Heerlijkheid en heerschappij van de Zoon

Heerlijkheid en heerschappij van de Zoon

In Openbaring 1:5 en 6 worden een paar titels van de Heere Jezus Christus genoemd, die iets zeggen over de heerlijkheid en heerschappij van de Zoon des mensen en de Zoon van God.

Jezus Christus

In enkele Bijbelteksten hebben sommige betrouwbare Griekse handschriften niet 'Jezus Christus', maar slechts 'Jezus'. Dit is bijvoorbeeld het geval in Openbaring 22:21.
Vergelijk de Statenvertaling met de N.B.G.-vertaling. Gaan we uit van de meer betrouwbare handschriften die ten grondslag lagen aan de N.B.G.-vertaling, dan komt de titel Jezus Christus slechts driemaal in Openbaring voor, en wel in hoofdstuk 1:1, 2 en 5. De titel Christus Jezus, die alleen door Paulus gebruikt wordt en eenmaal door Lucas in Handelingen 24:24, komt nergens voor in Openbaring.
´Jezus´ is de naam die de Heere bij Zijn geboorte als mens ontving, en ´Christus´ is geen naam, maar een titel. Het is het Griekse equivalent van het Hebreeuwse Messias en betekent: Gezalfde, de aangewezen Persoon.

De getrouwe Getuige

De titel die volgt, is ´de getrouwe Getuige´. Aan de wijze waarop het in de oorspronkelijke tekst staat, kunnen we zien dat nadruk wordt gelegd op het woord getrouwe. De Getuige (namelijk): de getrouwe. In Openbaring 2:13 komen nagenoeg dezelfde woorden voor. Letterlijk staat daar: "Mijn getuige, Mijn getrouwe". De Engelse King James-vertaling vertaalt hier met "Mijn getrouwe martelaar". Het gaat echter om een getuige. Toch is het goed om te beseffen dat een ware getuige zijn, iets van martelaarschap met zich meedraagt. Niet elke getuige zal een martelaarsdood sterven, maar als hij vasthoudt aan zijn vertrouwen dan zal hij bereid zijn liever te sterven dan afstand te doen van de waarheid. Zo'n getuige was de Heere Jezus Christus toen Hij op aarde was. Zo'n getuige was Hij toen Hij vanuit de hemel sprak tot Johannes. De getrouwheid van Zijn getuigenis wordt benadrukt in Openbaring. In hoofdstuk 3:14 wordt over de Heer gesproken als "de getrouwe en ware Getuige". In hoofdstuk 19:11 wordt Hij genoemd "getrouw en waarachtig", terwijl in hoofdstuk 21:5 en 22:6 de woorden en uitspraken van dit boek als "getrouw en waarachtig" worden omschreven. Toen de Heere voor Pilatus stond, verbond Hij zijn koningschap met Zijn getuigenis van de waarheid: "U zegt, dat Ik een koning ben.
Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen, die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor" (Joh. 18:37).

De Eerstgeborene der doden

De volgende titel is: "de Eerstgeborene der doden". Het vestigt onze aandacht op één van Zijn andere heerlijkheden. Het woord dat met eerstgeborene vertaald is, komt negenmaal voor in het Nieuwe Testament. Het woord wordt gebruikt met Christus in verband met drie verschillende momenten:

  • de schepping (Kol. 1:15),
  • de geboorte in Bethlehem (Matt. 1:25 en; Luc. 2:7) en
  • de opstanding (Kol. 1:18; Hebr. 1:6 en Openb. 1:5).

Het wordt ook gebruikt in Romeinen 8:29, waar meer wordt gedacht aan Zijn voorrangspositie dan aan Zijn geboorte of wederopstanding. Kolossenzen 1:15-18 toont aan dat deze titel kracht en autoriteit met zich meedraagt. Hebreeën 1:6 laat zien dat deze autoriteit goddelijk is: "En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden." We vergeten vaak dat de Heere Jezus Christus Zelf zonder de opstanding geen koning van Israël kon worden. Psalm 2 en de citaten daarvan in het Nieuwe Testament maken dit, naast vele andere Bijbelteksten die getuigen van de heerlijkheid die op het lijden van de Heer zou volgen, duidelijk. Als de Opgestane eiste Hij alle macht in hemel en aarde op. In Openbaring zien wij Hem die geweldige macht gebruiken. Deze macht duurt voort tot de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die deze heerschappij niet langer nodig hebben.

De Overste van de koningen der aarde

Deze titel brengt ons naar Psalm 89, een psalm die trouwens de drie titels van Openbaring 1:5 bevat: "Ja, Ík zal hem tot een eerstgeboren zoon maken, tot de allerhoogste van de koningen der aarde (...) Zijn nageslacht zal voor eeuwig blijven, zijn troon zal vóór Mij zijn, vast als de zon; Hij zal voor eeuwig standhouden, zoals de maan; de getuige hoog aan de hemel is getrouw" (vers 28, 37, 38).

