Wijsheid om de Here recht te kennen

Wijsheid om de Here recht te kennen

De Here recht kennen, wil zeggen niet krom, niet door een spiegel in raadselen, maar Hem volkomen, volmaakt en ten volle kennen. Dat wil zeggen de verborgenheid van Christus kennen.

“…opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen…” Efeziërs 1:17

Geest van wijsheid

De NBG vertaald Efeziërs 1:17 met '…u geve de Geest van wijsheid'. In de grondtekst komt het bepaald lidwoord 'de' niet voor en men kan beter vertalen '…u geve geestelijke wijsheid'. Het ontvangen en bezitten van geestelijke wijsheid is van groot belang. Spreuken 8:11 zegt: “Want wijsheid is beter dan koralen, al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet evenaren.”
Paulus zei tegen de Korinthiërs: “Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met [woorden], die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende” (1 Kor. 2:13 SV).
Om de hoop van Zijn roeping, de heerlijkheid van Zijn erfenis en de grootheid van Zijn kracht te leren kennen, heb je geestelijke wijsheid nodig. Menselijke wijsheid schiet te kort. Geestelijke wijsheid is van essentieel belang om de diepere waarheden van onze roeping te leren verstaan, waarmee de Vader ons roept. Paulus zegt: “…wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet van deze wereld” en ook “Maar wij spreken de wijsheid Gods, in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was” (1 Kor. 2:6-7 SV). Maar Paulus kon die verborgen wijsheid niet aan de Korinthiërs kwijt. En hij vervolgt: “En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus. Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu nog niet” (1 Kor. 3).
Het ontbrak de Korinthiërs aan wijsheid, geestelijke wijsheid, doordat zij nog jonge kinderen (Staten-Vertaling) waren in Christus. En een jong kind onderscheidt niets. “Maar” zegt Paulus “de geestelijke [mens] onderscheidt wel alle dingen” (1 Kor. 2:15 SV). En voor deze geest van wijsheid bidt Paulus, namelijk de bekwaamheid om geestelijk te kunnen onderscheiden. Daar gaat het om. Dat wij geestelijk onderscheid kunnen maken in de dingen die verschillen. Veel gelovigen kunnen dat niet en verstaan daarom ook niet Paulus´ boodschap over de verborgenheid, omdat zij nog jonge kinderen in Christus zijn. Zij verstaan hun roeping niet, waarmee de Vader hen roept van vóór de grondlegging der wereld, omdat zij geen onderscheid kunnen maken. Zij begrijpen de rijkdom der heerlijkheid niet van hun erfenis, die zich bevindt in het bovenhemelse aan de rechterhand des Vaders in Christus. Waarom niet? Zij zien het niet. Zij kennen de kracht niet, waarmee de Heilige Geest werkte in de opstanding van Christus. Daarom gaan teksten, zoals 'Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding´ (Filipp. 3:10 SV) hun bevattingsvermogen te boven. Waarom? Door hun onvermogen om geestelijk te kunnen onderscheiden. En daarvoor bidt Paulus dat de Vader der heerlijkheid ons zal geven een geest van wijsheid.

Geest van Openbaring

Paulus bidt ook tot de Vader dat Hij ons zal geven een geest van openbaring om Hem recht te kennen, (Efe. 1:17). Hetzelfde woord voor 'openbaring' gebruikt Paulus als hij in Efeziërs 3 claimt dat hij de bediening van de verborgenheid heeft ontvangen: “Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid” (Efe. 3:3 SV).
'Openbaring' betekent hier vanuit het Grieks 'ontsluiering'. En Paulus bidt hier dus om 'een geestelijke ontsluiering' om Hem recht te kennen. En dat hebben wij nodig. Als bijvoorbeeld een Jood Jesaja 53 leest over de knecht des Heren, dan ligt er voor hem een geestelijke sluier over. Hij ontdekt de Here Jezus er niet in. Terwijl de Heiland er toch zo duidelijk in wordt getoond. Maar hij ziet het niet. Hoe komt dat? De sluier van de traditie ligt er over heen, de sluier van de traditionele uitleg van de Talmoed, de uitleg van de rabbijnen. En wat zegt de traditie? Wie is die knecht des Heren? Christus? Nee, de rabbijnen leren: 'Dat is Israël'.
Zo vormt de traditie voor de jood een sluier over Gods Woord, waardoor zijn ogen bedekt worden en hij niet zien kan. Datzelfde gevaar was er ook in de dagen van Paulus evenals vandaag! Tot Handelingen 28 had men van Paulus alleen onderwijs ontvangen vanuit zijn eerste bediening. En in zijn eerste bediening had hij volgens eigen zeggen nooit buiten Mozes en de profeten om gepredikt of geleerd, maar nu met de Efeze-brief wel. Hij sprak nu niet meer over de zegeningen van Abraham, maar over alle geestelijke zegeningen, waarmee wij gezegend zijn in de hemelse gewesten. En nu bidt Paulus dat niet de sluier van de traditie over zijn brief mag vallen, maar dat de Vader een geestelijke ontsluiering zal geven om Hem in Christus recht te leren kennen.

