De heerlijkheid des HEREN - Deel 7 (slot)

De heerlijkheid des HEREN

Deel 7 (slot)

In aansluiting op het vorige artikel moet de conclusie zijn dat de kerk het geen haar beter doet dan Israël destijds, terwijl God zoveel meer geopenbaard heeft. In feite heeft God alles gezegd, Zijn Woord is compleet. En wat doen we ermee? We hanteren het niet zoals het moet, op een enkele uitzondering na.We gaan op de plaats van God zitten: we weten het zelf wel!

Israël

De Israëlieten ontheiligden de Naam van de HERE, ook gedurende de grote ballingschap, waarin ze nu in feite nog steeds verkeren. Als volk hebben ze nog steeds niets geleerd. Dat gaat echter veranderen! God gaat Zich voor hun ogen de Heilige betonen. Laten we nog even terugblikken hoe het was met Israël. Mozes was op de berg, veertig dagen, om van God alles over het Verbond te vernemen. Intussen danste het volk rond het gouden kalf. Voor het Nieuwe Verbond is de verrezen Christus naar de hemel opgevaren om spoedig terug te komen, indien het volk de prediking van de twaalf apostelen zou hebben aangenomen. Petrus, de aanvoerder en de spreekbuis van de Twaalven, bracht een duidelijke boodschap. Hij was enthousiast, denk aan zijn belijdenis, maar hij had ook zijn menselijke zwakheden. Hij verloochende Christus drie maal, maar na de opstanding betuigde hij zijn liefde desgevraagd drie keer. Hij ging pas naar Cornelius, een heiden, na drie visioenen. Tijdens zijn bezoek aan Cornelius kwam voor de eerste maal de heilige Geest op gelovigen uit de heidenen. Later wordt de apostel Paulus er nog bij geroepen om het evangelie ook aan de heidenen te brengen, om zo de Joden jaloers te maken, en tot geloof te bewegen. Bij zijn zendingsreizen ging Paulus overal eerst naar de Joden. Maar zij ontheiligden de heilige Naam van God door dat getuigenis te negeren, juist vlak na de bediening van Christus op aarde, Zijn leven en boodschap, Zijn dood en Zijn opstanding. Het gevolg was de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van de Joden buiten het land.

Geheimenis

Toen de totale verwerping, na het bezoek van Paulus aan Rome (Hand. 28), een feit was, heeft hij een nieuwe boodschap gebracht, die tot op dat moment verborgen geweest was in God (zie met name Efeze, Filippenzen en Kolossenzen). Een boodschap voor de gehele wereld, buiten Israël om, rechtstreeks van God. Is het met deze boodschap beter gegaan? Helaas nagenoeg even slecht als met de boodschap voor Israël.
De hand in eigen boezem steken is volledig van toepassing. De boodschap van Paulus is schaars, zeer schaars. Deze boodschap, de gezonde leer, wordt in deze tijd slecht verdragen. De christenheid is er allergisch voor. De boodschap van de verheerlijkte Christus, gegeven als Hoofd aan de gemeente, die Zijn (eigen) lichaam is. Dus niet de bruid (Israël is de bruid, of beter: zal weer de bruid worden!), en zonder verbond, want "hunner zijn de verbonden" (voor een verbond zijn twee partijen nodig). De regel van het Verbond, de Tien Geboden, is trouwens aan het kruis genageld, dus nu niet geldig. Elk mens kan nu individueel tot God naderen, zonder voorwaarden vooraf! Als iemand met deze boodschap komt wordt hij dikwijls afgewezen. Toen Jezus Zijn boodschap bracht wezen de leidende theologen van toen (de Farizeeën) Hem ook af.

