De vier Evangeliën - Deel 2 (slot)

De vier Evangeliën

Deel 2 (slot)

Waarom heeft God het noodzakelijk gevonden om het leven van de Heere Jezus Christus door vier evangelisten in de Bijbel te laten optekenen. Ogenschijnlijk gaat het over dezelfde dingen en gebeurtenissen in Zijn leven. Maar als men wat verder kijkt en studeert en rubriceert, wordt al snel duidelijk dat er grote verschillen zijn.


Gelijkenissen in Mattheüs - De Heere Jezus als de Koning
De gelijkenissen in het Evangelie naar Mattheüs gaan allemaal over het komende Koninkrijk, want de Koning daarvan was nu aanwezig. In de eerste gelijkenis lijkt het daar niet over te gaan, maar in Mattheüs 13:11b is het antwoord van de Heere Jezus: “…omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen (= het volk) is dat niet gegeven”. Dus toch over het komende aardse rijk.

Gelijkenissen in Markus - De Heere Jezus als de Diensknecht
De gelijkenissen beschreven door Markus verschillen niet van die in Mattheüs en Lukas. Sterker nog, er staat hierin geen complete gelijkenis die niet ook bij één van de andere twee voorkomen. Er zijn twee uitzonderingen die alleen bij Markus voorkomen. De eerste in Markus 4:26-29 en dat gaat over het opgroeiende zaad. De Dienstknecht werpt het zaad in de akker en Hij bepaalt wanneer de sikkel erin moet.
De tweede in Markus 13:33-37 is een aansporing tot waakzaamheid die direct verband houdt met de wederkomst voor Israël en het is de Dienstknecht die waakzaam moet zijn, want hij weet niet wanneer de heer des huizes terug komt.

Gelijkenissen in Lukas - De Heere Jezus als Zoon des mensen
De meeste gelijkenissen die in dit Evangelie vermeld worden, staan ook wel in de andere drie maar niet in het Johannes-evangelie.
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, waar een niet-Jood barmhartigheid bewijst aan een Jood die de verkeerde kant op ging, komt alleen bij Lukas voor. Ook de geschiedenis van de genezing van de 10 melaatsen uit Lukas 17:11-19 staat alleen in dit Evangelie, want ook hier is het alleen de Samaritaan, de niet-Jood, die terugkomt om de Heere Jezus te bedanken.
Veel gelijkenissen in Lukas die dan niet in de andere drie staan beginnen met:

En een slaaf van een zekere hoofdman… Lukas 7:2
Een man ging van Jeruzalem naar Jericho… Lukas 10:30
Een zeker mens had twee zonen… Lukas 15:11
Er was een zeker rijk mens… Lukas 16:1
Nu was er een zeker rijk mens… Lukas 16:19
Iemand plantte een wijngaard… Lukas 20:9

Gelijkenissen in Johannes - De Heere Jezus als de Zoon van God
We dienen ons goed te realiseren dat de gelijkenissen door de Heere Jezus alleen tegen het volk werden gebruikt nadat duidelijk was geworden dat het collectief van de Joden Hem niet zou erkennen als de lang verwachtte Messias.
Een eventuele uitleg wordt later, desgevraagd, alleen aan de discipelen geven volgens Mattheüs 13:11-17 en Markus 4:11-20 en Lukas 8:9-15.
In deze zin wordt er in het Johannes-evangelie helemaal niet in gelijkenissen gesproken en komt het woord ‘gelijkenis’ als vertaling van het Griekse ´parabel´ in dit Evangelie helemaal niet voor. Wel wordt drie maal het woord ´beeldspraak´ gebruikt als vertaling van het Griekse ‘paroimia’. De enige beeldspraak die we hier vinden staat in Johannes 10 en betreft de Goede Herder die voor Zijn schapen zorgt.

