Drie dagen en drie nachten

Drie dagen en drie nachten

Begin volgende maand is het weer Pasen. Soms zie je tegen de tijd dat het Pasen wordt op televisie een interviewer die de mensen vraagt of ze weten wat dit feest inhoudt. Geheel in lijn met de verwachting zijn er steeds minder mensen die daar een goed antwoord op weten te geven. ´Heeft het niet iets met eieren te maken?´, ´Ik moet onmiddellijk denken aan de paashaas´, ´Een paar vrije dagen!´, zijn enkele van de reacties die je dan hoort. Voor ons, christenen, is het de dag waarop we vieren dat de Here Jezus is opgestaan uit de dood! In veel samenkomsten begroet men elkaar op Paaszondag met ´De Heer is waarlijk opgestaan´.

Verwarring

Hoe komen we eigenlijk bij ´Pasen´? Naar het schijnt vierde men in de eerste eeuwen van onze jaartelling het Paasfeest op hetzelfde moment dat het Joodse ´Pesach´ gevierd werd; daar komt ons woord ´Pasen´ ook vandaan. Op het concilie in Nicea (325 na Chr.) werd besloten dat het Paasfeest losgekoppeld zou worden van Pesach. Dat betekende dat er een dag bepaald moest worden waarop het Paasfeest voortaan zou worden gehouden. Daar heeft men het volgende op gevonden: het moest gevierd gaan worden op de zondag na de eerste volle maan in de lente. Dit betekent in de praktijk dat Pasen kan vallen in de periode van 22 maart tot en met 25 april.
Het moment waarop we Pasen vieren, heeft dus weinig meer met een authentieke datum te maken. Waarschijnlijk vond de opstanding van de Here Jezus in de eerste helft van april plaats. Behalve het moment hebben ook de namen van de verschillende gedenkdagen rond Pasen weinig te maken met hoe het echt zit. Wat wij ´Pasen´ noemen, zou eigenlijk ´het feest van de eerstelingsgarve´ (o.i.d.) moeten heten. Christus is de Eersteling van allen die uit de dood opstaan. De naam ´Pasen´ zou op zijn beurt moeten slaan op wat wij met ´Goede Vrijdag´ gedenken, namelijk het sterven van de Here Jezus Christus. Daarover zegt Paulus immers: "Want ook ons Paaslam is geslacht: Christus" (1 Kor. 5:7). En nu we toch bezig zijn met alles te herschikken, moeten we ons ook maar meteen afvragen of de ´Goede Vrijdag´ wel het juiste moment is om stil te staan bij de kruisiging en dood van de Here Jezus. In onze ´telling´ is ´Goede Vrijdag´ een nacht, een dag en een nacht vóór Paaszondag. Maar wat zei de Here Jezus daar Zelf over? Hij zei: "Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten" (Matt. 12:40). In Jona 1:17 staat: "... en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten".

