Openbaring - in vogelvlucht - deel 9 (slot)

Openbaring

in vogelvlucht - deel 9 (slot)

Het boek Openbaring is een beschrijving van gebeurtenissen in de eindtijd. Oordelen komen over de wereld en er zullen grote tekenen zijn … En tenslotte verschijnt de Overwinnaar en zien we hoe het met de wereld afloopt en het plan van God wordt voleindigd!

Vier benamingen van Christus
De vier namen van de Ruiter op het witte paard laten ons de Heere Jezus Christus zien in Zijn volle glorie. Hij is de viervoudige Erfgenaam van alle dingen. Hij is het middelpunt van Gods plan der eeuwen.

1. Getrouw en Waarachtig
In Openbaring 3:14 lezen we: "Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping". Deze, en andere teksten (bijv. Ps. 96:12b en 13; Jes. 11:5; Openb. 1:5 en 3:7), spreken van de hoedanigheid van de Getrouwe en Waarachtige. Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. In Openbaring 19:12 lezen we dat Zijn ogen zijn als een vuurvlam. Vuur spreekt in de Bijbel over oordeel, zuivering en loutering. Alleen Hij Die getrouw en waarachtig is, kan dit doen. Hij heeft de waardigheid, de macht en de heerlijkheid.
Deze eerste naam correspondeert met het Lukasevangelie, waarin de Heere Jezus gezien wordt als Mens, als de Zoon des mensen. Hij is de getrouwe en waarachtige Mens. De Heere Jezus is de enige Mens, in Wie geen enkele vorm van leugen of zonde is. Hij is de Waarheid en doet de waarheid.

2. Een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf
Deze naam getuigt van de dienstbaarheid van Christus als de gehoorzame Knecht van God, zoals dat in het Markusevangelie tot uitdrukking komt. Dit is het enige evangelie dat niets over de afkomst van de Heere Jezus zegt, zonder geslachtsregister. Markus toont de Heere Jezus Christus als de waarachtige Dienstknecht en wat die Knecht doet. Hij geeft een opsomming van alle daden die Christus, in overeenstemming met Gods wil, heeft verricht.

3. Het Woord van God
Deze benaming verwijst naar het Johannesevangelie, dat immers begint met het Woord dat bij God was en vlees geworden is. Hij is het Woord in eigen Persoon!
Alles wat Hij zei was in overeenstemming met de wil van God: “ … het woord dat u hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, Die Mij gezonden heeft” (Joh. 14:24). Door Zijn woorden maakte Hij de Vader bekend en getuigde Hij van de waarheid.
Johannes 1 zegt, dat door het Woord alle dingen gemaakt zijn, en “zonder dit Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is" (vs. 1-3).
Het Grieks voor ‘woord’ is logos, dat evenals het Hebreeuwse dabar, tegelijk ook 'daad' betekent. In Gods Woord ligt tegelijk de daad van God opgesloten. Het spreken van God, Zijn Woord, heeft altijd een bepaalde uitwerking: “Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er” (Ps. 33:9).
Bij God zijn woorden en daden één. Zo heeft God Zijn (profetische) woorden waargemaakt waarin Hij beloofde de Verlosser te zijn. Hij heeft Zijn verlossingswerk uitgevoerd in en door Zijn Zoon: het Woord is vlees geworden.
Ook de woorden die betrekking hebben op de toekomst, zullen alle worden vervuld in en door de Zoon van God. In Openbaring 1:16 lezen we: “ … en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard …”, terwijl 19:15 zegt: “En uit Zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmee de heidenen te slaan.”
Het zwaard staat voor het woord. De Zoon van God zal komen in Zijn heerlijkheid en door Zijn machtswoord alles aan God onderwerpen.
Er staat bij: "En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed …” (Openb. 19:13). Dit bloed spreekt o.a. van het vergoten bloed der heiligen, zoals dat ook verschillende malen in Openbaring naar voren komt, zoals bijvoorbeeld in Openbaring 18:24 , waar staat: “En het bloed van profeten en heiligen en van allen die geslacht zijn op de aarde, is in deze stad (= Babylon) gevonden." Hierbij moeten we bedenken, dat Christus' komst ook zal zijn tot rechtvaardiging van allen die Zijn Naam hebben beleden en die het getuigenis van hun geloof in Hem met de dood hebben moeten bekopen.
Anderzijds spreekt Openbaring 19:13 ook van oordeel. We kunnen hierbij o.a. denken aan Jesaja 63:2 en 3: "Waarom is dat rood aan Uw gewaad, en is Uw kleding als die van iemand die de wijnpers treedt? Ik heb de pers alleen getreden; er was niemand uit de volken met Mij. Ik heb hen vertreden in Mijn toorn, hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Hun bloed is op Mijn kleding gespat, heel Mijn gewaad heb Ik besmet.”

