Het getal 30

Het getal 30

In de Bijbel komt het getal 30 diverse keren voor in uiteenlopende varianten, zoals maten, gewichten, leeftijden, et cetera. De geestelijke betekenis ervan wijst op Goddelijke ordening, volwassenheid en verantwoordelijkheid. Het laatste zowel positief als negatief…

In de Bijbel wordt ‘30’ weergeven in letters: dertig. Ons woord ‘dertig’ komt van het Oud-Germaanse thritig dat een meervoud van tien betekent: drietienen (denk ook aan het Engelse ‘thirty’).
In het Hebreeuws is dertig: shelowshiym (= drietallen) en in het Grieks: triakonta (= drie tientallen).

Het getal 30 vinden we bijvoorbeeld in samenstellingen van leeftijden. De eerste keer dat het getal voor komt in de Bijbel is Genesis 5:3 waar staat dat Adam honderddertig jaar leefde toen hij Seth verwekte. En vers 5 zegt: “Al de dagen die Adam leefde, waren negenhonderddertig jaar; en hij stierf.” Letterlijk staat er: negenhonderd jaren en dertig jaren.

In Genesis 6:15 wordt vermeld dat de ark die Noach moest bouwen een hoogte had van dertig ellen. Dit was overeenkomstig de opdracht die God hem gaf: “Zo moet u hem maken: driehonderd el moet de lengte van de ark zijn, vijftig el zijn breedte en dertig el zijn hoogte.”
Als we uitgaan van een Hebreeuwse el (ongeveer 45 cm), dan was de ark dus rond 135 meter lang, 23 meter breed en 13 à 14 meter hoog. De inhoud zou dan ongeveer zijn: 40.000 m3, oftewel een kleine 100 eensgezinswoningen van gemiddelde grootte.

Tabernakel
Mozes kreeg van God de opdracht om de tabernakel te maken in overeenstemming met het ontwerp dat Hij hem op de berg had getoond. Nauwkeurig wordt beschreven hoe elk onderdeel er uit moest zien, waarvan het gemaakt moest worden en wat de afmetingen moesten zijn. Zo lezen we over tentkleden waarmee de tabernakel is gemaakt: tien kleden van wol met een lengte van 28 el en een breedte van 4 el (Exod. 26:1-6). Vervolgens lezen we: “Ook moet u kleden van geitenhaar maken voor een tent over de tabernakel: elf tentkleden moet u daarvan maken. De lengte van één tentkleed moet dertig el zijn, en de breedte van het tentkleed vier el: de elf tentkleden moeten eenzelfde afmeting hebben” (Exod. 26:7-8; 36:15). Alleen hier wordt het getal 30 genoemd.

Tempel - Salomo
Net als Mozes het ontwerp van de tabernakel ontving, kreeg ook David van God aanwijzingen voor de bouw van de tempel: “Alles staat in een geschrift, ontvangen uit de hand des HEREN, waarin Hij mij onderrichtte aangaande de gehele uitvoering van het ontwerp” (1 Kron. 28:19 NBG-’51-vert.). Aangezien David zelf dat huis voor de HEERE niet mocht bouwen, verzamelde hij al het materiaal dat nodig was, zodat zijn zoon daarmee aan de slag kon gaan. In 1 Koningen 6:2 lezen we daarover: “En het huis, dat koning Salomo voor de HEERE bouwde, was zestig el in zijn lengte, twintig el in zijn breedte en dertig el in zijn hoogte. Dit is dus dezelfde hoogte als de ark van Noach.

Tempel - Ezechiël
Bij de afmetingen van de ‘tempel van Ezechiël’ (hs. 40-48) wordt de hoogte niet expliciet vermeld. In hoofdstuk 41:6 lezen we dit: “En de zijvertrekken lagen zijvertrek boven zijvertrek, driehoog, dertig keer. Er waren helemaal rondom nissen in de muur die bij het huis hoorde, bedoeld als draagvlakken, omdat er geen draagvlakken mogen zijn in de muur van het huis.”
Vers 8 voegt hieraan toe: “Ik zag helemaal rondom aan het huis een verhoging, de fundamenten van de zijvertrekken: een volle lat, een verbinding van zes el.”
Genoemde ‘volle (meet)lat’ was 6 el en een handbreedte, d.i. 6 x 45 cm + 7,5 cm = 52,5 cm. Hieruit zou men kunnen afleiden dat de hoogte per verdieping dus ongeveer 3,15 meter was, totaal dus tussen 9 en 10 meter.