Volgorde van gebeurtenissen voorafgaand aan de kruisiging

Het valt niet mee om vanuit de Bijbel precies op een rij te zetten hoe al de gebeurtenissen verlopen zijn. Beschouw dit artikel wat dat betreft als een poging daartoe! Aan de hand van voornamelijk de evangeliën proberen we eerst de volgorde van de gebeurtenissen die voorafgingen aan de kruisiging op een rij te zetten.
"Het feest nu der ongezuurde broden, dat Pascha genoemd wordt, naderde" (Luc. 22:1). Hier (en overigens ook uit andere teksten) blijkt dat het Pascha en het feest der ongezuurde broden als één geheel gezien werden. De dag waarop het Pascha geslacht moest worden werd al gezien als de "eerste dag van het feest van ongezuurde broden" (Marc. 14:12). Volgens Leviticus 23 was het Pascha het eerste van de zeven feesten des HEREN. We lezen daar in vers 5: "In de eerste maand, op de veertiende der maand, in de avondschemering is het Pascha voor de HERE".
Vervolgens wordt het tweede feest beschreven in vers 6-8: "En op de vijftiende der maand is het feest der ongezuurde broden voor de HERE (...) Op de eerste dag zult gij een heilige samenkomst hebben; dan zult gij generlei slaafse arbeid verrichten (...) op de zevende dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten". U ziet dat de omschrijvingen (zie dat wat cursief staat) van wat er op de eerste en de laatste dag van het feest der ongezuurde broden moest plaatsvinden, sterk doen denken aan wat er over de normale weeksabbat gezegd is. Over de normale sabbat staat in Leviticus 23:3 het volgende: "... op de zevende dag zal er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de HERE ...". Het valt overigens op dat zowel bij de sabbat, als bij het Pascha en bij het feest der ongezuurde broden staat dat het "voor de HERE" is.
"De dag der ongezuurde broden kwam, waarop het Pascha moest geslacht worden" (Luc. 22:7; vgl. Marc. 14:12). In Lucas 22:15 zegt de Heer: "Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer Ik lijd". Het zou de laatste keer zijn dat Hij het zou eten, vóór de vervulling ervan in het Koninkrijk Gods (vs. 16). Die vervulling wijst op het moment dat Hij Zelf als Paaslam geslacht zou worden. Na deze woorden wordt de ´beker der dankzegging´ gedronken (vs. 17), daarna breekt de Heer een brood als beeld van Zijn lichaam dat verbroken zou worden. Dit moet een ongezuurd brood geweest zijn (vgl. Exod. 12:18). Tot slot neemt de Heer de beker na de maaltijd en zegt: "Deze beker is het nieuwe verbond in Mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt" (vs. 20). Het is hier trouwens aannemelijker om het woordje "die", te vervangen door "dat", zodat het verwijst naar het bloed en niet naar de beker (zie de Statenvertaling).
We mogen aannemen dat de Heer geheel in overeenstemming met de wet het Pascha vierde, zoals Hij alle gerechtigheid (der wet) vervulde (vgl. Matt. 3:15). Dat wil dus zeggen dat Hij op de 14e van de eerste maand het Pascha vierde met de apostelen. De Bijbel gebruikt twee namen voor deze eerste maand: "Abib" (Deut. 16:1) en "Nisan" (Ester 3:7). Deze 14e van de eerste maand begon ´s avonds om 18.00 uur (in de Bijbel is het niet uitzonderlijk dat het etmaal begint met de nacht; denk bijvoorbeeld aan: "Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag"; zie ook het artikel ´Het ontstaan van de wereld´ in AMEN 84, blz. 7). Op de avond waarmee deze 14e dag begon, vierde de Heer het Pascha (zoals voorgeschreven). In datzelfde etmaal dat met de ´14e´ wordt aangeduid, brak na de nacht de dag aan waarop de Heer gekruisigd werd. Hiermee vond zowel het voorschrift als de vervulling plaats op de 14e!
Na de maaltijd die in de avond heeft plaatsgevonden, staat er: "En Hij verliet de stad en ging, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg" (vs. 39). Als gevolg van het verraad door Judas wordt Hij daar gevangengenomen; ook dit speelt zich in de avond/nacht af (vgl. Luc. 22:55 en 56, waar Petrus in het licht van het vuur herkend wordt). Daarna wordt de Heer via de hogepriester Kajafas (Joh. 18:13 e.v.) naar het gerechtsgebouw (Joh. 18:28, de Joden hadden volgens dit vers het Pascha blijkbaar nog niet gegeten, waarschijnlijk zouden zij dat later in die nacht nog doen; de woorden "vroeg in de morgen" staan er niet; er staat slechts: ´vroeg´). Het "zesde uur" (Joh. 19:14) zou op middernacht kunnen duiden tijdens de ´dag van de voorbereiding´- dus op de 14e Nisan. Johannes 19:14 kan ook vertaald worden met: ´En het was Voorbereiding van het Pascha, en een uur gelijk het zesde, zei hij ook tot de Joden: Zie, uw Koning´.
In Lucas 22:66 wordt de Heer op de volgende dag (dat is het dagdeel van de 14e Nisan) (opnieuw) voor de Joodse Raad geleid ("En toen het dag geworden was ..."), daarna (weer) voor Pilatus, vervolgens voor Herodus en tot slot weer voor Pilatus (Luc. 23:1-25). En op diezelfde dag werd Hij gekruisigd.
De Heer had Zelf al voorzegd dat Hij tijdens het Pascha gekruisigd zou worden: "Gij weet, dat na twee dagen het Pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden" (Matt. 26:2, Statenvertaling; vgl. Marc. 14:1).

