Tot in het derde en vierde geslacht...

Tot in het derde en vierde geslacht...

“U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen” (Exod. 20:5-6).

Deze tekst heeft menigeen al voor problemen geplaatst. Wat betekenen deze woorden?
Moeten we hieruit afleiden, dat kinderen en kleinkinderen zullen boeten voor
ongerechtigheden, die hun ouders hebben bedreven? En is dat dan wel eerlijk?
Voordat we verder gaan is het aan te raden eerst de volgende teksten te lezen, die spreken
over hetzelfde onderwerp: 

  • “Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht.” (Exod. 34:6-7).
  • “De HEERE is geduldig en rijk aan goedertierenheid, Hij vergeeft de ongerechtigheid en de overtreding, Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig en vergeldt de ongerechtigheid van de vaderen aan de kinderen, tot in het derde en het vierde geslacht” (Num. 14:18).

Wordt de zonde/ ongerechtigheid van het ene geslacht dus toegerekend of gewroken aan het volgende, tot in het 3e en 4e geslacht?
Allereerst moeten we niet vergeten, dat deze verzen staan in de kontekst van Gods handelen met Zijn volk Israël in het kader van de Wet. We mogen ze dus niet zo zonder meer toepassen op andere (groepen van) mensen.
Vervolgens kunnen wij ook vasstellen, dat deze gang van zaken in tegenspraak is met andere uitspraken in het Woord, zoals bijvoorbeeld Deuteronomium 7:10 en Ezechiël 18. Hier blijkt namelijk, dat iedereen persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn daden, en voor de HEERE rekenschap moet afleggen.
Als de HEERE dus zegt in de Wet, dat Hij de ongerechtigheid bezoekt aan de kinderen, etc., dan kan dat dus niet betekenen, dat de kinderen opdraaien voor de zonden van hun ouders, e.d. (Wat overigens niet wil zeggen, dat het gedrag van ouders invloed kan hebben op komende geslachten).

Wat betekent het dan wel?
Het woord ‘bezoeken’ komt van het Hebreeuwse ‘pakad’, hetgeen betekent: zoeken, onderzoeken, bezoeken.
Als we Exodus 34 nog eens lezen, ontdekken we drie dingen: Eerst horen wij hoe God is: Barmhartig, genadig, geduldig (lett.: traag tot toorn), rijk aan goedertierenheid en trouw.
Dan zien we wat God doet: Hij bewijst Zijn goedertierenheid aan duizenden (of: tot in het duizendste geslacht) – er is feitelijk geen grens! God vergeeft ongerechtigheid, overtreding en zonde (dat moet ook wel, anders zou Hij nooit met Israël of met wie dan ook tot Zijn doel kunnen komen).
Maar dat betekent niet, dat men maar raak kan zondigen: Hij houdt zeker niet onschuldig, Hij laat niet ongestraft (tenzij er bekering volgt!); er is dus wel degelijk sprake van oordeel voor de ongehoorzamen. God is te allen tijde rechtvaardig.
Laten wij echter vooral letten op de woorden, die de HEERE eerst en vooral uitspreekt:
barmhartig en genadig, geduldig, rijk aan goedertierenheid en trouw”.
Hierin komt wel heel sterk Gods gezindheid van liefde naar voren, en die liefde is ook de drijfveer voor het ‘bezoeken’ van het derde en het vierde geslacht. De HEERE God zal het nageslacht bezoeken en onderzoeken, niet om hen te laten boeten voor de zonden van hun (voor)ouders. Zoals gezegd: dat zou indruisen tegen andere Schriftplaatsen, waarin staat, dat ieder voor z’n eigen daden verantwoordelijk is. Nee, Hij bezoekt hen om te zien of de ongerechtigheid, die ouders bedreven hebben nog aanwezig is of niet…
Is er nog steeds sprake van ongehoorzaamheid, zoals bijvoorbeeld afgoderij waarover Exodus 20 spreekt, dan zal Hij ook dát geslacht moeten tuchtigen. Is er echter een andere gezindheid gekomen, dan kan de HEERE dat doen wat Hij zo graag wil doen: Zijn barmhartigheid aan hen bewijzen!