4. Het Koninkrijk

Het onderwerp van het (komende) Koninkrijk was voor de Joden heel actueel. Vergeet niet dat er al heel vaak in het Oude Testament over werd geprofeteerd en nu ze onder Romeinse overheersing stonden, was dit wellicht een kans om hier vanaf te komen. Ze waren niet meer baas in eigen land, hadden geen eigen rechtspraak en de tempel die er stond was een replica die geschonken was door een buitenlandse overheerser, Herodus.
De oprichting van het Koninkrijk zou dus impliciet inhouden dat de Romeinen verdreven werden en dat ze weer eigen baas zouden zijn. Alle reden om er naar uit te zien, zou je zo denken. Maar toen eindelijk de Messias werd aangekondigd door Johannes de Doper en toen later de Heere Jezus Zelf optrad, weigerden de Joden als volk Hem te aanvaarden en te erkennen.
Er waren wel wat volgelingen, maar het volk als collectief verwierp Hem en de geestelijke leiders smeedden al snel plannen om Hem om te brengen. In het Mattheüs-evangelie worden vanaf hoofdstuk 13 nogal plotseling acht gelijkenissen verteld, o.a. over dit komende Koninkrijk en ook in Markus 1:14 lezen we dat dit onderwerp de prediking was van de Heere Jezus, net als in Lukas 4:43.
Het woord ‘Koninkrijk’ komt bij Mattheüs 56x voor; bij Markus 22x; bij Lukas 44x, maar bij Johannes slechts 5x (Joh. 3:3 en 5 en Joh. 18:36).
Een kenmerkend verschil, omdat De Heere Jezus als Zoon van God in het laatste evangelie over hemelse zaken spreekt en niet zozeer over de aardse toekomst van Israël. Hij staat boven aardse zaken en overziet de grote lijnen. Dit verschil zullen we in de andere onderwerpen ook terugzien.

Het verschil tussen het Koninkrijk van God en het Koninkrijk der hemelen
Als we alle Bijbelteksten opzoeken betreffende beide Koninkrijken, zal blijken dat het Koninkrijk van God het alles omvattende is en dat te eniger tijd daarbinnen het aardse Koninkrijk der hemelen zal ontstaan. Mattheüs vergiste zich niet toen hij alleen de frase ´Koninkrijk der hemelen´ gebruikt in zijn Evangelie. Hij gebruikt de uitdrukking ‘Koninkrijk van God’ ook wel degelijk (zie Matt. 6:33 en Matt. 12:28).

5. Tekenen, wonderen en krachten

Toen de Heere Jezus op aarde kwam en begon op te treden, werkte Zijn hemelse Vader mee vanuit de hemel met grootse, voor mensen niet te begrijpen wonderen.
Hebreeën 2:4 “God heeft er bovendien mede getuigenis gegeven door tekenen, wonderen, en allerlei krachten en gaven van de Heilige Geest overeenkomstig Zijn wil. Al die tekenen en wonderen en krachten waren signalen om aan te geven dat hier iets heel bijzonders gaande was. De lang verwachte Koning was er eindelijk! Zal Hij erkenning vinden?
Deze woorden ´tekenen, wonderen en krachten´ komen op verschillende plaatsen voor in de vier Evangeliën.

Het laatste van deze drie woorden, ‘krachten’ (Gr. dunamis), komt bij Johannes niet voor. Wel 13x bij Mattheüs; 10x bij Markus en 15x bij Lukas. Bij ‘krachten’ moeten we denken aan machtige werken en praktische manifestaties van Gods kracht. Komt ook b.v. voor in het Onze Vader:
“Van U is het Koninkrijk en de kracht”.

Het tweede woord, ´wonderen´(Gr. teras) komt totaal 3x voor:

Mattheüs 24:24 en zij zullen grote tekenen en wonderen doen…
Markus 13:22 en zij zullen tekenen en wonderen doen…
Johannes 4:48 Als u geen tekenen en wonderen ziet…

U ziet dat het steeds wordt gebruikt in combinatie met ‘tekenen’.