Het sterven van de Here Jezus

In Marcus 15:25 staat dat onze Heiland op het derde uur gekruisigd werd (dat is 9.00 uur ´s morgens, onze tijd). Lucas 23:44 vermeldt dat er van het zesde uur tot en met het negende uur duisternis kwam over het gehele land; daarna gaf de Heer Zijn geest in handen van de Vader: "Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest ...". Van 12.00 uur tot 15.00 uur was het donker op die dag en daarna stierf de Heer. Dit wordt in het Mattteüs- en het Marcusevangelie ook zo omschreven (Matt. 27:45 en 46 en Marc. 15:33); het Johannesevangelie vermeldt het niet. In totaal heeft de Heer dus zes uren aan het kruis moeten hangen ... drie uren in het licht en drie uren in de duisternis. Vergelijk hier de woorden van Psalm 22:2 en 3, waarbij we bij de woorden "des daags" en "des nachts" in vers 3 kunnen denken aan achtereenvolgens de eerste drie uren en de laatste drie uren: "Mijn, God, Mijn God, waarom hebt Hij mij verlaten, verre zijnde van Mijn verlossing, bij de woorden van Mijn jammerklacht? Mijn God, Ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en Ik kom niet tot stilte".

Wanneer werd de Heer begraven?

"De Joden dan, daar het Voorbereiding was en de lichamen niet op sabbat aan het kruis mochten blijven - want de dag van die sabbat was groot - vroegen Pilatus, dat hun benen gebroken en zij weggenomen zouden worden" (Joh. 19:31).
"En toen het nu avond geworden was, kwam een rijk man van Arimatea, genaamd Jozef (...) naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven (...) en hij legde het in zijn nieuw graf ..." (Matt. 27:57, 58 en 60).
"En toen het reeds avond geworden was, kwam, omdat het Voorbereiding, dat is de voorsabbat, was Jozef van Arimatea (...) het lichaam van Jezus (...) vragen" (Marc. 15:42 en 43).
"En het was de dag der voorbereiding en de sabbat brak aan" (Luc. 23:54).
De "sabbat" waar in al deze verzen sprake van is, is niet de normale weeksabbat, maar de eerste dag van het officiële feest der ongezuurde broden. Zie hiervoor het gedeelte over Leviticus 23 onder het kopje ´Volgorde van gebeurtenissen voorafgaand aan de kruisiging´. De dag na de Voorbereiding, gingen de overpriesters en de Farizeeën naar Pilatus, opdat het graf verzekerd zou worden tot de derde dag (Matt. 27:62).

Wanneer vond de opstanding plaats?

De teksten die iets over de opstanding zeggen, blijken in werkelijkheid te gaan over het moment waarop de opstanding ontdekt wordt. Dit laatste gebeurde op de dag die volgt na de ´normale´ weeksabbat en wel heel vroeg in de morgenstond van die dag. Dit betekent vervolgens dat de opstanding vóór dat moment heeft plaatsgevonden. Maar zelfs niet noodzakelijk op onze ´zondag´. Wel moet het geweest zijn in de avond of nacht die volgde op de weeksabbat, die eindigde op zaterdag 18.00 uur. Dat kan dus op onze zondag zijn (vóór 06.00 uur ´s morgens) maar ook op onze zaterdag (ná 18.00 uur ´s avonds).