Even tussendoor: In Handelingen 7 vinden we het indrukwekkende verslag van de laatste toespraak van Stefanus. Hij begint te zeggen dat de ‘God der heerlijkheid’ ooit verscheen aan ‘onze vader Abraham, toen hij nog in Mesopotamië woonde’. Vervolgens blikt hij terug op de geschiedenis van Israël en licht de hoogtepunten (en soms ook dieptepunten) eruit. Zo spreekt hij over de verlossing uit Egypte en de woorden die de Heere via Mozes tot het volk sprak. Stefanus zegt dan: “Onze vaderen wilden Hem niet gehoorzamen… “ (vs. 39). Die ongehoorzaamheid uitte zich o.a. in afgoderij (het gouden kalf, vreemde goden dienen, etc.) en wetsovertreding. Als gevolg daarvan voerde God sancties uit, zoals bijvoorbeeld de wegvoering naar Babel. En zo ging dat de hele geschiedenis door tot in de tijd van Stefanus toe. In vers 51 komt hij bij zijn tijdgenoten terecht en zegt tegen hen: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet ook u.”
Want zelfs toen God Zijn Zoon zond, om te redden en te verlossen, zijn zij “verraders en moordenaars van Hem geworden” (vs. 52). Ook in de dagen van de Heere Jezus en daarna, hebben zij die de Wet ontvangen hadden, die niet gehouden. De rest van het boek Handelingen laat zien dat het volk (op uitzonderingen na) niet tot geloof gekomen zijn en dus ongehoorzaam bleven. En toen kwam het oordeel: in het jaar 70 na Chr. kwamen de Romeinen en hebben de stad Jeruzalem ingenomen en verwoest, en de inwoners van land en stad zijn ofwel omgekomen, ofwel verdreven naar verre oorden.
Dat oordeel, van tevoren al geprofeteerd, kwam dus niet om de ongehoorzaamheid der vaderen te vergelden aan hun kinderen, maar als straf voor de ongehoorzaamheid van die kinderen zelf. Zij waren een “ongelovig en hardnekkig geslacht” (Matt. 17:17), weliswaar net als hun voorouders, maar droegen dus hun eigen ongerechtigheid.
Overigens schoten de woorden van Stefanus de Joden (met name de elite) volkomen in het verkeerde keelgat. Zij wilden de waarheid niet erkennen en in hun verdwaasdheid hebben zij de dienstknecht van God derhalve gestenigd! 

Twee voorbeelden uit het Oude Testament:
1Oordeel
Exodus 17:14. De nakomelingen van deze Amalek zijn in het voetspoor van hun vader(en) getreden en hebben voortdurend gestreden tegen Israël. Elk geslacht moest dan ook rekenen op het oordeel van God (zie 1 Sam. 15:32-33).
Zie verder Ezechiël 20:36 – de HEERE zal in de toekomst richten, omdat die generatie net zo slecht handelt als de vaderen.

2Zegen
In 2 Koningen 16 en 18 lezen we, dat Achaz deed wat kwaad was in de ogen van de HEERE en dat kwam hem duur te staan (vgl. 2 Kron. 28:5 e.v.). Zijn zoon Hizkia koos een andere weg en diende de HEERE, hetgeen hem tot grote zegen is geworden.

Conclusie
Wie Zijn liefde afwijst en zich niet richt naar Zijn Woord, die zal de gevolgen daarvan moeten ondervinden; de schuldige houdt Hij zeker niet onschuldig!
Maar God is genadig en zal elk geslacht c.q. elk mens op zijn/haar eigen daden beoordelen. Hij zal steeds weer (be)zoeken en onderzoeken om te zien of Hij Zijn barmhartigheid en liefde kwijt kan aan hen, die gehoorzaam zijn en Hem zoeken. Zij mogen en kunnen altijd rekenen op Zijn onpeilbare goedertierenheid en trouw!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'