Hoop - 1

Hoop - 1

Soms lijkt hoop een hopeloze zaak. Maar voor gelovigen gaat dat niet op, want zij weten -hopelijk- maar al te goed, dat er hoop is, uitzicht, toekomst. En … hoop doet leven!

Wat is hoop?
Hoop heeft te maken met verwachting en er is een mate van zekerheid dat het zal gebeuren. Hoop heeft te maken met iets positiefs, het gaat de goede kant op. En hoop heeft ook te maken met iets wat je niet ziet.

“Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar
daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de
slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van
God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood
verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest
hebben, ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen,
namelijk de verlossing van ons lichaam. Want in de hoop zijn wij zalig geworden. Hoop nu die
gezien wordt, is geen hoop. Immers, wat iemand ziet, waarom zou hij dat nog hopen? Maar als
wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding” (Rom. 8:20-25).

Op het moment dat je het ziet, is het realiteit, zekerheid, dan hoef je niet meer te hopen. Het gaat om onzichtbare dingen.

Hoop doet leven
Hoop laat ons in dit leven leven. We hoeven niet terneergeslagen af te wachten op het leven, maar door de hoop kunnen we nú leven. "Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden" (1 Pet. 1:3). Ieder die gelooft, is opnieuw geboren tot een levende hoop. De eerste keer dat je geboren werd, werd je geboren om te sterven. Aan dit aardse leven komt altijd een einde. Maar wanneer je opnieuw geboren wordt, word je geboren tot de hoop op het leven. Het is een Hoop die levend is. Het gaat niet om iets, maar om Iemand. Christus is de Eerstgeborene uit de dood, de eerste die is opgestaan. Hij leeft, door de kracht van de Vader. Zijn opstanding is de garantie dat allen zullen opstaan. "Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden" (1 Kor. 15:22). Dit aardse leven is hopeloos, maar het gaat om de wedergeboorte.

Het anker, een beeld van hoop
Wanneer geloof, hoop en liefde wordt uitgebeeld, heb je een kruisje, een anker en een hartje. Het anker is onzichtbaar als het een schip op zijn plaats moet houden. Paulus was aan boord van een schip. "En, omdat er veel tijd verlopen was en het varen nu gevaarlijk werd, omdat de vastentijd ook al voorbij was, waarschuwde Paulus hen en zei tegen hen: Mannen, ik zie dat de vaart zal plaatsvinden met hinder en grote schade, niet alleen voor de lading en het schip, maar ook voor ons leven. Maar de hoofdman vertrouwde de stuurman en de kapitein meer dan wat door Paulus gezegd werd" (Hand. 27:9-11). Wanneer ze voor anker waren gebleven, hadden ze hoop gehad, maar de schipper haalt het anker naar boven en gaat toch op reis. De reis verloopt inderdaad slecht, de lading en alles wordt overboord gegooid. 
De Hebreeënbriefschrijver getuigt ook van de hoop: "… wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt (…) Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel" (Hebr. 6:18 en 19). Deze hoop gaat over de hoop van Israël, maar het is een anker voor de ziel, het zit vast.

Hoop op redding
Als je in nood zit, heb je hoop op redding. Onze Hoop is de Redder, de Zaligmaker. Wanneer je gered bent, heb je geen hoop meer nodig. De Redder geeft ons hoop op de redding. In de late brieven van Paulus, wanneer het gaat om de gelovigen in deze tijd, komt het woord ‘redder’ twaalf keer voor. Zes keer gaat het over de persoon van de Heere Jezus Christus (Efe. 5:23; Fil. 3:20; 1 Tim. 1:1; 2:3; 4:10; 2 Tim. 1:10) en zes keer in de context van de persoon van God Zelf (Titus 1:3, 4; 2:10, 13; 3:4, 6).

De Redder is onze Hoop
Vooral in de brief aan Titus worden deze twee begrippen aan elkaar gekoppeld: "Paulus, een dienstknecht van God en een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het geloof van de uitverkorenen van God en de kennis van de waarheid, die in overeenstemming met de godsvrucht is, in de hoop op het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, vóór de tijden der eeuwen beloofd heeft. En Hij heeft op de door Hem bestemde tijd Zijn Woord geopenbaard, door de prediking, die aan mij toevertrouwd is overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker. Aan Titus, mijn oprechte zoon overeenkomstig het gemeenschappelijk geloof" (Tit. 1:1-3).
De Hoop die God beloofd heeft, is het Woord en is de Zaligmaker, de Redder. We zien dit nog niet, het anker is onzichtbaar als het zijn werk doet.

• "Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus" (Tit. 2:11-13).
Als je nu leeft, heb je een hoop, een anker dat vast ligt, en kun je bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig leven. De hoop zal zichtbaar worden bij de verschijning van Christus. Dat is geweldig om te weten.

  • "Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker, opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, erfgenamen zouden worden, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven" (Tit. 3:6 en 7).

Het is een hoop van het leven van de toekomende eeuwen en die Hoop is de verschijning van Christus. 

  • "Paulus, een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker, en van de Heere Jezus Christus, onze hoop" (1 Tim. 1:1).

In dit vers komt alles bij elkaar. God is onze Redder en Christus is onze hoop. Dat is onze vaste verwachting, en wanneer we met Hem verschijnen in heerlijkheid is onze hoop overgegaan in werkelijkheid.

De hoop van Israël
Paulus droeg boeien om de hoop van Israël. Die hoop was dat de Heere Jezus was gekomen, dat Hij was gestorven en opgestaan, dat Hij weer teruggegaan was naar de hemel en dat Hij terug zou komen om de vervallen hut van David op te richten. Er was een verwachting en hoop op de wederkomst van Christus. In deze verwachting is de Thessalonicenzenbrief geschreven. Ze verwachtten de Koning en de oprichting van het koninkrijk op aarde. De Thessalonicenzen volhardden in deze hoop: "Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader" (1 Thess. 1:2 en 3). Paulus schrijft om hun vragen over deze hoop te beantwoorden, want hoe zat het met de gestorvenen, hadden die geen deel aan deze hoop? "Zo dan, troost elkaar met deze woorden" (1 Thess. 4:18). 

"Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u
niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus
gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn,
terugbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend
zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want
de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God
neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij,
de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een
ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn" (1 Thess. 4:13-17).

De doden zullen dus ook deelhebben aan die hoop. Ze zullen wakker geroepen worden bij de zevende bazuin en opstaan. De Heere daalt neer uit de hemel. "Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan" (Hand. 1:10 en 11). Paulus verwachtte Hem tegemoet te gaan en dan samen met Christus terug te gaan naar de aarde. Net als de bruiloftsgasten die de bruidegom tegemoet gaan. Maar Paulus wilde dit in zijn leven meemaken en niet eerst sterven: "… als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevonden worden. Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten omdat we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden" (2 Kor. 5:3 en 4). Paulus hoopte niet op het sterven, maar op een verandering om zo bij de Heere te zijn.

Vervolg van dit artikel op pagina 18.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'