Psalm 89 en het boek Openbaring hebben de waarheid gemeen. De eerste spreekt van het verbond gemaakt met David ten aanzien van zijn troon en zijn Zaad. En het is David in eerste instantie op wie de bovenstaande citaten van toepassing zijn. "Ik heb David, Mijn knecht gevonden, met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd ..." (vs. 21). Hierover lezen we verder: "Toch hebt Gij verstoten en versmaad, Gij zijt verbolgen geweest op Uw gezalfde (...) ook hebt Gij de scherpte van Zijn zwaard omgewend, en hem niet doen stand houden in de krijg" (vs. 39 en 44). Davids hoop was gevestigd op zijn grotere Zoon. Handelingen 2:25-36 verklaart dat David begreep dat de beloften aangaande "de vrucht van zijn lendenen" opstanding noodzakelijk maakten: "... hij heeft in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch Zijn vlees ontbinding heeft gezien" (vs. 31). De laatste woorden van David (2 Sam. 23:1-7) spreken van de rechtvaardige heerschappij van zijn grotere Zoon. De woorden "Maar niet alzo mijn huis bij God!" (vs. 5) geven aan dat hijzelf niet voldeed aan de eisen voor de ideale heerser, maar hij wist dat Gods verbond ervoor zou zorgen dat Eén, de Zoon van David, daar wel aan zou voldoen. Openbaring 1:5 toont ons Eén Die in gerechtigheid zou heersen en regeren. Eén van de profetieën die Hij zal vervullen is: "... zijn troon zal vóór Mij zijn, vast als de zon; Hij zal voor eeuwig standhouden, zoals de maan; de getuige hoog aan de hemel is getrouw."

Drie keer wordt David genoemd in Openbaring. En elke keer in verband met Christus. In Openbaring 3:7 wordt Christus gezien als de ware Eljakim (God zal hem doen opstaan), Degene die de sleutel van David op Zijn schouder draagt. Die "tot een erezetel zal worden voor Zijn familie" (Jes. 22:15-25). In Openbaring 5:5 wordt Hij gezien als "de Leeuw uit de stam Juda, de Wortel van David", Die zegeviert om het boek met haar zeven zegels te openen. In hoofdstuk 22:16 wordt Hij weer voorgesteld als de "Wortel en het Geslacht van David, de blinkende Morgenster". De koningen der aarde over wie de Heere Vorst is, komen herhaaldelijk voor in de profetie (vgl. Ps. 2:2; 102:15; 138:4; 148:1; Openb. 6:15; 17:2, 18; 18:3, 9; 19:19 en 21:24).

Heerser

Uit deze passages blijkt dat sommige koningen der aarde vijanden zijn van de Heer, terwijl anderen zich verheugen met Zijn volk over Zijn heerlijkheid. In Openbaring 1:5 wordt de Heer omschreven als de Overste van de koningen der aarde. In 19:16 wordt Hij gezien als Koning der koningen. Jesaja spreekt van Hem als de "Vredevorst" (Jes. 9:5). Daniël noemt hem de "Vorst der vorsten" (Dan. 8:25). In Handelingen wordt van Hem gesproken als de "Vorst des levens" (hs. 3:15, SV) en als "Vorst en Zaligmaker" (hs. 5:31, SV), wat in scherp contrast staat met de "overste van deze wereld" (Joh. 16:11).
Eén van de redenen waarom de titel "Overste van de koningen der aarde" voorkomt in Openbaring 1 vinden we in Hosea 3:4: "Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim." De dagen van hun lange afwijzing komen ten einde, en de titel die aan de Heer gegeven wordt, toont aan dat het volk van Israël weer een relatie aangaat met God. Het woord overste (Gr. archon) is verbonden met de woorden "Hij is het begin (Gr. arche)" (Kol. 1:18), en toont aan dat de Persoon met zo'n titel de Eerste is, iemand in de voorrangspositie. Het woord wordt ook vertaald met Heerser. Wat zouden we dankbaar moeten zijn dat we weten dat de koningen der aarde een Heerser gaan krijgen; dat de gehele wereld naar die Heerser smacht. Deze hunkering zal zo groot zijn, dat de koningen der aarde de komst van de antichrist met gejuich begroeten. Deze woorden zijn in onze dagen maar al te waar. Tussen onze tijd en de rechtvaardige heerschappij van de Vredevorst ligt een periode van duistere afvalligheid. Maar we verheugen ons in het getuigenis van Openbaring dat er een dag zal komen, waarop Hij Zijn grote kracht zal tonen en de heerschappij op Zich zal nemen. De Heer zij geprezen voor de belofte van de Morgenster. Mogen ook wij "de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus" (Tit. 2:13) verwachten.

Uit: Deze profetie - C.H. Welch

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Uit het hart

In korte stukjes beschrijft de auteur - meestal naar aanleiding van een bepaalde ervaring, een nieuwsberichtje of zo maar wat gemijmer - kernachtig hoe we als gelovigen in een steeds veranderende wereld kunnen standhouden. Daarbij schiet hij niet in de verdediging, maar legt hij de link juist naar hoe je er ook mee om kunt gaan; vanuit het geloof namelijk en vanuit de rijkdom die we in Christus hebben ontvangen. Zo wordt onze blik van het aardse afgewend en gericht op het hemelse, of eigenlijk: de Hemelse Vader.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Uit het hart'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'