Menhirs: Wat betekenen die opgerichte stenen?

Menhirs: Wat betekenen die opgerichte stenen?

Die krachtpatser uit Gallië, Obelix, sjouwt altijd met een enorme steen op zijn rug. Dat blijken ‘menhirs’ te zijn: langwerpige stenen. Als je goed kijkt, zie je dat hij dat die grote dingen schijnbaar moeiteloos, soms met één hand, draagt. En als hij er niet mee loopt, staan ze ergens rechtop. Menhirs liggen nooit plat op de grond maar staan altijd recht overeind. Zijn het gedenkstenen of stenen die belangrijke plaatsen markeren? Wie heeft dat bedacht en waar komt dat vandaan, vroeg ik mij af.

Er staan er nog duizenden van in Europa
In West-Europa, met name in Frankrijk, staan talloze menhirs. Het woord ‘menhir’ stamt uit het Bretons en het betekent: Hoge steen. Soms staan ze helemaal alleen, soms in lange rijen of in een cirkel, zoals de bekende in Stonehenge in Engeland of in de Golf van Morbidan in Frankrijk op Er Lannic. 
We noemen het Megalithische monumenten die van graniet, kalksteen of gneis gemaakt zijn (zie appendix ‘Megalitische monumenten’ onderaan dit artikel). Die lange rijen heten: Alignements (bijv. in Carnac).

Het lijkt nogal een enorme klus om zo’n ding ergens op te richten. Eerst moet je een geschikte brok vinden of ergens afhakken en dan de juiste, langwerpige vorm geven. Met primitief gereedschap moest er worden gehakt en geslepen. En dan kwam het karwei nog van het vervoer en de uiteindelijke oprichting, want daar gaat het tenslotte om.
Zelfs de kleinste stenen wegen al gauw honderden kilo’s en als je er één aantreft van 6,5 meter boven de grond, dan weegt die al gauw 50.000 kilo!
Soms staan ze in kilometers lange rijen met zijn duizenden keurig op gelijke afstanden. Er is ook een hele grote omgevallen menhir gevonden die bij nameten oorspronkelijk meer dan 20 meter lang is geweest en 18,5 meter boven de grond kwam. Geschat gewicht: 280 ton (280.000 kilo).
Ga er maar aan staan zonder hydraulische kranen. Maar de mensen toen waren niet dom. Ze gebruikten hefbomen en lieren en rolden de enorme steenmassa op ronde boomstammen naar hun plek. Daarna werd een gat gegraven om de dikke onderzijde in te kiepen. Hoe het precies ging weten we niet, maar het dwingt wel respect af.
En het mooie is, ze staan er na al die duizenden jaren nog steeds. Zouden onze bouwwerken van tegenwoordig er over net zoveel duizenden jaren ook nog steeds staan? Ik denk het niet.

Waarom deed men dat eigenlijk?
Je kunt er veel geschiedenisboeken op na slaan, maar een waterdicht antwoord vindt je niet. Wel zijn er ideeën en vermoedens. Veelal zal het om markeringen gaan van bijzondere plaatsen of om aan te geven waar men bepaalde rituelen uitvoerde.
Soms staan ze in een cirkel, zeer nauwkeurig gepositioneerd, om de zonnewende aan te geven. Men bleek zeer goed op de hoogte van de bewegingen van de planeten en de zon.

