Openbaring - in vogelvlucht - deel 7

Openbaring

in vogelvlucht - deel 7

De in Openbaring genoemde gebeurtenissen zullen zich hoofdzakelijk afspelen op aarde, met name in het Midden-Oosten, rond Israël. Daar waar de Heere met de menselijke beschaving is begonnen, daar zal ook de apotheose der wereldgeschiedenis plaatsvinden.

De beestheerschappij
“En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren?
En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen. En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen. En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk” (Openb. 13:1-7).

Wanneer we het boek Openbaring goed willen begrijpen, is het belangrijk om eerst het boek Daniël te lezen. Beide boeken gaan vaak over dezelfde dingen, alleen worden ze vanuit een ander perspectief belicht:

  • in Daniël zijn de gebeurtenissen geplaatst in het aardse perspectief. De koninkrijken komen in handen van mensen, en uiteindelijk in handen van Gods volk, Israël (Dan. 2:44 en 45) en
  • in Openbaring worden de gebeurtenissen gezien in hemels perspectief. Satan en zijn trawanten krijgen tijdelijk de macht, maar deze gaat over in handen van de Christus.

Het beest waarvan in Openbaring 13 gesproken wordt, is symbolisch bedoeld. Deze symboliek heeft een overdrachtelijke betekenis van iets dat letterlijk aanwezig zal zijn. In dit geval staat het beest voor de heerser, die opkomt uit de (volkeren)zee. In dit verband lezen we in Openbaring 17:1b en 2 over "’…de grote hoer, die aan vele wateren zit. Met haar hebben de koningen van de aarde hoererij bedreven, en de bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij."
De 'zee' en 'het beest' hebben ook te maken met de afgrond. Hiervan lezen we in:

  • Openbaring 11:7 - " En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden" en
  • Openbaring 17:8 - " Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond en naar het verderf gaan. En zij die op de aarde wonen, van wie niet vanaf de grondlegging van de wereld de naam geschreven staat in het boek des levens, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is."

Over de afgrond lezen we in Markus 5 een opmerkelijke geschiedenis van iemand die bezeten was van een onreine geest, met de naam legio (een legioen van geesten dus). Deze geest(en) wist(en) wie Jezus was: de Zoon van God, de Allerhoogste.
En dan lezen we: “En hij smeekte Hem dringend dat Hij hen niet het land uit zou sturen. Nu was daar bij de bergen een grote kudde varkens aan het grazen. En alle demonen smeekten Hem: Stuur ons naar die varkens, opdat wij daarin mogen gaan. En Jezus stond het hun meteen toe. En toen de onreine geesten uit de man weggegaan waren, gingen zij in de varkens; en de kudde stortte van de steilte af de zee in (het waren er ongeveer tweeduizend), en ze verdronken in de zee.”
We zien hier ongeveer tweeduizend varkens (die een beeld zijn van die onreine geesten/demonen) in de zee, in de afgrond verdwijnen. In Openbaring 9 zien we dat de afgrond weer open gaat en de demonische machten tevoorschijn komen in de vorm van sprinkhanen, die macht kregen gelijk schorpioenen en die eruit zagen als paarden, die uitgerust zijn tot de oorlog. Zie het vorige artikel onder 'Het eerste wee' AMEN 138, pag. 14).

Het 'beest' heeft alles te maken met heerschappij, dat blijkt onder meer uit Openbaring 13:2, waar staat dat zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf het beest zijn kracht en zijn troon en grote macht. Hieruit blijkt dat het beest een exponent, een karakteristieke vertegenwoordiger, een representant, van de satan is.
Het Griekse woord dat hier met beest is vertaald, is therion. Dit woord heeft de betekenis van wild beest, oftewel ondier. Het normale woord voor dier is zoa. Hieruit wordt ook duidelijk wat het karakter van het beest is.

