Het kruisteken

Het kruisteken

We kennen het symbool van het kruis. Het staat op kerken, torens, en grafstenen; het hangt in de kerk aan de muur en wordt in verschillende vormen (geborduurd) afgebeeld op de kansel. Velen hebben het ook thuis aan de muur. Sommigen dragen het als halsketting. We herkennen het teken direct als met de rechterhand het symbool van voorhoofd naar borst en van linker naar rechterschouder wordt gemaakt. De gedachte is ingeburgerd dat het kruissymbool typerend is voor de christenheid. Uit de geschiedenis blijkt echter, dat het kruis al eeuwen bestond voordat de Here Jezus werd gekruisigd. Het kruissymbool is daarom niet exclusief voor het christendom.

Christus MonogramKeizer Constantijn stimuleerde het gebruik van het kruisteken als symbool. Hieraan is een geschiedenis verbonden, opgetekend door kerkvader Eusebius. Constantijn moest een veldslag leveren bij de brug Milvus. Hij zocht zijn toevlucht tot de zonnegod en bad om overwinning. Daarna verscheen er boven de ondergaande zon een kruisteken, waarbij stond: in hoc Signo vinces, d.w.z. in dit Teken zult gij overwinnen. De volgende dag trok de keizer ten strijde onder een vaandel waarop een kruis stond afgebeeld. Constantijn won de slag – het was een waar bloedbad – en verkondigde dat hij bekeerd was tot het Christendom. Dit verhaal is de geschiedenis ingegaan als het visioen van het kruis.

Het kruisvisioen

Door Constantijn is het zogenoemde Christus-monogram ingevoerd. Het bestaat uit de Griekse letter chi, geschreven als X en de Griekse letter rho, geschreven als P. Dit monogram wordt dikwijls in een doornenkroon gezet, zoals te zien op bijgaande afbeelding, afkomstig uit een romeinse catacombe. De letters chi en rho zijn de eerste twee letters van Christus.

AnkerkruisHet chi-rho-monogram en het symbool werden vanaf ± 350 na Chr. populair in de christelijke kunst en dikwijls gezien op grafmonumenten. Er werden variaties op gemaakt. In de catacomben van Rome is bijvoorbeeld het kruis te zien, met onderaan een duif, getekend als anker. Dit betekende dat de overledene in vrede met Christus naar de eeuwige haven was gegaan.

In 431 na Chr., tijdens het tweede concilie van Efeze werd voorgeschreven dat particuliere woningen (in de slaapkamers) van een kruis moest worden voorzien. Het gebruik van kruisen op kerktorens kwam pas in 586 in zwang.

Het ware kruis?

Pas na 586 kruisen op kerkenHet vereren van het kruis van Christus (een paal met dwarsbalk) is ontstaan door een legende over de moeder van keizer Constantijn. Haar naam was Helena. Op tachtigjarige leeftijd, in 326, maakte deze bejaarde dame een pelgrimage naar Israël. Ze verlangde ernaar om het kruis te vinden, waaraan de Here Jezus was gestorven. Via een joodse begeleider vond zij drie kruisen. Twee waaraan de misdadigers gelijktijdig met Jezus waren gehangen en een waarop Jezus Zijn leven gaf. Ze was er zeker van dat dit hét kruis van Jezus was. Bisschop Marcarius kon namelijk enkel met dit kruis wonderen verrichten. De datum waarop zij het ‘echte’ kruis vond was 3 mei. Het vreemde van dit verhaal is echter, dat het pas opdook in 440. Geschiedenis van de 8e eeuw verhaalt dat stukjes hout van het echte kruis als relikwie in Israël werden verkocht. Op die manier is het vereren van het ware houten kruis ontstaan. In deze verering is de aandacht voornamelijk gericht op de kracht van het stukje hout en niet op het doel van het sterven van Jezus Christus: het vergeven van zonden en het ontvangen van eeuwig leven. Calvijn was bekend met deze 'houthandel' en hij bracht naar voren, dat alle verkochte stukjes bij elkaar vele schepen had kunnen vullen. Nog steeds kan men in abdijen en basilieken stukjes hout aantreffen als relikwie van het kruis van Christus. Tot 1960 vierde de Rooms-katholieke kerk het feest van de heilige Helena over het gevonden kruis, maar Paus Johannes 23 haalde dit feest van de kerkelijke kalender.

