Alles op Zijn tijd

Alles op Zijn tijd

De tijd is een ongrijpbaar fenomeen. Het komt en het gaat, je kunt ergens naar uitzien en ’t is zo weer voorbij. De tijd kent geen pauzes en komt niet terug. De tijd schrijdt voort in overeenstemming met Gods wil, en door vastgestelde tijden en gelegenheden, ook in de natuur, naar Gods doel.

De Heere God maakte de zon die ons verwarmt en verlicht, en onze dag bepaalt en het leven op de aarde. In de hemelse sferen ontdekken we de twaalf tekens van de dierenriem, ook door de Heere God geconstrueerd. Twaalf tekens in een cirkel van 360 graden met sprekende overdrachtelijke betekenissen (Job 9:9; 38:31-32 en Amos 5:8). Ons etmaal is ook verdeeld in twee keer twaalf uren en alles heeft zijn tijd.
Alles kent ook zijn tijd. In de hele schepping is de cyclus van de tijd te herkennen en de dieren en de planten weten hoe laat het is. De grofste indeling zijn de vier seizoenen die ook een beeld zijn van het leven van de mens: Geboorte, Jeugd, Volwassenheid en Ouderdom. Ook te herkennen in de kleuren van de planten, van geel in het voorjaar via zomer naar het rood van de herfst waarna alles kaal wordt.

De tijd in de Bijbel
Genesis 1:16 zegt: “En God maakte de twee grote lichten: het grote om de dag te beheersen”. En dat doet de zon, ze beheerst het leven op aarde volledig. In de overpeinzingen van Prediker wordt de tijd ook verhelderend besproken. Bijvoorbeeld
Prediker 3:1-8: “Voor alles is een vastgestelde tijd, en een tijd voor elk voornemen onder de hemel. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven …” (etc.).

De tijd in de dierenwereld
In het gedrag van de in het wild levende dieren is ook alles doordrongen van de tijd. Ze weten precies hoe laat het is en hoe te handelen. Bepaalde roofdieren slapen overdag en jagen ’s nachts. Anderen net andersom.
De dieren herkennen de jaargetijden en zoeken warmere streken op als de koude winter komt. Alleen of in groepen trekken ze over enorme afstanden naar zonniger streken en gaan precies op het juiste moment weer noordwaarts.
De ijsbeer kan dat niet en houdt een winterslaap; hij eet maanden niet en wordt precies op de juiste tijd wakker waarna het hart weer sneller gaat kloppen om weer te kunnen jagen.
Jeremia 8:7 zegt: “Zelfs een ooievaar in de lucht kent zijn vaste tijden, tortelduif, zwaluw en kraanvogel nemen de tijd van hun aankomst in acht, maar Mijn volk kent niet het recht van de HEERE”.
Bijzonder dat het hier bij genoemde vogels om de ‘aankomsttijd’ gaat. Ze moeten dat dus van te voren overwegen en de lengte en duur van hun reis bepalen om hun aankomsttijd ‘in acht te nemen’. En dat gaat al die eeuwen feilloos. De ooievaar maakt enorme reizen naar Afrika en weer terug, en vindt probleemloos op de meter nauwkeurig zijn nest weer terug en zijn levenspartner.
En de mens kan bijna niet meer zonder elektronische navigatie, de jongere generatie al helemaal niet meer.

