De tabernakel en het getal 5

De tabernakel en het getal 5

Het getal 5 is nadrukkelijk aanwezig in de tabernakel. Bijna elke maat is een veelvoud van 5. Dat is geen toeval! Het gaat immers om de grote genade van God in het verlossingswerk van Christus.

De HEERE riep

Voordat we de afmetingen noemen, is het goed op te merken dat aanbidding op zich slechts kan voortkomen vanuit de genade! Niemand kan aanbidden dan degenen die gezocht en geroepen zijn door de Vader (Joh. 4:23). "Welzalig is hij die U verkiest en doet naderen, die mag wonen in Uw voorhoven; wij worden verzadigd met het goede van Uw huis, met het heilige van Uw paleis" (Ps. 65:5). De originele titel van het boek dat wij 'Leviticus' noemen, luidt in de Hebreeuwse canon: 'De HEERE riep'. Het is het boek van de aanbidding, dat ons toont hoe degenen die God in het heiligdom moesten dienen, geroepen moesten worden door God en hoe Hij genaderd wilde worden. Het boek begint met een aanwijzing dat als iemand de HEERE een offer wil brengen, hij dat op een bepaalde voorgeschreven manier moet doen. Aan de offeraars en de priesters wordt nauwkeurig verteld hoe ze dit moeten doen. Er wordt niets aan hun eigen verbeelding overgelaten.

We hebben al gezien dat Leviticus het 3e boek van de Bijbel is. Hierdoor komt het tot ons met de nadruk op het getal van de Goddelijke volmaaktheid. De openingswoorden zijn: "De HEERE riep"; een uitdrukking die behalve in de titel verder nog 36 (32 x 22) maal voorkomt.Inderdaad, dit 3e boek is uniek, omdat het bijna geheel bestaat uit de woorden die de HEERE Zelf sprak. Er is geen ander Bijbelboek dat zo vol staat met Zijn uitspraken. Daarom klopt het ook dat het getal 3 hier zo'n belangrijke rol in speelt.

"Ik ben de HEERE" komt 21 keer voor (3 x 7),2 evenals "Ik ben de HEERE, uw God".3

"Ik, de HEERE" ben komt 3 keer voor (hfdst. 19:2; 20:26 en 21:8) en "Ik, de HEERE" doe 2 maal (hfdst. 21:15 en 22:9); dat is bij elkaar 5 keer.

Hiermee zien we de Goddelijke vorm van communicatie, waarop het getal van de Godheid (3) z'n zegel drukt.

Getal van de genade

Aanbidding komt voort uit de wil van God en is daarom gefundeerd in de genade. In alles wat met de tabernakel te maken heeft, drukt dit getal van de genade (5) zijn zegel. De lengte van de voorhof was 100 el en de breedte 50. Aan elke lange zijde bevonden zich 20 pilaren, aan elke korte 10. Bij elkaar zijn dat er 60 (5 x 12). Dit toont de genadige heerschappij aan de wereld, waarbij 12 bovendien het getal is van het aantal stammen van Israël.

De pilaren waaraan de gordijnen bevestigd waren, stonden 5 el van elkaar verwijderd en waren 5 el hoog; hierdoor bestond het geheel uit gordijnen van telkens 25 vierkante el (5 x 5). Elk paar pilaren ondersteunde zo een stuk van 52 el van wit fijn linnen, waarmee getuigd werd van de volmaakte genade, waarvan alleen zij die het eigendom zijn van God, kunnen getuigen tot de wereld. Hun eigen "rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed" (Jes. 64:6); alleen door Gods genade kunnen we zeggen: "Maar door de genade van God ben ik wat ik ben ..." (1 Kor. 15:10); namelijk: een door genade geredde zondaar. Deze rechtvaardiging is gebaseerd op boetedoening, want 5 x 5 is ook de afmeting van het koperen brandofferaltaar; een beeld van het offer van Christus dat op volmaakte wijze tegemoet kwam aan de rechtvaardige vereisten die God stelde aan de mens. Het is zo dat het koperen brandofferaltaar 3 el hoog was. Dit vertelt ons dat de voorziening voor het zondeprobleem van Goddelijke oorsprong is en dat boetedoening uiteindelijk slechts van God afkomstig is; namelijk: in Christus.

Tabernakel

De tabernakel zelf was 10 el hoog, 10 el breed en 30 el lang. In de lengte was het verdeeld in 2 ongelijke delen: het heilige was 20 el lang en het heilige der heiligen 10. Daarmee was het heilige der heiligen een perfecte kubus van 10 bij 10 bij 10. Het gebouw werd gevormd door 48 planken, waarvan er zich 20 aan elke (lange) zijde en 8 aan de achterzijde bevonden. De voorzijde werd afgeschermd door een gordijn, dat aan 5 pilaren was opgehangen. Deze 48 planken (3 x 42) zijn typerend voor de natie die op de aarde voor God een bevoorrechte plaats inneemt (4, het getal van de aarde, maal 12, het getal van Israël). De 20 planken aan elke zijde werden bij elkaar gehouden door 5 dwarsbalken, die door de ringen die aan de planken bevestigd waren, geschoven moesten worden.

