Het is goed wat U doet - Het is goed wat U doet (2)

Het is goed wat U doet

Het is goed wat U doet (2)

We houden een speurtocht door de Bijbel aan de hand van het woordje ‘goed’ en proberen antwoorden te vinden die ons vandaag kunnen helpen bij de vraag: wat doet God precies?

´Het voelt goed´

Deze uitspraak kent u wel. Er wordt vaak mee aangeven dat als iets als goed wordt ervaren, het ook goed is. Maar… is dat ook zo? In het vorige artikel lazen we in Genesis 1: ‘…en God zag dat het goed was’ en keken we naar de boom der kennis van goed en kwaad.
De betekenis van het Hebreeuwse woord ‘tob´ of ´tov’ was dat goed in Gods ogen is: dat wat in Zijn plan past en kwaad is dat wat Gods plan verstoort.
Het gaat in het Oude Testament bij het woord ‘goed’ niet in de eerste plaats om een eigenschap van de mens (aardig, vriendelijk, betrouwbaar), ook niet hoe mensen zich ten opzichte van elkaar gedragen (goed of slecht voor anderen zijn), maar om de verhouding God-mens. Waarbij ons voortdurend de vraag wordt gesteld: willen wij buigen voor Gods plan en dit laten uitwerken in ons leven? We gaan nu kijken naar het woord ‘goed ‘ in het Nieuwe Testament in relatie tot God, Jezus en de mens.

God is goed

De enige plaatsen in het Nieuwe Testament waar God ´goed´ wordt genoemd zijn: Mattheüs 19:16,17; Markus 10:17,18 en Lukas 18:18-22: “En een hooggeplaatst man vroeg Hem en zeide: Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan één: God! Gij kent de geboden: Gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder. Hij zeide: ‘Dat alles heb ik van jongs af aan in acht genomen’ . Toen Jezus dat hoorde, zeide Hij tot hem: ‘Nog één ding komt gij te kort: verkoop alles wat gij bezit, en verdeel het onder de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.”

Bij het benoemen van Jezus als de Goede Meester dacht de vraagsteller niet zozeer aan alle zedelijke eigenschappen van Jezus (aardig, vriendelijk, etc.) maar zag hij in Hem een betrouwbare leraar die hem zou kunnen helpen bij de vraag hoe hij het eeuwige leven zou kunnen ontvangen.
Door vervolgens te antwoorden dat alleen God goed is, laat Jezus zien dat je voor de beantwoording van die vraag bij God moet zijn en wat God tot dan toe duidelijk heeft gemaakt. Zo werd hij als een goede Jood teruggeworpen op de Wet: ‘doe dit en je zult leven’!
‘Tja, daar heb ik mij altijd op afgestemd. Ik ben serieus bezig geweest een goede Jood te zijn…’ Welnu, ‘verkoop dan alles wat je hebt en volg Mij, want je kunt niets van wat op aarde waarde heeft meenemen in het eeuwige leven. Maar Mij zul je wel hebben’.
Wat Jezus feitelijk duidelijk wil maken, is: ‘als je Mij goed noemt, wijs Ik je op God en Zijn Woord, de gids ten leven. Zijn Woord zal je helpen. God wijst door Zijn woorden heen weer naar Mij. Volg Mij en Ik zal je het eeuwige leven geven…’.
Deze betekenis wijst naar Gods plan! ´Goed´ is dat wat past in Gods plan, dat wat in overeenstemming is met Gods plan. En de voltooiing van Gods plan is het doel waar God iedereen naartoe wil brengen: alles onder Zijn heerschappij.
Als we hierbij ons eigen leven spiegelen, kan dit ons raken. Is alles in ons leven al onder Gods heerschappij? Onze relatie(s), onze geldbesteding, ons huwelijk, ons seksleven, onze vrijetijdsbesteding, enzovoort? Of moeten wij misschien ook iets opgeven dat voor ons waarde heeft? Moeten wij misschien belijden dat we nog vaak onze eigen plannen belangrijker vinden dan Gods plan? Willen wij buigen voor de Heer van ons leven? Voor de Here Jezus?

Jezus is goed

In drie teksten wordt gesproken over de goedheid van Jezus:

1. Joh. 7:12: sommigen zeiden: Hij is goed, anderen zeiden: nee, maar Hij verleidt het volk.
2. Joh. 1:46: …kan uit Nazareth is goeds komen?
3. Joh. 10:11: Ik ben de goede Herder.

Komt het idee dat ‘goed iets is dat past in Gods plan’ ook naar voren in de beschrijvingen van Jezus? Ja! De goedheid van Jezus in Johannes 7:12 (sommigen zeiden: Hij is goed) staat in dit gedeelte in tegenstelling tot de woorden: Hij verleidt het volk. Het gaat hier niet om de vriendelijke en zachte aard van Jezus, maar om het feit dat Hij de van God gezonden Gezalfde (Messias) is, die het volk moest leiden tot het hart van God en het volvoeren van Gods plan!
Daarom kon er ook uit Nazareth niets goeds komen. Er waren daar wel aardige en goede mensen, maar de plaats Nazareth wordt nergens in de profetieën beschreven als een plaatst die van betekenis is in Gods plan met betrekking tot het heil voor Israël.
De Here Jezus wordt tenslotte de Goede Herder genoemd. Ook hier gaat het niet in de eerste plaats om Zijn eigenschappen als lief en geduldig, maar om het feit dat er in Israël ook slechte herders waren die het volk misleidden, en die in het verleden het volk ertoe brachten om afgoden te aanbidden en te dienen en zo het plan van God verstoorden.
Jezus is anders. Hij is de Goede Herder. Hij is de afstraling van God zelf die Zijn volk moest gaan leiden in Gods plan, op Zijn weg, met Gods Woord als gezaghebbend op alle terreinen van het leven.