Martelwerktuig

De christelijke historie laat ons dus weten dat de kruisverering is ingegeven door Helena en zeker vanaf de achtste eeuw binnen het Rooms-katholicisme gewoonte werd. Van oudsher was het kruis (of paal, of boom) een martelwerktuig, waaraan rovers, moordenaars en ander gespuis werd gehangen om een langzame dood te sterven. Aangenomen wordt dat koningin Semiramis (de vrouw van Nimrod uit Genesis 10) deze wijze van executie bedacht. De geschiedenis bewijst dat de oorsprong van deze doodstraf in Babel ligt en al drie millennia bestond voor het begin van onze jaarteling.
Uit de Bijbel blijkt in de geschiedenis van Jozef (Gen. 40:19; 18e eeuw voor Chr.) dat dood door ophanging aan een paal (grondtekst zegt boom, hout), een bekende vorm van doodstraf was in Egypte. Dit werktuig om te doden werd in het Midden-Oosten (in historische volgorde) overgenomen door Egypte, Assyrië, Carthago, Perzië, Kanaän, Griekenland en Rome. Jezus werd onder Romeinse heerschappij met deze, van origine heidense strafmaatregel aan het hout genageld. Pas onder de regering van keizer Constantijn de Grote werd in de 4e eeuw deze manier van ophangen afgeschaft.

Kruisverering

De verering van het kruissymbool en het geloof in de kracht ervan bestond allang voor het christendom. Het was de mystieke ‘t’ (tau) van de Chaldeeën in Babylonië, die als kruisteken zowel rechtop als schuin geschreven werd, in de vorm van + of X. Dit teken is gevonden op monumenten, waaruit blijkt dat mensen het als amulet droegen en het op priesterkleding was aangebracht. Koningen droegen haarbanden met dit teken en naar deze gewoonte zouden de Grieken later hun goden ook zo afbeelden. Voor ons zijn deze tekens niet meer dan een plus- en een vermenigvuldigingsteken, maar destijds was de tau met mystiek omhuld. Het vormde de eerste letter van de afgod Tammuz. Hij was de zoon van koningin Semiramis die volgens de Babylonische mysteriën na zijn dood door Nimrod zelf was verwekt. Tammuz was zijn reïncarnatie, zijn ‘goddelijke’ opstanding. Tammuz zelf stierf volgens deze godsdienst in de hete zomerperiode om elk voorjaar weer op te staan. De + of X stond symbool voor zijn opstanding, voor nieuw leven. Hiermee bracht Babel al in oude tijden een antichrist voort. Tammuz werd vereerd (zie Ezech. 8:14) en hij was naar alle waarschijnlijkheid de lieveling van de vrouwen, waarover Daniël 11:37 spreekt.

Levensteken

Levensteken in de hand Later namen de Egyptenaren van de Babyloniërs dit teken over. Hun farao’s en goden droegen het kruis aan een kettinkje om hun hals, terwijl sommige koninginnen hun voorhoofd sierden met het kruisteken, evenals dat hoorde bij godinnen, waaronder Isis. De Egyptenaren veranderden door de tijd de kruisvorm + of X in het symbool T, gelijk aan onze hoofdletter. Dit is de geschiedenis ingegaan als de Egyptische tau.
Door erboven een boogje, een hengseltje, te plaatsen, dat samenkomt in het midden van het dwarsbalkje, was het object gemakkelijk in de hand te nemen. Dit model is uitgegroeid tot het Egyptische levensteken, de ‘crux ansata’, dat als hiëroglief bekend is, ook wel ank genoemd. Volgens de Egyptenaren was het een magische knoop, dat in het bijzonder zorgde voor gezondheid en blijdschap en het symboliseerde tevens het leven na de dood. Men deed er goed aan dit levensteken bij zich te dragen. De Koptische kerk gebruikte in de eerste eeuwen na Christus dit symbool onterecht als ‘christelijk’ teken.