Opgerichte stenen in de Bijbel
Veel gewoonten en gebruiken uit de oudheid blijken een Bijbelse achtergrond te hebben. In de Bijbel zijn wel een aantal opgerichte stenen te vinden. Een mooi voorbeeld vinden we in Genesis 28:11, waar beschreven wordt dat Jakob onderweg is vanuit Berseba naar Haran waar zijn oom woont. Als ’s avond de zon ondergegaan is, zoekt hij een plaats om te slapen en hij gebruikte een steen om zijn hoofd op te leggen.
Maar die nacht gebeuren er bijzondere dingen in zijn droom. Hij ziet een lange ladder, waarvan de top de hemel raakt en daarlangs klimmen engelen van God op en neer. Volgens vers 13 staat de Heere Zelf bovenaan en zegt: “k ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen zal Ik u en uw nageslacht geven” (zie ook vs. 14 en 15).
Als Jakob weer wakker wordt, herinnert hij zich alles precies, want hij zegt: “De HEERE is werkelijk op deze plaats en ik heb het niet geweten.” 
Hij realiseert zich dat hij iets ontzagwekkends heeft meegemaakt en zegt in vers 17: “Dit is niet anders dan het huis van God en de poort naar de hemel.”
Naar aanleiding van deze hele bijzondere manifestatie van Gods genade neemt hij de steen die hij als hoofdkussen gebruikt heeft en zet die daar overeind. De naam van die plaats wordt daarom ook: ‘Bethel’, d.i. Huis van God.
Dit is de eerste opgerichte steen die in de Bijbel beschreven wordt en het markeert een bijzondere belofte van Goddelijke oorsprong.

Het zal blijken dat het vaker voorkomt dat stenen ergens iets markeren en ergens op wijzen. Twintig jaren later, als Jakob zijn naam eer aan doet en zijn oom Laban bedriegt door er stiekem vandoor te gaan, komt het volgens Genesis 31 tot een confrontatie tussen oom en neef en ze komen overeen om een verbond te sluiten (vs. 44).
Ter ere van deze daad wordt precies op die plek een steen overeind gezet als gedenkteken. De plaats gaat ‘Gilead’ heten en dat betekent: Een steenhoop is getuige.
En als het volk Israël na veertig jaar omzwervingen eindelijk de rivier de Jordaan gaat oversteken om het beloofde land in bezit te nemen, worden er ook monumenten gemaakt.
We lezen hoe dat gaat in Jozua 4. Uit iedere stam moet een man een steen midden uit de drooggevallen Jordaan meenemen om een monument aan de andere kant te maken. Maar Jozua maakt ook van twaalf andere stenen midden in de Jordaan, op de bodem, een monument ter nagedachtenis aan dit grootse gebeuren, volgens vers 9. De twaalf stenen die Jozua had laten meenemen vanaf de bodem van de Jordaan werden meegenomen naar Gilgal om daar als herinneringsmonument te dienen (vs. 20).
Gilgal betekent: Wiel. Iets wat een ommekeer aangeeft dus. De smaad van Egypte was door de Heere afgewend, volgens Jozua 5:9. Dit monument komt op de berg Ebal (d.i. ’kaal’) en moet worden witgekalkt, volgens Deuteronomium 27:2-4. En op die witgekalkte stenen moeten vervolgens alle woorden van de wet ‘duidelijk en goed’ geschreven worden (vs. 8).
Het moesten beslist onbewerkte stenen zijn en het gedenkteken werd ook gebruikt als altaar voor de HEERE om brandoffers te brengen.
In Jozua 24 wordt ook nog de gebeurtenis beschreven van de verbondsvernieuwing in Sichem. Heel Israël verzamelt zich daar en Jozua beschrijft nog eens precies hoe het allemaal gegaan is met het volk, vanaf Abraham tot en met de huidige situatie, en er wordt een verbond gesloten tussen Jozua en het volk met als bezegeling een grote, opgerichte steen (vs. 26).