4. Koning der koningen en Heere der Heeren
Hier draagt Christus de hoogste koninklijke titel op aarde. Deze goddelijke titel is tot nu toe in de wereld nooit erkend, maar in de toekomst zal Hij door alle volkeren erkend móeten worden. Hij is gesteld boven de legermachten van de HEERE. Hij is verheven boven alle koningen der aarde. Alles is aan Zijn voeten onderworpen (zie Ps. 8:5-7). Het gevolg van de komst van de Koning der koningen is dat Hij zegevierend de overwinning behaalt, zoals beschreven in Openbaring 19-21.
Voor het hele boek Openbaring geldt dat alles wordt gezien vanuit het middelpunt der aarde, namelijk vanuit Israël, vanuit Jeruzalem. En alles wat zich afspeelt op die navel der aarde, zal zijn uitwerking en uitstraling hebben naar heel de wereld. Israël zal ook het eerste volk zijn dat aan God wordt onderworpen. En als het eenmaal onderworpen is, dan zal Israël het instrument zijn in de handen van God om alle volkeren aan Hem te onderwerpen. Want alle volkeren behoren Hem toe, staat in Exodus 19:5. De HEERE heeft één volk uit al die volkeren afgezonderd om een koninkrijk van priesters te zijn, een heilige natie, namelijk het openbaringsvolk van God, Israël. Zo had God Zelf het besloten. En met dat volk zal Hij tot Zijn doel komen. Dit betekent dat de oordelen in Jeruzalem, in Israël beginnen, met de uitstraling naar de omringende volkeren en de hele aarde. Want het oordeel begint bij het huis van God (1 Petr. 4:17). Maar het herstel van alle dingen begint ook vanuit het centrum der aarde. Daarom zal het volk Israël het eerste volk zijn, dat hersteld zal worden door de Heere. En dat volk zal het werktuig zijn om de gehele aarde te onderwerpen aan de Koning der koningen.
Het is met name het Mattheüsevangelie waarin vooral het koningschap van Christus wordt belicht.

Het einde

Satan gebonden 
We lezen in Openbaring 20 dat voor een tijd van duizend jaar de satan in de afgrond gebonden zal zijn: "En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten" (Openb. 20:1-3). Nergens wordt in Gods Woord gesproken over een ‘duizendjarig (vrede)rijk’, maar wel over de duizendjarige binding van satan. Hij wordt gegrepen en gebonden in de afgrond geworpen, die boven hem verzegeld wordt. Als de satan gebonden is, betekent dit niet dat er in die duizend jaar geen zonde zal zijn op de aarde. De zonde zit in de mens en hij kan zich niet achter de verleiding van satan verschuilen. De mens heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Alleen wordt de zonde in die duizend jaar niet meer door satan aangewakkerd. Hij kan de volkeren niet meer verleiden.
In Openbaring 20:4 zien we dat allen die volharden tot het einde behouden zullen worden (vgl. Matt. 24:13). We lezen dat zij, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden, hun beloning krijgen voor hun volharding. Dat zal een zware tijd voor die gelovigen zijn, want zij zullen niet kunnen kopen of verkopen, zij zullen honger lijden. Zij zijn als het ware het uitschot van die maatschappij. Zij zetten door hun geloofskeuze zichzelf buitenspel. Zij moeten hun getuigenis veelal bekopen met de dood, maar "... zij werden weer levend en gingen als koningen heersen met Christus, duizend jaar lang".
In die duizend jaar zullen alle volkeren één keer per jaar moeten optrekken naar Jeruzalem om de Koning der koningen hulde en eer te brengen: "Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren” (Zach. 14:16). Wie dat niet doet, zal daarvoor gestraft worden (vs. 17-19).

