Het Oude en Nieuwe Verbond - Het Oude en Nieuwe Verbond (3)

Het Oude en Nieuwe Verbond

Het Oude en Nieuwe Verbond (3)

In de sluiting van het Oude Verbond –met de bijbehorende heerlijkheid van God, Zijn grote genade en barmhartigheid– zien we een afspiegeling, een schaduw, van de sluiting van het Nieuwe Verbond. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat God deze verbonden niet sluit met de Gemeente, het Lichaam van Christus, maar met het volk Israël, zoals de Bijbel ook zegt in Romeinen 9, vers 4: “… hunner (= Israël) zijn de verbonden …”

De aanwijzing van het bloed

In Exodus 24 wordt het bloed van het Verbond aangewezen. Een veelbetekenend getuigenis van hoe het met het Nieuwe Verbond zou gaan.
Mozes moest opklimmen met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. Zij moesten zich van verre nederbuigen (buigen voor God). Mozes alléén zou tot de HERE naderen, zijn gezelschap niet, en het volk zelfs niet opklimmen. Van het naderen tot God door het volk vinden we geen aanwijzingen meer. Mozes deelde al de “woorden des HEREN”en al de verordeningen mee aan het volk, en het gehele volk zei weer eenstemmig: “al de woorden die de HERE gesproken heeft zullen wij doen”.
Mozes schreef de woorden ook op. Zo werden zij het geschreven Woord van God. Altijd beschikbaar en te raadplegen. Christus zei, dat de Schriften van Hem getuigen (Joh. 5:39). Paulus zegt ook, als hij spreekt over de gerechtigheid van het geloof: “Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart, namelijk het woord van het geloof, dat wij prediken” (Rom. 10:8). Mozes bouwt een altaar onder aan de berg, met 12 opgerichte stenen, overeenkomstig de twaalf stammen van Israël. Er worden brandoffers en vredeoffers gebracht. Van het bloed sprengde Mozes de helft op het altaar. Daarna nam Mozes het boek van het Verbond en las het voor. En het volk zei: “Alles wat de HERE gesproken heeft zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen (vs. 7). In vers 8 lezen we dan: “Toen nam Mozes het bloed en sprengde het op het volk en hij zei: “Zie, het bloed van het Verbond dat de HERE met u sluit, op grond van al deze woorden.” Nu moesten zij zien. Aansluitend staat er dat Mozes en zijn gezelschap opklom, en dat zij de God van Israël zagen, “en het was alsof onder Zijn voeten een plaveisel lag van lazuur als de hemel zelf in klaarheid” (vs. 10). Direct na de aanwijzing van het bloed ging de hemel als het ware even open.

De afwijzing van de verbonden

Tot de vooraanstaanden van de Israëlieten drong de betekenis van wat zij meemaakten niet echt door. God strekte Zijn hand niet naar hen uit, als antwoord op de reactie van het volk. Wat Hij van hen mocht verwachten, hun erkenning en aanvaarding van het bloed, ook de heerlijkheid van God, gebeurde niet. Er staat: “Zij aanschouwden God en zij aten en zij dronken” (vs. 11).

Zij zagen het voor hun ogen, maar zij beseften het niet, – de (geestelijke) leiders van het volk – en ze gingen over tot de orde van de dag. Zij waren ziende blind. Tijdens de omwandeling van Christus als mens op aarde was de situatie hetzelfde. Johannes had gezegd: Zie, het Lam Gods, en zij hebben het niet gezien. God gaat toch door met Zijn plan, ondanks de toestand van het volk. Hij zegt tegen Mozes: “Klim op tot Mij.” Direct na Zijn opstanding is Christus ook naar Zijn hemelse Vader gegaan, met Zijn bloed. De verzoening is geschied. Daarom kon God ook doorgaan.

