De vreze des Heeren

De vreze des Heeren

Als we nadenken over het begrip ‘vreze des Heeren’ komen we in ieder geval ook terecht in het boek Spreuken. Dit boek is niet alleen voor Israël van belang, maar ook voor ons. Als onderdeel van Gods Woord is het een gids op ons levenspad. De spreuken zijn bedoeld om de gelovige richting te geven en dat begint met de vreze des Heeren, als begin(sel) van wijsheid en kennis!

Spreuken
"Wie wijs is, zal horen en inzicht vermeerderen, en wie verstandig is, zal wijze raad verwerven om een spreuk en een spreekwoord te begrijpen, woorden van wijzen en hun raadsels. De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning" (Spr. 1:5-7). De vreze des Heeren begint met horen. Paulus zegt: "Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God" (Rom. 10:17). Wanneer we luisteren naar wat God zegt, wordt ons inzicht vermeerderd. In het boek Spreuken komt de uitdrukking ‘vreze des Heeren’ veertien keer voor. Later meer hierover.

Rechtspreken in de ‘vreze des Heeren’ 
De eerste keer dat deze uitdrukking voorkomt, is in de geschiedenis van koning Josafat. Toen hij koning werd, voerde hij hervormingen door. Hij brak altaren af en wilde het volk wijzen op wat belangrijk is in de ogen van God: "De HEERE was met Josafat, want hij ging in de vroegere wegen van zijn vader David, en hij zocht de Baäls niet, maar hij zocht de God van zijn vader, en ging in Zijn geboden, en deed niet zoals Israël deed. De HEERE bevestigde het koningschap in zijn hand, en heel Juda gaf Josafat geschenken. Hij had rijkdom en eer in overvloed. Vastberaden ging hij in de wegen van de HEERE, en ook nam hij de offerhoogten en de gewijde palen uit Juda weg" (2 Kron. 17:3-6). Josafat stelde rechters aan om het volk te richten: "Hij zei tegen de rechters: Let op wat u doet, want u oordeelt niet voor een mens, maar voor de HEERE. Hij is bij u als u rechtspreekt. Nu dan, laat grote vrees voor de HEERE over u komen; neem uw plichten waar, en doe ze, want bij de HEERE, onze God, is geen onrecht, geen partijdigheid of aanneming van geschenken. Bovendien stelde Josafat in Jeruzalem enkelen van de Levieten en de priesters, en enkelen van de familiehoofden van Israël aan voor de rechtspraak van de HEERE en voor de rechtszaken van de inwoners van Jeruzalem. Hij gebood hun: Dit moet u in de vreze des HEEREN, in trouw en met een volkomen hart doen" (2 Kron. 19:6-9). Hier zien we de ‘vreze des Heeren’. De vreze des Heeren is dus in trouw en met een volkomen hart je werk doen. Vrees hebben voor de Heere is ontzag hebben voor de Heere. Vreze is wat van de Heere afkomt en wat Hij verwacht van degenen die Hem dienen ten opzichte van Hem. Een volkomen hart betekent een volledige toewijding. Wanneer Salomo koning is, vraagt hij dat ook aan de Heere: "Geef mij nu wijsheid en kennis, zodat ik voor de ogen van dit volk uitga en inga, want wie zou over dit grote volk van U kunnen rechtspreken?" (2 Kron. 1:10).

Afkeren van het kwaad
De tweede keer dat deze uitdrukking voor komt, is in het boek Job: "Maar tegen de mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des HEEREN, dat is wijsheid, en zich afkeren van het kwade is inzicht" (Job 28:28). Het heeft dus ook te maken met het afkeren van het kwade, je moet de juiste weg bewandelen.

Het kennen van de Heere
Verder komt deze uitdrukking eveneens voor in de Psalmen:

  • Ps. 19:10a "De vreze des HEEREN is rein, zij houdt voor eeuwig stand."
  • Ps. 111:10 "De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; Zijn lof houdt voor eeuwig stand."

De vreze des Heeren heeft te maken met het kennen van de Heere. Door Zijn Woord leer je wie God is en wat Hij doet. Vanuit die kennis kun je dan overleggen en handelen.

Rechtvaardig oordelen
In Jesaja komt de uitdrukking ook voor, bijvoorbeeld in 11:3 waar het gaat over het Twijgje (aanduiding van de Messias): "Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen" (Jes. 11:3). De Messias zal rechtvaardig oordelen.

