De heerschappij van God en satans tegenstand

De heerschappij van God en satans tegenstand

De heerschappij, ofwel het koninkrijk, van God zal in de toekomst worden geopenbaard, ten tijde van de wederkomst van Christus. Gods gedachten over het koninkrijk zijn al van oudsher bekendgemaakt in de Bijbel. Hetzelfde geldt voor het werk van de tegenstander die erop uit is Gods plannen te doorkruisen.

Begin
Het koninkrijk begon eigenlijk al met de eerste mens, Adam. Hij was een heeser die van God de volledige heerschappij over de gehele aarde en haar bewoners had gekregen. Daarmee was hij een voorafschaduwing van de toekomstige heerschappij van de Koning der Koningen en de Heere der Heren. Vanaf het allereerste begin heeft God Zijn soevereiniteit gemanifesteerd in Zijn heerschappij over de schepping. Dat is de kern van het indrukwekkende plan der eeuwen, met als Middelpunt de Heere Jezus Christus (Efe. 3:8-11). Soms heeft Hij middelaars gebruikt bij het uitvoeren van Zijn goddelijke heerschappij. De hele Bijbel door lezen wij over het verbazingwekkende feit, dat God, hoewel Hij door Zijn wijsheid en almacht in staat is alles alleen te doen, toch het verlangen heeft om gebruik te maken van geschapen wezens als kanalen om Zijn wil uit te voeren. Hoe meer we hierover nadenken en we onze zondestaat en tekortkomingen beseffen, des te wonderbaarlijker dit wordt.

Theocratie
Gods denkbeeld over een volmaakte regering is de heerschappij van één wezen; niet de regering van commissies, noch die van democratische regels. Het is overduidelijk dat deze ene heerser absoluut volmaakt en rechtvaardig moet zijn. De geschiedenis geeft immers bewijzen genoeg van wat er gebeurt als onbeperkte macht in handen komt van feilbare mensen. 'Alle macht corrumpeert, en absolute macht corrumpeert absoluut' is een uitspraak die niet kan worden tegengesproken. Democratie is de veiligste en beste vorm van menselijke heerschappij, maar het kan zeker geen corruptie voorkomen. Evenmin dat het rijk waarover de menselijke regering is aangesteld ten onder gaat.

Er is geen twijfel over dat Gods heerschappij er een is van de allerhoogste Koning en daarom kan Zijn koninkrijk een theocratie worden genoemd. G.N.H. Peters zegt in zijn grote werk 'The Theocratic Kingdom' (deel 1; blz. 216): 'De theocratie is een staatsregering onder rechtstreeks bestuur van God. Jehova keurde Zich waardig om over Israël te regeren op dezelfde rechtstreekse manier als een aardse koning regeert over zijn volk (...) met Zijn soevereine wijsheid oefent Hij niet alleen een religieuze macht uit over de nakomelingen van Abraham, maar ook een politieke. Hij werpt Zichzelf op als Koning van Israël en de regering van Israël wordt daardoor letterlijk een Theocratie'.

Wanneer we dit herkennen, moeten we nooit vergeten dat deze heerschappij, zoals hierboven genoemd, vaak wordt uitgevoerd door geschapen wezens en we zullen dit door de hele Bijbel heen zo aantreffen. Daardoorheen ontvouwt zich het plan van God.

Adam
De eerste mens was door de Schepper als hoofd en heerser van de aarde aangesteld. Als hij niet gezondigd had en dit 'virus' van de zonde met zijn gevolg, de dood, niet aan de gehele mensheid had doorgegeven, zou de mens in zijn onberispelijkheid een zichtbare manifestatie zijn geweest van het koninkrijk van God. Na de zondeval van onze eerste ouders werden zij uit de verhoogde positie die zij hadden ontvangen, gezet. Daardoor werd de deur wijd open gezet voor de activiteiten van de grote vijand van God, de satan. Die had al de hemelse gewesten verwoest door zijn val en, voor zover we kunnen oordelen, vele engelen daarin meegenomen. Vanaf dat moment begon het ontzagwekkende gevecht van de eeuwen, dat de uitvoering van Gods wil en plan voor hemel en aarde geweldig bemoeilijkte. Dat maakte een totale, rechtvaardige verdelging van zowel zonde als dood noodzakelijk. Gods volmaakte koninkrijk is onmogelijk tot stand te brengen, voordat deze vijanden zijn verwijderd. Alleen God Zelf kan deze moeilijke taak volbrengen.