Foenische tDe Kanaänitische en Foenische letter voor t werd nog in de negende en tiende eeuw voor Chr. geschreven zoals de Babyloniërs dat deden. Uit opgravingen is duidelijk dat na de komst van de Filistijnen, de Foeniciërs in plaats van de X en de + voor hun tau het teken T invoerden en weer later de . De tekens maakten deel uit van hun alfabet, maar stonden ook voor de mystiek rondom Tammuz.

Andere godsdiensten

Na de Babylonische spraakverwarring verspreidde het kruisteken als mystiek symbool zich in verschillende vormen over de wereld, waar het een plaats kreeg in de afgodendienst. Onder de Chinezen wordt het kruis erkend als een van de oudste tekens. Het staat afgebeeld op de muren van hun pagodes en op lantarens die de heiligste schuilhoeken van de tempel verlichten. In Noord-India wordt nog steeds het kruis gebruikt om potten heilig water, dat uit de Indus en de Ganges komt, te merken. In Centraal India zijn twee primitieve stenen kruisen gevonden van 2,5 en 3 meter hoog die dateren van enkele eeuwen voor Chr. Hindoes in India zien het kruisteken als een heilig teken van hun god Agnis. De boeddhisten geven hun volgelingen het kruisteken op hun hoofd.
Het kruisteken van vandaag was al in gebruik bij de Etrusken. Toen de Spanjaarden voor het eerst in Mexico kwamen zagen zij daar het kruis, het symbool van hun eigen katholieke geloof. Er is in Palenque in Mexico van ouds genaamd 'de tempel van het kruis' uit de 9e eeuw voor Chr. In deze tempel staat een houten kruis van 2 bij 3.30 meter. Het werd aanbeden als 'onze vader': tota. Dit gebruik treffen we ook aan als we de Bijbel openen bij Jeremia 2:27a: "die tot een stuk hout zeggen: Gij zijt mijn vader…

Ondertekening

Het teken + werd ook als 't' in de schrijfwijze van het oude Hebreeuws overgenomen, zoals blijkt uit een opgraving van de 11e eeuw voor Chr. Later gebruikte men ook het teken X als 't' (opgravingen uit de 9e eeuw bevestigen dit). In het Hebreeuws noemt men beide tekens de tav1). Dit betekent (merk-)teken en is de laatste, tweeëntwintigste letter van het Hebreeuwse alfabet. Taw was op Kreta het teken T voor einde. Wij passen dit teken nu toe voor doodlopende straat.
De Filistijnen waren o.a. afkomstig van Kreta en zij zouden dit woord in Kanaän ingevoerd hebben. Dit kan verklaren waarom de taw de laatste plaats kreeg in het alfabet. De eerste letter is de alef en men beweert wel, dat ‘aloef’ in de taal van de West-Semieten leider betekende. Dit verklaart waarom de alef de eerste letter is. Hoewel, het laatste woord schijnt over deze uiteenzetting nog niet gezegd te zijn.

Sterrengroep: Het kruis van EinsteinHet oude Hebreeuwse schrift stabiliseerde zich en voor de taw bediende men zich meer en meer van het teken X. Tav had in het oude Hebreeuws ook de betekenis van ondertekening aan het einde van een document. Ook in onze tijd is het nog de gewoonte, dat een analfabeet een handtekening zet met een kruisje, liggend of staand. Zien we de Bijbel hier op na, dan lezen we dat Job sprak in 31:35: “Ach, dat toch iemand naar mij luisterde! Ziehier mijn ondertekening (tav) ….” De 'tav' was Jobs identificatie, waarmee we niet beweren dat Job een kruisje zette en niet zijn naam schreef of dat hij analfabeet was. Het kan zijn, maar we weten dit niet. Het gaat erom dat hij zijn ‘merk’, zijn tav als identificatie onder zijn schrijven zette.

