Belofte van de Geest

Belofte van de Geest

Onlangs was het weer Pinksteren, van oudsher gekend als het Wekenfeest en sinds Handelingen 2 vooral bekend om de uitstorting van de Geest. Een bijzondere gebeurtenis voor Israël, en ook een belofte voor de toekomst! En… hoe zit het met de Gemeente en de boodschap van Paulus?

Op de Pinksterdag, de vijftigste dag, haalt Petrus de profetie van Joël aan:

  • 28 "Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien.
  • 29 Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten.
  • 30 Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen.
  • 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
  • 32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal" (Joël 2:28-32).

Heengaan en terugkeren
De discipelen waren bij elkaar "En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen" (Hand. 2:3). Dit was heel bijzonder. De discipelen hadden veel meegemaakt in een korte tijd. De Heere Jezus was gestorven aan het kruis op Golgotha, alles leek hopeloos, maar de Heere stond weer op. Dat moet een shock voor hen zijn geweest.
Na Zijn opstanding spreekt Hij veertig dagen lang over zaken die het koninkrijk van God betreffen. Hoe het op aarde gevestigd gaat worden. De Heere gaat terug naar de hemel (Hemelvaart) en mannen in witte klederen zeggen: "Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan" (Hand. 1:11). Daarom gingen ze met blijdschap terug naar Jeruzalem (Luk. 24:52) om te wachtten op de Heilige Geest. Tien dagen later wordt er van de Geest uitgestort. Er staat niet dat Joëls profetie vervuld is op dat moment, maar Petrus zegt: “dit is het”. De omstanders begrepen niet wat er gebeurde. Sommigen dachten zelfs aan dronkenschap. Maar Petrus verklaart dat hetgeen gebeurde in overeenstemming is met wat Joël in genoemde profetie zegt. Bij vervulling gaat het erom dat het gebeurt en daarmee is het klaar.
Tussen de hemelvaart van de Heere en Zijn wederkomst gebeuren de dingen die Joël heeft beschreven. De Geest werd uitgestort, dat gebeurde tijdens de Handelingenperiode meerdere keren. De Geest werd niet op alle gelovigen uitgestort, maar op bepaalde groepen of op personen. Het gevolg was dat degenen die de Geest ontvingen, konden profeteren.
Het vervolg van de profetie van Joël, de wondertekenen in de hemel en op de aarde, heeft nog niet plaatsgevonden. De (eind)vervulling van deze profetie is vooruitgeschoven in de tijd. Bloed, vuur en rook heeft te maken met oordelen. Dit zal plaatsvinden voordat de grote dag van de Heere aanbreekt.

Neerdalen en opvaren
De hoop van het volk van Israël is de hoop op de terugkeer van de Heere Jezus Christus. In de Efezebrief zien we een andere hoop. Het gaat dan niet om heengaan en terugkeren, maar om neerdalen en opvaren: "Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen" (Efe. 4:10). Het terugkeren naar de aarde is niet de boodschap voor de Efeziërs. Deze brief gaat over het Lichaam van Christus. De Heere kwam naar de aarde en ging weer naar de hemel. "Daarom zegt Hij: Toen Hij opvoer in de hoogte, nam Hij de gevangenis gevangen en gaf Hij gaven aan de mensen" (Efe. 4:8). Het opvaren is het eindstation.
In Efeze 1:20-23 lezen we:

  • "… toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten,
    ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt,
    niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten
    onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn
    lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult".

Het gaat om boven. De Heere kwam in de eerste plaats voor Zijn volk en voor hen is de belofte dat Hij terug zal komen. Hij zal terugkeren op de Olijfberg. Maar bij de boodschap van Paulus gaat het om het hemelse en het daarin verblijven: "… en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus" (Efe. 2:6).

Wanneer begon de Gemeente, het Lichaam van Christus?
Pinksteren is niet de geboortedag van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Een groot deel van het Christendom gaat ervan uit dat de Gemeente gestart is in Handelingen 2, bij de uitstorting van de Geest. Anderen zeggen dat de Gemeente begonnen is in Handelingen 13, bij het begin van de bediening van Paulus. En er is ook een kleine groep die gelooft dat de Gemeente begonnen is bij Handelingen 28:28. In de praktijk betekent dit dat de eerste groep zich houdt aan sacramenten zoals doop en avondmaal. De tweede groep houdt zich alleen nog aan het avondmaal. De derde groep vindt dat geen enkel sacrament bestemd is voor de Gemeente. Wanneer je vindt dat de Gemeente eerder dan Handelingen 28 is begonnen, stel je eigenlijk de Gemeente in de plaats van Israël (de zgn. vervangingstheologie).

