De dingen die verschillen - Deel 6

De dingen die verschillen

Deel 6

In de Bijbel heeft God Zijn plan geopenbaard. Deze openbaring nam zo'n 1500 jaar in beslag. Door middel van de apostel Paulus onthulde de Heere ook het laatste deel van Zijn openbaring. Paulus omschrijft deze taak / bediening als het 'vervullen van het Woord van God'. Dit 'vervullen' is gebeurd door het openbaren van 'het geheimenis dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest' (Kol. 1:25 en 26). In het kader van dit geheimenis komen er in de late brieven van Paulus nieuwe begrippen aan de orde. In dit artikel bestuderen we 'de gezonde leer' en 'een eigen volk'.

Op zich is de uitdrukking 'de gezonde leer' best wel bekend. Je komt deze term bij wijze van spreken te pas en te onpas tegen. Wanneer je een concordantie pakt (of je Bijbelprogramma raadpleegt), ontdek je echter al gauw iets opvallends: alleen in het laatste door God geopenbaarde gedeelte van Zijn Woord wordt over 'de gezonde leer' gesproken. En daarmee zijn we (weer) terechtgekomen bij de late brieven van Paulus. Deze late brieven zijn de gemeentelijke brieven aan de Efeziërs, de Filippenzen en de Kolossenzen en de persoonlijke brieven aan Filemon en Titus en twee brieven aan Timotheüs. De eerste drie brieven zijn aan 'heiligen en gelovigen' in Christus geschreven; aan groepen van gelovigen dus. In de Filippenzenbrief is daarbij bovendien sprake van "opzieners en diakenen" (Fil. 1:1), wat ons bepaalt bij een plaatselijke gemeenschap van gelovigen. In de Efeze- en de Kolossenzenbrief komt onder meer de openbaring van het geheimenis aan de orde. Toch staat in deze brieven nog niet de uitdrukking 'de gezonde leer'. Dat is pas het geval in de allerlaatste drie door Paulus geschreven brieven. In chronologische volgorde zijn dat de eerste Timotheüsbrief, de brief aan Titus en de tweede Timotheüsbrief.
We kunnen vaststellen dat hetgeen Paulus overbrengt aan Timotheüs en Titus de gezonde leer is. Als we wat dit betreft naar het geheel van de late brieven van Paulus kijken, komt het beeld naar voren dat nadat de openbaring met betrekking tot de rijkdommen aangaande Christus wat bezonken is, in Paulus' allerlaatste brieven de vraag 'hoe ga je daar nu mee om in de praktijk van het geloofsleven en binnen de gemeente' opkomt.
De Timotheüsbrieven en de brief aan Titus zijn brieven van Paulus aan zijn medewerkers en ze gaan in eerste instantie dan ook een beetje over de hoofden van de individuele gelovigen heen. Het zijn dus niet zomaar brieven aan ons als gelovigen, maar in de eerste plaats brieven van de ene dienstknecht van God aan de andere! En daarbij gaat het om de zorg die Paulus heeft over de gelovigen en gemeenten, waarvoor zij (zowel Paulus als Timotheüs en Titus) als dienstknechten zijn aangesteld door God.

Waar komt het voor?

Slechts in vier teksten in de Bijbel kunnen we de term 'de gezonde leer' lezen. In chronologische volgorde zijn dat:

  • "... als men dit weet: dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen, en voor opstandigen (...) voor mensenhandelaars, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is, overeenkomstig het evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is" (1 Tim. 1:9-11).
  • "... een opziener moet onberispelijk zijn, als een beheerder van het huis van God (...) iemand die zich houdt aan het betrouwbare Woord, dat overeenkomstig de leer is, zodat hij bij machte is anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen" (Tit. 1:9). Hier is het woord voor "leer" (Grieks: didaskalia) door de Herziene Statenvertalers helaas met "onderwijs" weergegeven.
  • "Maar u, spreek wat bij de gezonde leer past" (Tit. 2:1).
  • "Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten" (2 Tim. 4:3).

Omschrijvingen aangaande deze leer zijn: de goede leer (1 Tim. 4:6), acht slaan op de leer (vs. 16), oudsten die arbeiden in het Woord en in de leer (1 Tim. 5:17), de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht (1 Tim. 6:3), Paulus' leer (2 Tim. 3:10), heel de Schrift is door God ingegeven en nuttig voor de leer (vs. 16), zuiverheid in de leer betonen (Tit. 2:7), de leer van God, onze Zaligmaker (vs. 10).