Mozes moest de berg op en daar blijven. De bedoeling is: “dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en het gebod, die Ik opgeschreven heb, om hen te onderwijzen.” Dat is dus het doel van de wet: onderwijs. In het Nieuwe Testament staat dat de wet een tuchtmeester is, in het Grieks staat er: pedagoog (Gal. 3:24), dat betekent: onderwijzer, opvoeder. Vervolgens staat er (vs. 13): “Toen stond Mozes op, met zijn dienaar Jozua, en Mozes besteeg de berg Gods.” Wonderlijk dat hier plotseling Jozua, type van Christus, naar voren komt. Weer een aanwijzing dat het bij het Oude en Nieuwe Verbond wezenlijk om dezelfde dingen gaat. De oudsten moesten wachten tot hun terugkomst. Jozua is meegegaan, want Mozes zegt: “Wacht hier op ons, totdat wij bij u terugkeren; Aäron en Hur zijn immers bij u, wie zaken heeft moet zich tot hen wenden.”

Terwijl Mozes de berg besteeg bedekte de wolk de berg. Er staat dat de heerlijkheid des Heren rustte op de berg, en dat God tot Mozes riep midden uit de wolk. Er staat ook dat de verschijning van de heerlijkheid des Heren op de top van de berg ten aanschouwen van de Israëlieten was als een verterend vuur. Mozes, de middelaar, die God geloofde, ging de wolk in, en voor het volk, dat de almacht en kracht van God gezien had, zelfs beefde, maar niet naderde, was het een verterend vuur. Het is dus: óf gemeenschap met God, delen in Zijn heerlijkheid, zegen door geloof, óf vloek, dood, door ongeloof, door het afwijzen van Zijn heerlijkheid, dat is Christus.
Mozes bleef na de aanwijzing van het bloed veertig dagen en nachten op de berg. En God sprak met Mozes over de tabernakel, en alles wat daarin is, en over de dienst in de tabernakel. Met andere woorden: de huishouding van het Koninkrijk der hemelen.
Na de storting van het bloed van het Nieuwe Verbond is er ook een periode van veertig dagen geweest dat God, waarin Hij bij monde van de opgestane Christus, gesproken heeft tot het bestuur van het toekomstige Koninkrijk der hemelen, de twaalf apostelen: de periode van de opstanding tot de hemelvaart. Dit is vermeld in Handelingen 1:3, waar geschreven staat: “aan wie ( - de apostelen - ) Hij Zich ook na Zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft.”
Het einde van het gesprek met Mozes lezen we in Exodus 31:18. Daar staat: “En Hij gaf aan Mozes, toen Hij geëindigd had met hem te spreken op de berg Sinaï, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven door de vinger Gods.” In Jeremia 31 belooft God dat Hij een Nieuw Verbond, weer met Israël, zal sluiten. Alvorens hier verder te lezen is het eigenlijk beslist aan te raden om eerst dit hoofdstuk te lezen. Het schetst de situatie bij de sluiting van het Oude Verbond, en het mislukken daarvan, en voorzegt hoe het met de sluiting van het Nieuwe Verbond zal gaan. In aansluiting op het hierboven geciteerde Exodus 31:18, citeren we uit Jeremia 31 de verzen 31 en 33:

“Zie, de dagen komen, luidt het Woord des HEREN, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een Nieuw Verbond sluiten zal. … Maar dit is het Verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het Woord des HEREN: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen, en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.”

Duidelijk staat hier dat het Nieuwe Verbond uitsluitend met Israël gesloten zal worden. Als we de Schriften moeten geloven, en dat moet natuurlijk (!), dan is het Nieuwe Verbond niet met ons, gelovigen uit de heidenen, gesloten. Anders had het er met zoveel woorden moeten staan. Hier ligt de strijd van het geloof: geloven wij wat God gezegd heeft, of gaan we eigen ideeën ontwikkelen, theologie bedrijven, en geloven wat Hij juist niet gezegd heeft?

