De keuze van Mozes - Geloof overwint de lof van mensen

De keuze van Mozes - Geloof overwint de lof van mensen

"24Door het geloof heeft Mozes, toen hij groot geworden was, geweigerd een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. 25Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. 26Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen" (Hebr. 11:24-26).

Geloof

Mozes heeft geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden. Dit was, zoals ons nadrukkelijk gezegd wordt, door het geloof. Dit houdt twee dingen in:

  1. Mozes moet het aanbod hebben gehad, en ook de mogelijkheid om op deze manier een lid te worden van de Egyptische koninklijke familie en
  2. hij moet van God hebben gehoord, dat hij dit voorrecht niet moest accepteren.

Anders had hier niet ´door het geloof´ kunnen staan. Het zou bovendien dwaas zijn geweest om zo’n positie, die hij juist kon gebruiken om de onderdrukking van zijn volk te verminderen en hun zware last te verlichten, te weigeren.
En aangezien het geloof door het horen is, moet Mozes gehoord hebben. En aangezien dit horen door het Woord van God is, moet God gesproken of Zijn wil gecommuniceerd hebben aan Mozes. Want Mozes hoorde, geloofde en gehoorzaamde.
God had een andere bedoeling met Mozes. Hem moet zijn verteld "dat God hun door zijn hand verlossing zou geven" en hij dacht dat zijn broeders dit zouden verstaan (Hand. 7:25). Het woord ´dacht´ komt van het Griekse nomidzo (lett.: ergens wettig op rekenen, vgl. Luk. 3:23) en dat wijst erop dat Mozes Gods plan duidelijk had gemaakt aan zijn broeders, zodat het bij hen bekend was. Hij had er dus een goede reden voor dat hij dit dacht. God had het tegen Mozes gezegd en Mozes had het hen gezegd. Maar hij geloofde God, en zij niet.

Keuze

Dit alles gebeurde pas toen Mozes volwassen geworden was. De uitdrukking in Exodus 2:11 wijst niet op een groei in gestalte of jaren, maar het Hebreeuwse gadal wordt meestal gebruikt om groei in waardigheid en belangrijkheid aan te geven (vgl. Gen. 26:13; 2 Sam. 7:22; Ps. 104:1; Pred. 2:9; Jer. 5:27; Ester 3:1; 5:11 en 10:2.). De uitdrukking in Hebreeën 11:24 (Grieks: megas genomenos) is in onze vertaling goed en letterlijk vertaald met ´groot geworden´. Het houdt bovendien een Goddelijk commentaar in, zowel op Exodus 2:11 als op Handelingen 7:23.
Farao's dochter "nam hem op (...) en voedde hem voor zichzelf op als een zoon" (Hand. 7:21). En toen kwam het moment dat Mozes volwassen was en dat hij moest beslissen of hij wel of niet de erfgenaam (vanwege de formele adoptie) zou worden van de kroon van Egypte. We weten door Goddelijke openbaring, dat het "door het geloof" was dat hij deze hoge waardigheid weigerde.
Hij verkoos "liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben" (Hebr. 11:25). Dit is een buitengewoon betoon van geloof. Wat hij van God gehoord had, moest wel zo goed, zo groot, zo wondervol en heerlijk zijn geweest, dat hij in het geloof bewust voor het zware lot koos. Het woord "koos" worden ook gebruikt voor wanneer God Zich iets verkiest. Mozes nam het dus niet zomaar aan als 'ook een mogelijkheid', maar hij verkoos het bewust!
Wat moet hij wel niet gehoord hebben, waardoor hij op zo'n wonderlijke wijze verdrukkingen verkoos in plaats van genot? Ach, hij moet gehoord hebben van wat de afloop van dit soort genot is en anderzijds van een "eeuwig gewicht van heerlijkheid". Vandaar dat hij niet keek op de dingen die gezien worden, "want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare" (Hebr. 11:27). Het genot was (en is) slechts van tijdelijke duur, maar in het zicht van de eeuwige heerlijkheid leek de verdrukking licht en slechts voor korte tijd.