In welke verhouding staan wij ten opzichte van de Here Jezus? Hoe zien wij Hem? Mag Hij in overdrachtelijke zin ook onze Goede Herder zijn? Mag Hij ons aanspreken op die dingen in ons leven die niet passen in Gods plan? Mag Hij onze wegen, wanneer ze ingaan tegen Gods plan, verkeerd of kwaad noemen?

Weet u, dit kan betekenen dat een aantal dingen in ons leven niet meer zo goed voelen… Het kan ook betekenen dat het geloof in de Here Jezus niet meer goed voelt. We zouden kunnen zeggen: Dit gaat te ver. Wat heeft Jezus nu bijvoorbeeld met mijn geldbesteding te maken? Wat heeft Hij te zeggen over de keuze van mijn vrienden, vriend, vriendin, of partner? Welk gezag moet Hij nu hebben over mijn huwelijksleven? Waarom zou ik de kamer van mijn seksleven openen voor Hem? Wat heeft Hij te doen met mijn vrijetijdsbesteding of met mijn werk?
Toch wil God, omdat dit past in Gods plan, Heer zijn over alle terreinen van ons leven. Maar niet om het ons moeilijk te maken. Want dit plan komt ons ten goede! Het is ook voor ons welzijn, ook al ervaren we dat niet in eerste instantie. De vraag is of we God kunnen vertrouwen dat wanneer Hij van ons iets vraagt, Hij altijd meer te geven heeft.

Zijn de mensen goed?

Misschien zegt u: Ik erken dat ik toch nog vaak eigen wegen bewandel. Ik wil wel veranderen, maar hoe moet dat? En als ik verander, word ik dan ook gelukkiger? God kent de achtergrond van mijn levenskeuzes. God kent ook de pijn waardoor ik soms kies voor wat ik ervaar als goed en wie garandeert mij dat het beter wordt als ik afstem op Gods plan en helemaal wil leven naar Zijn Woord? Dit zijn legitieme vragen. Maar voordat we die kunnen beantwoorden, moeten we eerst kijken naar de aard van de mens. Is de mens eigenlijk wel goed? Goed van nature? Jaagt hij, vanuit zijn aard, altijd het goede na?
In diverse teksten in het Nieuwe Testament kunnen we lezen over de relatieve goedheid van mensen. Mensen kunnen goed voor anderen zijn. Mijn vrouw zegt wel eens dat haar collega’s op het werk ook gericht zijn op het welzijn van de bejaarden. Ook zij zijn gewoon goed, aardig en vriendelijk. Ben ik werkelijk zo anders dan zij? Dit zegt echter iets over de goedheid jegens andere mensen, maar niets over hun goedheid-voor-God. Over onze goedheid-als-mensen-voor-God zegt de Bijbel: “Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand die God ernstig zoekt; allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden, er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één” (Rom. 3).
Letterlijk staat er bij de laatste drie woorden: ´en niet tot één toe…´ Wat wordt bedoeld, is dat er niemand is die is als God. Niemand is zo goed als God. Niemand volgt van nature Gods plan. Allen zijn afgeweken. De weg van Gods vrede kennen zij niet.
In onze verhouding tot God zijn wij nooit als Hij. Sterker nog: we kunnen dit zelfs niet. God is zo volmaakt, Zijn plan is zo volkomen, zo anders… we kunnen niet zijn als Hij!

Hoe passen wij dan toch in Gods plan? Het begin is dat we net als Paulus moeten leren belijden: Heer, er woont in mij niets goeds. Er is niets in mij van wat nature ‘ja’ zegt tegen U. Wat ik zelf kan beslissen, wat ik zelf kan doen, is veel tastbaarder en geeft mij soms goede gevoelens. Alleen voel ik mij door die keuzes niet met U verbonden en daar verlang ik wel naar.
God begint na dit belijden duidelijk te maken dat Hij altijd meer geeft dan dat Hij vraagt. Hij geeft ons Zijn Zoon, met al Zijn eigenschappen. Hij zegt: Wil je vrede, kijk naar mijn Zoon. Hij zegt: Heb je kracht nodig: Kijk naar mijn Zoon. Hij zegt: voel je je schuldig? Mijn Zoon geef je Mijn genade. Hij zegt: Heb je liefde nodig? Er is meer liefde in Mijn Zoon dan jij ooit op aarde kunt vinden.
Paulus zegt in Romeinen 8, vers 32: Zal Hij ons met Hem (zijn eigen Zoon) ook niet alle dingen schenken?

God wil wonen in ons en Zijn werk doen. Hij kan het mogelijk maken dat we niets anders meer willen dan afstemmen op Gods plan, keuzes maken i.o.m. Gods plan. Maar… God bewerkt dit verlangen pas in ons wanneer we ons eigen plan durven los te laten en het werkelijk in alles willen wagen met God. Dan wordt jij zelfs ´goed´ in Gods ogen! Durven we die uitdaging aan te gaan?

De volgende keer ontdekken we wat er allemaal mogelijk is voor degene die gelooft!

Meer artikelen in de serie "Het is goed wat U doet":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'