De heilige Geest in de Efeze-brief - Deel 4

De heilige Geest in de Efeze-brief

Deel 4

In de Efeze-brief schrijft Paulus over het geheimenis dat hem is toevertrouwd. De heilige Geest wil ons inzicht geven in dat geheimenis en het (praktische) leven vanuit Gods kracht en wijsheid binnen het Lichaam van Christus, de Gemeente!

De woonplaats van God in de Geest

Het huis waarin ik kniel

Wanneer ik in alle rust de schoonheid zie van Gods schepping, wordt in mij het verlangen sterker om zichtbaar daar te zijn waar God is; in Zijn woning. Nu mag ik al door geloof in Gods nabijheid zijn, straks in aanschouwen. Maar als ik dan nu door geloof in Zijn nabijheid mag zijn, voel ik mij dan ook thuis bij deze God? Schept Hij in mij een thuisgevoel? En moet het een gevoel zijn? En is de heilige Geest mij gegeven om mij thuis te laten zijn in de hemel?

Als kinderen van God mogen wij thuis zijn bij de hemelse Vader. Wij hebben immers altijd de toegang tot Hem. Maar thuis zijn bij de Vader, kan best nog een probleem zijn. Welke oorzaken kunnen er liggen dat je niet thuis kunt zijn bij de Vader?

  • Je weet eigenlijk niet wat het is om echt ergens thuis te zijn, omdat je nooit een echt thuis op aarde hebt gehad. Want thuis zijn betekende geen veilige plek hebben en altijd maar op je hoede zijn.
  • Je kunt je zo moeilijk verbinden met een ander. De ander zou je namelijk in de steek kunnen laten. De ander kan je kwetsen. De ander kun je verliezen. Hoe zeker ben je dat God altijd van je zal houden?
  • Je bent in je relatie met God zo druk bezig om Hem te dienen, dat je vergeet dat je gewoon in Zijn nabijheid mag zijn, zonder iets te moeten of hoeven doen.
  • In het verhaal van de ‘verloren zoon’ zegt de vader tot de oudste zoon, die hem verwijt dat er voor hem nooit een groot feest is gegeven, ‘Al het mijne is het jouwe’ (Luk. 15). Het kan zijn dat je niet weet wat je moet voorstellen als de hemelse Vader zegt: al het Mijne is het jouwe. Je kent de voorrechten van het kind van God zijn nog niet.
  • Je identiteit wordt niet bepaald door de Vader, maar de mensen om ons heen.
  • Je vindt je waarde niet in wie je bent, maar in wat je doet.
  • Je hebt het opperkleed van gerechtigheid niet aangetrokken (zoals de jongste zoon mocht aandoen), maar blijft hangen in schuldgevoel en overspannen verwachtingen van jezelf.

De voorrechten van een kind van God

Het tekstgedeelte dat in deze studie centraal staat is Efeziërs 2:19-22

19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, 22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.

In dit bijbelgedeelte wordt gesproken over drie van vier voorrechten van een kind van God.

  • We hebben de toegang tot de Vader in één Geest (vs. 18)
  • Wij zijn medeburgers van de heiligen (vs. 19)
  • Wij zijn huisgenoten van God (vs. 19)
  • Wij zijn de woonplaats van God in de Geest (vs. 22)

Kennen wij deze voorrechten? Eerder hebben wij diepgaand nagedacht over de toegang tot de Vader in één Geest. We hebben ontdekt dat wij in Christus altijd in de tegenwoordigheid van de hemelse Vader kunnen zijn. Hij is altijd in onze nabijheid. Dit betekent dat wij niet krampachtig hoeven te zoeken naar een aanraking van de Vader of een ervaring van Zijn nabijheid o.i.d. We kunnen ons ontspannen in Zijn omgeving en tot innerlijke rust komen, zelfs als wij ons midden in de stormen van het leven bevinden. In deze studie onderzoeken wij met name het vierde voorrecht; wij zijn de woonplaats van God in de Geest.

Tussen een woonplaats van God zijn in de Geest en toegang hebben tot de Vader in één Geest staan twee andere voorrechten. En we verstaan het vierde voorrecht pas goed, wanneer we ook kijken naar deze twee.

De stad, het huis en de woonplaats van God

Wat opvalt is dat de voorrechten van een kind van God verbonden zijn met een plaats. We kunnen denken aan drie plaatsen: de stad, het huis en de woonplaats van God.