Vergeving en vreze des Heeren
In de Psalmen lezen we ook nog: "Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let, Heere, wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt" (Ps. 130:3 en 4). En "Ga niet in het gericht met Uw dienaar, want niemand die leeft, is voor Uw aangezicht rechtvaardig" (Ps. 143:2). Als je het van jezelf verwacht als mens in het licht van de Heilige God, dan blijft er niet veel van je over. Paulus komt hier ook op: "… zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één" (Rom. 3:10). Als God de mens zou beoordelen op diens werken, dan kwam de mens er niet goed vanaf. Daarom heeft de Heere een radicale beslissing genomen door de verlossing tot stand te brengen in en door Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus: "Want de liefde van Christus dringt ons, die tot dit oordeel gekomen zijn: als Eén voor allen gestorven is, dan zijn zij allen gestorven. En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is" (2 Kor. 5:14 en 15). De boodschap van het kruis is: mooi dat je hier bent, je kunt het zelf niet, Ik zal een einde maken aan je leven. Het kruis staat voor de dood. De Heere God verlost niet door advies te geven hoe je goed kunt leven. De verlossing is door God radicaal uitgevoerd door tegen de mens te zeggen: je kunt voor Mij niet bestaan. De mens is een zondaar en onrechtvaardig, en vanuit zijn vlees kan hij niet goed doen of gehoorzaam zijn. “Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt" (Ps. 130:4). Dat is eigenlijk een vreemde zin. Als er had gestaan: bij U is oordeel, opdat U gevreesd wordt, zou dat logischer zijn. Maar het vrezen wordt hier gekoppeld aan vergeving. In het Hebreeuws staat er letterlijk: bij U is dé vergeving. Het is niet zomaar vergeving, het is dé vergeving. En die is er opdat God gevreesd wordt, het is een unieke vergeving die niet te vergelijken is met menselijke vergeving. De ongerechtigheid, de zonde van de mens, is iets heel groots: "Want al zou u zich met loog wassen en zou u zeep in overvloed gebruiken, uw ongerechtigheid blijft een vlek voor Mijn aangezicht, spreekt de Heere HEERE" (Jer. 2:22). ‘Zonde’ is je doel missen. Ongerechtigheid heeft te maken met het niet uitvoeren van Gods wil. Een mens kan door de zonde niet recht voor God staan: "Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God" (Rom. 3:23). Zonde bestaat uit zonden en de ongerechtigheid uit ongerechtigheden. De veelheid daarvan maakt dat er veel vergeving nodig is. God weet ‘hoeveel’ vergeving nodig is. Wij kunnen onszelf voor de gek houden, maar God weet alles.