Het beest in Daniël 7
Daniël schrijft in hoofdstuk 7:19-28 ook over een beest: "… dat verschilde van al de andere - uitzonderlijk schrikwekkend, zijn tanden waren van ijzer, zijn klauwen van brons, het at, verbrijzelde en de rest vertrapte het met zijn poten - en van de tien horens die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die horen die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan zijn metgezellen. Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die horen oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon, totdat de Oude van dagen kwam, de heiligen van de Allerhoogste recht verschaft werd en het tijdstip was bereikt dat de heiligen het koningschap in bezit namen. Dit ‘vierde dier’ staat voor het ‘vierde koninkrijk’ dat verschillen zal van alle (andere) koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen.
Uit de tien horens (koningen) zal er eentje naar voren komen en hij zal “Woorden tegen de Allerhoogste spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd” (vs. 25). Dan wordt hij geoordeeld en het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen (vs. 27).
Toen de Heere Jezus op aarde kwam, was er ook een grote geestelijke strijd, die gestreden werd tussen satan en de Heere Jezus. Dat gebeurde nog voordat de Heere openlijk aan Zijn bediening was begonnen. De satan probeerde de Heere met een verdraaid Woord te verleiden. Maar de Heere wist beter dan wie ook, wat er staat geschreven en pareerde satans listen met het zuivere Woord. Bovendien kon de Heere Jezus niet zondigen!
Straks zal er weer, maar dan nog heviger, zo'n geestelijke strijd losbranden, eerst in de hemelse gewesten, waarna die strijd op de aarde verder gaat. Dan weet satan dat hij weinig tijd heeft en zal hij tekeergaan als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden.

Het beest in Daniël 11
In hoofdstuk 11:36-39 lezen we: "Die koning zal handelen naar eigen goeddunken. Hij zal zich verheffen en zich groot maken boven elke god. Hij zal tegen de God der goden wonderlijke dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn tot de gramschap voltrokken is. Want wat vast besloten is, zal gebeuren. En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken. En hij zal de god van de vestingen in zijn standplaats eren. Hij zal namelijk de god die zijn vaderen niet gekend hebben, eren met goud, met zilver, met edelgesteente en met kostbaarheden. Hij zal versterkte vestingen maken samen met een vreemde god. Voor hen die hij zal kennen, zal hij de eer laten toenemen en hen laten heersen over velen en hij zal het land uitdelen als beloning."

Tot dit dieptepunt is de morgenster gekomen, die eerst zijn woonplaats bij God had: "Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken!" (Jes. 14:12). Hij zal zich verheffen tegen de God van des hemel, en "wonderlijke" woorden spreken.
We kunnen Daniël 11 naast 2 Thessalonicenzen 2 leggen, waar gesproken wordt over de zoon van het verderf, de mens van de wetteloosheid. Wanneer daar gesproken wordt over ‘zoon’, betekent dit, dat hij een erfgenaam is, en in dit geval de erfgenaam van het verderf.
Deze beestheerschappij gebeurt onder toelating van God, tot een bestemde tijd, tot de maat vol is. De satan heeft een door God bepaalde tijd om te doen wat hij doen moet. We weten dat satan nu de god is van deze eeuw (Gr. aioon), maar dan zal hij werkelijk als een beest tekeer gaan. En in die beestheerschappij zal hij zelfs voorspoedig zijn, lezen we in Daniël 11:36.
Ook nu al is de heerschappij van satan groot. Voor de meeste mensen is deze heerschappij verborgen, maar wie van u op de hoogte is van de zeer vele geestelijke ontwikkelingen in de (religieuze) wereld, wordt daar niet vrolijk van. We zien daarin de verleidende invloed van het rijk der duisternis steeds meer toenemen. Ook hierin doet satan nu reeds zijn voorbereidende werk. Ook in de 'christelijke' wereld, omdat zijn strijd een geestelijke strijd is. Uiteindelijk zal alle religie ten dienste van het beest staan!
Maar wij hebben een geweldige wapenrusting gekregen. Die wapenrusting van God is niet alleen ter bescherming, maar ook ter ontmaskering. Want reken maar dat de tegenstander een masker voor heeft. Wie een masker voor heeft, heeft iets te verbergen. En dat satan iets te verbergen heeft, wordt helemaal duidelijk door Gods Woord. Daarom is het zo belangrijk om Gods Woord tot ons te nemen. Alleen daardoor zijn wij in staat om de werken der duisternis te onderscheiden en de waarheid van de leugen.