Voorhoofdteken

Nog twee maal komen we in het Oude Testament het woordje taw tegen met de betekenis van identificatie en dit is in Ezechiël: “De Here zeide tot hem (d.i. de man met een schrijfkoker in zijn hand): Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken (tav) op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden; … Grijsaards, jongelingen en jonge meisjes, kleine kinderen en vrouwen, moet gij doden en verdelgen; maar niemand die het teken (tav) draagt, moogt gij aanraken; bij mijn heiligdom moet gij beginnen.” (Eze. 9:4 en 6) Als Ezechiël dit visioen krijgt, bevinden we ons in de 5e eeuw voor Chr. In die tijd werd de tav in het Hebreeuws nog geschreven met het teken X. Er wordt wel gedacht dat de man op het voorhoofd van de personen die zich voor de Here heiligden, een echte ‘tav’, X plaatste. We stelden al eerder dat de X in het Grieks de eerste letter van Christus is. De vervolgde christenen in de eerste eeuwen gebruikten dit als Zijn initiaal, om daarmee Zijn verlossingswerk te typeren.

In het Nieuwe Testament vinden wij eenzelfde beeld terug. Daar worden 144.000 Israëlieten met een teken op hun voorhoofd verzegeld. “Hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.” (Openb. 7:3; 9:4; 14:1 en 22:4). We kunnen niet beweren dat deze verzegeling bestaat uit de X, de chi als eerste letter van Christus, omdat uit Openbaring 14:1 (SV) blijkt dat het niet gaat om een enkelvoudig teken, maar om de naam van de Vader, mogelijk JHWH.

Christus monogram Alfa en Omega In Openbaring is ook sprake van een merkteken (Grieks xaragma), namelijk dat van het beest. Dit wordt aangebracht op de rechterhand of op het voorhoofd en daar wordt duidelijk bij gezegd, dat dit teken verband houdt met de naam en het getal van het beest 666 (Openb. 13:16 en 17; 14:9 en 11; 16:2; 19:20; 20:4). In enkele godsdiensten is het heel gewoon om een teken op het voorhoofd te dragen, waarmee men zich aan een afgod heeft verbonden. Deze manier van doen grijpt terug naar het oude gebruik van Babel, waarvan de cultus in de eindtijd weer zal opleven. Echter Christus is het begin en het einde, zoals weergegeven in de Griekse alfa (rechts) en omega (links) in bijgaand monogram.

Het vloekhout

We brachten naar voren dat de mystieke verwachtingen van het kruis als Babels teken zich concentreerde op de afbeeldingen + of X, wat later op de T (in Egypte met handvat), waaruit symbolisch een anti-type (Tammuz als opstandings-en levensteken) van Christus sprak. Ook het symbool was op het noordelijke en zuidelijk halfrond te vinden, lang voordat Christus stierf aan het kruis.

Christus heeft ons door Zijn dood aan het vloekhoutvrijgekocht

Volgens de Bijbel is wat ook in de Bijbelvertalingen het kruis van Christus wordt genoemd geen voorwerp van verering maar een vloekhout, een voorwerp dat dood, schande en onreinheid vertegenwoordigde. Dit is gebaseerd op de Wet van Mozes, waaruit we citeren: "Wanneer iemand… wordt ter dood gebracht en gij hangt hem aan een paal (Hebr. ets, boom, hout), dan zal zijn lijk gedurende de nacht niet aan de paal (boom, hout) blijven, maar gij zult hem dezelfde dag nog begraven, want een gehangene is door God vervloekt, enz." (Deut. 21:22) Degene die aan het hout was gehangen, was dus door God vervloekt.
Dit principe ging ook op voor de Here Jezus. De apostel Petrus confronteerde de joodse Raad en de Hoge priester met de onvoldongen feiten over de vloekdood van Jezus: "De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, die gij hebt gehangen aan een hout (Gr. xulon, boom) en omgebracht." (Hand. 5:30) De Vader accepteerde deze 'Vervloekte', Hij was immers onschuldig en Hij wekte Hem op uit de dood. De apostel Paulus bericht over de geweldige consequenties hiervan in het bijzonder voor de Joden die onder de wet waren: "Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout (Gr. xulon, boom) hangt." (Gal.3:13) Ja, Christus heeft ons door Zijn dood aan het hout vrijgekocht.