God van vergevingen
Het volk Israël was ongehoorzaam geweest en als straf moesten ze zeventig jaar in ballingschap. In Babel wordt de wet voorgelezen. Veel inzettingen daarvan waren ze inmiddels vergeten. Het volk houdt een dag van gebed en komt tot verootmoediging voor de HEERE: "Op de vierentwintigste dag van deze maand verzamelden de Israëlieten zich met vasten en in rouwgewaden, met aarde op hun hoofd. En het nageslacht van Israël zonderde zich af van alle vreemdelingen. Ze gingen staan en beleden hun zonden en de ongerechtigheden van hun vaderen. Nadat zij op hun plaats waren gaan staan, lazen zij voor uit het wetboek van de HEERE, hun God, gedurende een vierde deel van de dag; en op een ander vierde deel van de dag deden zij belijdenis en bogen zich neer voor de HEERE, hun God" (Neh. 9:1-3). De Levieten gaan opnoemen wat God voor hen heeft gedaan en geven Hem de eer. "Maar zij en onze vaderen hebben overmoedig gehandeld. Zij zijn halsstarrig geweest en hebben niet naar Uw geboden geluisterd. Zij hebben geweigerd te luisteren en zij hebben niet gedacht aan Uw wonderen die U bij hen had gedaan. Zij zijn halsstarrig geweest en in hun opstandigheid hebben zij een hoofd aangesteld om terug te keren naar hun slavernij. Maar U bent een God Die menigvuldig vergeeft, genadig, barmhartig, geduldig, rijk aan goedertierenheid, en U hebt hen niet verlaten" (Neh. 9:16 en 17).
Letterlijk staat er: U bent een God van vergevingen, meervoud. Het volk deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN. In het noordelijk rijk was er geen enkele koning die goed deed en die tien stammen zijn ook nooit meer teruggekeerd uit ballingschap. Bij het zuidelijke rijk waren er een paar koningen die wel deden wat goed was in de ogen van de HEERE. Zij zochten in oprechtheid de wil van God om die te doen, met alle lek en gebrek. God heeft hen niet verlaten, want God is liefde (1 Joh. 4:16). Wat is de definitie van liefde? De drang tot gemeenschap. Denk bijvoorbeeld aan Genesis 3. Als de mens gezondigd heeft in de hof, gaat God naar hem toe.
Als het volk zondigde, heeft Hij hen niet verlaten, maar keerde Zich telkens tot hen. Hij is de God van de vergevingen. De vergeving komt voort uit de liefde van God. De mens heeft gezondigd, maar God heeft in Zijn Zoon de prijs daarvoor betaald.
"Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig" (Jes. 55:6 en 7).
Letterlijk staat er: Hij vermenigvuldigt Zijn vergeving. Vermenigvuldigen gaat sneller dan optellen. Bij God is meer vergeving dan je kunt zondigen. "Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten" (Jes. 55:8 en 9). Deze woorden staan in de context van vergeving. Die vergeving is zo groot, dat je dat op menselijke wijze niet kunt begrijpen. Gods gedachten in dit opzicht zijn voor ons onpeilbaar en niet te vatten.

Oneindig vergeven
In het Nieuwe Testament lezen we: "Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal" (Matt. 18:21 en 22). Petrus was al erg ruimhartig met zevenmaal, want naar verluidt hielden de rabbi’s in die tijd drie keer aan. Tegen de achtergrond van Gods handelen met Israël kunnen we bij de uitdrukking ‘zeventig maal zeven’ denken aan de 70 jaarweken van Daniël (Dan. 9). Dan zal immers de grote ommekeer voor Israël plaatsvinden, vergeving, gerechtigheid, etc.
Maar de uitdrukking ‘zeventig maal zevenmaal’ geeft ook een onbegrensde hoeveelheid aan. De vergeving die God biedt, is uniek en kent geen menselijke maat.

  • "Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid. Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee" (Micha 7:18 en 19).
  • "Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid" (Ps. 103:8).
  • "Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid machtig over wie Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan" (Ps. 103:11 en 12).

Deze liefde van God kreeg gestalte in De Geliefde (Matt. 17:5). En die vergeving geldt ook voor ons: "In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid" (Efe. 1:7 en 8).

Nog even over Psalm 130, vers 4: "Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt." De unieke, overvloedige vergeving heeft tot doel dat mensen voor Hem gaan buigen en tot verootmoediging komen voor Hem. De mate van de vergeving is zo groot, dat men het hoofd buigt voor God. Wie ben ik, dat het bloed van Christus mij reinigt van alle zonde(n)? Als we beseffen wat vergeving inhoudt, zal er een diep ontzag zijn voor Hem en zullen we ernaar verlangen om ons leven aan Hem over te geven.
Paulus zegt: "Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst" (Rom. 12:1). De N.B.G.-’51-vertaling heeft voor ‘door de ontfermingen van God’: met beroep op de barmhartigheden Gods. Het gaat over erbarmen, namelijk dat God Zijn hart laat spreken.
Het woord ‘redelijk’ komt van het Griekse logizomai, waarin we ons woord ‘logisch’ herkennen. Als je beseft dat je door het geloof in Christus zo’n rijke vergeving hebt ontvangen, dan is het logisch om jezelf beschikbaar te stellen voor God.
Paulus vult aan: "En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is" (Rom. 12:2). Deze wereld draait om trots en haat. Paulus roept op om je te verdiepen in Gods Woord om Zijn wil te leren kennen.
"Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven" (Fil. 2:12). Je moet de zaligheid eerst ontvangen door genade en daarna mag je die bewerken (of: uitwerken) met ontzag en respect voor God "… want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen" (Fil. 2:13). Anders gezegd: Wees niet bezig met jezelf, maar met God.