Een paar weetjes over het getal 30

  • 30 is in Romeinse cijfers: XXX (X = 10)
  • 30 is de getalswaarde van de Hebreeuwse letter Lamed (= ossen prikstok) en de Griekse letter Lambda (ong. zelfde betekenis, zie grieksealfabet.nl/lambda).
  • 30 is de som van de eerste vier kwadratische getallen: 1² + 2² + 3² + 4² = 30. Deze eigenschap maakt het een kwadratisch piramidaal getal of een kanonskogelgetal. De laatste naam komt van het feit dat een vierkante piramide kan worden gebouwd met precies 30 kanonskogels. 
  • 30 jaar getrouwd zijn heet ook wel: de parelbruiloft; dit wordt zo genoemd omdat de relatie na al die jaren prachtig glanst en stevig staat. Als bloem is de lelie gelinkt aan deze ‘dertigste verjaardag van het huwelijk’.
  • 30 februari (1) – wordt wel gebruikt om aan te geven dat iets nooit zal plaatsvinden.
  • 30 februari (2) - In onze Gregoriaanse kalender hebben we elke vier jaar een schrikkeljaar. In die jaren telt de maand februari 29 dagen in plaats van 28. In Zweden was er echter een moment in de geschiedenis dat de maand februari 30 dagen kende (bron: isgeschiedenis.nl). In 1712 werd besloten terug te gaan naar de Juliaanse kalender door één extra schrikkeldag toe te voegen, waardoor er in dat jaar in Zweden een datum ‘30 februari’ ontstond. Deze dag komt overeen met 29 februari in de Juliaanse kalender en 11 maart in de Gregoriaanse kalender. Uiteindelijk werd in 1753 besloten abrupt over te gaan naar de Gregoriaanse kalender. In dat jaar werd 17 februari gevolgd door 1 maart.
  • 30 is het getal van cirkel en cyclus; zo is het bijvoorbeeld de belichaming van de tijdcyclus en de klok (in de vorm van een cirkel). Een cirkel is 360 graden en een klok heeft 12 tijdvakjes (van 5 min.); 360 gedeeld door 12 is 30. 
  • 30 is het atoomnummer van het scheikundig element Zink
  • 30 kan ook worden uitgedrukt als 3 x 10; 3 is het getal van (goddelijke) volledigheid en 10 is het getal van ordinale perfectie. Bijbels gezien wijst 30 dus op de volmaaktheid van de Goddelijke ordening.

Volwassenheid en verantwoordelijkheid
In de Bijbel is 30 jaar ook de leeftijd waarop iemand een officiële of geestelijke taak begint. Hierbij hoort ook een positieve verantwoordelijkheid om die taak naar behoren en naar Gods wil uit te voeren.

Jozef
De geschiedenis van Jozef, opgetekend in Genesis 37-50, is indrukwekkend. Hij was Jakobs meest geliefde zoon, “… want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom” (Gen. 37:3). Dit wekte jaloezie op bij zijn broers. Hij kreeg van zijn vader een veelkleurig gewaad en vertelde dromen waarin hij boven zijn broers verheven was. Uit jaloezie verkochten zijn broers hem als slaaf aan handelaren, die hem naar Egypte brachten. In Egypte diende hij in het huis van Potifar, maar werd onterecht beschuldigd van aanranding en in de gevangenis geworpen. Daar legde hij dromen uit van medegevangenen, onder wie de bakker en de schenker van de farao. Twee jaar later riep de farao Jozef om zijn eigen dromen uit te leggen. Jozef voorspelde zeven jaren van overvloed en zeven jaren van hongersnood. De farao stelde Jozef vervolgens aan als onderkoning van Egypte, de tweede na hemzelf. Hij zat als het ware aan zijn rechterhand: “De farao zei tegen Jozef: Ik ben de farao, maar zonder uw goedvinden zal in heel het land Egypte niemand zijn hand of zijn voet optillen”- Genesis 41:44. Farao gaf hem een nieuwe naam: “De farao gaf Jozef de naam Zafnath Paäneah …” (vs. 45), hetgeen waarschijnlijk iets betekent als: verlosser van de eeuw/wereld; mogelijk ook: uitlegger van verborgenheden.
In vers 46 lezen we: “En Jozef was dertig jaar oud, toen hij bij de farao, de koning van Egypte, in dienst trad.”
Tijdens de hongersnood kwamen zijn broers graan kopen in Egypte. Zonder dat ze wisten wie hij was, testte Jozef hun hart. Uiteindelijk onthulde hij zijn identiteit, vergaf zijn broers en liet zijn vader Jakob en de hele familie naar Egypte komen. Zo redde Jozef zijn familie van de hongersnood. Of eigenlijk, volgens Jozef redde God de familie op deze wonderlijke manier: “Jullie hebben weliswaar kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden” (Gen. 50:20).

