Jezus Christus - de Leraar van God

Jezus Christus - de Leraar van God

Nicodémus kwam tot Christus als één van de leiders van de Joden, als één van de leraars in Israël en geeft dan een merkwaardig getuigenis, dat laat zien dat de eerste prediking van Christus indruk had gemaakt op de leiders van Israël.

“En er was iemand uit de Farizeeën, wiens naam was Nikodemus, een overste der Joden; deze kwam des nachts tot Hem en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is.” (Joh. 3:1,2)
Het is opmerkelijk de Here Jezus Christus als de Goddelijke Leraar geïntroduceerd wordt met het getuigenis van iemand, die zelf een 'leraar in Israël' is. Nicodémus kwam des nachts tot Jezus, zeggende: “Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar.” In deze opvatting omtrent de Christus staat hij kennelijk niet alleen, want hij zegt: 'wij'. Nicodémus laat blijken, dat sommigen van de leiders Hem erkenden als een Leraar, door God gezonden, evenals de profeten uit de oude tijd, en dat Hij daarom niet alleen het recht had om te leren, maar ook om beluisterd te worden. Voor Nicodémus' besef had Christus een ‘hemels diploma’ en daarom voegt hij aan zijn woorden toe: “Want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God niet met hem is.”

Zijn autoriteit als de Goddelijke Leraar

De Heer Jezus onderstreept Zijn autoriteit met de woorden: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u...”
Dit geeft Hem een plaats als Leraar boven die van de profeten. Zij traden op met de woorden: 'Alzo zegt de HERE’. Christus begon Zijn rede nooit met deze woorden. Andere leraars ontleenden hun gezag aan Mozes, één van de profeten, Hij deed dit niet.
Andere leraars legden de wet uit, maar Hij was Zelf de Wetgever en zei: “Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken. Maar Ik zeg u: Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.” Matt. 5:27, 28) Hij redetwistte niet, Hij bekrachtigde. Christus sprak steeds met zo’n autoriteit dat waar en wanneer Hij ook leerde, de mensen Zijn gezag erkenden en getuigden: “Hij spreekt niet als de schriftgeleerden, maar met macht.”
Alleen een Goddelijke leer kan Goddelijk gezag hebben. Deze Leraar is niemand minder dan God, geopenbaard in het vlees en daarom de Goddelijke Leraar.

Zijn wijsheid als de Godde1ijke Leraar

Dit portret van Christus als de Goddelijke Leraar laat ons niet alleen Zijn macht; maar ook Zijn wijsheid zien. Hoor Hem, als Hij Nicodémus aanspreekt in het elfde vers, in één adem niet alleen Zijn macht, maar ook Zijn wijsheid verklaren met de woorden: “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, wij spreken wat wij weten en getuigen, wat wij hebben gezien.” In dit enkele gezegde eist onze Heer niet alleen wijsheid voor Zich op, maar Hij openbaart Nlcodémus ook het geheim van Zijn wijsheid.
Aan allen, die Christus als leraar hoorden, werd Zijn wijsheid geopenbaard in twee dingen. Ten eerste in het feit, dat Hij dikwijls sprak van gebeurtenissen, die nog in de toekomst lagen, met een zekerheid van iemand, die iets vertelde alsof het reeds gebeurd was. Zo sprak Hij tot de mensen van Zijn dagen in gelijkenissen over het Koninkrijk en bracht dan in de gelijkenissen waarheden naar voren, die tevoren voor de profeten verborgen waren.
Waarheden omtrent de genade en de waarheid en ook omtrent de resultaten van de prediking van het Evangelie.
Met zo’n verbazingwekkende zekerheid sprak Hij over deze en andere gebeurtenissen, die nog in de toekomst lagen, dat degenen die Hem hoorden “...verbaasd waren en zeiden: Vanwaar heeft Hij deze wijsheid?”
Wanneer deze mensen aanwezig waren geweest bij het gesprek dat Hij met Nicodémus voerde, zouden zij geweten hebben, waar Zijn wijsheid vandaan kwam; want Hij zei: “Wij spreken, wat wij weten.” Zijn kennis was die van de Zoon van God, voor Wie de gebeurtenissen in de toekomst even duidelijk waren als die uit het verleden.
De wijsheid van Christus openbaarde zich ook in het feit, dat Hij met zekerheid sprak over geestelijke waarheden, die nog nooit enig sterfelijk mens had ervaren. Over dergelijke dingen sprak Hij ongetwijfeld tot de geleerde rabbi's in de tempel te Jeruzalem, toen Hij op twaalfjarige leeftijd met hen over geestelijke dingen sprak, want wij lezen: “Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden.” (Luc. 2:46) Hij sprak over die dingen met volle zekerheid en absolute overtuiging. “Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden...” (Joh. 14:1, 2)
Aldus sprak Hij herhaaldelijk over dingen, die nooit door een mens waren begrepen, zodat degenen, die Hem hoorden hoe langer hoe meer verbaasd waren en vroegen: “Vanwaar heeft Hij die wijsheid? Is deze niet de zoon van de timmerman?” Waren zij tegenwoordig geweest bij Zijn gesprek met Nicodémus, dan zouden ze wel ontdekt hebben vanwaar Zijn wijsheid kwam. Hij had deze dingen gezien als de Zoon van God, die in de hemel was en van de hemel nederdaalde. Hij verklaarde immers: “Indien Ik ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft, hoe zult gij geloven, wanneer Ik u van het hemelse spreek? En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.” (Joh. 3:12, 13)

AMEN 48 - Glas in Lood - Jezus Christ...