Opwekking

De rijkdom van genade is nog nooit zó groot geweest als in deze tijd. Maar het christendom is armetierig: tiert van armoe. We hebben veel van de Joden nageaapt: de bruidsgedachte, de Verbonden, de kinderdoop in plaats van de besnijdenis, de sabbat, maar dan op zondag, en zelfs ook de overleveringen, en ook hoe we daar mee om moeten gaan: van raak niet, smaak niet. Elke kerk of club heeft zijn eigen leer en gedragscode. De satan is er blij mee, zijn subtiele vraag is nog steeds: heeft de Here niet gezegd...? En omdat men nauwelijks weet wat de Here gezegd heeft, is er veel verwarring.
Er wordt wel eens gesproken en zelfs gebeden om een opwekking. Maar hoe zou dat kunnen als er bijna niemand luistert naar het Woord van God? Toch zijn bij God alle dingen mogelijk (zie Israël!). De genade van God is werkelijk overweldigend rijk. Er wordt ook wel gesproken over de voorwaarden die voor een opwekking zouden moeten gelden. Ik weet niet of wij voorwaarden mogen stellen, wij, die zó slecht luisteren naar Zijn Woord, naar de gezonde leer. Bij voorbeelden van een opwekking in de Bijbel is altijd sprake van een opnieuw ontdekken van het Woord van God, een opnieuw zich bekeren tot dat Woord. In die gevallen zijn er ook predikers die de oude boodschap opnieuw brengen. De gezonde leer is echter schaars tegenwoordig, maar nogmaals, bij God zijn alle dingen mogelijk. En als we dan over voorwaarden mogen spreken zouden dat zijn: de gezonde leer van Paulus brengen, en Christus de heerlijkheid toebrengen vanwege de genade van God, de overweldigende rijkdom van Zijn genade. We moeten ons daarbij inderdaad overweldigd voelen!

Eer

Als God nu (via Paulus) tegen ons zegt: uw leven is met Christus verborgen in God, wie leeft er dan in deze tijd voluit in dit besef? Zouden wij niet Hem de eer toebrengen voor deze onovertroffen genade, en Hem verheerlijken? Prediker eindigt met: "Vrees God en onderhoud Zijn geboden want dit geldt voor alle mensen" (12:13). Die geboden gaan over Christus. Het zijn de gedachten en wegen van God, opdat het ook onze gedachten en wegen zouden worden. Het is ook de wijsheid van God. Het boek der Wijsheid spreekt er ook van: "De vreze des HEREN is het begin van de wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand" (Spr. 9:10). Er is ook verband tussen de vreze des Heren en de daaruit opbloeiende wijsheid en heerlijkheid. Heerlijkheid is de vrucht ervan: "Het loon van ootmoed – vreze des HEREN - is rijkdom, eer en leven" (Spr. 22:4). Een wijze spreuk is ook: "Het is een eer voor een man zich verre te houden van twist, maar elke dwaas barst los"(Spr. 20:3). Openbaring 14:7 zegt: "Vreest God en geeft Hem eer" (SV: heerlijkheid). Dat begint met Hem te erkennen als de Schepper van al wat is, en eindigt met Hem te aanschouwen in wie Hij voor ons is en wat Hij voor ons gedaan heeft. In feite eindigt dit nooit meer! God heeft ons gezegend met alle geestelijke zegen in de hemel, daar zouden we niet over uitgepraat moeten raken. Bij de zegeningen in Efeze 1 wordt het drie maal vermeld dat dit alles is tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade.

Wat leert ons de bestudering van de Heerlijkheid des HEREN?