Hem recht kennen

Christus recht kennen, wil zeggen niet krom, niet door een spiegel in raadselen, maar Hem volkomen, volmaakt en ten volle kennen. Dat wil zeggen de verborgenheid van Christus kennen. Deze verborgenheid van Christus is het centrale thema van de Efeze-brief. De verborgenheid van Christus begon zich al te ontvouwen in de hof van Eden, toen God verklaarde in Genesis 3:15, dat het zaad der vrouw de kop der slang zou vermorzelen. Die ontvouwing van de verborgenheid van Christus is zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament steeds verder voortgeschreden. Steeds meer werd van Christus geopenbaard. Steeds meer details werden bekendgemaakt. Zo ging door de eeuwen heen de voortschrijdende openbaring van het geheimenis van Christus voort totdat het Woord vlees werd en Christus rondwandelde op aarde.
Toch was deze openbaring van Christus als Jezus van Nazareth nog niet volkomen, nog niet volledig. Dit is de openbaring van Christus in Zijn vernedering. Christus op deze wijze kennen, betekent Hem kennen als Jezus. De naam Jezus is de aardse naam van Christus. Zo kennen de meeste gelovigen Hem. Men kent Hem dan met een aardse blik. Maar dit is nog een beperkt kennen van Hem. Men kent Hem niet ten volle. Men kent Hem als Jezus. Zo spreekt men over Hem. Zo zingt men over Hem. Voor hen echter die Hem volledig hebben leren kennen door een geest van wijsheid en van ontsluiering, klinkt dit spreken en zingen over Hem soms haast beledigend en oneerbiedig in de oren. Want Christus is veel meer dan Jezus. Na Zijn vernedering en Zijn gehoorzaamheid tot de dood, ja tot de dood des kruises, heeft God Hem uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken. En de grote vraag is of ons zien op Hem door de geestelijke wasdom zich verder zal ontwikkelen, zodat wij Hem scherper gaan zien en Hem gaan ontdekken, als de verhoogde en verheerlijkte Here in de hemelse gewesten, het bovenhemelse.
Velen kennen Hem! Ja, maar hoe kennen zij Hem? De openbaring van de verborgenheid van Christus werd aan velen openbaar en bekend bij de vleeswording. Al de heiligen, Zijn apostelen en profeten spraken hierover naar de mate (de één wat meer, de ander wat minder) dat zij kennis hadden van Christus: “Daarnaar kunt gij bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten” (Efe. 3).
Als je echter bij het lezen van Paulus je een begrip probeert te vormen van zijn inzicht in de verborgenheid van Christus, dan kom je tot de ontdekking dat Paulus' inzicht veel verder reikt dan enig ander, want hem is 'Het geheimenis' geopenbaard, wat hij in de Efeze-brief (na Handelingen 28) bekendgemaakt heeft.
Velen konden van Christus getuigen hoe zij Hem hadden gezien en ontmoet en hoe Hij had rondgewandeld op aarde. Kortom, zij konden getuigen van Christus' aardse loopbaan, Christus in Zijn vernedering. Maar dit was nog een ten dele kennen, een onvolkomen kennen (1 Kor. 13:9-12). Paulus echter openbaart na Handelingen 28 Christus ten volle en volkomen. En hij maakt bekend dat de verhoogde en de verheerlijkte Christus verbonden is met een groep gelovigen. Dat Hij als Hoofd gegeven is aan een lichaam, de gemeente. Deze ontsluiering van het laatste stukje van de openbaring van de verborgenheid van Christus is 'Het geheimenis'. Dat geheimenis betreft de gemeente, het lichaam van Christus. Het betreft u en mij die door genade zo één gemaakt zijn met Hem.
De openbaring van de verborgenheid van Christus betreft Christus en Zijn Lichaam, een ´woonstede in de geest´. Het openbaart wie de verhoogde Christus nu is. En wij ontdekken dat Christus als de verheerlijkte Heer niet alleen is in de hemelse gewesten, maar dat op diezelfde positie ook een gemeente een plaats is gegeven, die Zijn Lichaam is. Die vormt met Hem een volkomen eenheid. Hoofd en lichaam is een levenseenheid. Het is een nieuw geschapen wezen in Hemzelf, de nieuwe mens.