Een geest in het binnenste
In het Oude Testament zegt Ezechiël:

  • "Zeg daarom: Zo zegt de Heere HEERE: Ik zal u verzamelen uit de volken, en Ik zal u
    bijeenbrengen uit de landen waaronder u overal verspreid bent, en Ik zal u het land van Israël
    geven. Zij zullen daarheen komen en daaruit al zijn afschuwelijke afgoden en al zijn gruweldaden
    wegdoen. Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart
    van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven, zodat zij in Mijn
    verordeningen gaan en Mijn bepalingen in acht nemen en die houden. Dan zullen zij Mij een
    volk zijn, en zal Ík hun een God zijn" (Ezech. 11:17-20).

Het volk krijgt een geest in hun binnenste en het gevolg is dat ze in de verordeningen van de Heere zullen gaan wandelen. In hoofdstuk 36 zegt Ezechiël:

  • "Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van
    Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u
    gegaan bent. Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in
    hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de
    Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit
    alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen
    en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.
    Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart
    van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw
    binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in
    acht neemt en ze houdt. U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een
    volk voor Mij zijn en Ík zal een God voor u zijn" (Ezech. 36:22-28).

De Heere zal een geest geven in hun binnenste. Dit heeft allemaal te maken met het nieuwe verbond. We zien in Jeremia 31 met wie het nieuwe verbond gesloten wordt:

  • "Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik het huis van Israël en het huis van Juda bezaaien
    zal met zaad van mensen en zaad van dieren. Dan zal het gebeuren, dat Ik ten aanzien van hen
    zal waken om te bouwen en te planten, zoals Ik ten aanzien van hen gewaakt heb om weg te
    rukken en af te breken, om omver te halen en te vernielen, en hun kwaad aan te doen, spreekt
    de HEERE.
    In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de
    tanden van de kinderen zijn stomp geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid
    sterven. Ieder mens die onrijpe druiven eet – zijn tanden zullen stomp worden.
    Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda
    een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op
    de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij
    verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het
    verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet
    in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen
    Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder
    onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste
    tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun
    zonde niet meer denken" (Jer. 31:27-34).

Dit is een prachtige profetie met heilsbeloften voor het volk Israël. De HEERE zal hun nabij zijn. Het gedeelte: “Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn”, heeft te maken met het verbond. Het oude verbondsvolk waarmee de Heere in de woestijn het oude verbond sloot, is ook het volk waarmee het nieuwe verbond gesloten zal worden. Dat plaatst Pinksteren in een ander licht. Een gedeelte van de belofte in de profetie werd vervuld op de Pinksterdag in Handelingen 2. De discipelen zaten te wachten en ineens gebeurde het. Dat was een historisch moment. Ze hadden er al zolang over gelezen en dan gaat het in vervulling. God giet van Zijn Geest uit. Toen de Heere Jezus gedoopt werd in water ontving Hij de Heilige Geest in de gedaante van een duif. Vanaf dat moment was Hij een gezalfde. Na Zijn doop in de dood ontvingen de honderdtwintig gelovigen de Geest in de vorm van vlammetjes: "En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen" (Hand. 2:3). Lukas heeft dit opgeschreven, maar je zult het maar meemaken. Er brak een geweldige tijd aan waarin het evangelie verkondigd werd: "God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil" (Hebr. 2:4). F

De Geest maakt levend
Paulus schrijft ook over dit verbond; dit was aan het begin van zijn bediening toen er nog sprake was van vervulling van profetieën uit het Oude Testament. Dat was niets nieuws: "Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend" (2 Kor. 3:6). De Heere gaf geest in hun binnenste. Het gaat dan niet meer over een van buitenaf opgelegde letter, maar over een van binnenuit werkzame Geest. Het gaat over het huis van Israël en het huis van Juda: "De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid" (2 Kor. 3:17). Het nieuwe verbond is een verbond van vrijheid.
De laatste en zevende brief die Paulus schreef gedurende de Handelingentijd is de Romeinenbrief: "Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter" (Rom. 7:6). De Geest heeft te maken met het binnenste: "Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest" (Rom. 8:1). Wandelen naar het vlees heeft te maken met het in eigen kracht proberen de wet te volbrengen, wetticisme. Je proberen aan een wet te houden die al is gestopt: "Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood" (Rom. 8:2). De wet van de Geest van het leven is het nieuwe verbond.
"Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest" (Rom. 8:3 en 4).
Paulus verwijst naar het nieuwe verbond, zoals Ezechiël zei: "Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt" (Ezech. 36:27). De rechtvaardige eis van de wet is: doe dat en je zult leven (Luk. 10:28). Paulus draait de toestand om voor het volk. Eerst moest je de wet volbrengen om het leven te krijgen, maar onder het nieuwe verbond heb je het leven, omdat de Geest in je woont en vervolgens ga je doen wat de wet eist. Niet omdat het moet, maar omdat het van binnenuit gebeurt. Dit is een verschil tussen wet en genade, tussen het oude en het nieuwe verbond.
Wat aan ons, het Lichaam van Christus, geschonken is, moest nog komen.