Levieten
Numeri 8:24 zegt: “Dit geldt voor de Levieten: vanaf vijfentwintig jaar oud en daarboven is men tot de dienst in de tent van ontmoeting verplicht.”
Zij moesten allerlei diensten verrichten met betrekking tot de tabernakel, zoals het dragen van tabernakelonderdelen en rituele voorwerpen, het opbouwen en opbreken om verder te trekken, behulpzaam zijn bij de taken die in het heiligdom moesten gebeuren. Enzovoort.
Zij waren in dienst tot hun vijftigste levensjaar. Dan mochten ze met pensioen gaan en konden eventueel als vrijwilligers dienstbaar zijn aan hun broeders (vs. 25-27).
In Numeri 4:3 krijgen Mozes en Aäron de opdracht het aantal op te nemen van de nakomelingen van Kahath of Kehat (= verzameling) om de meer heilige taken op te nemen. Kahat was de tweede zoon van Levi en onder zijn nakomelingen bevonden zich ook Mozes en Aäron (Ex. 6:17-19). Uit het geslacht van Aäron werden de priesters gekozen om de heilige dienst te verrichten. Deze ‘getelden’ uit Kahath mochten hun verantwoordelijke taken opnemen als ze dertig jaar oud waren.
Later, in de tijd van koning David, werd de leeftijd voor de dienst van de Levieten verlaagd tot twintig jaar: “Want David had gezegd: De HEERE, de God van Israël, heeft Zijn volk rust gegeven, en Hij zal in Jeruzalem wonen tot in eeuwigheid” (1 Kron. 23::25). De tabernakeldienst werd ingewisseld voor de tempeldienst, waarvoor David de gang van zaken regelde.

Tussen twee haakjes: Hierboven werden Mozes en Aäron genoemd. Zij hebben hun taak als leiders van Israël getrouw vervuld. Toen zij gestorven zijn, nam Israël een rouwperiode in acht van 30 dagen: “Heel het huis van Israël beweende Aäron dertig dagen lang” - Numeri 20:29.
“De Israëlieten beweenden Mozes in de vlakte van Moab dertig dagen lang” - Deuteronomium 34:8.

David
Net als Jozef is ook de levensloop van David indrukwekkend. Om kort te gaan: Hij was de jongste zoon van Isaï uit Bethlehem. Hij begon als eenvoudige herdersjongen, maar God koos hem uit om later koning van Israël te worden. De profeet Samuel zalfde hem, terwijl Saul nog koning was (1 Sam. 16). 
Als jongeman versloeg David de reus Goliath met een slinger en vijf stenen, wat hem beroemd maakte in Israël. Hij diende daarna in het leger van koning Saul, maar toen Saul jaloers op hem werd, moest David jarenlang vluchten en leven als een vluchteling.
Na Sauls dood werd David eerst koning over Juda, en later over het hele volk Israël. Hij maakte Jeruzalem tot hoofdstad en bracht de ark van het verbond daarheen. Hij was dichter en muzikant, en veel psalmen in de Bijbel zijn door hem geschreven.
David was een groot koning, maar maakte ook fouten, zoals in het verhaal met Batseba. Toch bleef hij een man naar Gods hart, want de HEERE had hem uitverkoren om koning over Zijn volk Israël te zijn. De naam ‘David’ betekent: geliefde.
2 Samuel 5:4 zegt: “Dertig jaar oud was David toen hij koning werd; veertig jaar heeft hij geregeerd.”
Hij kreeg daarmee een uiterst verantwoordelijke taak om Israël te verlossen van de vijanden en rust te brengen voor Gods uitverkoren volk. Hij werd de stamvader van het koningshuis van Israël waaruit zo’n duizend jaar later dé Geliefde, de Zoon van David, geboren werd.