Losgelaten
Over wat er ná die periode van duizendjarige binding van satan gebeurt, schrijft Johannes: "En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid" (Openb. 20:7-10). 
We zien in dit Bijbelgedeelte dat niet alle volkeren gehoorzaam zullen zijn. Er zullen volkeren zijn die veinzend zullen optrekken naar Jeruzalem, om toch vooral niet gestraft te worden. Want als ze niet optrekken, zal er geen water in hun land vallen en zal er geen voedsel zijn. Het is bijna niet te begrijpen, duizend jaar lang mogen die volkeren genieten van de zegeningen van de regering onder de Vredevorst. Maar na de duizend jaren kiezen ze alsnog de zijde van satan, als die voor een korte tijd wordt losgelaten, en keren zich nog voor een laatste keer massaal (als het zand der zee is hun aantal) tegen de Koning der koningen. Maar er zal vuur (= oordeel) neerdalen uit de hemel en dat vuur zal hen verslinden (Openb. 20:9). En zij zullen niet meer gevonden worden. 
We kunnen erop rekenen dat al deze dingen daadwerkelijk zullen gebeuren, want ze staan beschreven in Gods Woord. En dat Woord is de waarheid!
God is rechtvaardig. Hij ziet lang iets door de vingers, maar komt uiteindelijk tot Zijn rechtvaardig doel.

Einde der eeuwen
Openbaring 21 en 22 handelen over het einde der eeuwen (= aionen). Na de ‘tegenwoordige eeuw’, waarin wij leven, volgen er nog (minimaal) twee. De eerste eeuw duurt ongeveer duizend jaar; de laatste in de Bijbel beschreven eeuw begint na die duizend jaar. De Bijbel leert dat alle eerste (oude) dingen dan voorbij gaan en dat alle tweede (nieuwe) dingen blijvend zijn. Zo gaat de eerste schepping voorbij en wordt vervangen door de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde (vgl. 2 Petr. 3:13). Zo vergaat de eerste mens tot stof en wordt in Christus opgewekt als een nieuwe schepping (1 Kor. 15). Zo is het eerste verbond met Israël voorbijgegaan, maar zal het tweede verbond dat de HEERE met Israël sluit van blijvende aard zijn (Jer. 31:31 e.v.). Zo is het eerste huwelijk wat de HEERE met Zijn vrouw Israël sloot, voorbijgegaan door de hoererij van het volk, maar zal het tweede huwelijk voor altijd standhouden (Jer. 31:1 e.v.). In de opstanding komt de Heere God met alles tot Zijn doel.

Het hemelse Jeruzalem
"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar" (Openb. 21:1-5). 
We zien hoe Johannes in de geest de heilige stad ziet nederdalen uit de hemel. We lezen in de volgende verzen van hoofdstuk 21 dat op de fundamenten van het nieuwe Jeruzalem de twaalf namen van de twaalf apostelen van de Heere geschreven staan. De naam van Paulus ontbreekt hier om de eenvoudige reden dat hij niet tot de Twaalf behoorde. Hieruit kunnen we ook leren dat de twaalf apostelen (Petrus en de zijnen) hun roeping en bediening hebben ten behoeve van het volk Israël voor wat hun bestemming op de aarde betreft. De twaalf apostelen zullen ook hun taak hebben in dat nieuwe Jeruzalem te midden van het volk Israël. De Heere Jezus heeft dat eertijds gezegd: "Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen" (Matt. 19:28). Dus zij zullen als het ware de twaalfhoofdige leiding van het volk Israël zijn. En met Christus als Hoofd zullen zij vanuit Israël de leiding hebben over alle volkeren (Jer. 31:7). Bij deze hemelse roeping en bediening is sprake van drie dimensies: de lengte en de breedte en de hoogte (Openb. 21:16).