God werkt eraan om Zijn schepping tot heerlijkheid te brengen. Zijn heerlijkheid is Christus. Er is reeds heerlijkheid in de huidige schepping, maar de hoogste heerlijkheid is Christus, uit Wie, door Wie en tot Wie alle dingen zijn. Het einddoel is God, alles en in allen. Dat einddoel wordt bereikt via een weg: DE weg. Deze weg is: Christus ("Ik ben de weg" – Joh. 14:76). Deze weg wordt ook in de Schrift getoond, reeds vanaf de Hof van Eden. Als Adam en Eva uit de hof verdreven worden stelt God de cherubs ten oosten van de hof, dat is in de richting van God, om deze weg (d.i. de weg van de boom des levens) te bewaken, dat wil zeggen: in stand te houden, te onderhouden. De cherubs boven de ark worden in Hebreeën 9:5 genoemd: de cherubs der heerlijkheid.
Het einde van de weg vinden we aan het slot van het boek Openbaring: wandelen in het licht van Zijn heerlijkheid, het licht van het Lam!
In de geschiedenis openbaart God een steeds groter gebied van heerlijkheid voor Zijn kinderen. Eerst de aarde, vervolgens ook de geschapen hemelen, en nu de hemel der hemelen, de woonplaats van God.
Tegelijkertijd zien we dat de satan een steeds kleiner gebied krijgt. Eerst wordt de woonplaats van God verboden gebied. Vervolgens zal hij uit de hemelen op de aarde geworpen worden, zelfs een tijd gebonden zijn, en tenslotte verdwijnen. Deze weg is ook geopenbaard in de sterrenbeelden. Psalm 19:2a zegt: "de hemelen vertellen Gods eer" (heerlijkheid). Hij brengt Zijn Raad ten uitvoer en Zijn weg leidt tot het doel. De garantie voor de goede afloop is Christus.

Als we dit zo voor onze 'geestelijke ogen' zien, mogen we daarvan genieten, en Hem de heerlijkheid toebrengen, die Hij waard is. Dat behoort tot onze waardige wandel. Het belangrijkste wat we uit dit onderzoek geleerd hebben is dat God met de schepping van Adam Zijn eigen heerlijkheid verbindt met Zijn schepping, en wel met de mens. Hij blaast hem Zijn Geest in, zodat hij leven ontvangt en gemeenschap kan hebben met zijn Schepper. Het uiteindelijke doel van God is alles in allen te zijn, en Hij is daarmee begonnen met de schepping van Adam. Met Adam is het 'fout' gegaan. Maar waar God aan begint dat wordt voleindigd! Hij heeft de nieuwe Mens gegeven: Jezus, de Uitverkorene, de Gezalfde (Christus), de Verlosser, de Voleinder van het geloof, de Verhoogde, Die ook de Naam boven alle naam ontvangen heeft. Daartoe heeft God ook een volk uitverkoren: Israël, om Zijn heerlijkheid te tonen, en daaruit de Christus geboren te laten worden. Uit Hem, door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Dit is wat ik probeer te begrijpen, en probeer weer te geven. Het uitgangspunt is echter het Woord van God, waarin Hij Zijn gedachten heeft uitgedrukt, die hemelhoog boven onze wetenschap zijn verheven.

Tenslotte

Laten we besluiten met de bede: "...want van U is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid. Amen." Dit is het laatste deel van het Onze Vader, het gebed dat aan Israël gegeven is voor de tijd dat het Koninkrijk de hemelen nabij is. Wij zijn reeds overgezet in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, en we hebben Zijn heerlijkheid in beginsel ontvangen. Als het goed is ondergaan wij de overweldigende rijkdom van Zijn genade, waarin Hij ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen. Wij zijn gestorven: Hij heeft ons onvoorwaardelijk alle zonden (ook de toekomstige) die wij in dit lichaam bedrijven, vergeven. Voor ons betekent dat: "...vergeeft elkander, gelijkerwijs Christus u vergeven heeft." Laten wij daarom leven vanuit die rijkdom (d.i. één van de zegeningen) en elkander ook onvoorwaardelijk vergeven. Christus is alles en in allen, en er is gewoon geen plaats meer voor zonde(n). Niemand heeft iets over ons te vertellen dan Christus alleen. Laten we ons daarom overgeven aan Zijn Koningschap, en Hem de heerlijkheid toebrengen, die Hij meer dan waard is. Geprezen zij Zijn heilige naam!

Meer artikelen in de serie "De heerlijkheid des HEREN":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'