Voor we een aantal teksten citeren, die spreken over de eerste dag van de week, moeten we hier opmerken dat in bijna alle gevallen het woord ´dag´ niet in de oorspronkelijke teksten staat. Daarom wordt in de Statenvertaling dit woord telkens cursief afgedrukt. Bovendien is er in de meeste gevallen sprake is van ´sabbatten´ (meervoud!) dat dan met ´week´ vertaald wordt.


In Matteüs 28 staat: "Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week (of: ´laat na de sabbatten, met het oplichten tot in de eerste van de sabbatten´) ..." (vs. 1). Juist dit laatste meervoud lijkt te verwijzen naar het feest der weken! Daarna lezen we over een aardbeving en over de steen die weg gewenteld werd door een engel, die zei: "Hij is hier niet, want Hij is opgewekt". De Heer is dus in ieder geval vóór dit moment opgestaan. Daarna verschijnt de Here Jezus aan de vrouwen die de opstanding ontdekten (vs. 8-10).
Vanuit de leugen van de overpriesters en oudsten - "Zegt, Zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen" (Matt. 28:13) - kunnen we concluderen dat zij er vanuit gingen dat de Heer in de nacht uit het graf is gegaan / gehaald.

Marcus 16 begint met "En toen de sabbat voorbij was (...) zeer vroeg op de eerste dag der week (of: ´heel vroeg van de eerste der sabbatten) gingen zij naar het graf, toen de zon opging" (vs. 1 en 2).
Verderop staat "Toen Hij des morgens vroeg op de eerste dag der week opgestaan was, verscheen Hij eerst aan Maria van Magdala ..." (vs. 9). Over het algemeen wordt aangenomen dat dit woord ´vroeg´ op de vierde en laatste nachtwake betrekking heeft (in onze tijdrekening: tussen 03.00 - 06.00 uur).
Dit vers kan ook als volgt vertaald worden: "En Hij, opgestaan zijnde, is vroeg op de eerste van de sabbat/week eerst verschenen aan Maria van Magdalena ..."
"En op de sabbat rustten zij naar het gebod, maar op de eerste dag der week gingen zij reeds vroeg in de morgenstond (of: ´op de eerste van de sabbatten, van de diepe dageraad´) (...) naar het graf" (Luc. 24:1). Dit moet in ieder geval heel vroeg in de morgen geweest zijn. Daarna wordt in Lucas 24 de ontdekking van de opstanding beschreven ...
Vergelijk hier: "En op de eerste dag der week (of: ´op de eerste van de sabbatten´) ging Maria van Magdala vroeg, terwijl het nog donker was ..." (Joh. 20:1) en ontdekte daar dat de Heer opgestaan was.

In Lucas 24:21 staat dat de Emmaüsgangers tegen de opgestane Heer zeggen dat het "thans reeds de derde dag, sinds dit geschied is". "Dit" slaat op het voorgaande vers waar beschreven wordt dat de Heer overgeleverd, ter dood veroordeeld en gekruisigd is. Vervolgens lezen we: "... ook hebben enige vrouwen uit ons midden ons doen ontstellen: zij waren in de vroegte bij het graf geweest en hadden Zijn lichaam niet gevonden ..." Deze vrouwen hadden ook engelen bij het graf gezien (vs. 22 en 23).
Uit vers 29 blijkt dat het inmiddels laat op die dag was: "Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is reeds gedaald". "Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse, waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u!" (Joh. 20:19). Hier staat werkelijk het woord ´dag´ in de grondtekst. Bovendien schrijft Johannes er uitdrukkelijk bij: ´op deze dag, op de eerste van de sabbatten´.
Deze eerste dag, die dus op zaterdag 18.00 uur begon (direct na de ´normale´ weeksabbat) duurde voort tot zondag 18.00 uur). Op die eerste dag stond de Heer als Eersteling op en op deze zelfde dag - namelijk "daags na de sabbat" werd Hij als Eerstelingsgarve voor het aangezicht van de Heer bewogen (Lev. 23:9-11). Hier slaan de woorden uit Johannes 20:17 (dat Hij eerst moest opvaren naar Zijn Vader) op.

