Hooglied: de zangtijd breekt aan!

Hooglied: de zangtijd breekt aan!

Het boek Hooglied is eigenlijk een beurtzang tussen de bruid en de bruidegom. Je kunt dat allereerst in een historische context plaatsen: Salomo die zijn bruid bezingt. Maar -en dat is met veel meer Schriftplaatsen het geval- het heeft ook heel duidelijk een profetische of typologische strekking in verband met het volk van Israël.

Verbond

De Bijbel spreekt over Israël als over een bruid c.q. een vrouw. Dat heeft alles te maken met het verbond (der Wet) dat de HEERE met Israël gesloten heeft. Dat verbond (Exod. 19) heeft eigenlijk twee kanten. Enerzijds is het een zogenaamd feodaal verbond. Dat wil zeggen, dat er sprake is van een verhouding tussen de Heer en de knecht, waarbij God uiteraard de Heer is en Israël de knecht. Er zijn dan ook profetieën in de Bijbel die spreken over de knecht des HEREN en voor een deel toepasbaar zijn op het volk Israël. Dat is de ene kant van het verbond.
Aan de andere kant kun je het ook met een gerust hart een huwelijksverbond noemen. Daarin komt vooral de liefdesrelatie tot uitdrukking, want de Bruidegom of de Heer van dat verbond is God Zelf en de bruid of de vrouw is Israël. In Jeremia staat bijvoorbeeld dat de HEERE zegt dat Hij met Israël getrouwd is (Jer. 31:32; Statenvertaling). Dat klinkt natuurlijk raar als wij het hebben over een heel volk, maar dat volk wordt dikwijls vergeleken met een persoon. Bij de verbondssluiting bijvoorbeeld, wanneer Mozes de woorden van God overbrengt aan Israël, dan staat daar: "Toen antwoordde heel het volk gezamenlijk en zei: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen!" (Exod. 19:8). Eigenlijk staat er: als één man. Het is alsof er één persoon aan het woord is.
In Jesaja 1 wordt een ziek lichaam beschreven, met wonden op hoofd en ledematen. Daarmee wordt een persoon voorgesteld als aanduiding van Israël. In Exodus 4:22 wordt Israël door de Heere God genoemd: "... Mijn eerstgeboren zoon".
Zo wordt Israël dus ook gezien als de vrouw van de HEERE in het kader van het verbond en er wordt ook op allerlei plaatsen in de Bijbel gesproken over die man-vrouwverhouding. Nu heft dat het eerste aspect van Heer en knecht niet op. Want ten diepste is het zo dat de vrouw knecht is van de man. Of, om het met de woorden van Genesis 3 te zeggen, de vrouw is aan de man gegeven als een hulp aan zijn zijde. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat de man de vrouw moet onderdrukken of zo. De vrouw is volgens de eerste Korinthebrief ook de heerlijkheid van de man (hs. 11:7). In Efeziërs zegt Paulus, dat de man de vrouw moet liefhebben als zijn eigen lichaam (hs. 5:28). Dat geeft dus de juiste verhouding aan. In het kader van het verbond wordt Israël dus gezien als de vrouw. Als het in het boek Hooglied gaat om een beurtzang tussen bruidegom en bruid, dan heeft dat heel duidelijk te maken met de relatie die er is tussen de HEERE en Israël.
In hoofdstuk 2:8-10 bijvoorbeeld is de bruid aan het woord: " De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels.
Mijn Liefste lijkt op een gazelle of het jong van een hert. Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen. Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn allermooiste, en kom!”

Sta op!