Waar is zo’n brok steen een beeld van?
Eigenlijk is dat voor de doorsnee gelovige een retorische vraag, want het antwoord is vanzelfsprekend: Christus.
Een prachtig voorbeeld is te lezen in 1 Korinthe 10, waar Paulus de Joden er aan herinnert hoe het lang geleden in de woestijn gegaan is.
Vers 4b: “Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde en die rots was Christus.”
De feitelijk gebeurtenis is beschreven in Exodus 17, waar het volk naar water smacht en protesteert tegen Mozes (vs. 2). De volksopstand loopt zeer hoog op en het scheelt weinig of Mozes wordt gestenigd!
Maar de Heere God heeft, zoals steeds, een oplossing voorhanden en laat Mozes met enkele van de oudsten vooruit trekken. De Heere voorzegt Zelf op de rots bij Horeb te staan en op diezelfde rots moet Mozes met zijn houten staf slaan. Je zou zeggen, dat gaat niks worden om met een houten stok op een stenen berg te slaan, maar God zorgt voor een enorme watervloed, voldoende voor mens en dier. Maar we lezen in Exodus 17 niks van een Rots die meeging, zoals we in 1 Korinthe 10:4b lazen.
De rots was onwrikbaar, maar gaf water toen erop geslagen werd en daardoor overleefde het volk.
Degene Die met hen meetrok en dit alles regelde was Christus, volgens 1 Korinthe 10.
Simpele conclusie: Christus is de Rots. Wordt er op Hem geslagen, dan komt er levend (makend) water uit (zie ook Joh. 4:10).

Een vaste Burcht is onze God

  • 1 Samuël 2:2 “Er is niemand zo heilig als de Heere., want er is niemand buiten U, en er is geen Rotssteen als onze God.”
  • Psalm 18:2 “Ik heb U hartelijk lief, Heere mijn sterkte. De Heere is mijn rots en mijn burcht en mijn bevrijder, mijn God, mijn rots, tot wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting.”
  • Deuteronomium 32:4 “Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn één en al recht.
    Vers 15 “Maar toen Jeshurun (= de rechtvaardigen) vet werd, trapte hij achteruit – u bent vet, u bent dik, u bent vetgemest – toen verliet hij God, Die hem gemaakt heeft, hij versmaadde de Rots van zijn heil.”
    Vers 18 “De Rots Die u verwekt heeft, hebt u veronachtzaamd, en u hebt de God Die u gebaard heeft vergeten.”
    Vers 30 “Hoe zou één man er duizend kunnen achtervolgen, en twee mannen er tienduizend laten vluchten, tenzij hun Rots hen verkocht en de Heere hen uitleverde? Want hun rots is niet zoals onze Rots, zelfs onze vijanden kunnen hierover oordelen.”
  • Psalm 27:5 “Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut in dagen van onheil. Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.”
  • Zie ook Psalm 28:1; 62:6 en 7; Jesaja 32:2.

Zonneklaar, een schitterende bloemlezing van wat de Heere God allemaal te bieden heeft als Rots voor bescherming en hoop en veiligheid.

Stenen als geografische aanduiding en grensstenen
In 1 Koningen 1:9 lezen we dat Adonia zichzelf koning wil maken en hij begint met een aantal rituelen. Dat alles vindt plaats bij de steen ‘Zoheleth’ die bij de bron ‘Rogel’ ligt. En tijdens een gesprek tussen Jonathan en David wordt een ontmoetingspunt afgesproken bij de steen ‘Ezel’ (d.i. vertrek) Het staat in 1 Samuël 20:19. 
Zo worden er meer van dit soort markante stenen genoemd, zoals in Richteren 1:36, 2 Samuël 20:8 en Jesaja 10:26. 
In Deuteronomium 19:14 lezen we: “U mag de grenssteen van uw naaste, die uw voorouders geplaatst hebben niet verleggen in uw erfelijk bezit dat u ontvangt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft om het in bezit te nemen” (zie ook Spr.15:25 en 22:28).

Er komt van alles uit die Rots
We hebben al gelezen dat er water uit de Rots kwam toen er op geslagen werd (Ps.78:20). Maar er kan ook vuur uit de rots komen, zoals bij Gideon, om het offer aan te steken (Richt. 6:21). En het is zelfs voor de Heere geen probleem om honing uit een rots te laten komen, zo vermeldt in Psalm 81:17. Dit wordt ook genoemd in Deuteronomium 32, vers 13b: “Hij liet hem honing zuigen uit de rots, en olie uit hard gesteente.”

