maar ook in het boek Openbaring als symbool van de zeven Joodse gemeenten aan wie Openbaring gericht is. De kandelaar duidt hier op het al dan wel of niet deel uit maken van het ware Israël dat naar Gods Geest wandelt. Wie de HERE dient, zal mogen leven voor Zijn aangezicht 1. Wanneer men echter bij de werken van het vlees blijft, dan zal de kandelaar weggenomen worden 2. Dit laatste houdt in dat men niet in zal kunnen gaan in de heerlijke toekomst die de HERE met Zijn volk voor heeft. Ook in Zacharia is de kandelaar een symbool dat heen wijst naar Israël. Echter, hier is geen sprake van meerdere kandelaars, maar slechts van één. Het verschil heeft mijns inziens hiermee te maken dat in Openbaring gesproken wordt over Israël als verstrooid en verdeeld volk en dat het in Zacharia handelt over Israël als éénheid.

De eenheid van Israël als volk is niet gelegen in eigen kracht of vermogen. Zij is elders van afkomstig, namelijk van de twee olijfbomen, zo valt in vers 12 te lezen: "...de twee olijftakken, die door twee gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien..." De betekenis van dit vers is dat uit de twee olijftakken, die synoniem staan voor de twee gezalfden, rijkelijk olie vloeit. Waarschijnlijk is deze olie bedoeld voor de gouden kandelaar, daar de olijfbomen direct in verband staan met de kandelaar (vers 3). Israël verkrijgt zijn kracht dus vanuit het optreden en de prediking van de twee gezalfden. Hun woord, afkomstig van de HERE, zal Israël in de armen van de Heiland drijven. Hierop volgt de bekrachtiging door Gods Geest: "En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees..." (Hand. 2:17) Het eens dove, blinde en lamme Israël zal horen, zien en opspringen vanuit Gods kracht. "Niet door kracht, niet door geweld, maar door Mijn Geest! zegt de HERE der heerscharen", zo lazen wij in vers 6.
AMEN 44 - Zacharia kandelaar - 280 x 373
Wat een verschil is dit overigens met het heden, waarin Israël in ongeloof eigenmachtig het beloofde land probeert te betreden en te regeren. Het vindt hierin geen vrede en rust. Dat zal het volk pas vinden wanneer het Jezus Christus als Here en Heiland aanvaardt. In deze zaken is ook een les voor ons te leren. Van waaruit leven en doen wij de dingen? Is het vanuit eigen kracht en met geweld of regeert de Heiland door woord en geest in onze harten? "....opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make." (Efe. 3:16-17)

De twee olijfbomen

Wij willen ons nu bepalen bij de twee olijfbomen, oftewel de twee gezalfden, waarover in deze profetie gesproken wordt. Deze twee gezalfden hebben zowel een historische als profetische betekenis. In historische zin duiden zij op Zerubbabel en de hogepriester Jozua. Zerrubbabel en Jozua hadden in de tijd van Zacharia respectievelijk de staatkundige 3 en priesterlijke macht, waarmee zij symbool stonden voor Israëls koninklijke priesterschap. Kenmerkend aan Zerubbabel was zijn rechtstreekse afstamming van David. Bovendien was hij de voorvader van de Here Jezus 4. Zerrubbabel was dus van koninklijke komaf en kon zo, evenals priester Jozua, 'gezalfde' genoemd worden. De naamsbetekenis van beiden is typerend voor de situatie van Israël op dat moment. Zerubbabel betekent: 'verstrooid in Babel'. Jozua betekent: 'de HERE geeft redding'. Ook in profetische zin hebben deze namen uiteraard veel betekenis. Zerrubbabel neemt in het boek Zacharia, net als Jozua, een belangrijke plaats in. Zerrubbabel wordt hier afgeschilderd als redder van Gods volk. In vers 7 staat het volgende geschreven: "Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem!" In het vorige artikel kwamen wij reeds tot de conclusie dat de Here Jezus, als nakomeling van Zerubbabel, in typologische zin deze gevelsteen is. In letterlijke zin wordt hier uiteraard geduid op de tempelbouw van die tijd. Onder het bewind van Zerrubbabel werd de verwoeste tempel -een grote berg puin- weer tot een vlakte waarop een nieuwe tempel herrees: "De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien..." (vers 9) Wij vinden hierin een prachtige beeld terug van Christus. Hij sprak immers: "Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen”. Doordat Christus de tempel van Zijn lichaam verbrak omwille van de zonde en Hij verrees door de opstanding uit het graf, zal er uiteindelijk straks juist geen tempel meer nodig zijn: "En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam." (Openb. 21:22)