Het is dichterlijke taal, waarin de verhouding tussen de HEERE en Israël is terug te vinden. Het woord 'Liefste' of Geliefde komt overeen met de betekenis van de naam 'David'. Tijdens het leven van de Heere Jezus op aarde, zei God een paar keer: "Deze is Mijn Zoon, de geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb" (zie bijv. Matt. 17:5).
"Sta toch op ...". Die woorden komen ons ook bekend voor. Waar leest u die tamelijk veel? In de Evangeliën. En Wie spreekt ze uit? De Heere Jezus. Hij zegt tegen een lamme: "Sta op (...) en wandel" (Joh. 5:8). En elke verlamde die genezen wordt, is een teken van de heerlijkheid van Christus en ook van de situatie van het volk Israël. Dat geldt trouwens voor alle genezingen in de Evangeliën. Zo staat de blindgeborene model voor het hele volk, maar is ook de overspelige vrouw feitelijk een type van Israël. Want Israël is, als vrouw van de HEERE, overspelig geworden; het is andere goden achterna gaan lopen en heeft hoererij gepleegd, overspel. Allemaal termen die door de profeten worden gebruikt. Als de Heere Jezus zegt: "Sta op", en later Petrus ook: "... in de Naam van Jezus Christus, de Nazoreeër: Wandel!" (Hand. 3:6), dan is dat allemaal een beeld, een voorafschaduwing van wat het volk van Israël in de toekomst daadwerkelijk zal overkomen, namelijk dat het zal opstaan. Dat kan Israël niet in eigen kracht, net zomin als u en ik dat in eigen kracht zouden kunnen. Het is iets dat door het Woord van God tot stand komt. De Heere Jezus spreekt en zegt: "Sta op". Denk bijvoorbeeld ook aan de geschiedenis van Lazarus, die een geweldig bewijs van de kracht van het Woord van de Heer is. "Lazarus, kom naar buiten!" (Joh. 11:43). Ook de dode Lazarus is een beeld van het 'dode' Israël en er is maar één manier waarop Israël tot leven kan komen en dat is door het Woord van Christus, door het Woord van God. Kom uit Lazarus ... en Lazarus kwam uit. Hij werd uit de dood opgewekt.
Zo heeft het evangelie ook onze harten mogen bereiken. De roepstem van God in het evangelie is niets anders dan dat de Heer zegt: Sta op! We zijn namelijk van nature dode zondaren. Zoals Paulus zegt in de Efeziërs 2:1. We zijn dood vanwege onze zonden en overtredingen. De mens draagt een doodskleed vanwege de zonde. "Want allen hebben gezondigd en moeten de heerlijkheid van God missen...", zegt Paulus in Romeinen 3:23. Het evangelie laat zien dat er nieuw leven mogelijk is doordat de Heere Jezus Christus gestorven is en opgestaan. Het woord van het evangelie, het 'woord van uw zaligheid' (zoals Paulus daarover spreekt in Efe. 1:13), dat is het woord dat in ons leven gestalte gekregen heeft, doordat we het evangelie gehoord hebben en geloven in de Heere Jezus Christus, waardoor we nu mogen zeggen (en dat is rijkdom!): 'Ik ben met Christus gekruisigd, gestorven, en ik ben ook met Hem opgewekt tot nieuw leven'. Nu ben ik een nieuwe schepping in die opstanding. Dat is geweldig. Die boodschap is niet zomaar iets voor mij persoonlijk of voor iemand individueel, maar dat is een universele boodschap van de Heer voor alle mensen.

Israëls winter gaat voorbij

Het is zo mooi dat in Hooglied, in de beurtzang van bruidegom en bruid, al tot uitdrukking komt wat God met Israël in de toekomst zal doen. Want de situatie van Israël in de eindtijd is volgens de Bijbel ook een doodstoestand. Denk bijvoorbeeld aan Ezechiël 37, waar gesproken wordt over het dal met dorre doodsbeenderen. Pas als God gaat spreken, komen die beenderen in beweging en voegen zij zich aaneen. Er komt vlees en een huid over en zo ontstaat daar een levend lichaam, namelijk Israël, dat opstaat uit de dood. Dat zijn geweldige dingen.
In Hooglied 2:10 lazen we: "Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn allermooiste, en kom!”
In vers 11-16 lezen we vervolgens: "Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan. De bloemen laten zich zien op het land, de zangtijd is aangebroken, het koeren van de tortelduif wordt in ons land gehoord. De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort, de bloeiende wijnstokken geuren. Sta op, Mijn vriendin, en kom, Mijn allermooiste! Mijn duif in de kloven van de rots, in de schuilplaats van de bergwand, laat Mij uw gedaante zien, laat Mij uw stem horen. Want uw stem is zoet en uw gedaante is bekoorlijk. Vang voor ons de vossen, de kleine vossen die de wijngaarden te gronde richten, nu onze wijngaarden bloeien. zij: Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem…”
De winter staat voor de dood. In de herfst vallen de bladeren af, de natuur kleurt bloedrood. De winter betekent: kale takken. Er groeit niks, dat is de dood. Hier staat dat de winter voorbij is. Vandaar dat de Heer zegt: "Sta op". Opstanding betekent dat de dood voorbij is. De regen is over, verdwenen. De bloemen vertonen zich op het veld: nieuw leven, met alle heerlijkheid van dien. De zangtijd is aangebroken.
"Let op de vijgenboom en al de bomen", zegt de Heere (Luc. 21:29), want de bomen in de Bijbel zijn veelal een type van het volk Israël. De vijgenboom, de wijnstok, de granaatappelboom, de palmboom, de olijfboom, enz. Het zijn allemaal bomen die op een bepaalde manier een type zijn van een bepaald aspect van Israël. Nu staat hier: " De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort ..." (Hoogl. 2:13). Dat is de eerste vrucht die komt nadat de winter geweest is en dat slaat dus op het uitbotten van de vijgenboom. En “de bloeiende wijnstokken geuren”. Als je Jesaja 5 ernaast legt, zul je ontdekken dat Juda de wijngaard genoemd wordt, en de wijnstokken zijn de mannen van Juda. De wijnstok als zodanig, de vijgenboom en andere soorten van bomen typeren dus het volk van Israël.

Een geweldige beschrijving dus aangaande het lot van Israël in de toekomst. Lot is in dit verband positief bedoeld. Geen noodlot en evenmin een lot uit de loterij. Gods plan met Israël staat vast en komt tot vervulling. In dit liefdeslied, deze beurtzang, komt dat al tot uitdrukking.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'