Bovenhemelse roeping
De roeping en bediening van de apostel Paulus is een ‘bovenhemelse’. Daarom ontbreekt zijn naam op de fundamenten van het nieuwe Jeruzalem. Fundamenten hebben te maken met hetgeen beneden op de aarde is. De bovenhemelse positie ligt boven het nieuwe Jeruzalem. Daar heeft Paulus deel aan en ook allen die tot het Lichaam van Christus behoren. Dit is de onnaspeurlijke rijkdom die Paulus mocht bekendmaken. De Gemeente is één met Christus en deelt in Zijn positie. Dat is de positie aan Gods rechterhand in de hemelse gewesten, aldus Efeze 1:20 en 21. In de volgende verzen lezen we dan: "En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult." 
Dus de positie die Christus bekleedt, boven alles verheven, ook boven het nieuwe Jeruzalem, zal ook de positie zijn van allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. Paulus zegt: "... maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus" (Filipp. 3:14).
Over deze bovenhemelse positie vinden we in het boek Openbaring niets. Dat komt omdat dit boek handelt over het einde van de geschiedenis van het volk Israël, dat zijn bestemming op aarde heeft. Israël is - vanuit de Bijbel gezien - het belangrijkste volk op aarde. Daarom handelt het grootste gedeelte van Gods Woord over dit volk, dat de HEERE liefhad en lief zal hebben, Zijn ‘persoonlijk eigendom’ (Exod. 19:5). Hierover heerst vaak misverstand onder christenen. Vaak wordt gedacht dat het Oude Testament handelt over Israël en het Nieuwe Testament over ons c.q. de kerk. Maar ook het Nieuwe Testament handelt voor het grootste deel over Israël.
Paulus zegt over en tegen de leden van het Lichaam van Christus: "... opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen ..." (Efe. 1:17 en 18). En verder: "Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is ..." (Efe. 4:1).
We zijn geroepen om te 'wortelen en te gronden' in de liefde, zodat we dan "… ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God" (Efe. 3:18 en 19).
Hier is dus eigenlijk sprake van vier dimensies: breedte, lengte, hoogte en diepte. Dit is een roeping die hoger en verder gaat dan de roeping waar in Openbaring 21:16 (en de rest van het - profetisch - Woord) sprake van is.

Slot
Het boek Openbaring vormt de afsluiting van het profetisch Woord. Het completeert de Oudtestamentische profetieën en laat zien waar het op uitloopt: nieuwe hemelen en een nieuwe aarde. In hoofdstuk 21:5 zegt Johannes: “En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar” (Openb. 21:5).
Johannes was op Padmos en werd in de geest ‘overgeplaatst’ naar de Dag des HEEREN. Hij heeft mogen zien wat er in de hemel en op de aarde zal gebeuren in de (nabije) toekomst.
Al Gods (profetische) woorden worden vervuld. De Almachtige zal op enig moment het heft in handen nemen. Hij zal grote en grootse daden doen, met onvoorstelbare gebeurtenissen als gevolg. Zelfs de machten der hemelen zullen wankelen, zei de Heere Jezus al (o.a. Luk. 21:26). Dat alles is nodig om een onwankelbaar fundament te leggen, waarop een nieuwe wereld wordt gebouwd. De wereld van God. Een rechtvaardige wereld van liefde en vrede, waarin plaats is voor iedereen, ja, ieder die wil, mag komen en “het water des levens nemen, voor niets” (22:17). En Johannes besluit zijn indrukwekkende relaas met deze woorden:


“Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig.
Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onze
Heere Jezus Christus zij met u allen.
Amen”

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'