Twee geheimenissen

Deze openbaring ten aanzien van de gemeente, die Zijn lichaam is, werd exclusief gegeven aan Paulus. Dit is 'De verborgenheid' (SV), 'Het geheimenis' (NBG-´51). Niets in welke vorm dan ook was hierover bekend in de (oudtestamentische) Schriften. Zijn samenstelling, zijn sfeer van zegen, zijn tijd van verkiezing zijn uniek. Nergens anders door de hele openbaringsgeschiedenis van de Schrift is ooit geopenbaard, dat gelovige heidenen tezamen met Christus zouden zitten in de hemelse gewesten met Hem als Hoofd en zij als Zijn Lichaam. Nergens anders in heel de Schrift is ooit geopenbaard, dat gelovige Joden en gelovige heidenen geschapen zouden worden tot één nieuwe mens in absolute gelijkwaardigheid. Nergens was ooit bekend, dat deze nieuw geschapen mens zou opgroeien tot een volkomen en volmaakte man, gereed om straks als bruidegom te huwen met een bruid. Dit deelgenootschap aan Christus Zelf, mede-opgewekt, mede-gezet, mede-erfgenaam, mede-lichaam en medegenoot met Christus, de nieuwe mens, de volkomen man, dit is de centrale boodschap van de Efeze- en Kolossenzenbrief. Dit is Hem recht kennen, Dit is Hem leren kennen als Hoofd gegeven aan een Lichaam. Dit betekent daardoor jezelf leren kennen in Gods oog. Dat wij door genade met Christus één gemaakt zijn. Dit is de openbaring van 'De verborgenheid'.
Er zijn dus twee geheimenissen, twee verborgenheden in Efeze:
* De één is de verborgenheid van Christus die in zijn openbaring en in zijn bekendmaking wordt gedeeld door heiligen, apostelen en profeten; een bekendmaking van Christus in het vlees, Die stierf en ten derde dage opstond.
* De ander is ´De verborgenheid´, die in zijn openbaring met niemand wordt gedeeld, dan alleen door Paulus; de proclamatie van de verheerlijkte Christus, Die als Hoofd gegeven is aan een gemeente, Zijn Lichaam.
´De Verborgenheid' (t.a.v. Hoofd en Lichaam) is de eerste en de belangrijkste van alle verborgenheden. God had een eeuwig voornemen en het hart van dit voornemen 'De verborgenheid' verborg Hij in Zichzelf. Het werd veilig omsloten door en in de verborgenheid van Christus. 'In' of anders gezegd 'binnen' de verborgenheid van Christus vinden wij 'De verborgenheid´ van Hoofd en Lichaam. Velen kennen Christus van de buitenkant als Jezus. Maar wie van de Vader der heerlijkheid een geest van wijsheid en openbaring ontvangt, leert Christus zien in Zijn verheerlijking in de hemelse gewesten en ontdekt dat Christus als Hoofd gegeven is aan een Lichaam. Die ontdekt dat de verheerlijkte Christus de nieuwe Mens is en dat in Hem een hele geloofsgroep wordt gevonden, Zijn Lichaam. Christus Jezus zit niet alleen aan Gods rechterhand. Door genade is er een hele gemeente samen met Hem gezet, die Zijn Lichaam is (Efe. 1:22-23).