Smaad

Maar behalve dat Mozes iets verkoos; was er ook iets dat hij achtte. Hij beschouwde “de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen" (Hebr. 11:26).
We moeten de 2e naamval (genitivus) in de woorden "van Christus" zien als een 2e naamval van relatie. Het is niet de 2e naamval van bezit. Het gaat hier niet om de smaad die Christus droeg, maar om de smaad die wij verduren om Christus' wil. Christus verdroeg tijdens Zijn dagen in het vlees smaadheid, en allen die Zijn eigendom zijn, dragen dezelfde smaad. Ook de apostelen wisten wat het was om smaad te dragen. Nadat zij gevangen genomen en geslagen waren, gingen zij "weg uit de tegenwoordigheid van de Raad en waren verblijd dat zij waardig geacht waren, omwille van Zijn Naam smaadheid te lijden" (Hand. 5:41).
Hier is het ´smaadheid lijden´, waar het feitelijk ook over gaat in Hebreeën 11:26. En merk op dat hier niet staat dat Mozes deze smaadheid moest verduren, omdat hij er niet onderuit kon. Nee, hij verkoos deze smaadheid boven de schatten van Egypte en schatte deze smaad van een veel grotere waarde.
En daarin verblijdde hij zich. Net als Paulus kon hij zeggen: "Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig" (2 Kor. 12:10).
En wat was de oorzaak van de wonderlijke keuze van Mozes voor de smaadheid? Geloof! Het was ´door het geloof´.
Hoe spreekt dit geloof van Mozes waarmee hij de eer van mensen overwon, niet ook ons hart aan. Wanneer wij geloven wat we hebben gehoord van God over Zijn Christus, zodat er smaadheid over ons komt, zouden we daardoor het gelukkigst van allen moeten zijn. Kijk naar Mozes. Want daar zien we "eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar" (Mark. 4:28). Eerst de halm, toen Mozes weigerde een zoon van Farao's dochter genoemd te worden. Daarna de aar, toen hij verkoos met het volk van God verdrukking te lijden in plaats van te genieten van de zonde. En tot slot was er het volle koren in de aar, toen hij de smaadheid van Christus verkoos als een grotere rijkdom dan de rijkdommen van Egypte. Wat is er een enorme kracht in die drie woorden ´door het geloof´, wanneer dit geloof voortkomt uit en gebaseerd is op wat we gehoord hebben van God. Dit is het geloof dat de wereld overwint en ons de overwinning geeft over mensen en de lof van mensen (1 Joh. 5:4).

Loon

En de reden van dit alles lezen we in Hebreeën 11:26: "... want hij had het loon voor ogen". Dit is een tweevoudig loon, namelijk naar de goddelozen toe en naar de rechtvaardigen. Mozes' hele leven was gebaseerd op en werd beheerst door het geloof in wat God verklaard had over beide. Beide zouden zeker komen en hij had de voorkeur, ja, verkoos de tijdelijke smaad boven de schatten van Egypte en vandaar keek hij naar de beloofde en toekomstige schat, die eeuwig is. Daarbij gaat het er niet zozeer om wat we geloven, maar Wie we geloven. Abraham geloofde God (Gen. 15:6 en Rom. 4:3) en Paulus zei: "... want ik weet, in Wie ik geloofd heb ..." (2 Tim. 1:12). Beiden geloofden wat zij gehoord hadden en dit was hun verlossend geloof, net zoals dat voor ons het geval is. Het is altijd ´door het geloof´. Al in Deuteronomium 8:3 lezen we wat de Heere aanhaalt in Matteüs 4:4, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar van alles, wat uit de mond van de Heere uitgaat. De woorden die de HEERE sprak met betrekking tot het horen door het geloof, hadden betrekking op ontastbare, onzichtbare dingen. En Zijn woorden zijn waarachtig.
Geloven wij God? Dat is de ene grote vraag voor ons! Geloven wij in wat God voor ons geloof heeft geopenbaard? Mozes geloofde wat hij gehoord had van God. Wij ook?
Abraham liet de traditie die hem overgeleverd was door zijn vaderen achter. Hebben wij dat ook gedaan? Abrahams vaderen waren afgodendienaren; ze geloofden in geesten en dat er geen dood was en dus ook geen opstanding. Maar Abraham gaf al deze tradities op en geloofde God.
Mozes gaf alle tradities op die verband hielden met de wijsheid van Egypte, omdat hij Gods openbaring geloofde.
Tussen twee haakjes: Dit deed Israël helaas niet! De halsstarrige verering van de doden, etc. die ze eerst in Egypte en later van de volken van Kanaän hadden geleerd, laat zien hoezeer zij in de greep waren van deze tradities. Zie Deuteronomium 18:11 en vele andere teksten uit het Oude Testament. Het moderne spiritisme stamt direct af van de wijsheid van Egypte en de misleidingen van Babylon. Ook de overleveringen van de zogenaamde 'Christelijke religie' zijn doordrenkt van deze leringen!

Zo worden ook wij aangespoord, samen met de gelovigen in de verstrooiing aan wie de Hebreeënbrief gericht is (Israël) en worden we eraan herinnerd dat we verlost zijn "van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is" (1 Pet. 1:18). Laat het zo mogen zijn, dat we het ontvangen van God Zelf, door Zijn Woord. Zijn Woord is de waarheid en als we geloven wat we daaruit horen, zullen we in staat zijn de eer van mensen te weigeren, de verdrukkingen van Gods volk te verkiezen en de smaadheid van Christus groter eer te achten dan de schatten en wijsheid die de wereld ons kan bieden.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'