Het eerste woord, ‘tekenen’ (Gr. semeion) komt als werkwoord totaal 7x voor in de Evangeliën. Het betekent: indiceren of aanduiden.

Luk. 21:11 Er zullen... grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden.
Luk. 21:25 En er zullen tekenen zijn in de zon…
Joh. 4:48 Als u geen tekenen en wonderen ziet…
Joh. 12:33 En dit zeide Hij om aan te duiden…
Joh. 18:32 toen Hij aanduidde wat voor dood Hij sterven zou…
Joh. 20:30 veel andere tekenen gedaan…
Joh. 21:19 En dit zei Hij om aan te duiden…

Dit woord komt ook voor als zelfstandig naamwoord; (Gr. semeion) en betekent: een indicatie of signaal en het komt in de vier Evangeliën totaal 37x voor: 9x in Mattheüs, 6x in Markus, 7x bij Lukas en 17x bij Johannes.

U ziet dat beide bovenstaande woorden verreweg het vaakst voorkomen bij Johannes. De Heere Jezus heeft dus enorm veel wonderen, tekenen en krachten gedaan, en ook heel veel genezingen. Het waren allemaal indrukwekkende gebeurtenissen, maar zonder uitzondering van tijdelijke aard. Het is prachtig als een zieke wordt genezen en je gunt het iedereen, maar al die mensen zijn later gewoon gestorven. Zo ook Lazarus. Onvoorstelbaar spectaculair dat hij uit de dood werd teruggehaald, maar ook hij is later alsnog gestorven. Dat bepaalt ons ook heel duidelijk bij de signaalwerking die ervan moest uitgaan. Het waren met recht wonder-tekenen! “Er zijn nog veel andere dingen die Jezus gedaan heeft. Als die ieder afzonderlijk beschreven zouden worden, dan zou, denk ik, de wereld zelf de geschreven boeken niet kunnen bevatten. Amen” (Joh. 21:25).
Dit heeft God ons gelaten, dit mogen we lezen en bestuderen, hier mogen we van genieten en Hem voor danken. Want dat dit alles deel uitmaakt van Gods grote plan en dat zelfs wij daarin besloten zijn, is toch wel het grootse wonder!
Het past ons om in stille bewondering en dankzegging voor Hem te knielen en Hem te danken.

6. De rede over de laatste dingen

In Mattheüs 24 spreekt de Heere Jezus uitvoerig en indringend tegen de Joden over de laatste dingen. Het gaat erom wat de Joden in de (nabije) toekomst te wachten staat en hetzelfde wordt vermeld in Lukas 21 en in Markus 13.
Het antwoord op de vraag aan de Heere Jezus uit Mattheüs 24:3b “En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de eeuw?” staat in Mattheüs 24:4-14, in Markus 13:5-13 en in Lukas 21:8 en 19.
De Grote Verdrukking komt ook uitvoerig aan de orde in Mattheüs 24:15-22, Markus 13:14-23 en Lukas 21:20-24 en over de wederkomst van Christus wordt gesproken in Mattheüs 24:23-31, Markus 13:24-32 en Lukas 21:25-27.
Allemaal belangrijke zaken voor Israël, maar het valt op dat over deze aardse zaken niet wordt gesproken in het Johannes-evangelie. Hierin onderscheidt zich het laatste Evangelie weer van de rest, omdat de Heere Jezus hierin als Zoon van de eeuwige God wordt beschreven en voor Hem bestaat er geen begin of einde.

7. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u…

Deze uitdrukking van de Heere Jezus komt alleen in het Evangelie naar Johannes voor (25x) en in de andere drie Evangeliën niet één keer. Hier spreekt ook de Zoon van God met Goddelijke autoriteit en gezag. ‘Voorwaar’ is in de Griekse grondtekst hetzelfde woord als ‘amen’. Het komt in de enkele vorm ook wel in andere Evangeliën voor, zoals in Mattheüs 5:18 “Want, voorwaar Ik zeg u…” Ook hier spreekt de Heere Jezus als Koning van het komende Koninkrijk iets uit wat waar is en ook zeker gebeuren zal, maar om het verschil met Zijn status aan te geven waarmee Hij door Johannes wordt omschreven, staat het bij Johannes consequent 25x dubbel uitgedrukt en als afsluiting van het hele Evangelie een enkel ‘amen’.
De vraag komt vanzelfsprekend boven waarom de tweevoudige uitspraak van het woord voorwaar (Gr. amen) alleen en uitsluitend in het Johannes-evangelie voorkomt. De reden vinden we o.a. omschreven in Genesis 41:32, waar staat: “Dat de farao deze droom twee keer gekregen heeft, is omdat de zaak bij God vaststaat en God Zich haast om die uit te voeren.”
En het Evangelie naar Johannes is het boek waarin de Heere Jezus Christus bekendgemaakt wordt als de Zoon van God.
Eén keer ´amen´ betekent al: Het is zeker waar, maar bij twee keer staat de zaak onomkeerbaar vast als Goddelijk besluit. Het is een bekend Bijbels principe dat een zaak vast staat bij twee of drie getuigen. Het wordt gemeld in het in 2 Korinthiërs 13:1 en het is een citaat uit Deuteronomium 19:15, en hier hebben we twee keer het woord ´voorwaar´ ten teken dat hier met Goddelijke autoriteit gesproken wordt en dat God Zich haast om de zaak uit te voeren.
De reden dat we toch alweer ongeveer 2000 jaar verder zijn, heeft alles te maken met de openbaring van het geheimenis (Efe. 3) betreffende de Gemeente, het Lichaam van Christus.
Straks neemt God de draad met Israëls geschiedenis weer op volgens o.a. Hosea 2:18-22 en Hosea 6:1-3. De Israël-klok staat tijdelijk stil, want er is verschil tussen de Gods plannen met de Nieuwtestamentische Gemeente, die Zijn Lichaam is, en Zijn volk Israël dat in de toekomst de Bruid zal zijn.

8. De Geest geven

Als een mens sterft, zeggen we dat hij of zij de geest geeft. Het gaat dan om de levensgeest die God gegeven heeft (zie Gen. 2:7) en die retour gaat naar God bij het einde van het aardse bestaan. Die mens kan daar zelf niets aan veranderen, die geest wordt hem ontnomen omdat het lichaam ophoudt te functioneren. Die levensgeest gaat het lichaam uit, het aardse bestaan houdt op.
Zo is het niet gegaan bij het sterven van de Heere Jezus. In Johannes 10:18 zegt de Heere: “Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.”
Inderdaad, niemand was bij machte de levensgeest van de Heere Jezus af te nemen, want dat bepaalde Hij helemaal Zelf: “Ik heb macht het te geven en Ik heb macht het te nemen.”
En zo is het vanzelfsprekend ook gegaan: “Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest” (Joh. 19:30).
Hij deed het Zelf, zo machtig was Hij. En Hij nam het weer, zo machtig was Hij gelukkig ook! Dit zijn grootse dingen, Goddelijke zaken, en ze zijn daarom ook uitsluitend in het Johannes-evangelie beschreven. Met zo’n machtige God hebben wij te doen, ook nu in 2013.

Conclusie

We dienen dus met grote aandacht en onderscheid deze vier Evangeliën te lezen en te bestuderen, want het gaat niet altijd over dezelfde dingen. Een omschrijving van de Heere Jezus Christus als verpersoonlijking van God, de Vader, en het vleesgeworden Woord is niet in simpele menselijke termen te vatten, daar is meer voor nodig. God laat ons dat in Zijn wijsheid zien door middel van deze vier Evengeliën, de vier-voudige blijde boodschap. Hij reikt het ons aan ter verdere bestudering en geeft Zijn Geest erbij als hulp. Wat willen we nog meer?

Meer artikelen in de serie "De vier Evangeliën":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'