Openbaring 11, Mozes en Elia en het Besluit

Openbaring 11 vers 1 t/m 14

De profetische betekenis van de twee gezalfden is terug te vinden in Openbaring 11, waar we in vers 3 lezen: "En Ik zal Mijn twee getuigen last [beter is 'macht'] geven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang. Dit zijn [beter is 'stellen...voor'] de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan." Feitelijk wordt in dit vers en wat er op volgt een nadere uiteenzetting gegeven van de profetie uit Zacharia 4. Het optreden van de twee getuigen zal dan ook niets anders zijn dan vervulling van Oudtestamentische profetie, zoals overigens geheel het boek Openbaring. Er valt veel over het optreden van de twee getuigen te vertellen, wij willen ons hier echter beperken tot een algemene beschrijving vanuit Openbaring 11.

De twee getuigen zullen optreden in de 2e helft van de laatste jaarweek, waarover in Daniël 9 wordt gesproken. Het zal gedurende die 42 maanden zijn waarin de heidenen de heilige stad Jeruzalem vertreden, oftewel de grote verdrukking. Er zal op een vleugel van gruwelen een verwoester komen die de offers in de tempel zal laten ophouden 5. In plaats daarvan richt hij een afgodsbeeld op in de tempel, dat door wonderbaarlijke kracht ten gunste van hem zal spreken 6.Het zal een zware tijd voor de gelovigen zijn waarin zij overheerst worden door de handlangers van de boze. Na die tijd zal gelukkig de Messias komen om verlossing te brengen. De aanhangers van de boze zullen dan geoordeeld worden. Deze laatste twee zaken zullen centraal staan in de prediking van de twee getuigen. Zij profeteren met een zak bekleed en staan voor het aangezicht van de Here der ganse aarde. Hun kleding is een teken van rouw en soberheid ten opzichte van de rijkdom van de dan heersende wereldorde Babel. Dat zij voor het aangezicht van de Here der ganse aarde staan, betekent dat zij de Here vertegenwoordigen en Zijn recht op de schepping en wereldheerschappij proclameren. Tijdens hun optreden - in Jeruzalem - zullen zij door de Here beschermd worden tegen aanslagen van hun tegenstanders. Wie hen wat aan wil doen, zal door vuur uit de hemel verteerd worden. Uiteindelijk zullen de twee getuigen toch sterven, niet uit zwakte maar juist om hun getuigenis meer kracht mee te geven. Nadat zij gedood zijn door het beest uit de afgrond (de verwoester), ligt hun lichaam drie dagen op straat. Dit lijkt in eerste instantie te pleiten voor de kracht van de verwoester. Uiteindelijk zal het tegen hem pleiten, doordat de twee getuigen na drie dagen uit de dood opstaan. Vervolgens varen zij voor het oog van hun tegenstanders op een wolk naar de hemel op. Wanneer dat gebeurd is, zal er een enorme aardbeving komen waarbij een tiende deel van Jeruzalem verwoest wordt en zevenduizend mensen zullen omkomen. Nadat dit gebeurd is, zal het waarschijnlijk een kwestie van weken zijn voordat Christus zich in al Zijn heerlijkheid openbaart 7.