Samenvatting van de gezonde leer

In Titus 2 vinden we een prachtig overzicht van wat de gezonde leer inhoudt voor de gelovige. Dit wordt 'omlijst' door Paulus' oproep aan Titus in het eerste en het laatste vers van dit hoofdstuk: "Maar u, spreek wat bij de gezonde leer past" (vs. 1) en "Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten" (vs. 15). Het moge duidelijk zijn dat deze verzen op elkaar aansluiten.
Driemaal staat in dit hoofdstuk het woord 'gezond' (vs. 1, 2 en 8).
Uit de opbouw van dit hoofdstuk (zie het kader met de 'Structuur van Titus 2') blijkt een evenwichtig geheel. De verzen 2-10 bevatten drie oproepen en de drie redenen daarvan, die elk met "opdat" beginnen; zie de structuur bij de punten b2 tot en met c3.
Als je de N.B.G.-'51-vertaling en de cursieve woorden in de Herziene Statenvertaling leest, zou je vermoeden dat Paulus zijn oproepen telkens in de gebiedende wijs (als geboden dus) geeft. Toch moeten we dit nuanceren! In de grondtaal wordt in dit hoofdstuk nergens de gebiedende wijs in de richting van de gelovigen gebruikt. Wat dat betreft, is de oude Statenvertaling mooier; in vers 2 staat er bijvoorbeeld: "Dat de oude mannen nuchter zijn ...". Niet: "Oude mannen moeten beheerst zijn ...". Paulus gebruikt in dit hoofdstuk wel de gebiedende wijs in de richting van Titus; hij doet dat in vers 1, 6 en 15. Zo schrijft hij bijvoorbeeld aan zijn mededienstknecht dat deze móet spreken wat bij de gezonde leer past (vs. 1).
De redenen (zie in de structuur de punten c1 tot en met c3) bepalen ons bij het belang van léven in overeenstemming met de gezonde leer! En ook blijkt dat de wijze waarop wij leven in de eerste plaats belangrijk is voor God en Zijn werk en Woord.

Structuur van Titus 2
a1 - vs. 1 Bevel aan Titus om te spreken
        b1 - vs. 2-5a Oproep tot bepaald gedrag
                c1 - vs. 5b Reden: opdat het Woord van God niet gelasterd worde (vgl. 1 Tim. 6:1).
        b2 - vs. 6-8a Oproep tot bepaald gedrag
                c2 - vs. 8b Reden: opdat de tegenstander te schande gemaakt worde en aangaande u niets slechts te zeggen heeft
        b3 - vs. 9-10a Oproep tot bepaald gedrag
                c3 - vs. 10b Reden: opdat de leer van onze Redder, van God, versierd worde in alles
                        d1 - vs. 11 De genade van God is verschenen     - verleden
                                d2 - vs. 12 De werking van Gods genade          - heden
                                        d3 - vs. 13 Gods genade geeft zicht op de hoop                  - toekomst
                        d1 - vs. 14a Wat Christus Jezus voor ons deed   - verleden
                                d2 - vs. 14b Wat Hij nu doet            - heden
a2 - vs. 15 Bevel aan Titus om te spreken

Paulus jubelt het uit: de genade Gods is verschenen!

De door Paulus beschreven dingen in vers 2-10 staan niet zomaar op zichzelf, want in de volgende verzen komt de reden van alles, beginnend met: "Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen ..." (vs. 11). Paulus omschrijft de kern van de gezonde leer in vers 11-14; zie opnieuw het kader met de structuur. Maar die kern heeft zelf ook weer een middelpunt en dat staat in vers 13: "... terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus ...". Het is eigenlijk nog mooier, want het oorspronkelijke woord voor "verwachten" heeft in de eerste plaats de betekenis van 'ontvangen'. Het hangt zelfs niet van onze verwachting af, maar Gods genade zorgt er 'gewoon' voor dat we de zalige hoop ontvangen! Voor alle duidelijkheid nog even iets over de manier waarop het hier geschreven staat: de zalige (= gelukkige) hoop ís de verschijning van de heerlijkheid van de grote God. En: de grote God ís onze Zaligmaker (= Redder), Jezus Christus.
Je zou kunnen zeggen dat de gezonde leer in eerste instantie draait om de verschijning van de zaligmakende, reddende genade van God, en dat de ultieme kern van de gezonde leer het ontvangen van deze zalige hoop is. Daarom springt vers 13 er ook uit, zie punt c3 in de structuur.

Wat een uitzonderlijk voorrecht

Leven vanuit deze hoop, dat is waar het leven in overeenstemming met de gezonde leer op neerkomt. En dat is een voorrecht dat ons door genade gegeven is. Christus heeft Zich voor ons gegeven, ons vrijgekocht en gereinigd tot een "eigen volk" (vs. 14). Het is hier de enige keer dat dit woord voor volk (Grieks: laos) gebruikt wordt in de late brieven van Paulus. Het hier gebruikte woord voor "eigen" (Grieks: periousios) komt verder niet voor in de Bijbel en is dus helemaal uniek. Letterlijk betekent het: eromheen zijnd; namelijk: om Hem heen.
Wat een positie; wat een hoop; wat een genade!

Meer artikelen in de serie "De dingen die verschillen":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'