De kleden die de tabernakel bedekten, waren 4 in getal. Het eerste was gemaakt van 10 kleden van dubbeldraads fijn linnen met verschillende kleuren en versierd met cherubs. Elk kleed was 28 (4 x 7) el lang en 4 el breed. Aan elke zijde bevonden zich 5 kleden, die waarschijnlijk aan elkaar genaaid werden tot 1 groot kleed van 20 x 28 el; deze 2 kleden werden aan elkaar bevestigd door middel van 50 (5 x 10) lussen (aan elk van deze 2 kleden) die met 50 (5 x 10) gouden haken aan elkaar vastgemaakt werden. De tweede bedekking werd gevormd door 11 kleden van geitenhaar; elk 30 el lang en 4 el breed. Ze werden zó aan elkaar vastgemaakt (door middel van lussen en koperen haken) dat er 2 grote kleden ontstonden. De derde bedekking bestond uit roodgeverfde ramshuiden en de vierde uit een dekkleed van zeekoeienhuiden. Van deze laatste 2 worden de afmetingen niet gegeven.

Toegang

Er waren 3 gordijnen die toegang gaven tot het heilige der heiligen. Eerst was er de poort van de voorhof, die 20 el breed en 5 el hoog was. Dit gordijn hing aan 5 pilaren. Het 2e gordijn was de deur van de tabernakel zelf; 10 el hoog en 10 el breed. Dit hing evenals de poort van de voorhof aan 5 pilaren. Het derde gordijn was het kunstig gemaakte voorhangsel; eveneens 10 bij 10 el. Dit voorhangsel zonderde het heilige af van het heilige der heiligen. Eén kenmerk van deze 3 gordijnen is opmerkelijk. De afmetingen van de poort van de voorhof was anders dan de 2 gordijnen van de tabernakel; het oppervlak was echter hetzelfde. De 1e was 20 bij 5 el; dat is 100 vierkante el. De 2e en 3e hadden eveneens een oppervlakte van 100 vierkante el (10 x 10).

Zo was er dus 1 poort, 1 deur en 1 voorhangsel. En elk wees op Christus Die de enige toegang is tot de rijke zegen die voortvloeit vanuit de verlossing. Maar let erop dat de poort, die toegang gaf tot de verzoening breder en lager was (20 el breed en 5 el hoog), terwijl de deur die toegang gaf tot aanbidding, zowel hoger als smaller was (namelijk 10 bij 10 el). Dit wijst ons erop dat niet ieder die deel heeft aan de verzoening ook weet wat de ware geestelijke aanbidding is. De hoogste vorm van aanbidding, dat is: de toegang tot het verzoendeksel, was voor de Israëlieten niet toegankelijk, behalve voor degene die hun plaatsvervanger was: de hogepriester. Het schitterende voorhangsel vormde voor hen een barrière. En het was juist dit voorhangsel dat in tweeën scheurde op het moment dat de waarachtige genade die door Jezus Christus kwam, zich op volmaakte wijze manifesteerde. En het werd gescheurd door een directe handeling van God: namelijk van boven naar beneden (Matt. 27:51)!

Hebreeën 9

Het is het opmerken waard - en wellicht een studieonderwerp voor hen die daar tijd voor hebben - dat de gematria van Hebreeën 9, het hoofdstuk dat over de tabernakel gaat, voortdurend draait om het getal 5. Berekenen we de getalswaarde van alle letters in de verzen 2-10, die de tabernakel en de aankleding daarvan beschrijven, dan komen we op 103.480. De factoren van dit getal, namelijk: 5 x 8 x 13 x 199, betekenen elk heel veel. Waar 5 het getal is van de genade en 4 dat van de wereld (waarin de tabernakel was opgesteld), is het getal 13 het getal van zonde en verzoening. Iets dergelijks geldt ook voor het tweede deel van dit hoofdstuk, de verzen 11-28, waarin het vooral om de toepassing met betrekking tot Christus en Zijn verzoenend werk gaat. De getalswaarde van de letters in dit deel is een veelvoud van 13; namelijk 204.451 (= 13 x 15.727). De letters in de belangrijke toelichting in de verzen 16-18 hebben een getalswaarde van 11.830. Dit is 132 x 14 x 5; deze factoren zijn opnieuw belangrijke getallen.

Voetnoten

  1. Zie hfdst. 4:1; 5:14; 6:1, 8, 19 en 24; 7:22, 28; 8:1; 10:8; 11:1; 12:1; 13:1; 14:1 en 33; 15:1; 16:1 en 2; 17:1; 18:1; 19:1; 20:1; 21:1 en 16; 22:1, 17 en 26; 23:1, 9, 23, 26 en 33; 24:1 en 13; 25:1 en 27:1.}
  2. Zie hfdst. 11:45; 18:5, 6 en 22; 19:12, 14, 16, 18, 28, 30, 32 en 37; 20:8; 21:12; 22:2, 8, 31, 32 en 33 en 26:2 en 45.}
  3. Zie hfdst. 11:44; 18:4 en 30; 19:3, 4, 10, 25, 31, 34 en 36; 20:7 en 24; 23:22 en 43; 24:22; 25:17, 38 en 55 en 26:1, 13 en 44.}

Lees meer over dit onderwerp in ´Getallen in de Bijbel´, E.W. Bullinger, zie everread.nl.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'