Traditie versus rechte kennis

Zo Hem recht te kennen en onze zegenrijke positie in Hem, vinden wij tegenwoordig alleen nog maar bij enkelingen. Voor de massa ligt over de verheerlijkte Christus aan de rechterhand des Vaders de sluier van de traditie. Deze versluiering kwam al aan het eind van Paulus' leven in beeld. De christenheid nam Paulus' blijde boodschap over Christus en Zijn gemeente van het Ene Lichaam niet aan. Vanaf dat moment hing er een sluier over. De traditionele uitleg van de Efezebrief versluiert Paulus' boodschap over de verborgenheid, zodat de meeste gelovigen het niet zien en het niet ontdekken. Men neemt de nieuwe boodschap van de nieuwe bedeling na Handelingen 28 niet aan.
Men blijft staan in de Handelingen en probeert angstvallig alles te handhaven wat toen actueel en in werking was. Zodoende wordt de hele openbaring van de verborgenheid van Christus voor velen versluierd. Zo blijft men stilstaan in een voorbijgegane bedeling en leert men de Zoon nooit recht kennen en omgekeerd leert men nooit zichzelf recht kennen, zoals God ons nu ziet. Dan blijft Christus, de Here der heerlijkheid en de hoop der heerlijkheid, voor je verborgen. Daarom bad Paulus de Vader der heerlijkheid voor een geestelijke ontsluiering, namelijk dat wij niet stil zouden blijven staan bij de voorbijgegane boodschap van de Handelingen, de pinksterboodschap, maar dat wij zouden vergeten hetgeen achter ligt en wij ons zouden uitstrekken naar de nieuwe blijde boodschap over Christus: Hij die als Hoofd gegeven is aan de Gemeente, Zijn Lichaam.
De openbaring van Christus ligt vaak bedolven en versluierd onder een dikke laag stof van de traditie. Tegenwoordig is het kenmerk van de prediking helaas dat men de Heer maar ten dele kent en zo weinig over Hem en van Hem bekend maakt. De prediking is zo vaak arm en karig. Daarnaast is tegenwoordig ook het karakter van de geestelijke liederen, een onvolkomen en kinderlijk kennen van onze Heiland, de Here Jezus Christus. Uit de liederen blijkt dat men Hem maar gedeeltelijk kent, namelijk alleen als Jezus in zijn aardse gestalte. Men kent Hem niet als de Verhoogd en Verheerlijkte. Men ziet Hem nog door een spiegel in raadselen, terwijl Hij ons na de Handelingen volkomen is geopenbaard (1 Kor. 13:9-12). Wat waarachtig nodig is, is een geestelijke ontsluiering, de geest van openbaring, waar Paulus voor bad. Zodat wij Hem recht leren kennen, ten volle, van elke sluier ontdaan; de openbaring van de verborgenheid van Christus (Efe. 3:4) met als diepste ontsluiering de openbaring van 'De verborgenheid' van Hoofd en Lichaam (Efe. 1:20-23; 3:2-3; 3:6-9).

Uit: Brochure ´Hem kennen en de kracht Zijner opstanding´ - Bron: www.levendwater.org

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

De sabbat

Onder christenen leven soms de volgende vragen: Is de zondag de sabbat van nu? Is het de bedoeling dat christenen de sabbat - van vrijdagavond tot zaterdagavond - vieren?

De Bijbel geeft de nodige informatie over de sabbat, die zich als zevende dag onderscheidt van de voorgaande zes door rust. Het is een dag aan de Heere toegewijd. Paulus schrijft dat deze dag voor het lichaam van Christus geen aanleiding mag zijn om elkaar te veroordelen "inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten" (Kol. 2:16).

De sabbat verwijst ook naar de grote toekomstige sabbat in Gods plan; geen periode van vierentwintig uur, maar één van duizend jaar. Israël en de volkeren mogen dan leven in vrede en rust.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'De sabbat'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'