Satans vijandschap
Er was geen schepsel in de hemel of op aarde, dat met succes zo'n verantwoordelijkheid op zich kon nemen. Het werk van God was in de eerste plaats verlossend. Dit ligt noodzakelijkerwijs ten grondslag aan het totale ontwerp van Gods koninkrijk in de hemel en op aarde. Daarom is het hele Woord van God daarmee doordrongen. Wanneer we dit missen, missen we alles en eindigen we met het fabriceren van onbereikbare dromen, die leiden tot hopeloze wanhoop. Het eerste verbazingwekkende bewijs van satans bittere vijandschap tegen God en het verlossingsplan, dat zijn volledige ondergang aanzegt (Gen. 3:14 en 15), lag in de eerstgeboren zoon van Adam. In Genesis 4:1 zegt Eva: "Ik heb een man van de HEERE gekregen!" of meer letterlijk: 'Ik heb een man gekregen, de HEERE'. Zij dacht blijkbaar dat Gods belofte van het zaad, dat de slang (satan) zou vermorzelen, was vervuld. Het Nieuwe Testament laat zien dat Kaïn, haar eerstgeborene, "uit den boze was" (1 Joh. 3:12). Hier zien we een diep mysterie, dat niet wordt uitgelegd. Er is geen twijfel over mogelijk dat het Woord van God leert dat er twee zaden zijn op aarde; één van God en één van de misleider (vergelijk 'uw zaad' met 'haar zaad' in Genesis 3:15 en let op de gelijkenis van het tarwe en het onkruid en de uitleg van de Heere Jezus in Mattheüs 13:24-30 en 36-42).

Noach
Het duidelijke doel van satan was het ware zaad te bederven, zodat de goddelijke belofte van Genesis 3 zou worden verbroken en de geboorte van Christus onmogelijk kon plaatsvinden. Satan zou dan triomferen. De eerste hoofdstukken van Genesis beschrijven hoe dit bijna is gelukt. Slechts één man en zijn gezin waren niet besmet met satans bederf (Gen. 6:9). De boosheid en verdorvenheid die de aarde in de tijd voorafgaand aan de zondvloed vervulden (Gen. 6:5 en 11-13) waren zo groot, dat er voor God nog maar één ding overbleef om te doen. Dat was het verdorven zaad vernietigen en opnieuw beginnen met Noach en zijn gezin. Het was als het verwijderen van een groot gezwel en een nieuwe start maken. Vanaf de tijd van Noach gaf God de heerschappij weer duidelijk in menselijke handen: "Toen zegende God Noach en zijn zonen en Hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde! Vrees en schrik voor u zal er zijn bij alle dieren van de aarde en bij alle vogels in de lucht, bij alles wat over de aardbodem kruipt en bij alle vissen in de zee; zij zijn in uw hand gegeven" (Gen. 9:1 en 2). Noach, wiens naam ‘rust’ of ‘troost’ betekent, was als het ware een tweede Adam die de draad van het koninkrijk weer op pakte. Vanaf nu moest de mens rekenschap afleggen over het menselijk leven. Dit leven was door God gegeven en behoort Hem toe. Daarom wordt de mens gewaarschuwd dat hij daarvoor verantwoording schuldig is aan God (Gen. 9:5).