Levensboom

Het kruis wordt in mythologieën gezien als levensboom, omdat dit symbool staat voor verlossing, de overwinning op de dood. Het is een teken van genade en van eeuwig leven. Vandaar dat het kruis in oude godsdiensten wordt vergeleken met de levensboom die in een of ander paradijs of in het centrum van de kosmos zou staan, die hemel en aarde verbindt. Door hiervan de vruchten te eten zou men eeuwig leven verwerven. Op deze wijze ontwikkelde zich de mythe van de levensboom tot een symbool voor alle leven.
Deze denkwijze kan ook bijbels gesitueerd worden. Het is misschien opgevallen dat in bovengenoemde teksten niet het woord kruis, maar hout voorkomt, ets in het Hebreeuws en xulon in het Grieks. Het betekent levend hout of een levende boom. Het 'geboomte' des levens in Openbaring is ook geschreven met xulon, evenals de boom des levens in 7:4. Op deze manier ontstaat de typologie die zowel het kruishout als boom des levens omspant. De kruisdood van Christus aan het 'xulon' bracht onvergankelijke leven aan het licht (2 Tim. 1:10), evenals het geboomte (xulon) des levens dat zal doen volgens Openbaring 22:2. Kruis, boom des levens, Christus en onvergankelijk leven liggen in elkaars verlengende. De boom des levens, xulon, staat in het midden, zoals Christus in heel de schepping centraal staat.

Het kruis

Vaker dan xulon staat in de Bijbel het woord stauros (28 keer) dat is vertaald met kruis. Het hiervan afgeleide werkwoord komt zelfs 46 keer voor. Stauros komt van de woordstam sta, dat staan betekent. Stauros betekent niets anders dan rechtopstaande balk. In feite dient het onderscheiden te worden van het kerkelijk symbool met dwarsbalk. Toch is het mede onder invloed van het kerkelijke symbool dat keizer Constantijn propageerde, vertaald met 'kruis'.
De uitspraak van Thomas over het teken der nagels (meervoud) in de handen van Jezus (Joh. 20:25), droeg ertoe bij om aan een kruis te denken, want aan een enkele paal zou men Zijn beide handen waarschijnlijk vastgespijkerd hebben met een enkele spijker. Ook was er ruimte boven Zijn hoofd voor een opschrift (Luc. 22:38). Een paal zou hiervoor geen ruimte bieden? Een en ander neemt niet weg, dat in de tijd van Jezus er drie kruisvormen bestonden, de T (ook wel de crux commissa of het kruis van Antonius genoemd), de (ook wel de crux immissa, of het Latijnse kruis genoemd) en de paal, stauros. Het is bekend dat Joden zelf nooit kruisigden, maar wel na doding het lijk aan een 'hout' hingen als voorbeeld, waarmee zij de vloek van God tot uitdrukking brachten 2). We citeerden al Deuteronomium 21:22 en 23 en als voorbeeld mag ook dit vers dienen: "Vervolgens sloeg Jozua hen, doodde hen en spietste hen op vijf palen, en zij bleven hangen op de palen tot de avond." (Joz. 10:26; zie ook 2 Sam. 4:12)

Echter, over de vorm hoeven wij ons het hoofd niet te breken. "Laat ons oog daarbij [alleen] gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods." (Hebr. 12:2)

Voetnoten

  1. Onder invloed van de Samaritaanse en Nabatesche schrijfwijze is de taw van X veranderd in t.
  2. Uitzondering is de Jood Alexander Jannaeus, koning van Juda en hogepriester, kruisigde in 88 800 Farizeeërs, die hem tegenstonden.

Literatuur

  • Encyclopædia Britannica 1994-1999
  • Encarta1999 Encyclopedie Winkler Prins Editie. 1993-1998 Microsoft Corporation/ Elsevier.
  • Encyclopaedia Judaica, 1997 CD-rom
  • Hutchincon Multimedia Encyclopaedia 1996
  • Vine's expository Dictionary, W.E. Vine, Th. Nelson Publishers, Nashvile 1997
  • Wicliff Dictionary of theology, E.F. Harrison et all, Hendrickson Publishers, 1999
  • De mysteriegodsdienst van Babylon,, R. Woodrow, Moria, Hilversum, 1991
  • Symbolen de taal van kunst en liturgie, A.C. Bronswijk, Boekencentrum, Den Haag, 1995
  • Bijbelse Encyclopedie, Prof. Dr. W.H. Gispen e all, Kok Kampen 1982

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'