Het boek Spreuken
Dit is ook de boodschap van de Spreuken: Stel je ter beschikking aan Hem Die ons vergeven heeft. Zoals gezegd: Het Spreukenboek staat in de context van Israël en Gods plan met Israël, maar is ook voor ons van belang. En in dit Bijbelboek komt de uitdrukking ‘de vreze des Heeren’ veertien keer voor. Hier volgen een paar voorbeelden.

2:1-6 "Mijn zoon, als je mijn woorden aanneemt, en mijn geboden bij je opbergt, om je oor acht te doen slaan op de wijsheid, als je je hart neigt naar het inzicht, ja, als je roept om het verstand, je stem laat klinken om inzicht, als je het zoekt als zilver, het naspeurt als verborgen schatten, dan zul je de vreze des HEEREN begrijpen, de kennis van God vinden. De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht." Het gaat niet om verstandelijk begrijpen, maar het is een geestelijke aangelegenheid. Naarmate je het Woord van God bestudeert en het onderricht van God tot je neemt, leer je God kennen. De apostel Paulus schreef veel later: "Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust" (2 Tim. 3:16 en 17). Als je de dingen van God wilt leren kennen en die gezindheid hebt, dan zul je de vreze des HEEREN begrijpen en de kennis van God vinden. Voor Israël was dat de Thora: "Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen" (Spr. 3:1). Het woord ‘onderricht’ is hier de vertaling van Thora, het wordt ook vertaald met wet, de wet van Mozes. Het betekent letterlijk: instructie. Voor Israël bevat deze instructie het verbond en alle inzettingen.
Wij behoren tot de gemeente, het Lichaam van Christus en wij moeten het onderricht leren dat daarbij hoort. Paulus geeft dit onderwijs, hetgeen leidt tot de epignosis, de rechte of volle kennis. "Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis (Gr. epignosis) van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht" (Kol. 1:9).

  • 8:13-14 "De vreze des HEEREN is het kwade te haten; hoogmoed, trots en de verkeerde weg en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. Bij Mij is raad en wijsheid. Ik ben Inzicht, bij Mij is kracht.”
    Als je wandelt in de vreze des Heeren, dan verwacht je het van Hem in alle opzichten.
  • 14:26-27 "In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en voor Zijn kinderen zal Hij een toevlucht zijn. De vreze des HEEREN is een bron van leven om de strikken van de dood te ontwijken."
    Voor het woord ‘kinderen’ staat in de grondtekst eigenlijk ‘zonen’.
  • 15:16-17 "Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat met verwarring erbij. Beter is een schotel groente waar liefde is, dan een gemeste os met haat erbij."
    Verwarring is eigenlijk onrust. Deze twee verzen bedoelen hetzelfde, maar het wordt op een andere manier beschreven.
  • 15:33 "De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid, en nederigheid gaat vooraf aan eer."
    Zolang wij hier leven, zou ons leven gekenmerkt moeten zijn door nederigheid naar de Heere toe.
  • 22:4 "Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN – is rijkdom, eer en leven."

De toewijding aan de Heere en het afhankelijk willen zijn van Hem, je zaligheid uitwerken met vrees en beven, d.w.z. met ontzag en respect, heeft een beloning in de vorm van rijkdom, eer en leven. Voor Israël heeft dat een betekenis hier op aarde. Voor ons heeft het betrekking op ons bestaan in de hemel, waar we in de toekomst worden geopenbaard.

Al die Spreuken zijn wegwijzers op onze levensweg. "Als de goddeloze mens sterft, vergaat zijn hoop, dan vergaat zelfs de allersterkste verwachting" (Spr. 11:7). Maar voor de gelovige is het precies andersom: "Laat je hart niet jaloers zijn op de zondaars, maar heel de dag blijven in de vreze des HEEREN. Want juist dan is er toekomst, en wordt je hoop niet afgesneden. Jij, mijn zoon, luister, en word wijs, richt je hart op de weg van de Heere" (Spr. 23:17-19).
Paulus verwoordde dit later zo: "Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn" (1 Kor. 15:19-20).
We hoeven niet jaloers te zijn op zondaars, wij mogen zien op de opstanding. "Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere" (1 Kor. 15:58). Wanneer we in die gezindheid leven, in de ‘vreze des Heeren’, oftewel: in afhankelijkheid van Hem, zijn we goed bezig. Dat is een leven tot eer van God!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'