Adam en Noach
We zetten de overeenkomsten en verschillen tussen Adam en Noach op een rijtje:

Adam Noach
Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde (Gen. 1:28) Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde! (Gen. 9:1)
Mogelijk oordeel op de achtergrond (Gen. 1:2) Oordeel op de achtergrond. Zondvloed (Gen. 6:7)
Laat het droge zichtbaar worden! (Gen.1:9) De aardbodem was opgedroogd. (Gen. 8:13)
Heers over de aarde en onderwerp haar (Gen. 1:28) Vrees en schrik voor u in de dierenwereld (Gen. 9:2)
Het beeld van God (Gen. 1:27) Het beeld van God (Gen. 9:6)
Drie zonen (Gen. 4:1, 2 en 25) Drie zonen (Gen. 10:1)
Naaktheid bedekt (Gen. 4:11) Naaktheid bedekt (Gen. 9:22 en 23)
Kaïn vervloekt (Gen. 4:11) Kanaän vervloekt (Gen. 9:25)
De aarde vervloekt (Gen. 3:17) De aarde niet opnieuw vervloekt (Gen. 8:21)


Babel
Na de zondvloed was er blijkbaar nog een andere inval van gevallen engelen (Gen. 6:4 en let op het woord 'daarna'), maar dit was niet op dezelfde schaal als ervoor. Verderop in de Bijbel lezen we van de reus Goliath, die tegenover David stond, en van Og, de koning van Basan. Zijn bed was volgens de huidige maten 3,96 meter lang en 1,76 meter breed. Maar voor satan was dit niet het enige waar hij van afhankelijk was om God, met Zijn doel om het koninkrijk op aarde te vestigen, te verslaan. Hoewel hij op dit terrein was overwonnen, begon hij een religieus systeem in Babel, aangevoerd door Nimrod, een geweldig jager en nakomeling van Cham. Het is opmerkelijk, dat het eerste koninkrijk dat in de Bijbel wordt genoemd, dat van Nimrod is (Gen. 10:10). Dit was satans reactie op het koninkrijk van God. Het grote satanische systeem van valse religie en aanbidding begon hier. Dat gebeurde soms ondergronds, zoals in de heidense afgodendienst met haar duisternis en zedenloosheid, maar zal uiteindelijk in het openbaar plaatsvinden in de eindtijd: 'het grote Babylon' zoals Openbaring 17 en 18 het beschrijft, als "… de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde" (Openb. 17:5).
Alle oude religies stammen af van Babel, waarin we kunnen zien dat de waarheid door de grote misleider volledig is verdraaid. De sleutelfiguren waren Nimrod en zijn vrouw Semiramis die, toen ze tot goden waren verheven, de centrale figuren in verschillende religies van de heidense wereld werden. Ze bevatten allen, in de een of andere vorm, de spotternij van de 'moeder en de zoon'. In Egypte (Isis en Osiris), India (Isi en Iswara), Azië (Cybele en Deoius), Griekenland (Ceres, moeder en baby), Rome (Fortuna en Jupiter) of China (Shing Moo, met kind in haar armen). 
Het pauselijk Rome heeft de Maagd met het kind en velen realiseren zich niet wat daarmee wordt vereeuwigd. De Griekse en Romeinse mythologie verspreidden de duisternis nog verder met hun helden en goden onder verschillende namen, allemaal ontleend aan Nimrod en Semiramis. Het geheel was de satanische karikatuur van het Zaad van de vrouw uit Genesis 3.
We zijn vandaag de dag ook niet vrij van deze dodelijke invloed, want het is ook het christendom op allerlei manieren binnengedrongen. De lezer is misschien verbaasd als hij leest dat ‘hot cross buns’ (kleine krentenbroodjes met een kruis erop die in Engeland op Goede Vrijdag worden gegeten) en paaseieren van oorsprong heidens zijn en afstammen van de afgodische gebruiken van Babylon. Voor meer informatie verwijzen wij naar 'The Two Babylons' van Alexander Hislop. In Jeremia 7:18 zien we afvallige Israëlieten koeken offeren aan de koningin van de hemel. Waarschijnlijk stelde zij de godin van de vruchtbaarheid, Ishtar, voor, die geïdentificeerd wordt als Venus, een andere vorm van Semiramis (zie Jer. 44:17 en 19). Zie ook het artikel ‘Waar komt Pasen vandaan?’ in AMEN 149 (maart 2020).

