Van profetie naar geheimenis

Van profetie naar geheimenis

Aan de hand van twintig vragen en antwoorden volgen we de heilsweg van God van profetie naar geheimenis, zoals die in de Bijbel wordt aangegeven.

1. Hoe moeten wij het Woord van God zien?

Foutloos, onaantastbaar, als het Woord van God (1 Tess 2:13).
Psalm 12:7 “De woorden des HEREN zijn zuivere woorden,gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.”
Job 33:3 “Mijn woorden zijn oprechtheid des harten, en wat mijn lippen weten, geven zij zuiver weer.”
Spreuken 8:8 “Al de woorden van mijn mond zijn in gerechtigheid gesproken; niets daarin is verdraaid en verkeerd.”

2. Wat moeten wij met het Woord van God doen

Horen, het oor neigen, en ‘eten’, dat is: consumeren en absorberen.
Jesaja 55:2b,3a “Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve.”
Psalm 45:11,12 “Hoor, o dochter, en zie, en neig uw oor, vergeet uw volk en het huis van uw vader, laat de Koning uw schoonheid begeren, want Hij is uw Heer; buig u dus voor Hem neder.”

3. Wat is de positie van Israël en de volken (heidenen) in het Oude Testament?

Israël wordt door God uitverkoren als Zijn volk, ook als Zijn vrouw, in de relatie van het verbond. De bedoeling is dat Israël een volk van koningen en priesters zal zijn in de wereld. De volken zijn aanvankelijk vijanden, maar uiteindelijk bedoeld om ook God te vereren, doch ondergeschikt aan Israël.
Deuteronomium 7:6b “U heeft de HERE, uw God, uit alle volken op de aardbodem uitverkoren om Zijn eigen volk te zijn.”
Exodus 19:6a “En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk.”
Deuteronomium 4:6-8 “Onderhoud ze (= de inzettingen en verordeningen van God) dan naarstig, want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn in de ogen der volken, die bij het horen van al deze inzettingen zullen zeggen: Waarlijk, dit grote volk is een wijze en verstandige natie. Immers welk groot volk is er, waaraan de goden zó nabij zijn als de HERE, onze God, telkens als wij tot Hem roepen? En welk groot volk is er, dat inzettingen en verordeningen heeft zo rechtvaardig, als heel deze wet, die ik u heden voorleg.”

4. Tot wie is Christus gezonden?

Mattheüs 15:24b “Hij echter antwoordde en zeide: Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.”

5. Wat was Zijn zending/opdracht?

Om het zondeprobleem op te lossen, en het Koninkrijk Gods, oftewel het Koninkrijk der Hemelen te verkondigen, zoals voorzegd en beloofd in het Oude Testament.
Mattheüs 1:21b ”Want Hij is het, Die Zijn volk zal redden van hun zonden.” Lukas 4:18,19 “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.”
Lukas 4:43 “Maar Hij sprak tot hen: Ook aan andere steden moet Ik het evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen, want daartoe ben Ik uitgezonden.” Ook de twaalf apostelen worden ingeschakeld (Matt .10:7).

6. Hoe moet een zending/opdracht uitgevoerd worden?

Als een dienaar, die zich honderd procent in dienst stelt van zijn zender, en die zijn eigen mening en inzicht volkomen uitschakelt.
Zie Ezechiël 2:3-3:4. Opdracht om boodschap over te brengen.
Ezechiël 3:16-21. De opdracht brengt ook verantwoordelijkheid, waarover rekenschap moet worden afgelegd.

7. Hoe heeft Christus Zijn opdracht vervuld?

Volmaakt
Johannes 12:50b “Wat Ik dan spreek, spreek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft.”
Romeinen 15:8 “Ik bedoel namelijk, dat Christus ter wille van de waarachtigheid Gods een dienaar van besnedenen geweest is, om de beloften, aan de vaderen gedaan, te bevestigen.
Johannes 19:30 “Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.”

8. Legt Christus verantwoording af over zijn zending?

Johannes 17:4 “Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt.”
Johannes 17:12 “Zolang Ik bij hen was, bewaarde Ik hen in Uw naam,die Gij Mij gegeven hebt, en Ik heb over hen gewaakt en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon des verderfs, opdat de Schrift vervuld werd.”

9. Christus heeft Zijn zending volbracht, maar Israël heeft zijn Koning niet aangenomen. Hoe gaat het dan verder?

Christus draagt na Zijn opstanding Zijn zending over aan Zijn apostelen.
Johannes 20:21b “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.” (De SV heeft gelijkerwijs, dat is: ‘op gelijke wijze als’)
Lukas 24:44-47 “Hij zeide tot hen: Dit zijn Mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden. Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zeide tot hen: aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derde dage opstaan uit de doden, en dat in Zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving van zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.”
(NB: Alle volken zou ook kunnen zijn: de volken van Israël, zie Ezech. 2).

10. Hoe is de boodschap/opdracht van de apostelen?

De boodschap is hetzelfde gebleven: het Koninkrijk Gods. Echter: de boodschap is veel indrukwekkender, sinds de openbaring van de Christus der Schriften in Zijn leven, sterven en opstanding. De boodschap vraagt om bekering tot vergeving van zonden.
Handelingen 1:8b “En gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde.”
De Christus der Schriften is o.a. ook de Koning van Israël, Die ook de heidenen zal regeren, echter pas na Zijn wederkomst.

11. Zal deze boodschap slagen, ofwel geloofd worden?

Ook de Opgestane zal in eerste instantie niet geloofd worden.
Lukas 16:31 “Doch hij zeide tot hem (= Abraham tot de rijke man): Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen.”