Verleidingen
De satan zal met zijn vele verleidingen zorgen dat de mensen hem met verbazing achterna lopen en hem zullen aanbidden. We hebben gelezen in Openbaring 13 dat de draak aan het beest zijn kracht en zijn troon en grote macht gaf. En Johannes zag "een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk?" (vs. 3 en 4).
Dat de draak aan het beest zijn kracht en zijn troon en grote macht geeft, getuigt van heerschappij en oorlog. Uiteindelijk is alle tegenstand van satan gericht tegen het Lam van God, Dat de overwinning heeft behaald. Maar in zijn verderfelijk denken meent hij daar tegenin te moeten gaan. In die tijd van oorlog en vervolging, moeten uiteraard zij het ontgelden, die gekozen hebben te volharden tot het einde. Onder het aanroepen van God, en het bidden van het ‘onze Vader’, zullen zij hun getuigenis in die tijd moeten bekopen met de dood, maar zij zullen vóór de duizend jaar weer levend gemaakt worden en als koningen met Christus die duizend jaar regeren (Openb. 20:4)

Dat satan zich voordoet als de grote imitator van Christus, daarvan getuigen ook de pseudowonderen die hij zal doen. En hij zal ook in zijn verschijning Christus imiteren. Over Christus lezen we in Openbaring 5: "En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven horens en zeven ogen" (vs. 6), maar over de satan lezen we in Openbaring 13: "En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak" (vs. 11).

Antichrist
Veelvuldig wordt in de Bijbel gesproken over de antichrist, maar wie of wat is hij nou eigenlijk? In Johannes 5:43-47 spreekt de Heere Jezus tot de Joden (die onder aanvoering van de Farizeeën en de schriftgeleerden stonden): "Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen. Hoe kunt u geloven, u die eer van elkaar aanneemt en de eer van de enige God niet zoekt? Denk niet dat Ik u zal aanklagen bij de Vader; die u aanklaagt, is Mozes, op wie u uw hoop gevestigd hebt. Want als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven; want hij heeft over Mij geschreven. Maar als u zijn Schriften niet gelooft, hoe zult u Mijn woorden geloven?"
In de Johannesbrieven lezen we enkele keren over deze ‘ander’ (Gr.: allos. Dat is: anders van hetzelfde soort), namelijk: de antichrist:

  • 1 Johannes 2:18-23: "Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is. Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn. Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles. Ik heb u niet geschreven omdat u de waarheid niet kent, maar omdat u die kent, en omdat er geen leugen uit de waarheid is. Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent";
  • 1 Johannes 4:1-3: "Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is" en
  • 2 Johannes 7: "Want er zijn veel misleiders in de wereld gekomen, die niet belijden dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Dat is de misleider en de antichrist."

Zo leren we wie de antichrist is:

  • hij is van hetzelfde 'soort' als de Heere, in die zin dat ook hij een heerser is; hij wordt ook de god dezer eeuw genoemd (2 Kor. 4:4);
  • hij komt voort uit de Joden: "Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons..." (1 Joh. 2:19) en
  • hij is de leugenaar die loochent dat Jezus de Christus is (1 Joh. 2:23).