Mozes en Elia

Er wordt wel gezegd dat de twee getuigen Mozes en Elia zullen zijn. Deze visie is op zich aannemelijk, daar veel elementen uit het optreden van de twee getuigen overeenkomen met die van Mozes en Elia. Echter, nergens leert de Schrift expliciet dat het hier Mozes en Elia betreft. Daarnaast zou het aannemelijk zijn dat als zij de twee getuigen zijn, hun namen genoemd worden in Openbaring 11. Nu wordt er slechts over "Mijn twee getuigen" gesproken. Het gaat dus niet zozeer om de twee personen zelf, maar voor Wie zij getuigen, namelijk de Here. Toch is het interessant om te kijken naar de overeenkomsten tussen de twee getuigen en Mozes en Elia. De twee getuigen treden op gedurende een periode van 3,5 jaar, waarin zij de macht hebben om het land met allerlei plagen, waaronder droogte, te slaan. Tijdens Elia's optreden was er een periode van 3,5 jaar droogte en gedurende Mozes' optreden tegenover Farao waren er allerlei plagen. De twee getuigen worden beschermd door vuur uit de hemel. Tijdens het optreden van Elia werden vijftig soldaten van koning Achazja door vuur uit de hemel gedood toen zijn hem gevangen wilden nemen 8. De twee getuigen varen op naar de hemel. Elia voer ook op richting hemel 9.

Besluit

Tot slot is het nog eens goed om te kijken naar datgene waarmee de twee getuigen vergeleken worden, namelijk twee olijfbomen en twee kandelaren. De olijfboom leert ons hier dat zij voor Gods aangezicht een vruchtbaar leven leiden. De kandelaar leert ons dat hun handelen niet uit eigen kracht en macht is, maar enkel door Gods Geest. De twee getuigen tonen door deze vergelijking tevens een type te zijn van het ware Israël. Zij dienen door lijden, smaad, armoede en vervolging heen de Here. Zij geven uiteindelijk zelfs hun leven voor Hem om door de dood heen deel te krijgen aan onvergankelijk opstandingleven. Dit is de weg die het ware Israël ook moet en zal gaan. Het aardse lijden drijft hen in de armen van hun Verlosser om zo door de doodsbenauwdheid van de grote verdrukking heen Zijn heerlijk koninkrijk binnen te kunnen treden.

Wat een heerlijkheid voor ons te weten dat wij reeds de zekerheid van behoud hebben. Wij hoeven in dit opzicht ook niet de weg te gaan die de twee getuigen en Israël eens moeten gaan. In dit opzicht zijn wij zeer bevoorrecht. Strekt dit ons tot dankbaarheid en leven wij daar ook uit? Stellen wij ons leven, net als de twee getuigen, maar ook als Mozes, Elia, Jozua en Zerubbabel, daadwerkelijk in dienst van de Here? Moge de in Christus Jezus geschonken genade toch ten volle in ons uitwerken!

"Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene." (Romeinen 12:1-2)

Voetnoten

  1. Openb. 2:7 "Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is."
  2. Openb. 2:5 "Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert."
  3. Haggaï 2:24 "Te dien dage, luidt het woord van de HERE der heerscharen, zal Ik u, Zerubbabel, zoon van Sealtiel, Mijn knecht, nemen, luidt het woord des HEREN, en Ik zal u tot een zegelring maken, want u heb Ik uitverkoren, luidt het woord van de HERE der heerscharen."
  4. Zie Matt. 1:12-13.
  5. Dan. 9:27 "En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is."
  6. Matt. 24:15+21 "Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op).......... Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal."
  7. 2 Thes. 2:3-4 "Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is."
    Openb. 13:15 "En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden."
  8. Dan. 12:11 "En van de tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt en een gruwel wordt opgericht, die verwoesting brengt, zijn het duizend tweehonderd en negentig dagen...". Het einde van de duizend tweehonderd en negentig dagen duidt hoogstwaarschijnlijk op de wederkomst van Christus.
  9. 2 Kon. 1:10 "Toen antwoordde Elia en sprak tot de overste over vijftig: Indien ik dan een man Gods ben, laat er dan vuur van de hemel afdalen en u en uw vijftigtal verteren. Toen daalde vuur van de hemel en verteerde hem en zijn vijftigtal."
  10. 2 Kon. 2:11 "En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel."

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'