Jezus Christus
Hij was de beloofde Messias (Grieks: Christus), de Zoon van God “Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David” (Rom. 1:3).
De engel Gabriël mocht aan Maria de geboorte aankondigen en vertellen wat de bedoeling was: “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen” (Luk. 1:31-33).
Over de jeugd van Jezus is niet zoveel bekend, over Zijn bediening en werk des te meer: “En Hij, Jezus, was ongeveer dertig jaar toen Hij Zijn dienstwerk begon” (Luk. 3:23).
Opvallend is dat hier het woord ‘ongeveer’ erbij staat. Dit komt wel vaker voor in de Bijbel in verbinding met een getal (zie bijv. Luk. 8:42; Joh. 6:10; Hand. 1:15). Het gaat daarbij kennelijk niet zozeer om het exacte aantal, maar meer om het noemen van het specifieke getal. Dat getal staat dan ergens voor, heeft een symbolische betekenis. In Handelingen 19:7 bijvoorbeeld lezen we: “En het waren bij elkaar ongeveer twaalf mannen.” Dat is raar als het gaat om het precieze aantal, want 12 is zo geteld. Kennelijk moest hier het getal 12 genoemd worden, want dat hoort speciaal bij het volk Israël.
Zoals eerder al bleek, staat het getal 30 - als het gaat om leeftijd - voor volwassenheid en verantwoordelijkheid. En dat geldt zeker ook voor de bediening en het werk van de Heere Jezus. Hij is de uitverkoren Priester-Koning, Wiens taak zich uitstrekt van de aarde tot in de hemel, het binnenste Heiligdom (zie Hebr. 9:12). Zowel voor het priesterschap als het koningschap staat het getal 30 voor de leeftijd waarop Hij deze verantwoordelijke en heilige taak op Zich neemt.

Dertig zilverstukken
Hier komt een negatieve verantwoordelijkheid naar voren.

Zacharia
In hoofdstuk 11 van het boek Zacharia worden twee symbolische herdersstaven genoemd: Lieflijkheid en Samenbinding. Deze staven verbeelden de bescherming en eenheid die de HEERE aan Israël gaf. De staf Lieflijkheid staat voor het verbond waarin God Israël beschermde tegen vijandige volken. Toen het volk Hem echter verliet, trok Hij deze bescherming terug. De gevolgen waren ernstig: Israël werd overwonnen, verspreid en moest lijden onder de heidenvolken. De ‘ellendigste onder de schapen’- de getrouwen - herkenden dit als een woord van God.
De tweede staf, Samenbinding, symboliseert de broederband tussen de stammen van Israël (de tien noordelijke stammen) en Juda (de twee zuidelijke). Door de zonde en afgoderij van het volk werd ook deze band verbroken, wat uiteindelijk leidde tot een definitieve scheiding tussen beide na de ballingschap.
Met het verbreken van beide staven raakte Israël zijn Goddelijke Herder kwijt. Toen later de Messias kwam om het nieuwe verbond op te richten, werd ook Hij verworpen. Tot op heden zijn de staven verbroken: Israël leeft grotendeels verstrooid onder de volken en onder druk. Toch wijst de profetie vooruit en is er hoop: Gods plan is niet ten einde! Ondanks de verwerping zal er herstel komen, want de Herder keert terug en zal Zijn volk opnieuw bijeenbrengen.
In Zacharia 11:12–13 lezen we over een symbolische daad waarin God dertig zilverstukken ontvangt als ‘loon’ en deze vervolgens in de tempel naar de pottenbakker laat werpen: “Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken.” Deze dertig zilverstukken vertegenwoordigen de prijs waarvoor Israël, Gods volk, als het ware aan de heidense volken werd ‘verkocht’.
In Exodus 21:32 blijkt dit het bedrag te zijn voor de schadevergoeding bij de dood van een slaaf c.q. dienstknecht.
Zacharia vervolgt met: “Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de pottenbakker toe – een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze in het huis van de HEERE de pottenbakker toe” (vs. 13). Feitelijk is de HEERE hen niet meer waard dan 30 zilverstukken.