We hebben gelezen dat het eerste beest uit de zee kwam (Openb. 13:1). Verder lezen we, dat er een ander beest opkwam uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit (Openb. 13:11 en 12). Als zee en aarde zo naast elkaar genoemd worden, kan dat een aanduiding zijn van de volkeren en Israël. Het beest uit de zee is dan een leider uit de volkeren en het beest uit de aarde (of: uit het land) een leider uit Israël. Het beest uit de aarde wordt vergeleken met een lam en ook genoemd de valse profeet (Openb. 19:20). Johannes brengt in zijn eerste brief de valse profeten in verband met de antichrist, zodat de conclusie mag zijn, dat het beest uit de aarde dezelfde is als de antichrist.
Altijd is satan de imitator van God. Wanneer God een Zoon heeft, die wonderen doet onder Zijn volk, dan heeft satan de imitator, de anti-zoon, de antichrist van hetzelfde 'soort', die echter valse wonderen doet, met name onder Israël. Wanneer God Zijn Geest geeft, om de gelovigen in Zijn waarheid te leiden, dan heeft satan zijn imitatiegeest, de "geest van de antichrist", om de mensen van de waarheid af te leiden.

En wat de toekomst betreft?
Alle Schriften stemmen overeen, dat de dag komt, waarin de 'aarde vol zal zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt' (Jes. 11:9). Maar de Bijbel leert ook, dat vóór deze heerlijke voleinding, de menselijke pogingen om de wereld te controleren hun toppunt zullen bereiken in een antichrist, die zal zitten in de tempel van God, en zichzelf als God voordoet (2 Tess. 2:4). Dat zal in de toekomst plaatshebben en dan zal Jeruzalem tot de laatste en grootste vloek worden voor alle volken der aarde. En wat zullen de volken doen? Antisemitisme zal het toppunt bereiken in de laatste poging van de verenigde naties om de wereld van deze vloek te bevrijden door Jeruzalem te verwoesten. Zie Zacharia 14, Mattheüs 24 en 2 Thessalonicenzen 2 voor uitgebreide informatie hierover. De geschiedenis van het Joodse volk eindigde niet in het jaar 70, zoals velen denken. Het jaar 70 was slechts een schaduw van toekomstige gebeurtenissen.
Het zal zelfs zover komen, dat het grootste deel van Israël zich vrijwillig zal schikken onder de heerschappij van de antichrist. Ook uit dit gegeven moge duidelijk zijn, dat de antichrist één van de hunnen is, want zouden de Joden ooit voor een niet-Jood hun knieën buigen? De heerschappij van deze antichrist zal slechts drieëneenhalf jaar duren, maar dit zullen verschrikkelijke jaren zijn aan het einde waarvan de ‘tempel’ opnieuw verwoest zal worden. Maar dan zal het oude verbondsvolk de schellen van de ogen vallen, dan zullen zij volgens Zacharia 12:10 en Openbaring 1:7 de Gekruisigde erkennen en over Hem weeklagen als over een eerstgeborene, waarmee bedoeld wordt: de meest geliefde zoon.

Voordat de Heere Jezus Christus als Koning verschijnt in macht en heerlijkheid, zal de satanische heerschappij tot een hoogtepunt komen. Paulus zegt: "Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam ..." (2 Tess. 2:7). Johannes spreekt in zijn eerste brief over de geest van de antichrist, die nu reeds in de wereld is (1 Joh. 4:3). Deze geest zal uiteindelijk de antichrist voortbrengen (1 Joh. 2:18). Het woord anti betekent: in plaats van, en ook: tegen. Beide betekenissen zijn van toepassing. De antichrist zal zich eerst aandienen in de plaats van Christus, met name aan het Joodse volk (zie Joh. 5:43), maar later zal hij zich openbaren als de tegenstander. Eerst doet de satan zich voor als een "engel van het licht" (2 Kor. 11:14), dan openbaart hij zich als "een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden" (1 Petr. 5:8). De satan zal geen middel onbenut laten om in samenwerking met de opstandige mens zijn plan te volvoeren: een wereld zonder God!
De werken der wetteloosheid, die zich voor het grootste deel in het verborgene afspelen, zullen uiteindelijk leiden tot de komst van de mens der wetteloosheid. Mét hem zal de samenleving zich als één mens opstellen tegenover God. Dit is de goddeloze Babelcultuur, waarin voor alles en iedereen plaats is, behalve voor de God van de Bijbel en Zijn onderdanen!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'