De Geest van de waarheid
De Heere spreekt over de Geest, de andere Trooster die zou komen (Joh. 14:26). "Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden" (Joh. 16:7). Het heengaan en terugkomen is op een geestelijke wijze vervuld, de Heere ging heen en de Trooster kwam terug. De Trooster is de Geest van de waarheid (Joh. 15:26). "Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen" (Joh. 16:13). Heel de waarheid was op dat moment alleen voor Israël en ging over het leiden in het nieuwe verbond. "Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag" (Ps. 25:5). David schreef dit vanuit een oprecht verlangen naar de waarheid van de Heere. In de Handelingenperiode was de Heere bezig om een heel volk in de waarheid te leiden.

Verzegeld met heilige geest
Wanneer we terugkijken in de tijd zien we dat de Handelingenperiode is gestopt. We kunnen in de brieven die Paulus schreef na de Handelingentijd niets meer lezen over een nieuw verbond. Het woord ‘verbond’ wijst op de band die er is tussen de Heere en Zijn volk. Hij heeft een eenzijdig verbond gesloten met Zijn volk en dat in hun hart gelegd. In de brieven na de Handelingenperiode is er ook sprake van een band tussen de Heere en ons, maar dat is niet op basis van een verbond. Die verbondenheid is er omdat we deel uit maken, samen met Hem, van één en hetzelfde Lichaam.
Op de Pinksterdag kun je dus wel met beschuit en muisjes de geboorte van de kerk vieren, zoals wel gebeurd is, maar je gaat daarmee voorbij aan de waarheid waarin God ons door Zijn Woord geleid heeft. In het Christendom heeft Rome veel invloed gehad; men zag de kerk als plaatsvervanger van Israël. Daarom hebben ze priesters en een ark in de kerk staan. Ze hadden zeven sacramenten: de eucharistie, het doopsel, het vormsel, de biecht, de ziekenzalving, de wijding en het huwelijk. Toen kwam Luther en de reformatie. Van de zeven sacramenten hielden ze alleen de eerste twee over, het avondmaal en de doop. Dit onderhouden de (protestantse) kerken en vele evangelische gemeenten nog steeds.

Gods Woord leert dat het nieuwe verbond, en alles wat daarbij hoort, gesloten wordt met het huis van Israël en het huis van Juda. De Geest heeft via Paulus’ boodschap de volle waarheid bekendgemaakt en ons naar het Lichaam van Christus geleid: "In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte" (Efe. 1:13). De vertaling geeft Heilige Geest met hoofdletters, het gaat echter niet om de persoon maar om de gave van de Geest. "En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing" (Efe. 4:30). Dé Heilige Geest heeft ons verzegeld met heilige geest. De Heere Jezus zegt tegen Nicodemus: "… wat uit de Geest geboren is, is geest" (Joh. 3:6). De verzegeling is het bewijsstuk dat alles wat de Heere heeft toegezegd ook gebeuren gaat. De verzegeling heeft ook betrekking op de dag van onze verlossing: als mijn leven hier beneden is volbracht, word ik boven verwacht!
De Geest heeft ons geleid in de volle waarheid:

  • "... dat Hij mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft (zoals ik eerder in het kort
    geschreven heb; waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van
    Christus), dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu
    geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, namelijk dat de heidenen
    mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn
    belofte in Christus, door het Evangelie, waarvan ik een dienaar geworden ben, krachtens de
    gave van de genade van God, die mij gegeven is, naar de werking van Zijn kracht" (Efe. 3:3-7).

‘Heel de waarheid’ had eerst te maken met het volk Israël en daarna met Gemeente, het Lichaam van Christus.

  • "Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen
    bent, waardig is, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te
    verdragen, en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de
    vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping,
    één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en
    in u allen is" (Efe. 4:1-6).

Voor ons is Pinksteren een mooi feest als we de waarheid kennen die de Heere aan Paulus bekendgemaakt heeft. De Heere wordt geëerd als we die waarheid kennen en daar ook naar handelen. We mogen wandelen in de blijdschap van de Geest en weten dat we de Heere toebehoren, ja, onlosmakelijk met Hem verbonden zijn!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Bagage voor onderweg

De weg door het leven is voor iedere gelovige uniek. Hoe bijzonder is het dat je die weg mag gaan samen met je Verlosser, de Heere Jezus Christus. Hij geeft je daarbij allerlei zekerheden mee vanuit Zijn Woord. Enkele van die zekerheden komen kort en bondig in dit boekje naar voren. De stukjes waarin dat gebeurt, zijn bemoedigend en geven je vastigheid in je geloof in Degene aan Wie je toebehoort. Hij gaat altijd met je mee!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Bagage voor onderweg'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'