Nu kunnen we heel goed begrijpen waarom de Heere Israël apart zette van de volken om hen heen, die vervuld waren van afgoderij en zedeloosheid. Wanneer Israël in aanraking komt met het omringende heidendom gebeurt het onvermijdelijke. Het volk raakt besmet met deze dingen. Daarmee spelen ze satan in de kaart en werken ze Gods plannen voor een koninkrijk finaal tegen.

Valse eenheid
De activiteiten van satan werden steeds verder uitgebreid in de valse eenheid die in Babel tot stand werd gebracht en die vermeld staat in Genesis 11. Vers 1 vertelt ons: "Heel de aarde had één taal en eendere woorden."
Het bouwen van de stad en de toren had tot doel, dat de mensen niet over de hele aarde verstrooid zouden worden (Gen. 11:4). Voor satan was eenheid noodzakelijk om de macht over het menselijk geslacht te verkrijgen en tot aan de einden der aarde te kunnen heersen. De Heere had dit echter voorzien: "… de HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn" (Gen. 11:6).
Om de vijand te weerstaan, was het niet nodig de mensheid te vernietigen, zoals eerder het geval was geweest. Het enige wat God hoefde te doen om deze valse eenheid te verbreken, was hun spraak verwarren, zodat ze elkaar niet meer begrepen. Verschil van taal kan tussen mensen de grootste barrière zijn en precies dat was het resultaat van Gods handelen: "Zo verspreidde de HEERE hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad" (Gen. 11:8).

Het is interessant te bedenken dat veel later in de geschiedenis, tijdens de periode van het boek Handelingen, God precies het tegenovergestelde deed. Hij nam de hindernis van de vreemde talen weg door de wonderlijke gave van het spreken in tongen (beter: talen), waardoor het evangelie voor iedereen verstaanbaar was (Hand. 2:7-12).

Globalisering
Degenen die de tekenen van de tijd kunnen onderscheiden (Matt. 16:1-3), herkennen dat de wereld vandaag de dag, op dezelfde manier bezig is. Zij probeert een grote eenheid als verenigde naties te vormen en de toestand van Babel wordt herhaald. De vele fusies die we overal zien en het concentreren van de macht in steeds minder handen leiden hiernaartoe. De grote macht van het geld dat achter de schermen het huidige wereldsysteem beheerst, wordt vooral geleid door superrijke mensen met grote invloeden. Zij kunnen worden omschreven als 'globalisten'. Ze willen niets anders dan een wereldregering. Dat betekent vernedering van de westerse landen en verhoging van de 'derde wereld'. Veel van wat vandaag de dag gebeurt, wordt begrijpelijk als men dit onderscheidt. Satan probeert opnieuw wat hij deed met de volken van Babel. Hij wil ze verenigen, zodat hij op het juiste moment zijn vertegenwoordiger op het toneel kan brengen en de macht van de hele wereld over kan nemen.

Koninkrijk verborgen
In de periode van de Evangeliën en Handelingen werd de Koning en het koninkrijk aan Israël aangeboden, maar het volk heeft dit afgewezen. De Messias is gekruisigd en teruggekeerd naar de hemel. Ook de prediking van de apostelen mocht niet baten. Aan het einde van het boek Handelingen blijkt dat het aardse koninkrijk wordt opgeschort om in later tijd alsnog te worden gepredikt én geopenbaard. We zien dat met name in het boek Openbaring.
Aanvankelijk zal het rijk der duisternis exorbitante vormen aannemen hetgeen resulteert in de beestheerschappij. Maar het laatste woord is aan God! Hij zal Zijn plan volvoeren en satan zijn heerschappij ontnemen. In de hemel horen we dan blijde klanken: “En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid” (Opb. 11:15-17). En als dan de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, is neergeworpen, klinkt het slotakkoord: “Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus …” (Opb. 12:10).
De Meerdere van Adam, de Zoon des mensen, zal in heerlijkheid verschijnen en het koninkrijk op aarde oprichten: een rechtvaardige en zegenrijke heerschappij!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'