'Verlos ons van het Stockholm-syndroom'

'Verlos ons van het Stockholm-syndroom'

Hoe is het toch mogelijk dat juist in de hoogtijdagen van het moslimterrorisme - 9/11, Madrid, Londen, Hofstadgroep - een groeiend aantal westerlingen zich tot de islam bekeert? Waarom zijn er weldenkende westerlingen die geen kwaad woord over de islam kunnen horen?

En hoe komt het toch dat de meeste Nederlandse politici drukker zijn met het bekritiseren van Wilders dan dat ze zelf iets zinnigs te berde brengen over de verhouding tussen de huidige islam en de Westerse rechtsstaat? Toen ik me pas het hoofd brak over deze vragen, schoot het me te binnen: het Stockholm-syndroom!

In 1973 werd een aantal mensen vijf dagen lang gegijzeld in een bank in Stockholm. Tot ieders verbijstering bleken de gegijzelden na afloop te sympathiseren met de gijzelnemers. Toen de psycholoog Nils Berejot dat gedrag beter bekeek, noemde hij dat het Stockholm-syndroom. Je kunt er last van krijgen als je je in een levensbedreigende situatie bevindt, je het gevoel hebt niet te kunnen ontsnappen en de agressor zich af en toe van zijn vriendelijke kant laat zien. Dan kan er zomaar een merkwaardige sympathie voor je bedreiger ontstaan.

Dit Stockholm-syndroom laat in dit geval zien dat angst kan leiden tot bekering tot de islam of tot een uiterst selectieve waarneming ten aanzien van de schaduwzijden van deze godsdienst. Toen ik googelend wilde kijken hoe origineel ik eigenlijk was, bleek dit syndroom in dit verband al eerder gebruikt te zijn, onder andere door Arabist Hans Jansen. Zo origineel ben ik dus ook weer niet. Maar het laat wel zien dat het een goed handvat is om sommige Westerse reacties op de islam te kunnen begrijpen.

Gegijzelde bekeerd

Het meest dramatische voorbeeld van een westerling met het Stockholm-syndroom is de Britse journalist Yvonne Ridley. Ze was in Afghanistan een gegijzelde van de Taliban, maar terug in Engeland bekeerde ze zich tot de godsdienst van haar gijzelnemers. Ze was een veeldrinker en kettingroker, maar is nu een nuchtere hoofddoekdraagster. Vlak voor haar bekering had ze een pastoraal gesprek met de beruchte radicale Londense prediker Abu Hamza. Hij vertelde haar dat moslimbroeders en -zusters haar zouden helpen in de groei naar de islam. Vriendelijke woorden, vond Ridley. Maar Hamza voegde er nog wel aan toe dat, als zij nu door een ongeluk zou sterven, ze wel rechtstreeks naar de hel zou gaan. Ridley bekeerde zich stante pede. Zo kwam ze niet alleen van de alcohol af, maar vooral van haar angst.

Er is ook een andere uitwerking van het Stockholm-syndroom. Er zijn westerlingen die zich weliswaar niet tot de islam bekeren, maar deze religie alleen maar afschilderen als mooi en prachtig. Zo heeft SP-feministe Anja Meulenbelt het verdedigen van de islam zo'n beetje tot haar levenswerk gemaakt. Ze legt op haar website zelfs uit hoe een man met een stokje zijn vrouw een 'symbolisch tikje' kan geven. Als Dolle Mina zou ze voor minder dan een 'symbolisch tikje' door het lint zijn gegaan. En als op haar weblog kritische vragen over de islam worden gesteld, worden die binnen een minuut verwijderd. Zo heftig als Meulenbelt vroeger tegen 'vrouwenonderdrukking' streed, zo hartstochtelijk klampt ze zich nu vast aan de 'mildheid' van de islam en ontkent ze hardnekkig alle scherpe randen van deze godsdienst. Desnoods ten koste van het vrije woord en de intellectuele eerlijkheid.

Het duidt ook op het Stockholm-syndroom als GroenLinks vertegenwoordigers wel te hoop lopen tegen SGP-jongeren die protesteren tegen een kruisigingsscène van Madonna, maar zwijgen in alle talen als een cabaretier met de dood bedreigd wordt vanwege anti-islamgrappen.

De oorzaak van het Stockholm-syndroom is dus angst, in dit geval voor de islam. De islam is geen pacifistische godsdienst en is destijds ontworpen om het hele leven en de hele samenleving te domineren. Zelfs in het niet-islamitische Westen leggen sommige radicale volgelingen tegenwoordig de claim van de islam op aan de meerderheid. Theo van Gogh en de Deense cartoons spreken voor zich. Dit soort intimidatie boezemt angst in en gijzelt westerlingen in hun denken en spreken. In zo'n situatie kun je zomaar last krijgen van het Stockholm-syndroom.

Liefde

Ik kan alleen maar hopen dat we van die angst bevrijd worden. Niet om doelbewust onze moslimnaasten te kwetsen. Dat is nergens goed voor en een christen onwaardig. Maar we moeten van dat syndroom af om in alle vrijheid te spreken over de politieke en culturele implicaties van een groeiende islam. En we moeten van het Stockholm-syndroom verlost worden om tot een normaal gesprek met moslims zelf te kunnen komen. Alleen als we van onze angst afkomen, kunnen we eerlijk onze zorgen en hoop met onze moslimnaasten bespreken. En zij de hunne met ons.

Islamkritiek is alleen mogelijk als we moslims liefhebben. En naastenliefde voor moslims is alleen oprecht als we ook onze moeite met de islam onder woorden brengen. Als je dat met wijsheid en vriendelijkheid doet, gaan er onverwachte deuren open. Maar zolang je last hebt van het Stockholm-syndroom, kom je nergens.

Gert-Jan Segers

Gert-Jan Segers is uitgezonden door de Gerformeerde Zendings Bond, woont in Cairo en werkt aan een christelijk studie- en toerustingscentrum.
Bron: Nederlands Dagblad

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'