Judas
In het Nieuwe Testament lezen we over de prijs die betaald is voor de ware Dienstknecht, de Heere Jezus. Judas levert Hem over voor dertig zilverstukken: “Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilveren penningen toe” (Matt. 26:15).
Later krijgt Judas berouw en werpt hij het geld terug in de tempel. De priesters kopen er een stuk grond van - het veld van de pottenbakker - een begraafplaats voor vreemdelingen, later bekend als Akeldama, bloedakker (Matt. 27:8; Hand. 1:19).

Andere vermeldingen waarin het getal 30 een rol speelt:

Numeri 18:16 Eerstgeborenen werden na een maand (30 dagen) vrijgekocht.
Richteren 10:4 Jaïr had 30 zonen, die op 30 ezelshengsten reden en 30 steden hadden.
Richteren 12:9 Ebzan had 30 zonen en huwelijkte 30 dochters uit, terwijl hij voor zijn zonen 30 dochters van elders bracht.
Richteren 12:14 Abdon had veertig zonen en 30 kleinzonen.
Richteren 14:11 Simson had 30 metgezellen bij zijn bruiloft.
Richteren 14:19 Simson sloeg 30 man van de Askelonieten dood.
Richteren 20:31 De Benjaminieten doodden ongeveer 30 man van Israël.
1 Samuel 9:22 Samuel ontving Saul en de zijnen, ongeveer 30 man.
2 Samuel 23 e.a. David had elitetroepen van 30 man.
Esther 4:11 Esther is 30 dagen niet geroepen om naar de koning te komen.
Jeremia 38:10 Ebed-Melech trok met 30 man Jeremia uit de put omhoog.
Ezechiël 1:1 “In het dertigste jaar (…) gebeurde het dat de hemel geopend werd en ik visioenen van God kreeg te zien.”
Daniël 6:8 e.v. Daniël werd in de leeuwenkuil geworpen, omdat hij 30 dagen een wet van Meden en Perzen had overtreden: hij mocht zijn God niet aanroepen.

30 eeuwen - Hoop
Maar er is hoop! De verwijzing eerder naar de pottenbakker doet denken aan Jeremia 18 en 19, waar het volk Israël wordt vergeleken met klei in de hand van de pottenbakker. Als het vat mislukt, maakt de pottenbakker iets nieuws. Zo laat God zien dat Hij ook met Zijn volk opnieuw kan beginnen na oordeel en verbreking.
Het afgewezen volk en de verworpen Messias zijn onderdeel van Gods grotere plan. Door het lijden en sterven van de Heere Jezus ontstaat er ruimte voor vernieuwing. De pottenbakker maakt een nieuw vat - een nieuw verbond. God verandert oordeel in genade en afwijzing in herstel. Deze wijst ons uiteindelijk op de hoop die in Christus te vinden is: verlossing voor Israël en voor de volken. We leven nu bijna 30 eeuwen na de regeerperioden van David en Salomo. Hopelijk breekt spoedig de tijd aan, dat de Meerdere van hen verschijnt en orde op zaken gaat stellen in deze wereld: oordeel en herstel. Dat zal ertoe leiden dat Gods gerechtigheid (lees: Gods wil) wordt uitgeoefend, hetgeen echte vrede op aarde zal brengen, zoals Jesaja destijds heeft geprofeteerd: “De vrucht van de gerechtigheid zal vrede zijn, en de uitwerking van de gerechtigheid: rust en veiligheid tot in eeuwigheid” (hs. 32:17). Een regel uit een oud lied van Hiëronymus van Alphen (1746-1803) zegt: ‘Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!’ (Lb. v.d. Kerken 291; Joh. de Heer 342).

Inderdaad, de dag komt steeds dichterbij dat het lijden van de tegenwoordige tijd (Rom. 8:18) overgaat in een wonderbare heerlijkheid die van Godswege zal worden geopenbaard!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Bagage voor onderweg

De weg door het leven is voor iedere gelovige uniek. Hoe bijzonder is het dat je die weg mag gaan samen met je Verlosser, de Heere Jezus Christus. Hij geeft je daarbij allerlei zekerheden mee vanuit Zijn Woord. Enkele van die zekerheden komen kort en bondig in dit boekje naar voren. De stukjes waarin dat gebeurt, zijn bemoedigend en geven je vastigheid in je geloof in Degene aan Wie je toebehoort. Hij gaat altijd met je mee!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Bagage voor onderweg'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'