1. De stad van God is nu het rijk van God in de hemel en deze wordt bewoond door burgers, zoals Paulus dit beschrijft in zijn brief aan de Filippenzen (3:20).
Waarom we in dit bijbelgedeelte mogen denken aan een stad, is door het woord ‘burgers’. Wanneer Paulus in de Filippenzenbrief spreekt over ‘burgers van een rijk in de hemelen’, spreekt hij letterlijk over ‘het burgerschap’ in de hemel. Wij, als kinderen van God, hebben het recht te wonen in een nog verborgen rijk in de hemel. Dit recht is ons geschonken door genade, omdat wij door geloof kinderen van God zijn geworden (Efe. 2:8). Wij mogen daar nu zijn samen met alle verlosten, die heiligen worden genoemd. Vroeger waren de heidenen in het aardse Jeruzalem ‘vreemdelingen en bijwoners’. Zij hoorden daar niet thuis te zijn. Nu is echter alles veranderd. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen de gelovige heiden en de gelovige Jood in Christus. Zij zijn samen één gemaakt door het verzoeningswerk van Christus. Met elkaar mogen zij nu deelhebben aan het nog verborgen rijk in de hemel. Met elkaar mogen zij daar God loven en prijzen.

2. Het huis van God mogen we zien als Gods tempel en wordt bewoond door huisgenoten. Deze tempel van God mogen wij verbinden met het Lichaam van Christus; de benaming van de gemeente (1 Tim. 3:15).
Het huis van God wijst op een nog groter voorrecht voor een kind van God. Niet alleen mogen wij geestelijk verblijven in de hemel, in de nabijheid van God, of anders gezegd, niet alleen mogen wij wandelen in de straten van de stad van God, we mogen zelfs verkeren in het huis van God. Niet als een toevallige gast, maar als een huisgenoot. Paulus zegt dat wij nu de vrijmoedige toegang hebben tot de Vader (Efe. 3:12). Wij zijn huisgenoten geworden van God. Wij mogen bij Hem ons thuis voelen.
Joden en heidenen mogen nu door geloof samen één huis vormen. Je mag zelfs spreken van een huisgezin, met God als Vader. Dit huisgezin is de Gemeente, het Lichaam van Christus. Dit lichaam van Christus is tevens een huis. Daarom mogen wij het Lichaam van Christus ook een tempel van God noemen. Zoals er onder het Oude Verbond een aardse tempel was, in een aardse stad, zo is er nu, een hemelse tempel in een hemelse stad, de Gemeente, verborgen in de hemel, maar in de gelovigen aanwezig op aarde.

3. De woonplaats van God zijn alle kinderen van God tezamen (De Gemeente). God woont daar in Zijn geest.
En zo komen wij bij het vierde voorrecht waarbij het accent van het wonen bij God in Zijn stad en in Zijn huis wordt verschoven naar het feit dat God wil wonen bij ons of beter gezegd in ons. In dit beeld zijn wij niet meer huisgenoten van God, maar het huis zelf! Het huis dat er in de eerste plaats is voor de hoofdbewoner, God zelf! In de Gemeente heeft God nu een plaats op aarde waar Hij kan en wil wonen. De letterlijke betekenis van het woord ‘woonplaats’ is ‘beneden-huis-plaats’. In deze Gemeente wil Hij Zich thuis voelen!

Dit huis is gebouwd op het fundament van de apostelen en de profeten

Bij ´profeten´ moeten we niet denken aan de profeten van het Oude Testament, maar aan de Nieuwtestamentische profeten, die zicht hebben gekregen op het geheimenis van het Lichaam van Christus! In deze profeten mag je Paulus zien en zijn medewerkers.
Aan hen is het geheim geopenbaard dat gelovigen uit de heidenen en gelovigen uit de Joden nu één Lichaam vormen, één huis!(Efe. 3:5) Feitelijk vormt deze openbaring het fundament van de Gemeente, het Lichaam van Christus.

Het huis is nog niet af

In de opbouw richt het zich op de ‘sluitsteen’ van het gebouw. De sluitsteen is Christus. De sluitsteen wordt in ons bijbelgedeelte vertaald met hoeksteen. Over de plaats van de hoeksteen wordt verschillend gedacht. De ene uitlegger ziet deze plaats als het fundament van het gebouw, de andere (o.a. Henk Medema) ziet in deze steen de sluitsteen, d.i. de hoogste gevelsteen die de bekroning vormt van het gebouw. Hij schrijft in zijn commentaar op de Efezebrief: “Christus Jezus is Zelf de hoeksteen. Wij moeten daarbij niet denken aan het fundament, maar aan de sluitsteen, de hoogste gevelsteen die de bekroning vormt van het gebouw, en naar welke steen alle andere bouwstenen gevoegd moeten worden. De gevelsteen werd het laatst geplaatst, met grote feestelijkheid (Zach. 4:7). Dat past precies in het beeld dat deze brief schetst: Gods plannen hebben uiteindelijk ten doel aan Christus de eerste plaats te geven… Dat is wat nu aan de gang is, zo legt Paulus uit. Dat is het werk van de heilige Geest aan Joden en heidenen. Alles voegt zich samen, en zo ontstaat een huis, een tempel” (‘De Nieuwe Mens’ - Bijbelstudies bij de brief van Paulus aan de Efeziërs, blz. 132.).

Meer artikelen in de serie "De heilige Geest in de Efeze-brief":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'