Vier bijzonder ingrediënten komen uit deze Rots:

  1. Levendmakend water (Joh. 4:10 en 7:38)
  2. Vuur om offers voor de HEERE aan te steken (Gen. 4:4 en 1 Kon. 18:24)
  3. Honing, daar gaan je ogen weer helder van staan. Het versterkt direct (1 Sam. 14:27)
  4. Olie om wonden te verzachten (Luk. 10:34)

Rotsen en stenen als graf
In de Bijbel begroef men hun doden veelal in bestaande spelonken in bergen en heuvels. Was zoiets niet voorhanden dan was het een tijdrovende klus om zoiets uit te hakken. Bij grote haast of in oorlogstijd begroef men een overledene soms ook in een kuil in de grond waarop dan een hoop stenen werd gelegd, deels als gedenksteen en deels als bescherming tegen het wilde beesten.
Ging men later nog eens zo’n graf bezoeken dan nam men een steen mee en legde die bij de bestaande stapel als teken van respect.
Dat is een mooie gewoonte, vind ik, en het wordt tegenwoordig nog wel gedaan door vooral Asjkenazische Joden.
De overdrachtelijke betekenis van de steen en de rots was wellicht wel bekend, want ook de Farao’s en de hunebed-bouwers begroeven hun doden in (grote) steenmassa’s.
Het mooie is dat het lichaam van de Heere Jezus na het sterven ook in een uitgehouwen rots werd gelegd, maar de steen die het graf afsloot was rond (= wiel = Gilgal) zodat die er gemakkelijk weer voor weg gerold kon worden (i.v.m. met de voorzegde opstanding).
En ook op vrijwel alle begraafplaatsen in Europa staan opgerichte stenen. De meeste mensen zullen zich niet meer realiseren dat het alles te maken heeft met de opstanding, zoals geschreven in Mattheüs 16:21, Johannes 11:24 en Filippenzen 3:10, maar dat is wel de achtergrond.  
Ik herinner me een gelovige van lang geleden uit Parrega (Friesland), op wiens grafsteen stond: “Jezus leeft en met Hem Hylke Bleeker” Dat lijkt me ook wel iets voor op mijn grafsteen.

Stenen als offerplaats of altaar
1 Samuël 6:14 “En daar was een grote steen en zij kloofden het hout van de wagen en offerden de koeien als brandoffer voor de Heere
In 1 Koningen 18:31 lezen we dat Elia twaalf stenen neemt en er een altaar van bouwt voor de HEERE. Als bevestiging dat de Heere God het aannam, komt er vuur uit de hemel om dit offer aan te steken, zo was dat Gods gewoonte.
In 1 Samuël 14:33 wordt beschreven hoe koning Saul een grote steen naar zich laat toe rollen om daarop vervolgens te offeren zoals het hoort.

Stenen als wapen
Kleinere stenen kun je ook prima als wapen gebruiken en dat gebeurt in de Bijbel ook. Zelfs de Heere God maakt er gebruik van, zoals beschreven in Jozua 10: “Het gebeurde, toen zij voor Israël vluchtten, en de helling van Beth-Horon afgingen, dat de HEERE vanuit de hemel grote stenen op hen wierp, tot Azeka toe, zodat zij stierven” (vs. 11). Het zou om hagelstenen kunnen gaan, want die kunnen ook echt dodelijk zijn.
Het gebruik van een slinger om stenen te slingeren was ook wel bekend in Bijbeltijd (Richt. 20:16) en ook David maakte er gebruik van tegen Goliath (1 Sam. 17:40; zie ook 2 Sam. 16:6).
Ook werd als straf voor mens of dier (Ex. 21:28) het ‘stenigen’ gebruikt. Men gooide met een hele groep mensen tot het slachtoffer stierf (Deut. 13:10; Hand. 7:58; Hebr. 11:37).
Paulus is zelfs een keer door een opgehitste menigte gestenigd, volgens 2 Korinthe 11:25. Toen ze dachten dat hij dood was, sleepten ze hem buiten de stad en dumpten hem daar. Maar Paulus bleek nog te leven en door de discipelen omringd stond hij op en ging de stad weer in. Dit gruwelijke ritueel is heden ten dage nog steeds in gebruik in bepaalde landen.
De steen die ten leven moet leiden wordt hier gebruikt om het leven te beëindigen.