Samenvattend

Zoals gezegd valt het al met al niet mee om precies te achterhalen hoe het allemaal gegaan is. Wat in ieder geval wel duidelijk is, is dat de opstanding in de periode van zaterdag 18.00 uur tot zondag 06.00 plaatsgevonden moet hebben (de 17e Nisan). Daaraan vooraf gaand vond de kruisiging niet plaats op de vrijdag daarvoor, maar waarschijnlijk op de donderdag (de 14e Nisan; de dag die tegelijk "voorbereiding van het Pascha" genoemd wordt).

Drie dagen en drie nachten
Er vanuit gaand dat met het verblijf in het hart der aarde bedoeld wordt dat de Heer in het dodenrijk was, is het moment waarop Hij stierf meteen al de 1e dag van de "drie dagen"; Hij stond op in de 3e nacht van de "drie nachten". De volgorde "drie dagen en drie nachten" en niet ´drie nachten en drie dagen´ blijkt geheel van toepassing.

Uren Dag-/nachtdelen Gebeurtenissen
18.00-06.00 uur De Heer viert het Pascha waarschijnlijk vroeg in de avond en wordt daarna overgeleverd
06.00-18.00 uur De Heer viert het Pascha waarschijnlijk vroeg in de avond en wordt daarna overgeleverd
18.00-06.00 uur vroeg in de morgen naar het gerechtsgebouw, de Joden blijven buiten om zich niet te verontreinigen om het Pascha op de avond van/na die dag te kunnen eten (Joh. 18:28).
De Heer werd voor Pilatus geleid, daarna voor Herodes en vervolgens weer voor Pilatus
18.00-06.00 uur De 'dag der Voorbereiding' (de 14e Nisan) begon en de avond waarop het Pascha gegeten werd. Na 6 uur (00.00 uur onze tijd) was het nog steeds de voorbereiding van het Pascha (Joh. 19:14).
06.00-15.00 uur De kruisiging vindt op de 'Voorbereiding' plaats op het 3e uur (dat is 09.00 uur onze tijd).
Uren Dag-/nachtdelen Gebeurtenissen
0-3 15.00 -18.00 uur donderdag dag 1 om 15.00 uur stierf de Heer aan het kruis); aan het einde van deze dag (rond 18.00 uur) kwam er ook een einde aan de 'dag van de Voorbereiding'
3-15 18.00-06.00 uur donderdag op vrijdag nacht 1 om 15.00 uur stierf de Heer aan het kruis); aan het einde van deze dag (rond 18.00 uur) kwam er ook een einde aan de 'dag van de Voorbereiding'
15-27 06.00-18.00 uur vrijdag dag 2
27-39 18.00-06.00 vrijdag op zaterdag nacht 2
39-51 06.00-18.00 uur zaterdag dag 3
51-63 18.00-06.00 uur zaterdag op zondag nacht 3 in deze nacht stond de Heer op wat aan het einde van die nacht ontdekt word


Als er staat dat Hij ´ten derden dage´ opstond, moeten wij bij ´dag´ in deze uitdrukking niet denken aan de dag- en nachtdelen, maar aan etmalen. Zo bezien is nacht 3 inderdaad de derde dag. De derde dag is de laatste periode van 24 uur; dat wil zeggen: de periode van 48-72 uur. Ergens in die periode - dus ´ten derden dage´, 51 tot 63 uur na zijn sterven - stond de Heer waarlijk op!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'