De HEERE vernietigt de raad van de volken

De HEERE vernietigt de raad van de volken

“De HEERE vernietigt de raad van de heidenvolken, Hij verbreekt de gedachten van de volken. Maar de raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie” (Ps. 33:10-11).

Het is wellicht noodzakelijk uit te leggen dat als gezegd wordt dat de HEERE de raad der volkeren vernietigt en Hij de gedachten der natiën verbreekt" dat dit slaat op de goddeloze raad van volken en mensen als dat tegen het door God gestelde doel ingaat. De hele geschiedenis, als we die goed kennen en begrijpen, leveren voorbeelden te over, maar ik zal me beperken tot twee treffende voorbeelden. Allereerst, de raad der volken met betrekking tot onze Heere Jezus, die ten goede gekeerd werd door de raad van de HEERE en ten tweede de houding van de mensen in relatie tot Israël, die door "de gedachten van Zijn hart" op niets zullen uitlopen.

I. Wat is "de raad der heidenvolken" in relatie tot Christus?
Het wordt in veel Schriftgedeelten tot uitdrukking gebracht, maar in het bijzonder in Psalm 2: "Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde (= Christus): Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen!" (Ps. 2:1-3).
Dat is hun raad geweest en dat zijn hun gedachten altijd geweest. Herodes was de vertegenwoordiger van de wereldmacht in Jeruzalem, toen het kind Jezus werd geboren in Bethlehem. Jozef werd gewaarschuwd door een engel van de Heere “...Sta op, en neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen, want Herodes zal het Kind zoeken om Het om te brengen" (Matt. 2:13). Uiteindelijk hebben ´de leiders van deze wereld (Grieks: aioon) ... de Heere der heerlijkheid gekruisigd´ (1 Kor. 2:8), daartoe aangezet door satan. Ook na Zijn opstanding heeft de ´raad der volken´ c.q. het leiderschap getracht de ontwikkelingen met wrede hand een vroegtijdige dood te laten sterven en zo de herinnering aan Christus uit te bannen.
Al in Handelingen 4:27,28 lezen we: "Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen, om alles te doen wat Uw hand en Uw raadbesluit van tevoren bepaald had dat er gebeuren zou."
En deze haat tegen God en Zijn Christus door de volken is heden ten dage nog even sterk als in het begin en dit is alle eeuwen het geval geweest. Het zal tot een climax komen in de eindtijd, in de grote federatie die de afvallige volken zullen vormen. Dan zal het drama dat beschreven wordt in Psalm 2 tot wet verheven worden: landen en mensen, koningen en heersers, zullen samen samenspannen om een laatste wanhopige poging te ondernemen zich los te maken van God en de autoriteit van Zijn Gezalfde.
Maar God zal de raad der volken vernietigen en van generlei waarde maken. Hij zal "de gedachten van de volken verbreken", want: "Die in de hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen bespotten. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen” (Ps. 2:4,5).
En ondanks de goddeloze raad van mensen en duivelen, zal Christus' troon gevestigd worden: "Ik heb Mijn Koning toch gezalfd over Sion, Mijn heilige berg" (Ps. 2:6). Want: " Zo zegt de HEERE, de Verlosser van Israël, zijn Heilige, tegen de verachte Ziel, tegen Hem van Wie het volk een afschuw heeft, tegen de Knecht van heersers: Koningen zullen het zien en opstaan, vorsten – zij zullen zich voor U neerbuigen, omwille van de HEERE, Die getrouw is, de Heilige van Israël, Die U verkozen heeft" (Jes. 49:7).

II. "De raad der volken" vindt in relatie tot onze Heere Jezus zijn parallel in de gedachten van de volkeren over Israël.
Het Joodse volk is ook gehaat en vanaf het begin in gevaar geweest: " Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd - zeg dat toch, Israël - zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd; toch hebben zij mij niet overwonnen" (Ps. 129:1,2).
Niet alleen bestaat het Joodse volk nog, maar zij zijn heden ten dage talrijker dan ooit (dit werd geschreven rond 1900 – red.) dan in enige eerdere periode van hun geschiedenis. De zorgen van Israël zullen nog een climax bereiken als het verbond van de federaties der volken zal optreden: "Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt" (Ps. 83:5). Als zij een laatste poging zullen ondernemen om het volk van God uit te roeien, dan zal het antwoord van God zijn: “Volken, loop te hoop, en word verpletterd! En neem ter ore, allen die in verre landen zijn, omgord u en word verpletterd; omgord u en word verpletterd! Beraam een plan – het zal verijdeld worden! Spreek een woord – het zal niet tot stand komen! Want God is met ons (= Immanuël)” (Jes. 8:9-10).
En niet alleen zal God de raad der volken vernietigen en de gedachten der volken verbreken, maar "Maar de raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie" (Ps. 33:11).

Wat is "de raad van de HEERE"? Wat zijn "de gedachten van Zijn hart"?

Het is niet mogelijk een bevredigender antwoord op deze vraag te geven dan in de woorden van Paulus, die spreekt over "het welbehagen van Zijn wil (letterlijk: welwillendheid van Zijn besluit)" .... " overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte, om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is” en om “…in de komende eeuwen de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus (Efe. 1:5,9; 2:7).
Dit, de vestiging van Zijn Koninkrijk, de openbaring van de heerlijkheid in de gezegende positie van Zijn volk, betreft niet alleen het aardse volk Israël in het Duizendjarig Rijk, maar ook Zijn Gemeente is door alle eeuwen heen het ultieme doel van alles en de centrale gedachte in Zijn regering over de wereld. Op weg naar dit grote doel werken alle dingen mede ten goede (Rom. 8:28) en elke vorm van tegenwerking zal zeker uiteindelijk verijdeld en verbrokkeld worden.
Individueel kunnen wij ons eeuwig behoud vinden "in de raad van de HEERE" (Ps. 33:11), die de raad van genade en vrede is. En de gedachten van Zijn hart" zijn gedachten van verlossing!
Het is van eeuwigheid Zijn plan geweest om u te zegenen en te maken tot gelijkvormigheid aan het beeld van Zijn Zoon (Rom. 8:29). Hij heeft u in Hem (= Christus) uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zijn (zouden staat er niet), zegt Paulus in Efeziërs 1:4. De Heere gaat zal en kan nooit gedwarsboomd worden in de uitvoering van Zijn goddelijke raad. Het is waar dat we te maken hebben met tegenstand en op onze pelgrimstocht naar onze uiteindelijke gezegende bestemming zijn we ons er maar al te zeer van bewust dat wij niet te strijden hebben “…tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (Efe. 6:12). Maar Hij die in en voor ons is, is groter en machtiger dan allen die tegen ons kunnen zijn. En onze God zal niet alleen de raad van de volken vernietigen, maar ook die van satan en alle machten van de duisternis! Daarom kunnen wij triomfantelijk zingen: "Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere" (Rom. 8:38,39).

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'