De planten weten hoe laat het is
We denken vaak dat bloemen opengaan zodra het licht wordt en sluiten als de zon ondergaat, maar dat is slechts ten dele waar. Velen hebben zo hun eigen specifieke opening- en sluittijden.
Een paar voorbeelden. De morgenster (Tragopogon Pratensis) gaat ’s nachts om drie uur al open en dan is het nog aardedonker. Maar de Tijgerlelie (Lilium Tigrinum) gaat pas rond elf uur ’s morgens open en de Witte Waterlelie (Nymphaea Alba) sluit rond half zes in de avond.
De bekende goudsbloem (Calendula Officinalis) gaat rond zeven uur in de morgen open en sluit rond twee uur ’s middags.
Er zijn zelfs bloemen die één keer in de tien jaar om middernacht een uurtje bloeien. In die korte tijd moet er dan bestoven worden anders gaat dat niet goed komen. Maar zie daar, de Schepper voorzag deze plant van zeer sterke geurstoffen die nachtvlinders aantrekken om in het aardedonker hun werk te doen. Daarom beginnen deze planten al rond 19.00 uur hun geuren te verspreiden.
Natuurlijk zijn er mensen die dat hebben onderzocht nadat het hun was opgevallen. Daar verschijnen dan prachtige lijsten van en boeken, en zelfs een bloemenklok. 
De Zweedse botanicus Carl Linnaeus (1707-1778) was zo’n specialist. Hij had daar oog voor en zette de openings- en sluittijden van de hem bekende planten in chronologische volgorde.
Na verloop van tijd kon hij aan in zijn bloementuin overdag vrij nauwkeurig bepalen hoe laat het was door te kijken welke bloemen nog open waren en welke al gesloten waren.
Hij maakte een grote cirkelvormig tuin voor bloeiende planten en verdeelde die in 12 perken van 30 graden.
In ieder twaalfde deel van deze cirkel plantte hij die bloemen die veelal op dat uur opengaan. Zie afbeelding.

Later is daar ook een Duitstalig boek van verschenen en er werden kleurrijke afbeeldingen op karton van gemaakt voor decoratie en onderwijs doeleinden.
Een wakkere handelsgeest maakte er zelfs een wandklok van door in het centrum een uurwerk te plaatsen. Dat lijkt me een mooi hebbedingetje maar is nergens meer te koop, zag ik. Dan maar zelf maken, toch?

Ook de geur op Zijn tijd
Veel planten en bloemen hebben heerlijke geuren. Met een blinddoek voor zou ik er wel een paar herkennen. Maar het is met de geuren niet zo dat de bloem altijd geurt zodra de bloem opengaat. De geur heeft een functie en dat is niet alleen om mensen te behagen, maar vooral om bijen, wespen en hommels te lokken in verband met de bestuiving. Er zijn veel meer bloemen dan al die insecten bij elkaar dus moet dat soort voor soort volgens een door de Schepper bepaald systeem. Alles op Zijn tijd!  
Zo geurt de mirte sterker naarmate de zon heter is en dat lijkt verklaarbaar, omdat de plantensappen verdampen in de zonnewarmte. Maar de cactus Koningin van de nacht begint pas te geuren om 19.00 uur in aanloop naar de bloei die om middernacht plaatsvindt.
Vooral de zeer donkere bloemen beginnen pas te geuren na zonsondergang. Bloemengeuren zijn dus niet zomaar een automatisme maar ook hier gebeurt alles op Zijn tijd en de bloemen weten dat en houden zich eraan ook als ze in een kas staan en de zon niet zien. 

De meeste Joden herkenden hun tijd niet
Het is aan de mens om zijn ogen de kost te geven om er achter te komen in welke tijd men zich bevindt. Het volk Israël wist al eeuwen van de belofte van een Verlosser (Gen. 3:15) en er werd zelfs bij gezegd waar Hij geboren zou worden en andere bijzonderheden (zie b.v. Micha 5:1). Dus het was opletten voor de mannenbroeders van Israël, maar helaas ontging hen de realiteit volkomen. Zelfs toen ze in de grootste problemen zaten, met o.a. de bezetting door de Romeinen, was men doof en blind voor de woorden en de daden van Jezus van Nazareth.
Er waren wel een paar gelovigen die het wél door hadden, maar dat was een kleine minderheid. Ondanks tekenen en wonderen bleef het volk der Joden apathisch, wat later over ging in haat. Daarom komen de verwijtende woorden in Lukas 12, vers 56: “Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden?” 
En ook een herhaling van de profetie over Jeruzalem van Micha 3:12 in Lukas 19:44: “Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd niet hebt onderkent” (zie ook 1 Kon. 9:7-8). Want er wérd naar hen omgezien. De beloofde Verlosser wás geboren, precies in de plaats die was voorzegd in Micha 5:1. Ze hadden met de oren slecht gehoord en de ogen dichtgedaan, zoals we lezen in Handelingen 28:26-27. Dat gezegd hebbende wendt Paulus zich vanaf dat moment tot de heidenen en die zullen (wel) luisteren volgens Handelingen 28:28.