Exodus 32 beschrijft een dramatische ontwikkeling. Het volk onder aanvoering van hun geestelijke leider Aäron (Mozes is bij God) gaat dansen rond het gouden kalf, zelfs met brandoffers en vredeoffers. God verwittigt Mozes hiervan en eindigt met: “Ik heb dit volk gezien en zie, het is een hardnekkig volk. Nu dan, laat Mij begaan, dat Mijn toorn tegen hen ontbrande, en Ik hen vernietige, maar u zal Ik tot een groot volk maken” (Ex. 32:9b,10). Mozes gaat dan bemiddelen, en pleiten op de beloften van God. Prachtig om te lezen. En God is genadig: “En de HERE kreeg berouw over het kwaad, dat Hij gezegd had Zijn volk te zullen aandoen” (Ex. 32:14). Merk op dat dit allemaal gebeurt buiten het gezichtsveld van het volk. Zij hebben hiervan niet het geringste besef.
Vervolgens gaat Mozes naar beneden, met de twee tafelen der getuigenis in zijn hand, door God Zelf beschreven. In Exodus 32:19 staat dan: “En zodra hij de legerplaats genaderd was en het kalf en de reidansen zag, ontbrandde de toorn van Mozes; hij wierp de tafelen uit zijn hand en verbrijzelde ze aan de voet van de berg.” De bezegeling van het Verbond kan dus niet plaatsvinden. De sluiting van het Verbond wordt uitgesteld.

Bij de sluiting van het Nieuwe Verbond vinden we dit terug. In Kolossenzen 2:13 en 14, waar we lezen “Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen: Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo over hen gezegevierd.” Of Efeziërs 2, vers 15, “doordat Hij in Zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft.” De satan is ontwapend: hij kan niet meer aanklagen!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

"Zoon" in het Oude Testament - Een speurtocht naar de Naam van Gods Zoon

In Spreuken 30 wordt een vraag gesteld over God: "Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon ...?" (vs. 4b). Wat bijzonder dat hier - circa 1000 jaar vóór Christus - ervan uitgegaan wordt dat God een Zoon heeft! Naast de vele Oudtestamentische verwijzingen naar de Persoon en het werk van Christus, wordt slechts in Spreuken, de Psalmen en het boek Jesaja naar Hem verwezen met het woord "Zoon". Aan de hand van deze teksten zoeken we naar het antwoord op de dubbele vraag uit het Spreukenboek. Het antwoord vinden we uiteindelijk in het Nieuwe Testament. Dat antwoord is verrassend!

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Zoon'

Levend water

Water is de meest voorkomende vloeistof op aarde, een essentieel onderdeel van de natuur en noodzakelijk voor het (ontstaan van) leven.
In dit boekje gaat het niet zozeer over water als vloeistof, maar vooral over geestelijk water. Dat wil zeggen: water als aanduiding van waarachtig leven, voortkomend uit Gods Geest.
Daarnaast verwijst water ook naar Gods Woord, dat levend en krachtig is. Vandaar de titel van dit boekje: levend water.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Levend water'

Schatten uit Gods Woord - 4

De serie Schatten uit Gods Woord bevat boeken waarin allerlei Bijbelse onderwerpen worden behandeld. Deze onderwerpen kun je zien als schatten die je opgraaft vanuit Gods Woord. David zegt: "De woorden van de HEERE zijn reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal" (Ps. 12:7). Hij schrijft dit om daarmee de betrouwbaarheid van Gods woorden te onderstrepen. Zij staan wat dat betreft lijnrecht tegenover de woorden die trouweloze mensen spreken (zie vs. 2-5). Wat God zegt in Zijn Woord kun je zonder meer aannemen; Hij is immers Zelf de waarheid! Daarom is het zo de moeite waard om de Bijbel te lezen, te overdenken en te leren begrijpen. Daar word je wijs van!

Dit vierde deel bevat 22 hoofdstukken over even zoveel onderwerpen. 

Spreuken 3:13-15 zegt:
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
de mens die inzicht verkrijgt, want
- haar opbrengst is beter dan de opbrengst van zilver en
- haar inkomen beter dan bewerkt goud,
- zij is kostbaarder dan robijnen.
Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken".

Meer info & bestellen 'Schatten uit Gods Woord - 4'