Zijn boodschap als de Goddelijke Leraar

Hoe dankbaar moeten wij toch zijn, dat we in de Evangeliën zoveel opgetekend vinden aangaande de leer van onze Here Jezus Christus.
Wij leven in een tijd waarin velen totaal geen geloof hebben in de Here Jezus Christus als de Zoon van God en de enige Heiland. Toch wil men wel toegeven dat Hij één van de grootste leraars der wereld is. Zelfs verscheidene vooraanstaande rabbi's in onze tijd geven Hem een plaats naast Mozes en de profeten en dringen er bij hun volgelingen op aan Hem te eren. Geen nadenkend persoon kan zijn ogen sluiten voor het feit, dat Jezus Christus eens op aarde leefde en dat Hij een ontzaglijke invloed had op de wereld. Maar als ze Hem wel beschouwen als een groot leraar, dan behoren ze ook acht te geven op wat Hij leerde.
Velen zouden zeer verbaasd en misschien verontrust zijn, wanneer ze hoorden, dat dezelfde waarheden, die zij ontkennen aangaande Zijn Persoon en het heerlijke Evangelie dat Zijn Naam draagt, door Hemzelf herhaaldelijk en duidelijk bevestigd worden. Geen enkele nauwkeurige onderzoeker van het Nieuwe Testament zal het ontgaan dat elke fundamentele leer van het christendom een deel is van de boodschap en de leer van de Here Jezus Christus.

Fundamenteel

  • Voorzeker is Zijn eigen Goddelijkheid een fundamenteel leerstuk en Hij zwijgt daarover ook volstrekt niet in Zijn onderwijs.
    In verband met de genezing van de verlamde man aan de vijver te Bethesda op de sabbat, waartegen de Joden opkwamen, verklaarde Jezus: “Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk.” Daarom zochten de Joden Hem te doden, omdat Hij zei dat God Zijn Vader was: “Zichzelf Gode even gelijk makende.” (Joh. 5:17, 18). Opnieuw verzekerde Hij: “Ik en de Vader zijn één.” En dan volgt: “De Joden droegen weder stenen aan om Hem te stenigen. Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede werken doen zien vanwege mijn Vader; om welk van die werken wilt gij Mij stenigen? De Joden antwoordden Hem: “Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt.” (Joh. 10:30-33)
  • Zijn geboorte uit de maagd als de zoon van Maria is een fundamenteel leerstuk. Dit was ook Zijn getuigenis, want Hij zweeg hierover evenmin (Matt. 22:41-46).
  • De inspiratie der Schriften is een fundamentele leer en Christus zweeg niet over deze kwestie. Hij zei tot hen: “Hij zeide tot hen: Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.” (Matt. 22:43, 44)
  • Ja, Zijn dood aan het kruis als een plaatsvervangende verzoening voor de zonde is een fundamentele waarheid die door het christenen wordt beleden. Goddank zweeg onze Heer ook daarover niet. Zijn onderricht over dit belangrijke onderwerp vinden wij in Johannes 3:14-18. Geen wonder dat dit gedeelte zo machtig door de Geest gebruikt is om verloren zondaren tot Christus te brengen!
  • Zo is ook Zijn lichamelijke opstanding een fundamentele leer van het christendom. Ook hierover zwijgt Christus niet. “Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen. De Joden dan zeiden: Zesenveertig jaren is over deze tempel gebouwd en Gij zult hem binnen drie dagen doen herrijzen? Maar Hij sprak van de tempel zijns lichaams. Toen Hij dan opgewekt was uit de doden, herinnerden zijn discipelen zich, dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en het woord, dat Jezus gesproken had.” (Joh. 2:19, 22)
  • Ook Zijn letter1ijke, lichamelijke, zichtbare wederkomst naar deze aarde is een fundamentele waarheid van ons geloof. Goddank heeft Hij in geen enkel opzicht hierover gezwegen (zie Matt. 24:3, 27, 30, 31, 37-39; 26: 64; Joh. 14:3).
    Het is wel opmerke1ijk, dat juist de waarheden, die het modernisme pertinent ontkent, de leerstukken zijn, waarop Christus de meeste nadruk schijnt te leggen. En dit is niet alleen het geval met de leer van Zijn wederkomst, maar ook met die van de toekomende dingen in het algemeen (zie Matt. 5:29, 8:11-12; 18: 8-9; Luc. 16:23-24).

Maar misschien zal iemand vragen: 'Hoe kan ik er zeker van zijn, dat Christus werkelijk de leer heeft verkondigd, die de Evangelieschijvers Hem toeschrijven?’ Het antwoord wordt gevonden in het onderwijs dat Christus Zelf gaf: “Doch toen het feest reeds op de helft was, ging Jezus op naar de tempel en leerde. De Joden dan verbaasden zich en zeiden: Hoe is deze zo geleerd zonder onderricht te hebben ontvangen? Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft; indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek.” (Joh. 7:14-17) En Johannes voegt eraan toe in zijn tweede brief: “Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon.” (2 Joh. :9)

Hieruit zien we, dat ieder die de wil van God doet, van God geleerd zal worden en de waarheid zal kennen!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'