Ware Vrijheid

Ware Vrijheid

De belangrijkste reden voor de komst van de Here Jezus tot Zijn volk en deze wereld is wel, dat Hij de deur zou openen tot de ware vrijheid. Vrijheid heeft in de Bijbel vooral te maken met de relatie met God. In principe is elk mens gebonden vanwege de zonde en kan daardoor niet in een vrije, ongedwongen gemeenschap met God leven (vgl. Gen. 3:8). Hij moet vrij gemaakt worden. Ware vrijheid is dan ook: losmaking van de macht der zonde en duisternis en gebonden zijn aan Christus, de levende Heer. Dat is wat de Heiland ook duidelijk wilde maken aan Zijn volksgenoten.

In Johannes 8:12 zegt de Heer tot Joodse omstanders: "Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben."
Even later zegt Hij, dat zij vooral in Zijn woord moeten blijven (= Zijn stem gehoorzamen), dan zouden zij waarlijk discipelen van Hem zijn; zij zouden de waarheid verstaan en "de waarheid zal u vrijmaken." (vers 31,32) Dat is hetzelfde als "het licht des levens hebben."
De Joden beriepen zich echter op het feit, dat zij Abrahams nageslacht zijn en dat God hun Vader is. Zij zijn nooit iemands slaven geweest. Welnu, daar begint de schoen al te wringen, want het nageslacht van Abraham is wel degelijk in slavernij geweest, nl. in Egypte.
Maar, en daar gaat het de Here Jezus vooral om, er is nog een andere vorm van slavernij: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder die de zonde doet, is een slaaf der zonde."
In de Romeinen-brief neemt de apostel Paulus Abraham als voorbeeld, die gerechtvaardigd werd op grond van geloof. De afstamming van Abraham op zichzelf geeft dus geen enkele garantie voor de eeuwige zaligheid; daarvoor is geloof nodig: "wie gelooft, heeft eeuwig leven..."
Geloof, met name in de Zoon, de Verlosser (zie Joh. 14:1 en 6). Daarom zegt de Heiland: "Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn." (Joh. 8:36) Later getuigt Johannes: "God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet." (1 Joh. 5:11,12)
De Here Jezus is gekomen om hen werkelijk vrij te maken door hen te verlossen van de zonde en hen eeuwig leven te geven. De enige voorwaarde is, dat zij tot Hem zouden komen om dat leven te ontvangen. En dáár gaat het om, ook nu nog!

In Johannes 9 volgt het verslag van een gebeurtenis die illustratief is voor wat de Heer gezegd had (in hoofdstuk 8) en nog zeggen zou (in hoofdstuk 10). "En voorbijgaande zag Hij een man, die sedert zijn geboorte blind was." (9:1)
In deze blindgeborene zien wij een type van de zondaar in het algemeen en van Israël in het bijzonder. David zei: "Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen." (Ps. 51:7)
De Here gebruikt deze man als een levend voorbeeld en geneest hem van zijn blindheid.
Zoals deze blindgeborene slechts door te gehoorzamen aan de Zoon licht ontving, zo zal de zondaar die tot Jezus komt, gereinigd worden en het licht des levens, eeuwig leven, hebben!
Dit alles vormt de achtergrond van de woorden die de Heer spreekt in Johannes 10 waar dezelfde boodschap der vrijheid wordt geproklameerd. Uitgangspunt is de schaapskooi met daarin de schapen. We mogen hierin een beeld zien van de Wet, het Jodendom, in ieder geval: de zonde.
De Wet is door God via Mozes gegeven en vormde a.h.w. een muur rondom het apartgezette volk Israël. Door het Verbond der Wet had Israël een bijzondere positie en was het verbonden met de HERE.
Tegelijk was de Wet een tuchtmeester tot Christus. Israël was in verzekerde bewaring gesteld. Hierin genoot het volk een zekere vrijheid, die echter in de praktijk steeds meer een gebondenheid werd, vanwege de zwakheid van het vlees. De Here Jezus presenteert zich nu als de Herder, Die Zijn schapen uitleidt in de vrijheid van ‘grazige weiden en rustige wateren’.

In de Galaten-brief spreekt Paulus vooral tot de gelovigen met een Joodse achtergrond. Hij sluit volkomen aan bij het onderwijs van de Here Jezus.
Hij zegt in Galaten 1:4, dat de Here Jezus "Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader..."
Hier legt de apostel de nadruk op de verlossing uit de zonde-toestand, waarin de schapen zich bevonden.
In het vierde hoofdstuk lezen wij: "Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden (denk aan Siloam!), geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren, VRIJ te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen." (vers 4,5)
Hier gaat het om de boodschap, dat Christus de Wet heeft vervuld en daarom ook het einde der Wet is. Hij zegt: "Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden..." (Gal.3:13)
Wat de Here Jezus in Johannes 8 opmerkte over de kwestie van slavernij en zoonschap, komt ook hier aan de orde. Hij schrijft aan de gelovigen: "Gij zijt dus niet meer slaaf, doch zoon; indien gij zoon zijt, dan zijt gij ook erfgenaam door God." (Gal. 4:7)
Nu was het zo, en dat is eigenlijk ook de aanleiding voor het schrijven van deze brief, dat er mensen waren vanuit het Jodendom, die de gelovigen van hun ‘vrijheid’ wilden beroven, door de prediking van de besnijdenis en de werken der Wet.
Daarom zegt Paulus nog eens duidelijk in hoofdstuk 5: "Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen." Anders gezegd: volg de stem van de Herder, die je volkomen verlost heeft. Deze stem sprak nu door Zijn Geest bij monde van de apostel Paulus!
Tenslotte eindigt de Galaten-brief met de volgende gedenkwaardige woorden: "Want besneden te zijn of niet besneden te zijn betekent niets, maar of men een nieuwe schepping is. En allen die zich naar die regel richten - vrede en barmhartigheid kome over hen, en ook over het Israël Gods." (hs. 6:15,16) Het "Israël Gods" is dat deel van Israël, dat verbonden is met God, het gelovige deel dus.

In de Romeinen-brief schrijft Paulus in relatie tot alle bezittingen en voorrechten van de Israëlieten (uit hen is zelfs, wat het vlees betreft, de Christus!): "Maar het is niet mogelijk, dat het Woord Gods zou vervallen zijn. Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël, en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door Izak zal men van nageslacht van u spreken. Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der belofte gelden voor nageslacht." (hs. 9:6-8)
En Galaten 3, vers 7: "Gij bemerkt dus, dat zij die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn."

Voorwaarde om deel te hebben aan Gods heil in de Messias, is dus: geloof in de Verlosser.
Waar dat geloof is, daar is sprake van de ware vrijheid van de gemeenschap met God. Eens zal dat ook voor het volk van Israël heerlijk werkelijkheid worden, zoals de profeet Jesaja heeft voorzegd: “De vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen” (35:10)

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'