Onderkennen wij deze tijd?
Ja, hoe zit dat eigenlijk met ons in deze tijd? Hebben wij wél in de gaten in welke bijzondere tijd wij nu leven? Zijn de waarheden van de Evangeliën nu actueel of de specificaties van de Heere God die we in Leviticus lezen en de prachtige beloften van Deuteronomium 8? Die zijn allemaal natuurlijk waardevol en waar, maar of ze nu actueel zijn? Zaken als zieken genezen, melaatsen reinigen, doden opwekken en demonen uitdrijven, hoorde bij de zending van de apostelen (zie Matt. 10:8). Het was de opdracht aan de apostelen in de tijd dat het Koninkrijk aanstaande was en dat was ook het argument in Mattheüs 10:7: “En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”.
Later schrijft Paulus aan Timotheüs dat hij Trofimus ziek in Milete heeft moeten achterlaten. Was hij hiermee ongehoorzaam? Ik ben overtuigd van niet, want de tijden en de boodschap waren veranderd.
Sinds de hemelvaart van de Heere Jezus en vooral na Handelingen 28:28 zijn de speciale omstandigheden bekend geworden die voor ons nu van belang zijn. Nergens werd ooit in het Oude Testament of in de Evangeliën geschreven over ‘hemelburgers”. Maar wel in de laatste zeven brieven van Paulus (Fil. 3:20).
Dat is toch wel bijzonder. Wij blijken in ‘genadetijd‘ te leven.

Titus 2:11: “Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerte te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (= eeuw) bezonnen, rechtvaardig en godsvruchtig te leven”.

Dit schrijft Paulus in zijn laatste brief aan medegelovige Titus en dat is een unieke waarheid. De genade van God is ‘verschenen’ d.w.z. die genade was er daarvoor in deze vorm nog niet, maar is nu verschenen ‘aan alle mensen’.
Klonk in de Evangeliën nog de boodschap ‘niet naar de heidenen, maar uitsluitend naar de verloren schapen van het huis van Israël’ (Matt. 10:5-8), nu, in de brief aan Titus heet het: ‘aan alle mensen’. Dat is een zeer grote verandering, maar in die tijden leven wij nu! Wel belangrijk dus dat we dit in de gaten hebben en er gebruik van maken. Dat betekent: aanvaarden en geloven, en de Heere God ervoor danken.

Dus …
We worden opgeroepen als gelovigen hier acht op te geven en ‘acht is meer dan duizend’ zegt het spreekwoord. We moeten goed in de gaten houden dat er dingen verschillen in de tijdsloop van de openbaring in de Bijbelse boodschap.
“Zoek de dingen die boven zijn, waar Christus is” lezen we bijvoorbeeld in Kolossenzen 3:1, terwijl aan de Joden werd geleerd om vooral te bidden: “Uw Koninkrijk kome” hier beneden op de aarde, in Mattheüs 6:10. Dat wil zeggen: zij baden om het aardse Koninkrijk, maar wij zijn burgers van een hemels rijk (Kol. 1:13) met een hemelse toekomst en dat worden wij nu geacht te zoeken. Foto p 10-12 OV-genadetijd-handen-klok-PIX
Allemaal dingen die verschillen, maar allemaal van God en bestemd voor Gods tijd. Wij zijn ‘uitverkoren van vóór de grondlegging der wereld’ (Efe. 1:4).
En voor Israël geldt: “Dan zal die Koning tegen hen die aan Zijn rechterhand zeggen: Kom gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging der wereld” (Matt. 25:34). Dat zijn wezenlijke verschillen maar allemaal belangrijk op Zijn (vastgestelde) tijd. Opletten dus en ondertussen genieten van Zijn rijke schepping om ons heen.

Zie aktieradius.nl

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'