Een steen om je aan te ergeren
Psalm 50, vers 5: “De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend, en Zelf ben Ik niet ongehoorzaam, Ik wijk niet terug. Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan, Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken. Mijn gezicht verberg Ik niet voor smaad en speeksel. Want de Heere HEERE helpt Mij. Daarom wordt Ik niet te schande. Daarom heb Ik Mijn gezicht gemaakt als hard gesteente, want Ik weet dat Ik niet beschaamd zal worden.”
En zo is het ruim zevenhonderd jaar later letterlijk gegaan. Hij werd niet te schande, omdat Hij de dood overwon.
Christus Jezus werd geslagen en bespuwd en men trok de haren uit Zijn baard. Men ergerde zich kapot aan de al zo lang verwachte Messias. Het was immers al voorzegt in Psalm 118, vers 22: “De steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden.”
De beide huizen van Israël zijn de bouwers, volgens Jesaja 8:14, maar van bouwen is nog steeds niets gekomen. Ze verwierpen Hem toen en verachten Hem nog steeds.
De wijngaard Israël is daarom tijdelijk aan anderen gegeven, lezen we in Markus 12:9. Toch zal uiteindelijk op deze Rotssteen worden gebouwd, want Hij is de onbeweeglijke en vaste Rots, volgens Jesaja 28:16, een beproefde Steen, een kostbare Steen.
Voor gelovigen is deze Steen kostbaar, maar voor ongelovigen een struikelblok (1 Petr. 2:8). Maar Hij is de levende Steen, door de Heere God Zelf uitverkoren en kostbaar. Deze Steen werd een oorzaak van eeuwig heil, ook voor ons. Het is verstandig om op deze Rots ons geestelijk huis te bouwen (Matt. 7:24). Christus, de Rots der eeuwen!

Appendix - Megalitische monumenten
Megalitische monumenten kennen we in verschillende vormen en soorten. We kunnen ze onderverdelen in grafmonumenten, losstaande menhirs, menhirrijen en steencirkels. Het woord megalitisch komt van de Griekse woorden mega (groot) en lithos (steen). Megalitische monumenten zijn dus monumenten gemaakt van grote stenen. En met grote stenen bedoelen we stenen van honderden, duizenden en zelfs tienduizenden kilogram zwaar.

Verschillende steensoorten en herkomstgebieden van de stenen
Bij de megalieten die men gebruikt heeft voor het oprichten van de megalitische monumenten gaat het om diverse steensoorten die bovendien van heel verschillende herkomstgebieden kunnen stammen. Zo heeft men onder andere granieten, kalkstenen en conglomeraten gebruikt. Monumenten gemaakt van conglomeraten vinden we vooral in België. Het conglomeraat van Wéris komt daar in de directe omgeving van zulke monumenten voor. Conglomeraten zijn in feite het beton van de natuur. Ze bestaan uit grof aaneen gekit sedimentmateriaal. Eigenlijk zijn het grotere, afgeronde steentjes en stenen die meestal met kalk, zand of ijzeroxiden als cement tot een vast gesteente zijn omgevormd. 

Waar vinden we megalitische monumenten?
Megalitische monumenten treffen we in verscheidene landen in Europa aan. Zo komen ze voor van het zuiden van Zweden, via Denemarken, Polen, Duitsland en Nederland tot in België en in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Verder zuidelijk liggen ze in grote delen van Frankrijk, in Portugal en Spanje. In Zwitserland, Italië en dan niet alleen op het vasteland maar ook op Sicilië en Sardinië vinden we ze. Zelfs op andere plaatsen langs de Middellandse Zeekust van Europa en in Noord-Afrika treffen we ze aan. Elders ter wereld vinden we ze bijvoorbeeld in de Kaukasus, India, Indonesië, Japan en Korea.
Bron en meer info: www.debelemniet.nl

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'