12. Tot wie is de boodschap van de apostelen gericht?

In principe alleen tot Israël (voortzetting van de boodschap aan Israël), zie de aanhef bij de toespraken van Petrus in Handelingen 1:16, 2:14, 22, 29, 36: “Mannen broeders, Gij Joden, en allen die te Jeruzalem woonachtig zijt… mannen van Israël… mannen broeders… dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten…”

13. Op wie is de heilige Geest uitgestort met Pinksteren?

Op besnedenen.
Handelingen 2:7b “Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs?”
Handelingen 10:44,45 “Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren mede gekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort.”
Uit deze woorden blijkt ook dat tijdens de uitstorting met Pinksteren de Heilige Geest niet op heidenen gekomen is. De uitstorting van de Heilige Geest is de vervulling van een belofte aan Israël. Hier geeft de Schrift dus voor het eerst aan dat de Heilige Geest ook op heidenen kan komen.

14. Als de heidenen ook de Heilige Geest kunnen ontvangen, wordt dan tevens de boodschap met betrekking tot de heidenen veranderd?

De boodschap blijft in de eerste plaats gericht op de Joden! Het verschil tussen Joden en heidenen blijft onveranderd. Een wezenlijke verandering in hun positie zou niet onvermeld gebleven zijn in de Schrift. Er wordt integendeel duidelijk gesteld, dat er niets verandert!
Handelingen 11:19 “Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stefanus plaats vond, trokken verder tot Phenicië, Cyprus en Antiochië toe, zonder tot iemand anders het woord te richten dan alleen tot de Joden.”
Zie ook Handelingen 15, waar besloten wordt, dat heidenen de wet niet behoeven te onderhouden, en zich niet behoeven te laten besnijden. Zij moeten zich slechts van vier dingen onthouden.

15. Wanneer komt Paulus op het toneel?

Na de steniging van Stefanus, die gezegd had: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij.”
Handelingen 7:60b “En Saulus stemde in met zijn terechtstelling.”

16. Wat is de opdracht van Paulus, en van wie is hij een dienaar?

Handelingen 9:15b “Want deze is Mij een uitverkoren werktuig om Mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en [de] kinderen Israëls.” Hij moet Israël tot naijver wekken.
Romeinen 11:13,14 “Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.”
Romeinen 9:3-5 “Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees; immers,zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften; hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God , te prijzen tot in eeuwigheid! Amen."
Merk op, dat de verbonden voor de Israëlieten zijn. Het laatste verbond is het Nieuwe Verbond (Testament). Met de heidenen zijn dus geen verbonden gesloten.
Paulus was ook Paulus dienaar van het Nieuwe Verbond.
2 Korinte 3:6 “Die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaar te zijn van een Nieuw Verbond, niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.”

17. Verandert er iets in de opdracht aan de apostelen met de komst van Paulus, of in de positie van de heidenen?

Er worden geen veranderingen gemeld. Paulus gaat tot aan het einde van Handelingen steeds eerst naar de Joden. Zijn laatste contact met de Joden, dat in Handelingen beschreven is, vindt plaats met de voormannen der Joden te Rome.

18. Legt Paulus ook verantwoording af over zijn zending?

Handelingen 20:18b-21 “Gij weet, hoe ik van de eerste dag aan, dat ik in Asia voet aan wal zette, al die tijd onder u verkeerd heb, dienende de Here met alle ootmoed, onder tranen en beproevingen, die mij overkwamen door de aanslagen der Joden: hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis, Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te geloven in onze Here Jezus.”
Handelingen 20:26,27 “ Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.”

19. Wanneer eindigt de boodschap van Paulus aan Israël?

Nadat Paulus in Rome gesproken heeft met de Joden over Jezus (“uit de wet van Mozes en de profeten”), de Christus der Schriften, dus niets over Zijn functie als Hoofd van de Gemeente, die Zijn lichaam is, stelt hij vast dat zij deze boodschap, begeleid door de uitwendige tekenen en wonderen, niet willen horen en zien, en citeert hij Jesaja 6:9 en 10 in Handelingen 28:26 en 27. Daarmee is deze tekst in vervulling gekomen. Dit einde is bekrachtigd door de verwoesting van Jeruzalem en de grote ballingschap.

20. Wat gebeurt er na de afwijzing door Israël van hun Koning en het Koninkrijk?

Na dit dramatische moment in de geschiedenis van Israël wordt in de laatste verzen van Handelingen meteen gezegd hoe het verder gaat.
Handelingen 28:28 “Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan de heidenen gezonden is; die zullen dan ook horen!”
Het heil Gods (= Christus) wordt rechtstreeks naar de heidenen gezonden, zonder tussenkomst van Israël. Dat kan ook niet anders, want Israël is nu (en nog steeds) Lo-Ammi (= niet-Mijn-volk), en de heidenen kunnen niet meer als wilde takken in de olijf (Israël) geënt worden.

Handelingen sluit af met de veelzeggende verzen 30 en 31: “En hij bleef de volle termijn van twee jaar in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen, die tot hem kwamen, predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.” Paulus spreekt hier met allen, Joden en heidenen, en hij spreekt over de Here Jezus Christus, dat is de opgestane en verhoogde Christus, de Allerhoogste, zoals Hij als Hoofd boven al wat is aan de gemeente gegeven is. In die tijd schreef hij ook de (latere) brieven, waarin het geheimenis van de Gemeente uitvoerig wordt toegelicht en de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus (d.i. wat niet in de Schriften was na te speuren) wordt verkondigd.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'